Rotterdam 10 april 2012
Aan: hoofdredactie NRC, hoofdredactie@nrc.nl
Geachte mevrouw, geachte heren,
Naar aanleiding van de rubriek “De lezer schrijft, de krant antwoordt” van de krant van afgelopen zaterdag, zondag (7 en 8 april jl.) wil ik u de vraag voorleggen wat het volgens de hoofdredactie betekent dat de NRC een seculiere krant is als het gaat om spotten om (andermans) geloofsovertuiging.
Wij lijken qua profiel op de lezer die reageerde in de krant van afgelopen zaterdag & zondag: christelijk, beide ouders hoogopgeleid en we hebben een brede maatschappelijke interesse. Met plezier lees ik o.a. de NRC en ik wijs mijn kinderen met enige regelmaat op de inhoud van die krant. Met mijn oudste zoon, 12 jaar, had ik een gesprek naar aanleiding van onderstaande. Hij vroeg mij waarom ik niet eens contact opnam met de hoofdredactie. Diezelfde gedachte had ik ook. Vandaar deze brief.
Mijn punt is het volgende. Een lezer vroeg, naar aanleiding van een spotprent in de krant van maandag 2 april jl, in de krant van 7 & 8 april jl.:‘waarom nu, Jezus als de paashaas?’ De krant antwoordde: ‘Vorig jaar eerbied, nu een milde satire’ (pagina 11, Opinie & Debat).
Vorig jaar plaatste de krant echter ook al een satire over de kruisiging van Jezus. Weliswaar niet, zoals dit jaar, op de kunstpagina maar wel bij Fokke & Sukke (22 april 2011). Ook dat was echter niet nieuw: het jaar dáárvoor deden Fokke & Sukke hetzelfde (2 april 2010). Beide afbeeldingen van Fokke & Sukke werden geplaatst op Goede Vrijdag. Drie jaar achter elkaar dus plaatst de NRC op of rondom de belangrijkste geloofsmomenten voor christenen een spottende afbeelding van Jezus Christus op een (haast) niet te missen plek in de krant.
In 2010 werd kritisch gereageerd op de afbeelding van Fokke & Sukke. De hoofdredacteur, mevrouw Donker, antwoordde toen in de krant van 10 april 2010 onder andere dat het een kenmerk is van een seculiere krant om spot te drijven met gevestigde opinies ‘in sommige hoekjes van de krant’ (sic!). Naar aanleiding van de herhaalde satire op Goede Vrijdag 2011 schreef ik een ingezonden. Deze brief voeg ik, ter informatie, onder aan dit schrijven toe. Deze ingezonden bijdrage werd echter niet geplaatst. In de krant van afgelopen 7 en 8 april werd opgemerkt dat de afbeelding in de krant van 2 april jl. kwetste en werd gevraagd waarom de krant zoiets doet. De krant gebruikt in haar antwoord, net als in 2010, het woord seculier om aan te geven dat er ruimte is voor zowel piëteit als ook milde satire.
Als ik een en ander op me laat inwerken, komt bij mij de vraag op: wat betekent seculier volgens de hoofdredactie van NRC als het gaat om spotten om (andermans) geloofsovertuigingen? Betekent seculier: op belangrijke geloofsmomenten het geloof belachelijk maken? Betekent seculier het belachelijk maken van het geloof van christenen en moslims, of misschien ook het joodse geloof? Of betekent het: als de satire niet plaatsvindt bij de ene afdeling van de krant dan bij de andere zodat spot hoe dan ook een plek krijgt?
De krant noemt zich seculier en beroept zich daarop. Tegelijk blijft het de vraag wat dit betekent. Wil de krant werkelijk op deze manier omgaan met datgene wat anderen diep motiveert? Steeds zegt de krant niet te willen kwetsen. Ik neem dat gelijk aan – zoals u hopelijk van anderen en mij aanneemt dat het wel kwetsend is om je Heer zo afgebeeld te zien worden. U hebt, neem ik aan, hierin toch bepaalde doelstellingen, richtlijnen en grenzen? Naar aanleiding van de berichtgevingen over prins Friso, bijvoorbeeld, heeft de krant extern onderzoek laten doen en u hebt toegezegd aanbevelingen over te nemen. Welke voorschriften kent u voor satire; welke aanbevelingen zou u ter harte willen nemen? Om nog een voorbeeld te noemen: in de krant van afgelopen 7 & 8 april stond twee bladzijden voor “De lezer schrijft, de krant antwoordt” een prachtig afscheid van de alom geprezen columnist J.H. Heldring. Aan het einde zegt hij: ‘Waarom het gaat is niet de lezer te bekeren, maar hem ten dienste te zijn’.
Soms heb ik de indruk dat de door mij genoemde satire, vanwege het tijdstip van plaatsing en de herhaling ervan, het doel heeft gelovige lezers te bekeren tot het seculiere ‘geloof’. Graag leg ik u voor of die indruk juist is. En als dat zo is dan zou, volgens mij, een goed debat daarover meer opleveren dan een verkapte ‘bekeringspoging’. Ik zou het op prijs stellen als er op allerlei terrein scherp gesprek en opinie gevoerd kan worden met inachtneming van een hoge mate van wederzijds respect. In de hoop dat u hierin met me instemt, zie ik uit naar uw reactie.
Hoogachtend
Zie de ingezonden brief Fokke & Sukke; Focus op Pasen (in De Reformatie aug. 2012).
Zie hier mijn brief uit 2015 aan de ombudsman van NRC over kwetsen als identiteit behorend bij vrijheid van meningsuiting, in de tijd van ophef n.a.v. de aanslag op Charlie Hebdo.
En nu toch weer een abonnement…? Ik had een emailcorrespondentie n.a.v. deze brief. NRC schrijft altijd terug (behalve een keer in de boekenbijlage; mijn ingezonden bleef onbeantwoord: zie ‘graag iets meer niveau dan de DaVinci-Code’). Dat vind ik sterk aan de krant. Het antwoord hierin vond ik inhoudelijk niet zo sterk. Wel ontkenden ze te willen bekeren; ik zal hen op dat woord moeten geloven. Waarom opzeggen, behalve als je niet eerst gesprek aangaat? Jaar erop heb ik geen spotprent gezien. Groet, Matthijs.
Dag Matthijs,
heldere brief. Ben erg benieuwd naar de reactie van de hoofdredactie. Of heb je die niet gekregen?
H gr, Tjerk