Preek Lucas 9:35. De verheerlijking op de berg. Voorbeeldliturgie hieronder.
Gemeente van de gekruisigde Jezus
Is er wat aan de hand met onze gemeente?
We worden de laatste tijd, zeg sinds zo’n 1,5 jaar, regelmatig geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen. Ik hoef ze hier niet te noemen. Je weet waar ik het over heb. Behalve als je hier te gast bent, natuurlijk. Dan hoef je het ook niet allemaal te weten. Je kunt er best naar vragen aan een van de leden van de gemeente. We hebben een gezonde opvatting over privéruimte maar zijn ook weer geen geheime sekte die over alles zwijgt.
Het viel me op dat vorige week na de ochtenddienst twee keer, los van elkaar, dit onderwerp door een gemeentelid aan de orde werd gesteld. Wat gebeurt er? Ik heb dat opgevat als een aanleiding om die vraag dan ook maar eens expliciet zo te benoemen in de eredienst. De eerstvolgende. Deze dus.
Is er wat aan de hand met de gemeente? Wat vind jij? Wat geloof jij?
Vind je het een vreemde vraag. Zit je zo in elkaar: het leven komt en gaat zoals het is? Mooie dingen. Ingrijpende dingen. C’est la vie. Misschien was het bij ons eerst wel allemaal té mooi. Liep het van een leien dakje.
Of misschien stel je jezelf die vraag ook wel eens maar kun je er niet zoveel mee. Omdat die te groot of bedreigend is. Het is inderdaad nogal een vraag.
Het zal niet voor het eerst zijn dat christenen op een veel te kort-door-de-bocht manier met zo’n vraag omgaan. Zo vertelde iemand me dat, toen er in een andere gemeente veel ingrijpends gebeurde, de predikant preekte over de tekst van Paulus dat het niet goed ging in de gemeente van Korinte (1 Korintiërs 11: 27-36). De apostel zegt dat er vanwege een verkeerde houding – die uitkomt in het vieren van het avondmaal – in de gemeente veel gemeenteleden ziek en zwak zijn, en zelfs dat er velen sterven. De preek was zo overgekomen dat degenen die ziek waren of tegenslag hadden konden denken dat zíj iets verkeerds/zondigs hadden gedaan of aan het doen waren.
Kijk; dan word je klem gezet. Dan slaat het een-op-een terug op jezelf ( = onbarmhartig) terwijl het in de Bijbel altijd gaat om de geméénte. En je zult je ook moeten realiseren dat, in het voorbeeld van net, díe gemeente wordt aangesproken. Dat kun je niet zomaar toepassen op je eigen situatie.
Gemeente; laten we bij onszelf beginnen. ‘Is er wat in de gemeente’ is geen vreemde vraag. Beter kun je het andersom zeggen: als God geen vreemde voor ons is, dan voelen we ons door Hem aangesproken. In alles. Toch? Ook als we worden stilgezet. Belangrijk is wel dat het een vraag van de geméénte is. En: wát zijn je gedachten, deel je dat in de gemeente of houd je het voor jezelf? En waar bréngt die vraag je?
We kunnen alleen maar goed met zo’n vraag omgaan als we kijken naar Jezus. We hebben net geluisterd naar een gedeelte uit Lucas 9. Vorige week hoorden we dat Jezus de kandidaat is die God naar voren schuift. Een kandidaat met een absurd verkiezingsspotje: ‘wie op mij stemt, mij volgt, moet zijn kruis op zich nemen’. Je moet jezelf vergeten. Álles draait om Jezus.
Het gedeelte dat we net lazen sluit daarbij aan. Drie volgelingen worden getuigen van de heerlijkheid van Jezus. Zij zien dat Jezus een ‘hemelse glans’ (BGT) krijgt. Het is zo overweldigend dat ze helemaal de kluts kwijt zijn. Zoals iedereen dat heeft die een hemelse ervaring meemaakt.
Waarom gebeurt dit? Wat betekent deze ervaring die de drie volgelingen meemaken? Petrus komt er later in zijn brief op terug als hij zegt dat een christen niet iemand is die fabels aanneemt. Petrus zegt: ik heb zelf de stem van God gehoord die zei dat Jezus zijn zoon is (2 Petrus 1:16-18). Maar waarom gebeurt het nú?
Je kunt zeggen: dit hemelse licht is juist op dit moment nodig. Dit hemelse licht schijnt op de donker, onbegrijpelijk klinkende boodschap die Jezus net heeft uitgesproken over zijn lijden, sterven en opstanding. Lucas vertelt niet wat Matteus (hoofdstuk 16) wel vermeldt: de opstand van Petrus tegen dit bericht. ‘God verhoede dat u moet lijden’ is zijn primaire reactie. Een bericht, verkiezingsspotje, over kruis-dragen (een executiedood), jezelf vergeten is niet makkelijk te aanvaarden. Beter: dat is onacceptabel. Dat is niet hemels maar eerder hels. Waar wij ons kunnen afvragen ‘is er iets met de gemeente’ konden de leerlingen dat al helemaal. Is er iets met Jezus? Met ons? Nou en of.
Nu zien de volgelingen de twee grootste profeten, Mozes en Elia, in gesprek met Jezus. Ze hebben het over Jezus’ lijden, dood en opstanding. Deze twee profeten hebben het volk zoveel gegeven. En toch, scherp gezegd, weinig resultaat geboekt. Mozes kon het volk het land niet inbrengen. Elia kon het hart van Israel niet volledig gefocust op God krijgen. Daarin gaat Jezus verandering brengen. Voorgoed. Hij opent de weg naar het beloofde land. Hij geneest ons tweeslachtige, dubbele en argwanende hart.
Maar hier ligt de kern van deze bijzondere ervaring toch niet. God zelf gaat spreken: ‘Dit is mijn zoon, mijn uitverkorene. Luister naar hem.’ Luister naar hem, Petrus; naar zijn bericht over lijden, sterven en opstanding. De weg van Jezus is de weg die God wijst. Jezus is Gods kloppend hart voor ons. Zoals wij dat schitterend zingen in LB 481: ‘in zijn (Jezus) stervensnood hebben wij uw (God) diepste woord vernomen’.
‘Luister’ – zegt God. Hé. Dit is de kern van het geloof van Israel (Deuteronomium 6).
We horen die oproep steeds in het Oude Testament: luister, Saul – zegt God, als de eerste koning van Israël steeds z’n eigen gang gaat (zie preken over 1 Samuël).
We horen die oproep nu. Luister naar hem. Petrus.
Luister naar hem, gemeente Delfshaven.
Als wij ons afvragen of er wat is, hebben wij onszelf niet een fatalistische vraag te stellen. We zijn van Jezus. Ook als we worden stilgezet. ‘Luister naar hem’; dat is de richting.
Daar zit allereerst bemoediging in. Wie luistert maar Jezus, gaat anders kijken. Een weg die aanvoelt als moeilijk, moeizaam of met veel tegenslag: daar leer je in Jezus anders naar te kijken. Dat heeft Petrus c.s. moeten leren (‘dat verhoede God!’).
Wij even hard. We gummen daarmee tegenslag, vragen en moeite niet weg. Dat kan niet. Wel zetten we die in Jezus’ hemelse licht. Tegenslag roept ons terug naar Jezus.
Zo hebben we dat de afgelopen tijd ook steeds gedaan. Elke keer als we iets naar voren brengen in de gemeente wat niet goed is (gegaan), zoeken we het bij de Heer. Met onze vragen en twijfels. Met ons falen. Alleen Jezus kan genezen, helpen en de weg wijzen. Alleen het hemelse, stralende licht van Jezus kan écht bemoedigen – juist als je zelf de weg niet ziet.
Volgens mij zeggen we dat ook vaak tegen elkaar. En merken we ook dat we, juist in een tijd van tegenslag, daarin groeien. In openheid en eerlijkheid. Naar elkaar toe. En in het getuigenis dat God ons niet loslaat, dat Hij genadig is. Dat is winst.
Je kunt zeggen: de Heer heeft ons daarin dichter bij hem gebracht. Vanuit daar is het ook goed om verder te gaan. Misschien is dat wel moeilijker. Maar even hard goed/nodig.
Er gebeurt iets heel opvallends in het spreken van God.
‘Luister naar hem’ zei God tegen Petrus c.s.
!?
Je zou zeggen: dat déden ze toch al? En steeds? Járenlang lopen ze mee. Ze hebben alles al in de steek gelaten. Maar Jezus zegt: je moet echt álles opgeven; jezelf!
En ze luisteren al, dag en nacht. En dan toch déze roep van God: ‘luister naar hem’!
Gemeente Delfshaven, mijn broer en zus: wat doet het om het zó te horen? Luíster – zegt God, tegen (al) luísterende mensen.
Maar als we onszelf daarin nu ook eens spiegelen. ‘luister naar hem’. Kan het zo zijn dat God ons toch verder, intensiever aan onze jas trekt en de weg wil wijzen?
Als wij christen zijn en geen fatalisten (gelovigen in ‘het lot’) dan zullen we toch juist in onze pijn en ons onvermogen moeten leren όpkijken? Wat doet de Heer? Wat betekent dit voor ons volgen van Jezus?
Gemeente: dit is een ingrijpende vraag. En we moeten ervoor waken dat we niet zoeken naar een een-op-een-verband; alsof wij zouden kunnen zien/benoemen wat en hoe God doet. God is God. Zijn gangen kunnen wij onmogelijk narekenen. We zoeken ook geen ‘antwoord’ ofzo. We willen de weg van de Heer met ons zoeken en hem volgen waarin hij ons voorgaat.
Wat we kunnen doen is eerlijk zijn over onszelf, over je eigen hart. Als Paulus in 1 Korintiërs 11 spreekt over wat er mis gaat in de gemeente zegt hij: kijk eerst kritisch naar jezelf (BGT). Ook zo luister je naar Jezus. En dat begint niet allereerst in je eigen leven met de Heer. Maar het begint in je leven in en met de gemeente.
Wat is er aan de hand? Onze tijd, dat doen wij als christenen net zo hard, denkt vanuit ons ik. Zo vullen wij ook ons (geloofs)leven in. Maar het opvallende is dat we zo vaak midden in de gemeente worden stilgezet. Wil de Heer daarmee iets tegen óns zeggen?
Hebben we als gemeente op bepaalde punten groei nodig?
Of laten we misschien structureel iets liggen dat wel hoort bij kerkzijn in onze omgeving?
Of ligt het misschien op een ander gebied? Daarmee bedoel ik dat we de afgelopen tijd steeds met publieke dingen zijn geconfronteerd. Zichtbaar voor iedereen. Zijn er misschien verborgen tekorten die (verder) aan het licht moeten komen?
Of zoeken we veel naar zinvolle invulling van het gemeenteleven, maar teveel op eigen kracht?
Gemeente; deze vragen moeten ons niet met de rug tegen de muur zetten. Naar Jezus ermee! Alleen verder door zijn genade, in zijn hemelse licht.
God zei tegen de volgelingen: luister naar hem, Jezus. Zo zie je wat God wil. Je moet me God leren meekijken, de weg zien die Hij in Jezus gaat.
Als wij ons afvragen of er wat met de gemeente is, zit er niet wat anders op dan dat. Luisteren naar Jezus. Wat zegt hij? Wie is hij voor ons? Welke weg wijst hij? We zien dat de Heer ons terugroept naar zijn genade. En dan is de verdieping in luisteren even belangrijk. Eerlijk zijn over alles wat verdere navolging van Jezus in de weg kan staan.
Luister naar hem. Dat is de weg.
————
voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Groet
Ps.146:1,4 en 8
Gebed
Lezing Lucas 9:22-36 graag uit BGT
Verkondiging Is er wat aan de hand met onze gemeente?
GK 62:1a, 2v, 3m en 4a
Nicea
GK 162: 1 en 4
Dankgebed en voorbede
begonnen met GK 37:1 en geëindigd met vers 8
collecte
GK 107: 2 en 4
zegen