Onze cultuur is dubbel als het gaat om datgene dat méér is dan dit leven. Aan de ene kant past het niet dat er een transcendente werkelijkheid zou zijn. Laat je nakijken als je gelooft in de hemel, in een leven na dit leven. Aan de andere kant: hoeveel films beelden die werkelijkheid toch uit? In ‘Into the Wild’ (2007) ziet de hoofdpersoon
op de rand van zijn sterven een hemels visioen waarin alles goed komt. Wie zou dat niet willen? De spijkerharde film Gladiator (2000) is meer dan sentimenteel als de hoofdpersoon, ook al op het randje van de dood, zijn geliefden in levende lijve (terug)ziet. Wat we niet kunnen geloven, laat ons toch niet los. ‘Geloof in dìt leven – en laat ons niet overgeleverd worden aan de goden’ zeggen de humanisten. En ja; dat gevoel herkennen we. Aan de andere kant: toen de cardioloog Pim van Lommel zijn boek Eindeloos bewustzijn (2007) schreef, werd dat een bestseller en trok hij overal volle zalen.
We lijken wat dat betreft wel wat op John de Wolf in de reclame ‘hij doet het weer, zuster’. Alleen waar hij steeds het gordijntje dicht doet om die Ajax-tempel maar niet te hoeven zien (ik geef hem groot gelijk :)) doen wij van onze kant steeds het gordijntje opzij en kijken in de spiegel van ons verlangen. Mocht het toch eens waar zijn…. Bijbels gezien hinken we op twee gedachten (zie 1 Koningen 18, m.n. vers 21). En dat heeft grote gevolgen voor de manier waarop we omgaan met het leven. Denk bijvoorbeeld aan het allereerste begin en het einde daarvan. Is leven welkom – en met welke voorwaarde? Is leven te dragen – ook als er veel ellende is en weinig perspectief? Dit zijn geen makkelijke vragen. Zeker niet als je daar persoonlijk mee wordt geconfronteerd.
Hierin spreekt Christus ons aan. Hij noemt zichzelf ‘het leven’ (Johannes 14,6 cf 10:10). Juist door ons gelijk te worden tot in de dood kan Hij zich met recht zo noemen. Heel ons leven is niet alleen ‘gegeven’, in zichzelf een kado: het is door God in Zijn Zoon Jezus ook gedragen, verlost en bestemd voor de eeuwigheid. Inderdaad: dit zijn grote woorden. Dit past niet. Jezus zelf werd niet begrepen en aanvaard toen Hij zo van zichzelf sprak; zelfs niet door (in Hem) gelovigen (Matteüs 16:21 vv, Johannes 11). Aan de andere kant: als het je niet los laat waarom zou je niet aan Hem toegeven? Wie kiezen vaak uit wat ons past en wat we (nog) wel kunnen plaatsen. Zo doen we ook met geloof(svoorstellingen). Een beetje zoals PM David Cameron: we willen wel lid blijven, maar…(en dan leggen we onze eisen op tafel). Bij Jezus is het precies andersom. Kies je voor Hem dan krijg je niet alleen vergeving van zonden maar ook vernieuwing van leven. In Hem is leven niet alleen elk moment weer een kado, het is in Hem ook aanvaard en geborgen. Bij Hem begint leven: nu, eindeloos.
Zie Hij is verrezen, dood ten spot. Spot om kruisdood is opstandingsframe.
Bovenop vergeving krijg je ook nog een heropname in Gods familie. Er gaat een wereld aan verbindingen voor je open door je aan te sluiten bij Jezus. Bij hem komen shame & guilt tot rust.