De interessante boeken van Pagels (Revelations) en Fredriksen (Sin) worden onkritisch besproken (NRC, 14 september jl.). Omdat bepaalde inhoud van die boeken vervolgens ook nog op een hoop wordt gegooid, gaat de recensie vanzelf zeer aan de ogen doen. Een gemiste kans omdat, precies zoals Spiering zegt, oude ideeën in een nieuw jasje terugkomen. Laat ik het belangrijkste pijnpunt noemen. Terecht verwijst de recensie naar gnostieke geschriften die halverwege de vorige eeuw zijn gevonden. Die hebben voor een hoge vlucht gezorgd in het onderzoek naar gnostiek. Onderzoekers pleiten ervoor voorzichtig en nauwkeurig te zijn in de aanduiding van wat gnostiek nu precies was. Er was en is blijkbaar veel misverstand mogelijk over de inhoud en vooral de motivatie van diegenen die hun mening in die geschriften kenbaar maakten. De titel van het veelgeprezen boek van M.A. Williams, o.a. hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschappen, is veelzeggend: Rethinking gnosticism. An argument for dismantling a dubious category (Princeton, New Jersey, 1996). Dat in de recensie zonder meer gesproken wordt over ‘de’ gnostiek (net als, trouwens, over ‘de’ orthodoxie) zorgt ervoor dat je je als lezer niet serieus genomen voelt. Dat de recensent daarover, losjes combinerend en freewheelend, allerlei (op zich heel interessante) verbindingen legt met vandaag komt vervolgens haast populistisch over. Het zorgt ervoor dat motieven lastig zichtbaar worden: waarom kiest Lady Gaga voor dit soort oude teksten en weet ze daarin mensen van vandaag te boeien? Spreekt zij dezelfde mensen aan die vroeger werden geïnspireerd door de zogenaamde gnostieke geschriften? En als je nu niet de neiging hebt om dit te liken: wat is daarvoor je motief? Vakliteratuur wil je niet in de boekbesprekingen, aan de andere kant verwacht ik in mijn krant een beter niveau dan dat van de Da Vinci Code van Dan Brown.
———-
Toegestuurd, niet geplaatst. Het onderwerp is belangrijk voor het christelijke geloof omdat gnostiek vandaag herleeft.