Mijn God, waarom? Deze dienst gaat over God en lijden. Het is een vervolg op een eerdere preek. Toen ging het over de vraag of God een weg wijst bij lijden. Nu gaat het om de waaromvraag. Waarom is de wereld zoals die is? God, mijn God; waarom? In deze dienst wordt het lied ‘Mag ik dan bij jou’ van Claudia de Breij gezongen, als een gebed tot God. Voorbeeldliturgie onderaan de preektekst.
Gemeente van de Heer
1 Tastend naar licht zoeken.
In de vorige dienst zijn we begonnen met de vraag naar God en lijden. We stonden erbij stil dat wij geen grip op onze vragen, op pijn en lijden krijgen. Als we bidden met de Psalmen is soms te ervaren dat God er is. In onze (waarom)vragen volgen we Jezus. En je kunt elkaar helpen. Als je, zonder oordeel, de ander lief hebt.
Een aantal reacties kreeg ik op de dienst. Bemoedigende reacties. Herkenning. Iemand zei bijvoorbeeld dat tegen een persoon die op vrij jonge leeftijd een partner verloor: jij bent nog jong; je vindt wel iemand anders. En een gelovige zei: toen ik met veel moeite te maken kreeg, kwam er bezoek. Ik kreeg de vraag of ik niet eens zou moeten onderzoeken of er wat met me aan de hand was omdat al deze dingen me overkwamen.
Alsjeblieft.
Het zit, of we nou gelovig zijn of niet, blijkbaar diep in ons om een antwoord, een oplossing te willen vinden. Zijn we bang voor de werkelijkheid van pijn en lijden? Of willen we voor God spelen en doen alsof wij het plaatje rond hebben?
Laat ieder toezien op zichzelf. Struikelen met woorden gebeurt snel (Jakobus 3:2). Als je erachter komt dat je een ander in dit opzicht tekort deed; laat het er dan niet bij zitten. Kom er nog eens op terug. Het kan de lucht klaren. Voor jezelf en voor die ander.
Mijn God; waarom?
Vandaag een vervolg op de dienst van vorige keer. Want ja: we hebben de Psalmen om te bidden. En soms ervaar je dat God je toch niet loslaat. Maar dan toch die vraag. Die knagende vraag. God, mijn God; waarom? Met die vraag loop je rond. Die verhindert je om op God te vertrouwen. En daarom staan we in deze dienst bij stil bij deze vraag. Ik wil er wel op letten om dat in het spoor van de vorige dienst te doen. Daarmee bedoel ik dat blijft staan dat we geen grip krijgen op dit soort vragen. Het gaat over lijden. Over het leven zoals wij het kennen. Over God die wij, zo eerlijk moeten we zijn, niet begrijpen (kunnen). Laat deze dienst een hint zijn. In de lijn van de Psalmen kijken we om ons heen. Zoeken we, tastend, naar licht (Psalmen voor Nu 130). In de hoop zo Jezus te ontmoeten en hem te volgen op het smalle pad naar zijn heerlijkheid (Hebreeën 12:2).
2 Wie is als God?
Bij antwoord op de vraag naar God en lijden zoeken we vaak op de verkeerde plek. En daardoor blijven we steken. In berusting of leegte. Of in cirkelredeneringen. Mensen zeggen bijvoorbeeld dat leven geen zin heeft. En dat we daarom lijden niet kunnen begrijpen. Zo is het leven nu eenmaal. Is dat alles? Echt? En gelovigen, ook christenen beginnen vaak bij de schepping. Bij Genesis 1-3. Ze wijzen dan op de goede schepping (Genesis 1). En op zonde van onze kant omdat we ons hebben laten beduvelen door de slang (Genesis 3).
Nu liggen in deze hoofdstukken inderdaad de elementen die terugkomen in iedere fatsoenlijk, christelijk antwoord als het gaat om de vraag naar het waarom van ons leven en lijden.[i] En toch is het zaak om hier, hoe verleidelijk dat ook is, niet te beginnen. Want wie hier begint kan bijna niet ontkomen aan dat ‘plaatje’; dat plaatje dat alles kloppend maakt. Ik bedoel het schema waarover het de vorige dienst ging: (goede) schepping – zonde – verlossing – heiliging (= dankbaarheid). Het schema dat we kennen van de Heidelbergse Catechismus die er soms ingestampt is. En volgens dit plaatje ga je dan vragen over God en lijden te lijf. Maar dan loop je vast.[ii]
Gods volk lijdt (Jesaja 40)
Als het gaat over God en lijden, moet je anders beginnen. Bij Job en de Psalmen. Of, zoals vanmorgen, bij Jesaja 40. Een schitterende Adventstekst! Denk aan de Messiah van Händel.
De situatie van Jesaja 40 is dat Gods volk lijdt. Ze hebben het idee dat God hen niet meer ziet (Jesaja 40:27, cf. Psalm 43). Ze zitten in de penarie van de ballingschap. Ze zijn ver weg van alles wat hen lief is. Waar ze voor leven (Exodus 19/20). Gods beloften zijn voor hun gevoel een lege huls gebleken. Hun leven is zinloos. Ze zijn terug bij af; in Babel waar God eens hun founding father, Abraham, riep (Genesis 12, klaagpsalm 88[iii]). Hun klacht is de klacht die de lijdende mens stelt. Waarom? Wat is dit voor een leven? Mijn God!
Luister nu, gemeente. Let op God. God wijst niet naar (goede) schepping van eens en het plaatje van de zonde enzovoort (Genesis 1-3). God doet iets anders. God wijst op zichzelf. God zegt:
IK kom eraan – en dan worden alle zonden vergeven en alle wonden genezen (40:9-11). En WIE is dan die God die eraan komt? Daarover gaat dat prachtige stuk van Jesaja 40:12-31. Dat is die God die totaal uniek is. Met niets en niemand te vergelijken (40:18). Die de bergen maakte en de diepten van de zee. Volken zijn als een stofje voor Hem. Hij is wijs en rechtvaardig (40:14). Niemand hoeft Hem te adviseren. Hij kent en roept zijn volk. Hij kent de kosmos, de naam van iedere ster (40:26). God kent alle volken. Ieder mens afzonderlijk staat Hem voor ogen. Zo is God God.
God is niet de Schepper van ‘eens’. Sluit God niet op in dat begin. Een EEUWIG God is Hij die Schepper is (Jesaja 40:28). Die God die altijd vol energie is – en die energie geeft aan uitgeputte mensen.[iv] Troost aan hen die verdriet hebben. Hulp aan hen die in de put zitten (Jesaja 40:29-31). Zonden vergeeft en wonden geneest. Hij is die God bij wie een mens nooit tevergeefs aanklopt. Die God – die Schepper, rechter en redder is – komt eraan om te troosten.
Onze hulp is in de naam van de HEER die de hemel en de aarde heeft gemaakt en het werk van zijn handen niet loslaat maar daar trouw aan is tot in eeuwigheid. Zo begint de kerkdienst.
The life of Pi.
Zeg niet te snel dat wij, westerse mensen, nu eenmaal niet in God geloven en daarom niks met Jesaja 40 kunnen. Denk aan het boek en de film The life of Pi. (Zo’n schitterende film moet je echt in de bioscoop zien).

The life of Pi vertelt het verhaal over de zin van het bestaan. Is er méér tussen hemel en aarde? (The life of Pi. Regisseur Ang Lee, 20t Century Fox. foto jmh)
The life of Pi begint met een mooie wereld, een dierentuin en een gelukkig gezin (cf. Genesis 1 en 2). Maar dan. Pi verliest al zijn geliefden en lijdt (Job). In de woeste oceaan (cf. Psalm 42/3) en daarin de schitterende schepping (Job) leert Pi zich in zijn lijden over te geven aan God. Pi’s geloof (tijger) houdt hem op de been.[v]
The life of Pi is gericht tot westerse mensen. De naam Pi verwijst immers naar de wiskundige constante 3,14 enzovoort. En staat daarmee symbool voor onze samenleving waarin wij alles begrijpen en beredeneren. The life of Pi zegt dat er méér is tussen hemel en aarde.
Wie de indrukwekkende film ziet, herkent Jesaja 40: wie is met God te vergelijken? Het is alsof je in The life of Pi het boek Job leest. Gods ‘antwoord’ aan de lijdende Job is dat God wijst op zijn geweldige schepperkracht (Job 38-41).[vi] Zo geeft Job zich gewonnen (Job 42). Alsof God tegen Pi en ons zegt: denk maar niet dat jouw westerse leven aan Mij voorbij gaat (Jesaja 40:27). Want God is een eeuwig God. Hij vindt ons in onze oceaan van lijden. Christus en die gekruisigd! God laat niet los het werk waaraan zijn hand begon.
‘Het eerste’
Als we verder lezen in de Bijbel komt de duidelijkste hint over God en lijden helemaal op het laatst. Alsof God zijn geheimen niet zomaar prijsgeeft. In het laatste Bijbelboek, Openbaring, krijgen we een aanwijzing. Johannes ziet iets van de nieuwe wereld die God maakt. Hij hoort iets opvallends. God belooft dat er geen tranen, dood, pijn en lijden meer. ‘Want wat er eerst was is voorbij’ (Openbaring 21:4). Het ‘eerste’ (Statenvertaling) is voorbij als het nieuwe komt. The best is yet to come (Sinatra).
En vooral ziet Johannes iets opvallend. Nee; niet iets. Johannes ziet iemand. Jezus Christus is ‘het lam van eeuwigheid geslacht’ (Openbaring 13:8).[vii] God heeft zijn reddingsplan klaar. Hij zal winnen. Dwars door alle vernielingen, zonden en wonden heen. God wint in en door het (af)geslachte Lam. De film The passion of the Christ (2004) brengt dit mooi in beeld. Als Jezus naar Golgota op weg is schiet zijn moeder Maria hem te hulp. Jezus zegt: moeder; ik maak alle dingen nieuw (Openbaring 21:5).

‘Moeder, ik maak alles nieuw.’ In de film The passion of the Christ staat Jezus’ lijden in het teken van Gods trouw en zijn vernieuwingsbelofte uit Openbaring 21:5. The Passion of the Christ. Dir. Mel Gibson, dist. Newmarkerfilms.
Met deze terugblik op het ‘eerste’ sluit de Bijbel af. Hier ligt een hint als het gaat over God en lijden. Vanuit de nieuwe, komende wereld zien we – als bij een korte, felle bliksemflits – onze werkelijkheid. De goede schepping (Genesis 1 en 2). De goede schepping waarin de mens – toch – kon zondigen.[viii] De schepping die onder Gods vloek terecht kwam (Genesis 3/Romeinen 8). Maar niet zonder hoop. Want het Lam regeert vanaf het eerste begin (Openbaring 13). Geen lijden, zonde, vervolging en zelfs geen dood kan ons scheiden van Gods liefde in Jezus (Romeinen 8).
Had God dan niet…
En dan. Ja dan. Dan komt onze vraag! Had God dát dan niet anders kunnen doen? Dat ‘eerste’ anders kunnen maken. Ja. Zo vragen wij. En let op: alles – bijna alles (noot iv) – mogen wij God klagend toewerpen. Maar op dit punt krijgen we geen antwoord.
Of toch wel.
Het ‘antwoord’ dat God geeft in de Bijbel is op dit punt overal gelijk. Of je nu Genesis, Job, de Psalmen, Jesaja 40 of het Nieuwe Testament leest. Dit antwoord: IK ben God. Ik ben EEUWIG God. Jullie zijn schepsels; Ik de Maker. Jullie zijn sterfelijk en zo ben Ik jullie te hulp geschoten in een sterfelijk lichaam (1 Timoteüs 3:16). Jullie zijn zondig en zo word Ik in mijn zoon onder de wet geboren (Galaten 4).
Het antwoord dat we krijgen is het ‘mijn God; waarom?’ dat Jezus uitsprak op het kruis. Dat is het laatste dat publiek vernomen is uit de mond van Jezus.[ix] Zo vieren Kerst. Gods zoon werd een van ons.
3 Zie je mijn dienaar Job!
En nu? Biedt dit wat je hoopte? Of niet?
Als het gaat om God en lijden gaat het om grote dingen. Een levenskeuze. Ieder mens moet die keuze maken. Dat kan een ander niet voor jou doen. Jobs vrouw zegt: zeg God vaarwel en sterf (Job 2:9). Zij ervaart de zinloosheid van ‘het eerste’, het vervloekte bestaan. Geef haar eens ongelijk. Job doet dat niet. Paulus doet dat ook niet (Romeinen 8). Toch volgt Job de keuze van zijn vrouw niet. Hij begint aan dat wat de basis wordt van alle Psalmen: God aanklagen.[x] En daarom is Job tot op vandaag zo’n indrukwekkend boek. Op de vuilnisbelt getuigt Job, tegen beter weten in, dat zijn redder leeft (Job 19:25-27).
Balanceren
Wie het net als Job met Jezus durft te wagen komt op een smal pad. Het is balanceren. Niet alleen in je leven. Maar ook in ons spreken en denken. God is niet de auteur van het kwaad.[xi] De schepping is een goede schepping. Toch gaat het kwaad niet buiten God om.[xii] De Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt heel mooi dat we er tevreden mee zijn leerlingen van Jezus te zijn (artikel 13). Jezus zei ook wel eens dat hij iets niet wist (Marcus 13:32). Niet om zijn onwetendheid te communiceren maar om duidelijk te maken dat hij onze redder is en ons voorgaat in ons onzekere bestaan.[xiii] Wat staan we vaak met lege handen. Maar Jezus laat ons niet in de steek. Hij nam ons onzekere bestaan en onze waarom- vragen mee tot in zijn graf (Marcus 15:34).
Perspectief
Je kunt er ook anders naar kijken. Ieder mens staat voor dezelfde levensvragen. Het maakt niet uit of je atheïst bent, agnost, christen, jood, moslim of iets-ist. We leven in dezelfde werkelijkheid. Het christelijk geloof biedt een perspectief om naar de werkelijkheid te kijken. Is dat geen mooi, aantrekkelijk perspectief?
God is trouw aan zijn werk. Ook al is zijn werk verprutst. God herstelt het zelf. En vraagt aan ons om daarin met Hem mee te doen. Mee te leven. Zelfs in het moeilijkste; het lijden, de zinloosheid.
Mensen zeggen wel eens: jullie, christenen, zijn masochistisch met jullie lijdende God! Maar zo is het niet. Christenen zeggen: God neemt de werkelijkheid zoals we die kennen serieus. Bloedserieus (Golgota). En dat geeft hoop. En daarom wordt er in de Bijbel op een opvallende manier over lijden gesproken. Jezus zegt: dat hoort erbij als je mij volgt (Matteüs 5:10-12, Matteüs 16, zie 1 Petrus 1[xiv]). De discipelen zijn blij (!) als ze lijden (Handelingen 5:41). Paulus durft zelfs te zeggen dat door lijden aangevuld wordt wat ontbreekt aan Christus’ lijden (Kolossenzen 1:24).
Dat is het Bijbelse perspectief. Zelfs zo – misschien juist zo – komt God tot zijn eer. Zie je mijn dienaar Job? zegt God (Job 1:8). Zo zegt God het vandaag ook:
Zie je die broeder daar die lijdt? Hij blijft roepen en houdt het vol!
Zie je mijn kerk? Al vindt zowat niemand in Nederland er nog een bal aan en/of wordt de behoefte totaal niet gevoeld om bij de kerk te horen; zij houden vol![xv]
Zie je die jongere die eraan twijfelt of God bestaat maar niet gelijk met zoveel anderen de conclusie trekt dat het geloof zinloos is?
Zie je dat!
Gemeente; kijk met God mee. We verliezen de moed niet. Ja; net als Pi dobberen we rond. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. En inderdaad; net als Job hebben wij levensvragen. En dan zien we op. We leven in het ‘eerste’. God houdt het stuur van de wereld en de geschiedenis in handen. Die God kent ons allemaal. Hij kent jou (Jesaja 40, Psalm 139).
Katholiek
Gemeente, laten we elkaar helpen en bemoedigen. Ons houden aan het lied Ik wil als Christus voor je zijn.[xvi]
Dit seizoen start er een cursus. We gaan het boek De God die ik niet begrijp bespreken. Dat begint met God en lijden. En er zijn zoveel dingen van God die we niet snappen. Blijf niet alleen vragen stellen maar zet die in het licht van het spreken van de Bijbel en het belijden van de kerk.
Misschien kom je verder in je (omgang met) vragen. Of zul je op den duur soms moeten leren om je hand op je mond te leggen (Job 42:6). En samen, zwijgend, Jezus te volgen. En we zijn niet alleen kerk in het Westen. We zijn katholiek (Nicea). Hoe komt het dat christenen in het Westen zomaar zeggen: waarom doet God zo!? Wij roepen God snel ter verantwoording. Ik zeg niet dat dat fout is. We zijn westerse mensen, westerse christenen. Maar kijk ook eens naar onze broers en zussen in het verre of Midden-Oosten. Zij zeggen bij rampen en lijden vaak: dit lijden geeft God ons om ons te beproeven (Jakobus 1:2-4). Ook daarmee is niet alles gezegd. Maar laten we ons aan elkaar spiegelen en elkaar helpen op de weg van Gods koninkrijk.
Lofprijzing
Ik rond de preek af. Opnieuw gaan we terug naar Romeinen 8. Dat ingrijpende hoofdstuk over lijden en hoop. Maar daar zet Paulus geen punt. Integendeel. Paulus zet een stap extra. Hij begint ook nog eens over Gods eeuwige plan van redding in verkiezing en verwerping. Alle registers van het Oude Testament gaan open. Alles komt in het licht te staan van de stralende zon, Gods zoon; het licht dat over ons is opgegaan.
Met het magistrale einde van heel die gebedsworsteling van Paulus sluiten we de diensten over God en lijden af. Laten we meedoen met Paulus als hij God zo aanbidt:
Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman (Jesaja 40)? Wie heeft hem iets gegeven dat door hem moest worden terugbetaald? Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel (Genesis 1 en 2). Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.
(Romeinen 11:33-36)
———
Zie Mijn God, waarom? God en lijden eredienst 1. De weg (Psalm 43). En zie Struikelblokken om tot geloof te komen. Een korte verkenning.
[i] Zie mijn bespreking van Geschonden bestaan. Over zonde, kwaad en de duivel in De Christelijke Dogmatiek.
[ii] Zie de vorige preek onder punt 2 De juiste vraag stellen.
[iii] Wie dat lied nauwkeurig leest, ontdekt dat Psalm 88 zich tot bijna achter de goede schepping (Genesis 1:1) begeeft! Zie Een vriend in de duisternis, preek Psalm 88.
[iv] Veel, zo niet alles mag je tegen God zeggen. Opvallend is dat Jeremia – klaagprofeet! – door God wel gecorrigeerd wordt als hij God een ‘drooggevallen beek’ noemt (Jeremia 15:18 en 19). Hier ligt blijkbaar een grens, te begrijpen vanuit Jesaja 40.
[v] Zie De tijger in mij en de leeuw van Juda en zie The life of Pi en de dood van Amanat (Nederlands Dagblad 2013). Naar aanleiding van enkele reacties op deze artikelen bleek me dat de gedachte bestond dat ik de film niet zoveel vond. Het tegendeel is waar. Voor mij zit deze film in mijn top-drie van mooiste films. Mijn artikel The life of Pi heeft een kritische onderstroom vanwege het schokkende nieuws dat indertijd over heel de wereld ging; de Indiase jongedame Amanat had uitgerekend deze film gezien voordat ze gruwelijk werd misbruikt en gedood. In mijn artikel leg ik de link tussen de film over het bestaan van God en lijden en het evangelie.
[vi] Hier ligt een link met het debat over schepping en evolutie. Vaak stellen christenen dat lijden niet hoort bij de goede schepping (Genesis 1). Zie een samenvatting van een themadienst over dat onderwerp waarin het ook over Job gaat en zie een leerdienst over Zondag 9 van de Catechismus (God de Schepper).
[vii] Zo vertaalt de Statenvertaling: het Lam dat geslacht is van de grondlegging der wereld. De Bijbel in Gewone Taal betrekt ‘het begin van de wereld’ op het boek van het leven (waarin de namen staan van degenen die het beest – Gods tegenstander – niet aanbidden). De Nieuwe Bijbelvertaling doet het nog anders: ‘iedereen van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat’. De vertalingen hoeven elkaar niet uit te sluiten. Het Grieks kan alle betekenissen bedoelen. Er valt wel veel voor de Statenvertaling te zeggen (zeg ik alleen al omdat ik @Dordtsedominee ben natuurlijk). Het punt in Openbaring 13 is dat het Lam het levensboek heeft waarin de namen staan. Hij is de Heer die alle macht heeft. Paradoxaal genoeg is hij Heer als Lam (Golgota). Het beest en de zijnen denken de strijd te winnen maar vergeten dat God zich niet laat verrassen. Gods reddingsplan ligt klaar (zie o.a. 2 Timoteüs 1:9). God is immers EEUWIG God; schepper, verlosser en nieuwmaker. De kerk eert God de Vader, de Zoon en Heilige Geest – en stemt van harte in met de grondbelijdenis dat God Een/uniek is (Deuteronomium 6); zie een preek over Gods Drie-eenheid naar aanleiding van Marcus 12:28-37. Juist op het punt dat God eeuwig God is komen Jesaja 40 en deze wonderlijke tekst uit Openbaring 13 samen.
[viii] Augustinus: posse peccare.
[ix] Zie Waarom spreken we van Goede Vrijdag? Preek uit de serie Marcuspreken.
[x] Zie de vorige preek over God en lijden.
[xi] Zie het artikel over de Christelijke Dogamtiek (noot i) en zie een preek over Jozef/Zondag 10 (Gods voorzienigheid).
[xii] Dit hoor je nog wel eens. Het klinkt aanlokkelijk. Alsof God (ook) een soort slachtoffer van het kwaad is. ‘God kan er ook niks aan doen, Hij lijdt met ons mee’ zeggen we dan. Probleem is het dat het gedeeltelijk waar is. Want ja; in Jezus lijdt God (en dat is meer dan meelijden. Dat ook. Maar zo draagt God ons in ons lijden en verlost ons ervan). Maar uiteindelijk blijf je zo met de gebakken peren zitten. Want als God alleen maar meelijdt, blijft het altijd zoals het is. De hoop blijft uit. En dit is nu net waar het om gaat in de Bijbel (Romeinen 8, 1 Petrus 1). De Psalmen doen dan ook anders. Ze volgen Job en adresseren God: Ú, ú (zie bijvoorbeeld een preek over Psalm 88 bij noot iii).
[xiii] Zie hiervoor Alleen Jezus is de Christus. De rest is fake. Preek Marcus 13.
[xiv] Zie Jezus volgen in lijden. Preek over 1 Petrus 1 in een serie over de 1 Petrusbrief.
[xv] Zie Kerk-zijn in een ik-gerichte tijd (Nederlands Dagblad 2016).
[xvi] Zie Ik wil als Christus voor je zijn (Efeze 5:21). Korte overdenking bij het avondmaal.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Groet
Psalm 118: 2 en 5 Nieuwe berijming http://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-118; over lijden en bevrijding
De wet uit Matteüs 16:13-28 (voorganger leest)
PvN 130 Uit de diepten
Gebed
Kinderen naar voren, kindermoment
Kinderlied
Jesaja 40
Verkondiging
Lied Mag ik dan bij U, luisterlied (gebed tot God. Een bewerking van het bekende lied van Claudia de Breij), een deel van dit lied:
Dankgebed en voorbede
Onze Vader (melodie Elly en Rikkert)
Kinderen komen terug
collecte
LvdK 30: 5, 6 en 7 Waarmee zou God te vergelijken zijn (Jesaja 40)
Zegen