Waar komt het op aan voor de kerk? Bijdrage in “Niet zonder elkaar” bij fusie NGK

In mei jl. zijn de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) en Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) samengegaan als fusiekerk Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK).

Bij die gelegenheid is het boek Niet zonder elkaar (Buijten & Schipperheijn Motief. Amsterdam) uitgekomen. Op verzoek van de redactie schreef ik een bijdrage voor dit boek. Ik heb een wat persoonlijke insteek gekozen. Mijn bijdrage is terecht gekomen in deel 2 Voorzichtige toenadering. Hieronder lees je mijn verhaal.

Waar komt het op aan?

Nu ben ik dan toch niet langer lid van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Gelukkig heeft dit een goede reden. Onze kerken fuseren met de Nederlands Gereformeerde Kerken. Totdat ik theologie ging studeren had ik nooit echt nagedacht over kerkzijn en kerklidmaatschap. Ik ben in een hechte, fijne gemeente opgegroeid. Kerkzijn hoorde vanzelfsprekend bij het geloof. Hetzelfde gold voor gereformeerd zijn. Ik leerde evangelische christenen kennen en dat was mooi. Dan had je ook nog kerken die niet goed bezig waren. Die waren op sommige punten ongehoorzaam aan de Bijbel. Ze hadden bijvoorbeeld vrouwelijke ambtsdragers. Negatief werd daarover niet gesproken. Wel kritisch.

Toen ik in Kampen ging studeren veranderde er veel. Ik ontdekte dat mijn geloof vooral theoretisch was en weinig doorleefd. Het was de tijd dat onze kerken te maken kregen met het verlangen naar geloofservaring. Evangelische invloeden werden sterker. Een aantal studiegenoten van me maar vooral veel vrienden van de Bijbelstudiekring lieten zich (over)dopen en vertrokken uit de Gereformeerde Kerken. In de kerk hadden we intensieve gesprekken over geloof en ervaring. Wilde je opwekking of soortgelijke liederen zingen dan kon dat alleen voorafgaand aan het officiële begin van de eredienst. Want in de kerkdienst zong je Psalmen en wat gezangen.

Mystiek
Tijdens mijn studie heb ik veel gezocht. Min of meer toevallig volgde ik in het Dominicanenklooster te Zwolle een cursus over de mysticus Eckhart (1260-1327). Daar ging voor mij een knop om. Dít zocht ik. Wat me aansprak was de eenheid van leven en denken. Dat vanuit het geleefde geloof kon worden gezegd dat God niet is zoals jij en ik en dat God ook niet te vatten is in ons denken (negatieve theologie). Deze theologie kende ik niet en ik vond het prachtig.

Op dat moment ben ik voor het eerst gaan nadenken over mijn kerklidmaatschap. Zou ik niet katholiek moeten worden? Mystiek heeft in de Katholieke Kerk een vanzelfsprekende plek. Dat ligt in onze traditie heel anders. Dat merkte ik toen mystiek mijn afstudeerrichting werd. Mystiek riep wel eens positieve reacties op maar vooral kritische. Mystiek was bijvoorbeeld prima zolang het maar gereformeerde mystiek was. En was er geen sprake van ‘ware en valse mystiek’ (Klaas Schilder)? Het was niet makkelijk om een begaanbaar pad te vinden om toch over mystiek te spreken.

Toch ben ik gebleven. Toen ik college mystieke theologie ging volgen aan het Titus Brandsma Instituut (Katholieke Universiteit Nijmegen) ontdekte ik juist hoe gereformeerd ik was. En als gereformeerd-zijn betekent dat je Bijbels bent, ben ik steeds meer gereformeerd geworden. Achteraf heb ik beter ingezien welke weg ik in mijn studietijd bewandeld heb. Ik wilde God ‘zonder kaders’ kennen. God zoals Hij is. Dit was mijn manier om los te komen van wat we ‘het klimaat van zeker weten’ (het absolute) zijn gaan noemen.

Veranderproces
Met het bovenstaande blik ik terug op zo’n vijfentwintig jaar geleden. Ondertussen is er heel veel veranderd in onze kerken. En de kerken zullen nog meer gaan veranderen. De vraag die mij steeds meer bezig is gaan houden is deze: waar komt het op aan? Verandering of zeggen dat iets ‘niet meer van deze tijd is’ kan een nieuw credo worden. Een waarmee je weinig opschiet omdat je blijft reageren op hoe het was. In een postchristelijke samenleving is juist een vrij en authentiek geluid nodig.

In een veranderproces is het van belang je af te vragen waar het op aankomt.
In een veranderproces is het goed om erbij stil te staan waar het op aankomt

Authentiek
Daarbij denk ik in de eerste plaats niet aan onze authenticiteit maar aan die van God. Ik stem in met de Amerikaanse priester Fleming Rutledge als zij zegt dat we het nodig hebben om meer te horen over wie God in zichzelf is (The Crucifixion, 2015). Dan gaat het om Gods openbaring in Jezus en Gods Drie-eenheid. Het zijn de grote geloofsgeheimen waarvan de Bijbel getuigt. Wie God is; dat maakt de kerk bijzonder en aantrekkelijk. Onvergelijkbaar met hedendaagse religieuze instellingen of nutsbedrijven. Ik zeg er wel wat bij. Naast de concentratie op God is het van belang dat de kerk zich op een niet-naïeve manier open verhoudt tot de cultuur waarin zij leeft. God plaatst ons niet op een eiland. Ook postchristelijk Nederland is van en voor Hem.

Het is een uitdaging. Maar ik denk dat in het samengaan van deze twee dingen de roeping van de kerk ligt.

=====

Meer over mij, wie ik ben en hoe ik denk vind je in About van mijn blog.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.