Ik bedank Bas Heijne voor zijn inspirerende lezing over broederschap (NRC 22/23 december). Omdat ik net bezig was met mijn kerstpreek kwam er bij mij ook een punt van kritiek op. In onze postchristelijke maatschappij is het mijns inziens niet realistisch om te spreken van een broederschap die ‘van binnenuit moet komen; (verwantschap) die je moet voelen’. Zo’n gevoel legt de lat te hoog. Het veronderstelt namelijk een gemeenschappelijk verband of verhaal. Maar zo’n verhaal is er niet en zal er ook niet meer komen. Heijne beschrijft aan het eind van zijn betoog treffend hoeveel innerlijke strijd er nodig is voor broederschap buiten de eigen groep; ‘het is onze gespleten inborst’. De wil en de moed om vervolgens toch rekening te houden met de ander(e groep) kan ook gevoel met zich meebrengen. Ik noem dat bonus of genade.