Aan tafel!

Preek Lucas 14:1-24, aansluitend bij de Zomerweek voor (buurt) kinderen en tieners,  georganiseerd door de Kandelaarkerk. Voorbeeldliturgie: zie hieronder.

1         Welkom zoals je bent.
Aan tafel! Je vader of je moeder roept het. Dan is het zover. Misschien zát je al aan tafel en had je reuze trek. Je kon niet wachten totdat het zover was. Maar misschien ook niet. Je bent lekker aan het gamen. Nee hè, nu al eten. Als er bij ons ‘aan tafel’ wordt geroepen probeer ik nog wel eens snel iets te doen of af te maken. Dat wordt me niet altijd in dank afgenomen.

Aan tafel! Daarover ging het deze week bij de zomerweek. Jullie hebben spelletjes gedaan, lekkere dingen gegeten, gewerkt, gezongen en geluisterd. Prachtige dagen. Misschien ben je daarom vandaag ook wel hier. Om ook eens in de(ze) kerk te kijken. Welkom. Fijn dat je er bent.

We hebben net een verhaal gelezen dat over een maaltijd gaat (Lucas 14). In de Bijbel gaat het heel vaak over eten. Vlak na dit verhaal staat een ander verhaal van Jezus; een verhaal dat heel bekend is geworden: over de verloren zoon. Als die jongen na veel omzwervingen terug komt bij zijn vader… gaan ze samen aan tafel. Er wordt een feestmaal gemaakt (Lucas 15:27 en 32). En aan het eind van het boek Lucas gaat het net zo. Twee leerlingen van Jezus zijn helemaal in de war en hopeloos omdat Jezus gestorven is (Lucas 24:13 – 35). Maar Jezus leeft en dat laat hij aan hen zien… als ze aan tafel zitten (24:30 en 31).

Apart. Je zou denken: zo’n boek als de Bijbel gaat over hele belangrijke, grote  dingen als ‘God’, ‘de hemel’, ‘goede manier van leven’ – enzovoort. Dat is ook zo. Toch gaat het vaak over eten, over aan tafel gaan.

Dat is niet zo vreemd. Kijk maar eens naar jezelf. Wat gebeurt er als je samen aan tafel zit? Dan eet je niet alleen. Als deze week school/werk weer begint dan heb je het vaak zo druk dat je elkaar niet echt spreekt. Maar als je dan met elkaar aan tafel zit, komen de verhalen los: hoe was het op school, hoe was het op je werk? Of denk aan de lunch op je werk of op school: de verhalen die je aan elkaar vertelt, soms als je met elkaar wandelt en je boterhammen opeet. Of als je iemand uitnodigt voor een etentje. Dan bedoel je niet alleen het eten, ‘hap, slik, weg’. Je wilt elkaar spreken, ontmoeten. Dat is: aan tafel.

En in andere dan westerse culturen staat de maaltijd voor meer. Uitnodigen voor een maaltijd is een teken van gastvrijheid. Vaak krijg je heel veel en heel lekker eten. Denk aan die keer dat we met twee catechisatiegroepen naar de moskee gingen. Na afloop kregen we thee en Turkse pizza. Zoveel pizza dat alleen de echte diehards de schaal konden leegeten.

Daarom gaat het in de Bijbel zo vaak over aan tafel, over eten en drinken. Dat gaat over gastvrijheid. Dat je welkom bent. Dat je elkaar wilt ontmoeten.

Want zo is God.

God heet ons welkom; gewoon zoals je bent. Hij is gastvrij voor alle mensen. Ik hoop dat je daarvan iets hebt gemerkt in de afgelopen week. Dat het niet begint met: je moet eerst dit of dat doen/zijn, maar: welkom! En niet alleen hier, bij de kerk. Maar net zo goed op Staart, deze week bij de E&R week. Gastvrij. Goed zijn voor elkaar. Eerlijk. Leuke een ook leerzame (zelfverdedingscursus) dingen doen. Zo laat God iets zien van wie Hij is.

Vanmorgen zijn we samen in de kerk. Om God te danken voor al dat moois. En om te zeggen: dank U wel voor wie U bent! Dat we altijd welkom bij U zijn.

2         God kijkt anders dan wij.
Jezus was welkom, gastvrij uitgenodigd aan tafel. En dat nog wel bij de belangrijkste mensen uit zijn tijd, de leiders van het volk. Dat was een hele eer. Zomaar werd je bij hen niet aan tafel gelaten. De mensen die er wel waren, voelden zich heel belangrijk. En, o, wat waren die leiders gastvrij dat ze die heel gewone man – die Jezus die helemaal geen leider was als zij – uitnodigden.

Nee. Ze zijn helemaal niet gastvrij. Ze nodigen Jezus uit omdat ze hopen dat Jezus iets verkeerds zou doen (‘werken’, genezen op de voor de Joden heilige dag, de sabbat 14:1-6). Jezus weet dat. Hij trapt niet in hun val. Hij maakt niet alleen de zieke man beter. Jezus gaat een stap verder. Hij laat merken dat hij de leiders doorheeft. Zij waren erop uit Jezus’ positie (gezag onder het volk) onderuit te halen zodat zij hun (gezags)positie konden houden. Jezus zegt daarom tegen zijn gastheer: als je iemand uitnodigt, nodig dan mensen uit die arm zijn of ziek of nodig zwervers uit (14:12).

Dat is de omgekeerde wereld! De leiders nodigden juist heel belangrijke mensen uit. Een tafel vol belangrijke mensen. Maar Jezus zegt: ben je dan echt gastvrij? Of hoop je vooral dat anderen jou dan even hard uitnodigen (14:12)? Dan ben je vooral met jezelf bezig. Met je eigen positie. Je vindt jezelf belangrijk en goed. En, zegt Jezus er nog bij: als je wordt uitgenodigd op een belangrijk feest dan moet je op de slechtste plaats gaan zitten (14:10).

Merkwaardig.

Doe jij dat: als je ergens binnenkomt de slechtste plaats uitzoeken? Als je naar een wedstrijd gaat kijken, de slechtste stoel uitkiezen? Als je op school komt: geef mij maar die rotplek in de klas? Doe jij dat? Nee. Wij doen andersom. We kiezen wat we aantrekkelijk vinden. Toch?

En wij zijn, net zo goed als de leiders waarmee Jezus in gesprek was, bezig met onszelf. Toch? met je school, je werk, je positie, wat je kunt bereiken en wat mensen van je vinden.

Jezus draait alles om. Doe helemaal anders! Kies onbelangrijk. Sta achteraan. Denk niet aan jezelf, je positie of wat dan ook.

Wat bedoelt Jezus? Het lijkt een raadsel.

Je moet dit verhaal niet lezen alsof het alleen gaat over die belangrijke mensen van toen. Jezus zegt het net zo goed tegen jou en mij. Tegen alle mensen. Wil je een goed mens zijn? Wil je leren om oprecht te zijn tegen iedereen? Wil je God leren kennen? Jezus leert ons te kijken met de ogen van God. God kijkt anders. Nodig onbelangrijke mensen uit. Kies voor de minste plek. De wereld op z’n kop.

Blijkbaar snapten de mensen toen in ieder geval niet waar Jezus het over had. Eén begint er te roepen: geweldig is het als je mee mag doen met het feest in Gods nieuwe wereld (14:15). De man begrijpt niet dat Jezus iets zegt tegen hém, over zíjn houding in het leven en dat hij moet leren te zijn zoals Gód is.

Gelovigen vandaag kunnen net zo doen als deze man. Ze vinden (en zeggen) van alles en nog wat. En ze weten het allemaal heel goed als het over anderen gaat. Maar over henzelf of over de vraag wie God is, hoeft het niet te gaan.

En daarom vertelt Jezus een verhaal. Over iemand die een groot feest geeft en uitnodigingen verstuurt (14:15-24). Maar degenen die een uitnodiging krijgen komen niet. Een voor een hebben ze een vreemd excuus. Gewoon een smoes. De een heeft land gekocht. Een ander is net getrouwd. Nou en!? Die man van dat land had dat land vooraf al lang bekeken en dat land blijft echt wel liggen. En die man die net getrouwd was; ze kunnen toch samen komen? Ze doen net alsof ze iets moeten doen wat helemaal niet leuk is en heel veel moeite kost terwijl ze op een knalfeest worden uitgenodigd.

De gastheer pikt dat niet. De man (in vers 21 heet ‘de man’ ineens ‘de heer’!; dat valt weg in de BGT) wordt heel kwaad. Hij laat alle onbelangrijke mensen naar zijn feest komen. Precies zoals Jezus eerder tegen zijn gastheer had gezegd (14:12 en 13): zwervers, bedelaars enzovoort (14:21). De man uit dit verhaal, deze (gast)heer draait de boel inderdaad om. Dit verhaal onderstreept wat er tot nu toe in Lukas 14 is gebeurd en van wat Jezus eerder zei.

Maar het wordt nu nog scherper. Want alle mensen die eerder wel waren uitgenodigd worden uitgesloten. Ze zijn niet langer welkom. Zo kwaad is de man die dat feest organiseerde. De zaal komt vol. Het feest gaat door.

En dan punt. Het verhaal van Jezus is uit.

Er staat niet wat de mensen daarvan vonden. Begrepen ze het? Misschien werd het wel een beetje stil aan die tafel. Feestgangers die worden uitgesloten; dat is geen vrolijk einde….

Begrijp jij wat Jezus bedoelt? Lucas houdt expres op met schrijven. Zodat jij gaat nadenken. Waar gaat het over? Hoe doe ík eigenlijk? Wat/wie is voor mij belangrijk? Ben ik eerlijk? Wie is God?

Het gebeurt allemaal ‘aan tafel’. De plek die symbool staat voor Gods onvoorwaardelijke welkom. Voor Gods gastvrijheid voor alle mensen.

Zo luisteren we naar de gelijkenis die Jezus vertelt. Aan tafel! Een uitnodiging. Wat Jezus zegt is dit: God nodigt je uit om Hem te leren kennen. Om te ontdekken hoe Hij het leven en jouw leven heeft bedoeld. En dan moet je anders gaan kijken, anders gaan leven. Dat zegt Jezus.

Neem zijn uitnodiging aan. Leer God kennen. Natuurlijk: je bent bezig met jezelf, je opleiding en of je gezond bent, ziek, wat je positie is of wat dan ook maar. Maar ga daarin niet op. Laat dat niet heel je leven zijn. Kijk met Gods ogen naar je leven. En naar het leven van anderen. Doe niet alsof je beter bent dan iemand anders. Wees goed voor allen die God op je weg plaats. Zoek diegenen op die je hulp nodig hebben.

Jezus maakt duidelijk dat God anders kijkt. Juist ‘zieke’, onbelangrijke mensen nodigt God:

Mensen die twijfelen. Welkom.
Mensen die nog nooit van God hebben gehoord. Welkom.
Als je voor de eerste keer naar de kerk komt of al tachtig jaar. Welkom.
Mensen die worstelen met een bepaalde verslaving: kom naar mij, ik geef rust (Jezus, Matteüs 11:28).
Arm, rijk, werkend, student, oudere, jongere, kinderen: kom.
Als je onzeker bent van jezelf. Kom!
Als je jezelf niet langer beter voor kunt doen dan je bent.
Zondaren worden rechtvaardig verklaard.

Dat is het echte feest. Het feest van God. Je leeft omdat God je uitnodigt.

Jezus leert ons anders te kijken. Door de ogen van God. Daarover gaat dit gedeelte. Jezus zelf zit in de gelijkenis verstopt. Die onbelangrijke, zieke, die zwerver en die minst belangrijke plaats (Lucas 14:10, 14:13, 14:21); dat gaat over hém. Het kruis van Golgota, bij uitstek symbool van het christelijke geloof, laat het zien: daar hangt iemand die niks meer is en kan. Uitgerangeerd is en bespot wordt. Door God en mensen in de steek gelaten.

En kijk dan hoe anders God kijkt. Juist van hém, Jezus, heeft God gezegd:
jíj bent mijn zoon; joú wek ik op uit de dood (Psalm 2, Handelingen 13:33, Romeinen 1:4). God ziet het helemaal anders!

Misschien staat dit evangelie ver van je af. Deze weken kwam het dichtbij. We konden we iets zien het evangelie van de omgekeerde wereld; op de Olympische Spelen in Rio. Heel wat Nederlanders dachten dat ze naar de Spelen konden om daar goud op te halen. Maar zij haalden het niet. Zilver wil je dan niet eens; zo teleurgesteld ben je. Niks is dan goed.

Maar dan diegenen die onverwacht een medaille haalden. Het goud van turnster Wevers (ik zou al blij zijn als ik op die balk kon blijven staan). Het goud en zilver van baanwielrenners Ligtlee en Büchli. Die lui konden bij de huldiging gewoon niet van het podium afkomen; zo dolgelukkig stonden ze daar. Juist omdat ze het niet hadden verwacht. De smile van oor tot oor van Martina na de 200 meter: ik heb de finale weer meegedaan en alles gegeven tot op de finish! Echt geluk. De wereld op z’n kop.

In die sporters hebben we iets van het evangelie gezien. Mensen bespotten Jezus maar God gaf hem een ereplaats. Totaal onverwacht. Door leiders en het volk gedood en door z’n eigen volgelingen in de steek gelaten maar uit het graf verrezen. Door Jezus wordt alles op de kop gezet. Iedereen is dankzij hem welkom bij God. Geen andere naam dan de naam van Jezus (Filippenzen 2). ‘meer dan zilver, meer dan goud’ (opw. 544) – God leren kennen is het allermooiste.

3         Uitnodiging.
Misschien ken je God helemaal niet. Nodigt God uit? Mij? Ik heb nog nooit wat van God gehoord of gemerkt – zeg je wellicht. Misschien kan ik het anders zeggen. Soms heb je van die moment dat je bij jezelf denkt: dit is bijzonder. Je bent bijvoorbeeld op vakantie en je kunt heerlijk ontspannen. Of genieten van andere culturen, plaatsen of wat dan ook. Of je maakt iets heel moois mee. Wat gaaf. Dan kan je een gevoel overvallen: wat een wonder dat ik leef. Wat is het leven mooi. Dat is de uitnodiging. De Maker van het leven laat je voelen hoe goed alles is. Hij nodigt je door die ervaring uit.

Het kan ook andersom. Dat je iets meemaakt waar je helemaal niet uitkomt. Iets waardoor je vast loopt. Veel mensen die zoiets meemaken zeggen: ik ging toen nadenken over wat er echt toe doet. Natuurlijk; dat deed je daarvoor ook. En toch is het anders. Zie het, al klinkt dat misschien wat raar, als een uitnodiging. Het leer je óp te kijken. Ánders te kijken. Met de ogen van God te kijken. Hij belooft er te zijn. Je niet los te laten.

Je bent genodigd. Door de Maker van het leven. Door de verlosser van het leven. Kijk anders. Kies voor hem. En doe dat opnieuw, als je die keuze misschien al lang geleden gemaakt had.

Voorbeeldliturgie

Welkom
Votum
Groet
Zingen Psalm 146: 1 en 4
10 woorden
Zingen ‘Jezus is de goede herder’
Gebed
Kinderkring
Zingen: ‘aan tafel’ begeleiding
Kinderen gaan naar kinderkring
Lezing door van Lukas 14:1-24
Verkondiging: Aan tafel!
1 welkom zoals je bent
2 God kijkt anders dan wij
3 Uitnodiging
Psalm 147: 4 en 7
Dankgebed en voorbede
kinderen komen terug en vertellen
zingen: ‘lees je Bijbel bid elke dag’ in het Nederlands en Engels
collecte
zingen: ‘Meer dan rijkdom’/’meer dan ooit’ opw. 544
zegen

Koffie

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.