Gemeente van de Heer
1 Getuigen van Jezus.
Het kan zomaar gebeuren dat iemand je vraagt: ‘jij gelooft toch? Ga jij naar de kerk?’ Een collega die het vraagt. Je studiegenoot. Als je aan het sporten bent. In onze tijd is er openheid om het over het geloof te hebben. …. gaf daar tijdens de belijdenisdienst van Pinksteren een mooi voorbeeld van.
Als je die vraag krijgt en een antwoord gaat geven dan sta je er niet alleen voor. Je staat in een lange rij van gelovigen die getuigen (Handelingen 1:8, 2:40) van Jezus. Je zult merken dat Gods Geest je helpt.
Trendsetters.
In onze tijd van openheid ten aanzien van het geloof is het goed om het Bijbelboek Handelingen te lezen. Je kunt daarin zien hoe die eerste christenen getuigden van Jezus. Petrus geeft getuigenissen (Handelingen 2-4 en 10). Later doet Paulus dat ook (vanaf Handelingen 9). Zo gaat het evangelie de wereld in.
Luister aandachtig naar wat zij zeggen. Hier ligt de basis voor de getuigenissen die christenen door de loop van de eeuwen hebben gegeven. De apostelen zetten de trend. En er is nog iets dat deze toespraken bijzonder maakt. Petrus was erbij toen Jezus na Pasen zijn apostelen leerde te begrijpen dat de Bijbel over hem gaat (Lucas 24:26 en 44&45, cf. Handelingen 3:18). Als Petrus zijn toespraken gaat houden verzint hij niet zelf iets. Hij volgt zijn Heer. Hij doet hem na in het wonder van genezing (Handelingen 3:1-10). Hij spreekt zijn Heer na. Door Petrus’ woorden hoor je Jezus’ stem. Hoe bijzonder is dat.
Wat kunnen wij opsteken van Petrus’ toespraak? Ik ga drie dingen langs en ga steeds na wat dat voor ons getuigenis betekent.
2 Contact met mensen en blik op Jezus.
Getuigen begint niet met woorden of daden maar met contact. Een bedelaar zit bij de poort van de tempel. Als jij iemand ziet die bedelt of gewoon iemand in je buurt; wat doe je dan? Met (oog)contact begint alles. Petrus zegt: kijk ons aan! Dit is een patroon in de Bijbel. Van Jezus wordt regelmatig gezegd dat hij iemand (aan)kijkt. Van Paulus wordt het gezegd. Niemand is een nummer. Ieder mens doet ertoe.
Dit betekent ook iets anders. Als diegene naar jou kijkt: wat ziet die persoon dan? Wie ben jij? Hoe is jouw leven? Petrus was bepaald niet volmaakt. Toch wil hij dat die persoon naar hem kijkt. Petrus heeft het in orde gemaakt met zijn Heer. Hij liep op Pasen naar het (lege) graf. Jezus zocht hem op. Petrus’ zonden zijn vergeven en zijn wonden genezen. Zorg jij ervoor dat je op een goede manier met Jezus leeft. Je weet nooit wie God op jouw pad plaatst. Als jij met Jezus leeft zal de persoon die naar jou kijkt iets goeds zien. Iets van Jezus.
Wijs op Jezus.
Vervolgens is het opvallend dat Petrus een paar tellen later precies het tegenovergestelde zegt. Als het wonder gebeurd is, is iedereen sprakeloos en kijkt naar de apostelen. Doel bereikt (Handelingen 3:4)? Nee. Petrus zegt: ‘wat staren jullie ons aan?’ Nu hij contact heeft wil hij niet dat mensen naar hem kijken. Hij richt de blik van de mensen op Jezus. Petrus wil in contact staan met mensen zodat zij voor hem, Jezus, kunnen komen te staan. Jezus is de Heer van ieder mens. Van ieder mens. Jij hoeft mensen niet te overtuigen. Laat mensen naar Jezus hun Heer kijken. Zeg wie hij is. Wat Jezus doet.
Agnost.
Een interessant woord in Petrus’ toespraak is een woord dat wij kennen als agnost (Handelingen 3:17, cf. Handelingen 17:30). Voor Petrus is dat een Bijbelse, juridische term die betekent dat je uit onwetendheid handelt (bij het laten doden van Jezus). Wij kennen het woord agnost zo: je weet het niet. Je weet niet of God er is. Er zijn zoveel mensen in Nederland die niet weten van het evangelie. Ik werd een keer uitgenodigd om te spreken voor christelijk- en niet-christelijk publiek. Na afloop kwam iemand naar me toe. Die vroeg zich af waar die mooie tekst vandaan kwam waar ik wat over had gezegd. We hadden een goed gesprek over de Bijbel en over wie dat boek gaat. Wat krijgen we veel gelegenheid om van de Heer te getuigen. Benut die kansen.
3 Eenheid en diversiteit.
Vervolgens: Petrus spreekt de mensen op een indrukwekkende manier toe:
- Aan de ene kant intiem. Hij zegt: ‘Israëlieten’, ‘volksgenoten’. Zo schept hij nabijheid. Je staat naast elkaar. Als jij Jezus kent ben jij niet ‘beter’. Degene met wie jij spreekt hoeft niet jouw ‘niveau’ te bereiken. Je staat samen voor de Heer.
- Aan de andere kant windt Petrus er geen doekjes om. Hij zegt: ‘jullie hebben geëist dat een moordenaar gratie kreeg en de rechtvaardigde hebben jullie gedood’. Hij dringt aan op een andere mentaliteit (inkeer).
Deze twee aspecten verwijzen naar Jezus. Jezus is nabij (broeder) en verheven (Heer). Daarvan getuigt Petrus. En daarover goed spreken is niet makkelijk. Vandaag is het al snel zo dat ieder z’n eigen waarheid heeft. Of we zeggen simpelweg dat er geen (kenbare) waarheid is (post-truth). Dan laat je het in het midden en dat is het dan. Zo is het evangelie niet. Je hebt als christen de waarheid niet in pacht. Maar hij die de weg, de waarheid en het leven is heeft zich kenbaar gemaakt. Getuig van hem in navolging van Petrus.
Uniek.
Let ook op Petrus’ taalgebruik. Hij gebruikt woorden voor Jezus die zijn toehoorders allemaal kennen. Jezus is:
- Gods dienaar. Een verwijzing naar Jesaja.[i]
- Gods profeet. Een verwijzing naar Mozes’ profetie.
- Gods messias. Een verwijzing naar wat de profeten altijd gezegd hebben.
In al die namen zegt Petrus wie God in Jezus is. Namen die getuigen van Gods trouw. De lange weg die God in Jezus is gegaan sinds Abraham (Handelingen 3:13). Juist bij al die ‘bekende’ namen valt het op dat Petrus Jezus ook noemt:
Leidsman ten leven
(Handelingen 3:15, NBG51 en Naardense Vertaling).
Wat een schitterende naam. Op zich kun je die naam van Jezus wel herleiden uit (het geheel van) de Bijbel. Maar het lijkt erop dat Petrus, geïnspireerd door de Geest, spontaan op deze prachtnaam voor Jezus komt. Ongetwijfeld heeft dat met z’n eigen leven te maken. Hij zat op een dood spoor toen hij zijn Heer – van wie hij zoveel hield – verloochende. Maar na Pasen draait Jezus alles om. Er is weer perspectief voor Petrus. Hij mag zelf zijn leidende positie weer innemen op Pinksteren. Zo is Jezus voor hem de ‘Leidsman ten leven’.
Jezus zoekt jou.
Wat je hiervan kunt leren zijn twee dingen:
- Bij een getuigenis van Jezus gaat op een of andere manier de Bijbel open. Je kunt niet zomaar een ‘eigen’ Jezus maken (‘volgens mij is Jezus…’). Dat druist in tegen Gods verbod om een eigen beeld van Hem te maken (Exodus 20:4vv).
- Vervolgens is het wel zo dat ieder die in die Bijbelse lijn een getuigenis geeft dat op zijn/haar eigen manier doet. Petrus noemt Jezus ‘Leidsman ten leven’. Petrus spreekt anders dan Paulus (ze hebben ook ander publiek). En Johannes drukt zich anders uit dan Jezus’ broer Jacobus.
Het punt is: Jezus wil ieder van zijn volgelingen inzetten. Hij wil jou inzetten voor zijn koninkrijk. En de weg die hij met ieder van ons gaat is anders. Daarom zul jij ook anders getuigen dan een ander. En dan gaat het niet om jouw (bijzondere) getuigenis. Het is de bedoeling dat al die verschillende stemmen getuigen van die ene unieke Heer.
Hoe spreek jij over je Heer? Ken je de Bijbel goed genoeg? Heb jij zo’n bijzondere naam voor hem zoals Petrus die heeft? Denk daar eens over na.
4 Geloofsvertrouwen.
Het laatste dat ik eruit haal ligt in vers 16. Daar ligt de kern van Petrus’ betoog. Het is een bijzonder vers dat de aandacht trekt. Het lijkt er haast op dat Petrus het niet goed onder woorden kan brengen, zo wonderlijk is het:
Het komt door zijn naam en door het geloof in zijn naam dat deze man … kan lopen; het geloof dat Jezus schenkt, heeft hem … gezond gemaakt
(Handelingen 3:16).
Voor het eerst gaat het in Handelingen over geloof. Voor Protestanten een bekend woord (rechtvaardiging door geloof). Petrus verbindt geloof onlosmakelijk aan de naam van Jezus. Sterker: het is een geschenk van Jezus. En van die man wordt niet eens gezegd dat hij in Jezus gelooft terwijl Petrus toch het verband tussen geloof en genezing legt. Het kan net zo goed om het geloof van Petrus en de apostelen gaan. Wat een wonderlijk geheel.
Gods cadeau.
Wat kun jij daarvan leren? Voor jou en mij – in onze cultuur – ligt de nadruk op wie jij bent. En als het gaat om geloof is dat ook persoonlijk/individueel; wat jij wel of niet gelooft. En het gaat om het soort geloof (christelijk, islamitisch etc.), net zoals je allerlei soorten auto’s of fietsen hebt. Het is goed om in onze tijd waarin mensen vragen naar het geloof weer eens terug te gaan naar die begin-toespraken van de apostelen. Waarvan getuigen zij?
Christenen spreken simpelweg van ‘het geloof’ (Handelingen 3:16, cf. Galaten 1:23 en 3:25, 1 Timoteüs 4:1 e.a.). Daarmee bedoelen ze niet in de eerste plaats iets van zichzelf te zeggen. Als ze het over ‘het geloof’ hebben dan spreken ze over God zich door al die eeuwen heen bekend maakt – wat uiteindelijk neerkomt op die ene naam; de naam van Jezus (cf. Handelingen 4:12). ‘Het geloof’ gaat allereerst over Jezus. Als je Handelingen 3 leest snap je dat Paulus in de Galatenbrief ‘Jezus’ en ‘geloof’ door elkaar heen gebruikt, alsof het dezelfde woorden zijn (synoniem). Hij zegt ‘het geloof is gekomen’ als hij spreekt over de komst van Jezus en zijn opstanding uit de dood (Galaten 3:23-25).[ii] ‘Het geloof’ is Jezus en zijn invloedsfeer, zijn koninkrijk.
Zegen.
Waarom is dit van belang als jij een getuigenis geeft? Jezus of ‘de naam’ betekent dat hij er is (Exodus 3). Erbij is. Erbij wil zijn (Handelingen 3:26). En Petrus mag dan de belofte geven dat als je je in die invloedsfeer van Jezus en zijn naam en faam begeeft dat dat zegen betekent (een tijd van rust/verkwikking, Handelingen 3:20). Dat mag jij zeggen tegen degene met wie je praat. En doe dat ook – als je ziet dat dat kan bij diegene met wie je spreekt.
Bij ons kan het zomaar zijn dat mensen bij ‘tot geloof komen’ denken aan van alles wat je moet doen of laten (kerkgang, regels houden etc.). Geloven is kennis maken met en in de invloedsfeer komen van degene die je wil zegenen. Denk aan die man die op z’n voeten werd gezet (Handelingen 3:7&8). Ik hoorde eens van iemand die tot geloof was gekomen: ik kon altijd onzeker zijn van mezelf. Nu weet ik dat er Iemand is die me ziet en richting geeft. Je staat sterker in het leven. Zo is Jezus erbij. Bij zijn mensen. In zijn wereld.
Ik rond de preek af. Het is Pinksteren geworden. Gods Geest treedt bezielend op. Laat je door die Geest vervullen en getuig van je Heer.
=======================
[i] Zie preek Jesaja 50.
[ii] Zie preek Het tijdperk van het geloof is gekomen. Advent met Galaten 3:25.
Liturgie
Welkom en afkondigingen kerkenraad
Votum en groet als volgt
Voorganger: Onze hulp is in de naam van de Heer
Gemeente: Die hemel en aarde gemaakt heeft
Voorganger: Die trouw houdt tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Groet (predikant)
Amen (hardop uitspreken, allen)
GK 167: 1 tm 3 Samen in de naam van Jezus (canon)
DNP Psalm 100: 1 tm 3 (alle verzen)
Samenvatting van Gods geboden (Matteüs 22)
Gebed
Kinderen naar voren
OTH 541 Mijn God is zo groot
Kinderen naar kring
Handelingen 3:1-10 Op een dag…
DNP Psalm 30:5 (lied bij inwijding tempel, lied van iemand die genezen is. Zie Handelingen 3)
Handelingen 3:11-26 De bedelaar klampte…
Verkondiging van het evangelie
Opw. 733 Tienduizend redenen
Geloofsbelijdenis Nicea (geloof, Handelingen 3:16)
Dankgebed en voorbede afgesloten door
Onze Vader (melodie Elly en Rikkert)
Collecte en kinderen komen terug uit de kring
LB 416 alle verzen (Ga met God)
Zegen
Amen (GK, gezongen)
Verdere ontmoeting
— einde —