Misschien is de huidige stroom vluchtelingen inderdaad wel een tsunami. Een kracht door mensen niet te beheersen.
Het woord tsunami hoor je liever niet, in combinatie met vluchtelingen. Het heeft een negatieve, (be)dreigende betekenis. Al helemaal omdat mensen die dat woord gebruiken deze vluchtelingen als een gevaar zien, en paal en perk aan hun aantal willen stellen. Hoewel het woord tsunami daarmee beladen is, omschrijft het toch het beste wat er momenteel gebeurt.
Kracht
Er zit een onvoorstelbare kracht in de ‘zwakke’ vluchtelingen en achter de beweging die zij op gang brengen. Dat blijkt enerzijds als je kijkt naar de vluchtelingen zelf. Als je de verhalen hoort die journalisten uit hun mond optekenen. Als je bedenkt welke risico’s vluchtelingen bereid zijn te nemen op zoek naar een nieuw bestaan. Anderzijds ervaren wij Europeanen deze tsunamikracht aan den lijve. Onderlinge, voor ons basale afspraken over vrij grensverkeer en opvang van vluchtelingen staan plotsklaps zwaar onder druk. Hekken, politieoptreden, dreigementen of wat dan ook: niets houdt de stroom tegen. En discussies over opvang in de regio worden Babylonische wartaal; de regio komt gewoon hierheen. Zelfs het Dikke Ik legt het loodje en wil open staan voor de ander die op de deur klopt.
Gebedsverhoring
Misschien is dit alles een volstrekt natuurlijk proces. Je moet wat als je geen kant opkunt. En Europa ligt voor deze vluchtelingen nu eenmaal dichtbij en is rijk. Toch vraag ik me steeds meer af of deze tsunamikracht niet vooral het onstuitbare werk van God is. Er is in de afgelopen jaren veel en intens gebeden voor het door oorlog en terreur verscheurde Midden-Oosten. Voor recht en vrede. Gebeden om een plek waar mensen kunnen leven. Is God bezig deze gebeden te verhoren? Wíj kunnen grenzen willen sluiten of juist wensen dat mensen het beste krijgen. Maar het typeert Gód om zich over ontheemden te ontfermen en hen een woonplek te geven.
Op z’n minst wil ik er rekening mee houden dat de tsunamikracht meer is dan alleen een menselijk gegeven. In het verlengde daarvan zijn er dan drie dingen om te bedenken. Allereerst dat het gebed voor recht en vrede in het Midden-Oosten niet verslapt. Als het zo zou zijn dat God vandaag gehoor geeft aan het gebed voor totaal kansloze mensen, dan kan en wil God toch ook wel meer doen? Het tweede is dat we meer in onzekerheid moeten denken en minder in controle. Dat brengt een tsunami nu eenmaal met zich mee. Hierbij is te denken aan de honderdduizenden vluchtelingen die nog van plan zijn om naar Europa te komen. Velen van hen zijn moslim. Zelfs aan de mogelijkheid dat er, zoals gevreesd en geclaimd wordt, met de vluchtelingen terroristen meekomen. Wat betekent dit allemaal voor ons? Niemand die het weet.
Nieuwe setting
Het derde heeft daarmee te maken. Onder druk van secularisering hebben christenen in ons deel van de wereld er een hele kluif aan te (blijven) geloven. Het christelijk geloof is hier passé. Getuigen van het evangelie van Jezus voelt daarom aan als onnodig en onwerkelijk. Maar juist dat gevoel wordt vandaag krachtig weggespoeld. Met de komst van moslims moeten christenen zich rekenschap geven van hun geloof in Jezus. En het gevaar van terreur stelt hen voor de vraag waarin hun zekerheid ligt. Het is niet aan de orde vluchtelingen te weren omdat ze niet passen bij onze ‘christelijke cultuur’[i] of ons bestaan bedreigen. God geeft een nieuwe setting. Dat is een bedreiging en het geeft ook kansen.
Nederlands Dagblad, woensdag 9 september 2015
[i] Bijvoorbeeld de Hongaarse president Viktor Orbán zegt dat Europa christelijke wortels heeft en dat die indentiteit bedreigd wordt door de komst van veel moslims.
Zie hier voor m’n bijdrage over dit onderwerp in NRC Handelsblad van zaterdag 12 september.