Gedetailleerd evangelie. Preek Hebreeën 13:1-6

Hieronder preektekst Hebreeën 13:1-6. Andere preken over Hebreeën vind je elders op m’n blog.

Gemeente van de uit het graf verrezen Heer

1         God uit één stuk.
Je hebt soms van die mensen die héél kwaad kunnen zijn en zo’n tien seconden later weer heel gewoon en aardig tegen je praten. Als vanzelf schuif je dan een beetje op. Best wel eng. Straks wordt ’ie/ze weer ontzettend kwaad.

Zoiets bedenk je misschien wel bij de tekst van vanmorgen. We zitten in de afsluitend fase van het inspirerende, bemoedigende en scherpe bijbelboek Hebreeën. De laatste keer – weten jullie natuurlijk nog – ging het over 12:29: God, ónze God, is een verterend vuur. Ajb. Daar kunnen wij nogal mee zitten.

En dan nog niet een tel later: wees gastvrij. Denk aan gevangen. Vergeet mishandelden niet. Houd het huwelijk hoog. Hallo. Dat is nogal andere koek. Die opdrachten kun je leuk vinden of niet, maar wat heeft dat nou te maken met die God die een verterend vuur is? Het lijkt, toch?, een heel ander verhaal. Alsof je een heel streng iemand naast je hebt die een tel later de meest gedetailleerde dingen in je leven met je wil gaan bespreken. Even opschuiven.

Gemeente, gasten: aanhoor het evangelie. Dit is nou onze God ten voeten uit. We gaan aan einde vh dienst lied 70 zingen:

God heerst van zijn troon, in ’t heilige licht
maar zoekt in de Zoon wie machteloos ligt.

Zo is God. Zó is God. Hij die een verterend vuur is, werd in Jezus gevangen genomen. We hebben dat gevierd in de stille week. Natuurlijk spreekt het evangelie daarom over omgang met gevangenen. Dat kan niet anders.

De eeuwig rijke God werd in Jezus de allerarmste. Niet alleen op een manier dat hij weinig geld had, maar ook arm van geest toen hij helemaal alleen voor paal hing op Golgota. Hoe zou het evangelie kunnen zwijgen over omgang met euro’s en dollars, tot op de tien-euro-centen af?

En Gods menswording in zijn Zoon is de ultieme liefdesdaad. Kan God dan zeggen: hoe jij omgaat met relaties en liefde; dat zoek je zelf maar uit?
Hij die troont in het heilige licht is geen ander als die ons opzocht in Jezus.

Dát evangelie horen we hier in de slotfase van Hebreeën. De ‘ellende’ met onze bijbels is dat ze, net als het Hollandse landschap, zo keurig in hokjes en versjes zijn ingedeeld. Daarom stoppen wij bij God die verterend vuur is. Want: einde hoofdstuk. Wordt heet onder de voeten – gaan we over discussiëren. Maar daar stopt het evangelie niet. De warmte van God strekt zich uit over het geld dat jij verdient met je vakantiewerk of bijbaan. Vuurgloed v God strekt zich uit over jouw huwelijk. Jouw (on)gastvrijheid. In de hitte van zijn vuur vormt God heel ons leven om. In Jezus.

De vraag is dus niet: hoe brengen we dat vuur van God en zulke concrete opdrachten bij elkaar? Het punt is: hou van God, gemeente, zoals hij is. Kies niet voor een ‘aspect’ (van God of het evangelie) maar omhels Hem in Jezus.

En dan kan het beste zo zijn dat je ontdekt: ik ben eigenlijk helemaal niet gastvrij. Of: ik zit nogal op m’n centen. Of m’n seksleven is eigenlijk nogal een zooitje. Dat is o.k.; eerlijk als je dat van jezelf gaat zien. Maar dan word je er ook echt voorgezet. Het gaat niet om een rapportcijfer. Jezus zegt: kom, volg mij. Mijn last is licht. Ja, ik geef je een juk, maar die is te dragen. Volg mij.

2         Genade zet de toon.
Gemeente: zo ontdekken we ook dat dit gedeelte bepaald niet uit de lucht komt vallen. In 12:14 vv staat er: streef ernaar in vrede met ieder te leven, leid een heilig leven… zorg dat er geen giftige kiem opkomt enz.. In 13:1 concreter.

Al eerder hebben we gezien dat de kern van deze brief samen is te vatten in een woord dat in het Nederlands deze twee betekenissen kent: bemoediging én aansporing (13:22). Blijkbaar dreigde de gemeente te verslappen. Werd het een muffe boel. Dreigde de gemeente weer op te gaan in een vorm van religie waarvan Jezus hen had bevrijd (wetten, voorschriften). Was ze bang om zich anders te gedragen als haar omgeving; wilde ze graag erkenning v omgeving.

Veelsoortige aansporingen en bemoedigingen zijn er al geweest. Nu worden ze heel concreet toegepast. En ook: heel divers (zie ook vers 7 vv).

Zie jij het verband: gastvrij, gevangen, mishandeld, huwelijk en geld? Hoe je dit ook wendt of keert: onduidelijk is waarom het precies deze dingen zijn. Hoorde dit bij het algemeen christelijk onderwijs (catechisatie voor belijdende leden)? Of gaat dit over díe concrete gemeente?

En hoe lezen wij dit? Wat zie jij? Is dit evangelie voor outcasts (gevangenen, mishandelden)? Je merkt bij christenen in Nederland dat die groep telkens meer in beeld komt: het zwakke, onaanzienlijke, kanslozen, rechtelozen. Zoals de kerk zelf ook telkens meer marginaliseert, kansloos wordt.

Er zijn twee aanwijzingen dat dit niet zo bedoeld is in deze brief (nog even los van hoe onze christelijke situatie zich in Nederland ontwikkelt).

Allereerst: het zijn aanwijzingen voor het geméénteleven. De aanwijzingen vallen onder het kopje: houd de onderlinge liefde in stand (13:1). Eerder sprak de brief bijvoorbeeld, als het over gevangen gaat, over de leden van de gemeente (10,34); die zitten blijkbaar in de bajes. De moeiteloze overgang van mishandelden naar bijv. goede omgang met geld bewaart ons er voor om in een categorie te denken. Heel het leven. Ieder gemeentelid. Iedere situatie.

Het tweede is de manier waarop deze concrete situaties beschreven worden. Er staat: vergeet (SV) gastvrijheid niet. Gedenk (SV) gevangen en mishandelden. Het huwelijk is eerlijk (SV). Laat je leven niet beheersen door geld. Hoe concreet het ook word: de aansporing blijft toch – zouden wij zeggen – vaag. Niet vergeten (en niet: bezoek gevangenen). Ja, en? Blijven denken aan (en niet: verzorg de mishandelden). En dus? En in plaats van de H zegt hoeveel geld je dan zou moeten weggeven, zegt H dat God ons zal laten merken dat we altijd genoeg hebben. Zo ben je met een gerust hart vrijgevig. En er staat niet: je mag niet scheiden, of onder die situatie wel. Maar: houd het huwelijk hoog.

Gemeente: vind je dit irritant? Zeker: wij hebben tabellen in ons jaarboek staan. Dit is richtbedrag van je bijdrage aan de kerk. Zeker: we hebben huwelijksformulier waarin we Bijbel naspreken over wat huwelijk is. En we hebben soms gastgezinnen na kerktijd: daar kun je koffie drinken.

Maar ten diepste gaat het om je hart. Kijk nou eens rond in de gemeente. Hoe gaat het met dat gemeentelid dat geen baan heeft? Weet jij? Hoe is het met hem/haar die psychische beperkingen heeft? Ga je wel eens langs? Vraag je wel eens aan dat stel dat geen kinderen kan krijgen hoe het hierin met hen is? Weet je hoe het met het geloofsleven is van je kringlid dat iedere week 60+uur draait? Die student die naast je zit: weet je hoe het met haar/zijn studie gaat? Of hij/zij in die studie ook kan merken dat God hem/haar zegent? Laat jij merken dat je dat gemeentelid dat de weg naar God of kerk kwijt is bij jou niet uit beeld is? Dat die broer of zus die ernstig in knel zit in jouw gebed is? En als je kring vooral uit 30ers bestaat: horen 70- en 80+ er net zo goed bij? Heel de gemeente. Heel het leven. Iedere situatie.

Kijk, gemeente: er gebeurt iets interessants in ons land. Bij een laatst gehouden onderzoek over geloven in Ned. werd er gezegd: kerken enz. wordt alsmaar minder. Maar: jonge generatie gelovigen gaat weer fanatieker/ fundamentalistischer geloven. En dan gaat het om leerstellingen waaraan dat gemeten wordt. Uiteraard is daar dan weer heel wat gesteggel over (we blijven Nederlanders).

Maar het evangelie zegt: waar is je hart? Prachtig in vs.9: laat je niet misleiden door vreemde leerstellingen maar…laat je versterken door genade! Hoor je: we worden teruggeroepen naar Jezus; hij is fundament die altijd dezelfde is, betrouwbaar (vs.8). Kijk zo om je heen. Te beginnen in de gemeente. Houd de onderlinge liefde in stand. Dat maakt gemeente uniek. Het is niet makkelijk. Gaat niet vanzelf. Die roeping ligt er. Ook in Nederland 2014.

3         Gemeenteleven Delfshaven.
Hoe ziet dat er concreet uit? Laten we eens op wat ingaan; 1-3 (geld en huwelijk mogelijk andere keer).

Gastvrij. Hoe gastvrij ben je? Wanneer heb je voor laatst gezegd: welkom. Kom eens langs. Hoe staan wij hierin als gemeente bekend? Kijk, Delfshaven: er gebeurt iets goeds en moois in onze gemeente. Valt op dat, ook wel in vergelijking met even geleden, gasten binnenkomen en zeggen: we worden welkom geheten. Aangesproken. Dat is ontzettend belangrijk. dat gebeurt. Een volgende stap kan zijn – wat soms ook gebeurt – is dat je mensen uitnodigt.

Er staat iets bijzonder bij dit vers: zonder te weten ontvang je mogelijk engelen. Kijk eens om je heen: hoeveel engelen zie je? Het tegendeel is vaak waar: hoe beter je elkaar kent, hoe minder snel je geneigd bent (uitzondering daargelaten) die ander als engel te beschouwen. Dat is precies het punt. Bij engel zou je het wel doen: die twittert nl. elke dag met God. Dan kun je maar beter op dat lijstje staan. Ja; en dan je broer x of je zus y. Niks aan. Het interessante is dat H het precies andersom zegt. God bekommert zich niet om engelen maar om mensen van vlees en bloed (Hfst. 1 en 2). Laten we daarom bekend staan als gastvrije mensen. In en buiten de gemeente.

Gevangen en mishandelden. Ja. Wat voor hen? Hoe gaan wij om met de zelfkant van de samenleving? Je kunt denken aan de nachtwakes die worden gehouden bij detentiecentrum. Mooi en belangrijk dat daarin vanuit onze gemeente ook in wordt meegedaan. Muziek gespeeld in de gevangenis. Dat is ook gemeentezijn zoals H 13 het zegt.
Net zo goed dat leden vd gemeente trouw naar verpleegtehuis gaan om mensen op te zoeken, te brengen naar samenkomst op zondag. En er gebeurt zoveel meer; binnen en buiten de gemeente.

Laten we al die gebruiken in stand houden. God turft en cijfers niet. Maar elke keer als wij zoiets doen, laten we wel iets zien van God; volgen wij Jezus. Zo zijn we gemeente.

En net zo goed is de vraag belangrijk: wat brengt de toekomst hierin? Deze week werd ik gebeld door een manager van Ontmoeting – die zich richten op herintegratie van mensen die deel uitmaken van zelfkant van samenleving. Alleen dat al is interessant. Hij kende onze gemeente volgens mij niet, dwz: tot op kort. Ze zitten hier toch in deze wijk. Hij belde en vroeg: zouden jullie willen meedoen? Hebben jullie leden die zich voor deze mensen willen inzetten? Het gebeurt ook hier, in deze wijk. Wat willen we? Wat doet en geeft Christus?

Gemeente: laten we iedere bemoediging en iedere aansporing ontvangen.

De heilige God die troont in het licht zoekt ons, zoekt de wereld in Jezus, zijn Zoon. Hij is het voor heel de gemeente, voor heel de wereld. In hem zijn we gemeente. We zingen van hem die ons meer vult en geeft dan wie of wat ook maar.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.