Het appel van premier Rutte aan predikanten om hun gemeenteleden op te roepen hun kinderen te laten inenten, past in een toenemende druk op de godsdienstvrijheid. Maar daarachter zit een vraag: zijn christenen en hun God iets van het verleden of hebben zij een levende God?
De inkt van het boek Hoe God verdween uit de Tweede Kamer is nog maar nauwelijks opgedroogd of daar is hij alweer. De minister-president stemde afgelopen vrijdag in met het appel dat twee van zijn collega’s deden: predikanten moeten hun gemeenteleden oproepen hun kinderen te laten inenten. De premier gaf zijn geloofsstandpunt weer: God is de God van deze wereld en haar mogelijkheden; kinderen hoeven niet zo te lijden als er goede medicijnen bestaan.
Druk op godsdienstvrijheid
De redelijke inhoud van de woorden van de minister-president kan niet verhullen dat zijn oproep helemaal past bij een langere ontwikkeling van druk op godsdienstvrijheid. Twee jaar geleden stemde de Tweede Kamer in met het verbod op de rituele slacht. Dierenwelzijn won het van een heel lange religieuze traditie (in de Eerste Kamer sneuvelde het wetsvoorstel alsnog). In het najaar van 2012 werden verschillende zaken die beschouwd kunnen worden als behorend bij het christelijk verleden van ons land afgeschaft, zoals de zondagswet en het verbod op de godslastering. Met een ondertoon van milde spot werd gesproken van ‘de tien christelijke plagen’ (NRC 21-12-2012). Maar nu komt God tóch om de hoek kijken; om de gelovigen tot een bepaald standpunt te brengen wel te verstaan.
Werkelijke crisis
Het schaamrood steeg de gelovige naar de kaken omdat de minister-president zijn oproep ook als christen deed. Waar was het christelijke geloofsonderwijs van Rutte toen het in de afgelopen tijd zo hard nodig was? De Rus Dolmatov kwam naar Nederland. Zijn leven werd door allerlei procedurefouten weggevinkt. Zijn situatie werd symbool voor zoveel misstanden in de Nederlandse omgang met asielzoekers. Hoe vaak spreekt God niet over het recht voor rechtelozen en de onvervangbare waarde van een mensenleven? Dát woord klonk niet terwijl wel heel duidelijk was dat de verantwoordelijk staatssecretaris moest aanblijven. Het credo: onze trein moet verder, zeker in crisistijd.
Erger werd het toen even later bleek dat staatssecretaris van Financiën het in een Bulgaarse fraudezaak zwaarder te verduren kreeg dan zijn collega van Veiligheid en Justitie inzake Dolmatov. Onze portemonnee gaat ons meer aan het hart dan het leven en de dood van asielzoekers. Je hoeft geen theologiestudie achter de rug te hebben om een veelvoud aan godswoorden te vinden die duidelijk maken dat dát de werkelijke crisis is. Maar het bleef stil. Totdat ouders het bestonden hun kinderen niet te laten inenten. Inderdaad: lijden dreigt en er is zelfs een heel kleine kans op de dood. Maar waarom worden ouders met rust gelaten die honderd procent zeker weten dat het weghalen van hun ongeboren kind het einde betekent van alle perspectief?
Eigen verworvenheden
Daarmee is het belangrijkste nog niet gezegd. In een post-christelijk land maken christenen het er zelf naar dat de druk op godsdienstvrijheid toeneemt. We hopen dat onze verworvenheden zoals de zondag als rustdag, de weigerambtenaar, het recht op eigen scholen enzovoort blijven bestaan zo lang het ‘nog’ kan. En christenen discussiëren vanaf afgelopen najaar over de vraag of het afschaffen van ‘christelijke voordeeltjes’ nu wel of niet betekent dat christenen gepest worden. Daarmee bevestigen zij impliciet dat christenen bij het verleden horen en alleen nog maar vergeten waren zichzelf op te heffen. Op een andere manier gebeurt hetzelfde als christenen niet-inenten gebruiken als een verzetsdaad tegen de tijdgeest.
Leeft God?
Op al deze fronten staan we met onze rug naar onze landgenoten toe. We houden hen, ongetwijfeld onbedoeld, op veilige afstand van het evangelie van Jezus en die gekruisigd. We wekken immers de suggestie dat Jezus volgen een kwestie van het (verzuilde) verleden is en dat Hij niets te bieden heeft aan Nederlanders van vandaag. Mijn hypothese is dat achter de druk op het recht van godsdienstvrijheid vooral een vraag zit: willen jullie écht meedoen of wijzen jullie ons, ten behoeve van jullie eigen zekerheden, ten diepste af? Daarin klinkt een diepe vraag naar God, cynisch of nieuwsgierig: hield jullie God een tijd geleden op te bestaan of hebben jullie een levende God (Luc.24:5b)? Alle Nederlanders hebben het recht op een klip en klaar antwoord op die vraag.
Nederlands Dagblad van dinsdag 16 juli 2013
Zie Niet de zondag als rustdag, maar focus op eredienst, Christus volgen in Nederland van nu en brief in NRC bij aftreden staatssecretaris Teeven (Bulgarenfraude).