Gisteren hebben we in de kerk gebeden dat vrede het in onze maatschappij wint en dat moskeeën niet worden geterroriseerd. Aanleiding voor dit gebed was het nieuws op zaterdagavond jl. dat moskeeën extra maatregelen nemen om zich te beschermen tegen mogelijke aanslagen.
We bidden dit gebed omdat we allereerst van God vrede verwachten. Dat wil zeggen: we oefenen ons erin om dat te leren. Wij zijn mensen, God is God. Als we samenkomen als gemeente van Jezus beseffen we dat. Tegelijk: we willen meekijken met God, het leren om door Hem geleid te worden. Ook in ons gebed voor onze stad en stadsgenoten.
We bidden dit gebed niet omdat we geloven, zoals velen, dat alle godsdiensten gelijk zijn. In de ontmoeting met moslims vinden we elkaar in de overtuiging dat God niet alleen Schepper is maar ook het oordeel zal uitspreken. Onze wegen gaan steeds uiteen omdat wij geloven dat God heeft oordeel juist zelf heeft gedragen in Jezus Christus. Zo, geloven wij, heeft God de wereld lief en ziet Hij voorbij aan onze tekorten. En Jezus zal uiteindelijk allen en alles oordelen.
Dat neemt niet weg dat we ons verbonden weten en voelen met onze moslimstadsgenoten. En al helemaal duidelijk is dat het bedreigen van moskeeën een afkeurenswaardige daad is. We bidden dat de overheid hier goed tegen kan optreden.
Naast het gebed dat vrede wint en dat er geen moskeeën in brand worden gestoken, klonk daarom ook de oproep om juist in deze tijd de banden met moslimburen aan te (blijven) halen en/of (weer) eens bij je buurtmoskee op bezoek te gaan.