Preek over Hebreeën 12:28 en 29, in de laatste week van veertigdagenproject ‘ga met God’. Voorbeeldliturgie hieronder.
Gemeente van onze Heer Jezus Christus
1 God is een verterend vuur (12:29).
Ieder heeft wel ideeën over God. Godsbeelden. Vraag je iemand op straat: bestaat God, dan antwoordt hij/zij: misschien. Of: er is misschien iets tussen hemel en aarde. Of je treft overtuigde moslim aan of andere gelovige.
Vraag je verder, kom je met elkaar in gesprek, dan kom je op de vraag wie God is (indentiteit). Dat kan zijn van heel vaag, of bepaald gevoel tot heel ingekleurd.
Wij stellen die vraag ook met bepaalde regelmaat aan elkaar: hoe zie jij God? Onze op de persoon gerichte tijd maakt dat we vaak bij onszelf beginnen.
Hoe zie ík…hoe zie jíj….?
Het einde van Hebreeën 12 zet dikke streep onder alle aansporingen tot nu toe. En die streep is een godsbeeld. Hebreeën 12 zegt: leef een heilig leven, houd vrede met elkaar, luister goed naar Jezus (12:14 e.v.) enzovoort, enzovoort.
Waarom moet je al die dingen doen? Hierom: God is verterend vuur.
Sterker: ónze God is verterend vuur (12:29).
Komt die God ook op jouw lijstje voor? ‘God is voor mij… een verterend vuur’.
Of worden we hier met een kant van God geconfronteerd die we – laten we eerlijk zeggen tegen elkaar – liever niet horen? Gaan je (geloofs)haren overeind: gaan we dreigen!? Of, misschien beter gezegd: deze God is misschien wel ergens in ons hart/achterhoofd – als je christelijk bent opgevoed – maar we zijn verlegen mee of hebben (al of niet stiekem) afscheid van genomen. Of niet?
Het valt ook niet mee. Hoe kun je rekening houden met God als Hij zo is?
Kun je met deze God voor de dag komen bij je niet-gelovige collega’s? Stel je je even volgende gesprek voor:
‘Geloof jij?’
‘Ja’
‘Wie is God dan?’
‘Nou: God, onze God, is een verterend vuur’
Dat gesprek bij koffieautomaat is snel afgelopen. Je pakt je melk en suiker op en ontdekt dat je alleen staat. O.k.; ik chargeer. Maar wat betekent het dan God zo is? Geloof(t) u/je dat God zo is?
Ik kan me goed voorstellen dat als je hier zit en niet weet of je (nog) gelooft bij jezelf denkt: o.k.; en nu? Of misschien hoor je bij die groep mensen die heel streng zijn opgevoed. Ook in het geloof. God is dan inderdaad dit verterende vuur – maar je bent alleen maar heel erg bang voor God. Deze tekst versteent je. Voor een ander roept het herinneringen op de (‘christelijke’) God die tijden lang in onze cultuur aanwezig was en die samenhing met zaken als hel en verdoemenis – maar waar we nu toch echt wel afscheid van hebben genomen. We leven per slot van rekening in 2015.
Midden in de finale van de brief aan de Hebreeën komt de hitte ons tegemoet. Het wordt warmer dan een warme voorjaars- of zomerdag. Het wordt heel heet onder de voeten.
God wordt ineens ‘rechter van allen’ (12:23) genoemd. En: een verterend vuur. God die de aarde en de hemel gaat laten beven – om alles te laten vergaan (12:26,27) zodat alleen wat onwankelbaar is, blijft (be)staan.
Gemeente, gasten: voordat je afhaakt of je hakken in het zand zet, wil ik je vragen nog eens goed te luisteren. Er is nl. iets bijzonders aan de hand. Dit:
dit verterende vuur, deze rechter van allen…
gaat hand in hand met een ander beeld. Een beeld van een uitbundig en zeer vreugdevol feest (12:22, 23). De stad van de levende God, de duizenden engelen, allen die ons zijn voorgegaan en al gefinisht zijn (hoofdstuk 11). Het is een en al leven, vreugde en compleetheid. Wat een beeld! En korte, heel krachtige glimp van eindeloos goed leven. Dat goede leven leert de Bijbel niet alleen kennen. Ook in films die weinig/niets ophebben met het christelijk geloof, zie je zulke glimpen van toekomstig geluk wel (Into the wild of Gladiator). Het is het verlangen: laat alles goed aflopen. Als het zo zou zijn….
Hebreeën zegt: ja! God belooft een stralende toekomst. Dat is het thema van deze week. Onderweg naar die geweldige finish. ……. (persoonlijke toepassing)…… En het bijzondere van Hebreeën is dat het hand in hand gaat. Die rechter, dat verterende vuur én dat zeer uitbundige levensfeest. Allebei!
Misschien kun je deze twee vergelijken met verjaardagsfeest. Kinderen doen dan wel eens spel: verstop de cadeaus terwijl je jarige op de gang staat. En dan komt de jarige binnen. Zoeken maar. Die kant op: koud. Andere kant: warm. En als je vlakbij bent, schreeuwt iedereen: ‘heet, heet!’
Zo is het met het feest van God. Een en al leven en vreugde is de stad van God, de stralende toekomst die onze stoutste dromen overtreft. En om daar te komen moet je het cadeau zoeken. Koud…. warm… heet!
Het cadeau is God zelf. Hij is vuur. Verterend vuur. Die je niet met je handen kunt aan/uitpakken. Hij – zoals ergens anders in de bijbel staat – alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien. Aan hem zij de eer en de eeuwige kracht’ (1 Timoteüs 6:16). Of, zoals wij belijden in NBG art.1: God is eeuwig, niet te doorgronden, onzienlijk, onveranderlijk, oneindig, almachtig. We leven niet allereerst naar ‘de hemel’ toe of naar ‘het eeuwige leven waar alles goed is’. Gód is onze finish; Hem te ontmoeten is ons levensdoel.
Gemeente, gasten: is dat niet het eerste dat ons tegemoet komt uit Hebreeën 12? Laat God God (zijn). Zoals we net in de toepassing van de geboden wel eens horen: kom niet aan Gods eigenheid (2de gebod).
Laten we, met alle mitsen en maren die wij bij dit soort teksten kunnen ervaren, eerlijk zijn: dat willen wij voor onszelf toch ook? Genomen worden zoals we zijn? Niemand van ons wil in straatje van ander terecht komen; bepaald worden door beeld dat ander van ons heeft. Wat is het irritant als iemand iets van je zegt waarvan je denkt: zo bén ik helemaal niet!
Als God bestaat: hoe zou dat dan bij/voor God zijn? Wie is hij die achter het begin van alle bestaan staat? Wie is Hij die ons elke dag draagt? Wie is Hij die zich in Jezus gaf als de grond en finish van ons geloofsleven (12:2)? Wie is Hij die de levende stad aan het voorbereiden is, de hoop voor/van alle mensen?
2 Toegankelijk God (12:28)!
Gemeente, gasten: kom je mee met de tekst? Laten we, zoals we dat steeds doen, eerst eens terug gaan naar mensen die dit voor eerst hoorden. Mensen, gelovigen die de Joods traditie en geloof kenden. Díe worden als eersten aangesproken. In een geschiedenis die iedere Jood (en christen) kent (12:18 vv). De beslissende verschijning van God op de Sinaï (zie Exodus 19, Psalm 97). Het moment waarvoor God zijn volk had bevrijd uit het slavenbestaan. Het moment waarop God met zijn volk verbond sloot. Wij zouden zeggen: de trouwdag van God en zijn volk. God zelf was daar.
Kijk; als de koning en koningin op bezoek komen in Dordt op Koningsdag dan wordt de hele route afgezet. Niemand mag zomaar in de buurt van de koning(in) komen. Toen God de topontmoeting met zijn volk had, was het veel heftiger. Niemand mocht die grond aanraken. Mens én dier zouden dan sterven. Israel heeft het zo ook ervaren. ‘We houden het niet uit bij God’ zeiden ze. Mozes, de middelaar tussen God en zijn volk, was een en al ontzag en beven. Toen begon de grond al te beven, als was het de laatste dag. God zelf is die krachtbron.
Als Hebreeën zegt dat God verterend vuur is, hoor je dan wat daaronder klinkt? God is niet veranderd! God is zichzelf gebleven. Hij is niet minder heilig dan toen op de Sinaï. En de bijbel heeft het niet voor niets over een vuur dat over de aarde komt op de laatste dag (2 Petrus 3:10). God zelf verschijnt in heerlijkheid.
Kijk, gemeente, gasten: dat is buitengewoon mooi. God is God. Hij is zichzelf en blijft dat. Moet je eens iets verder lezen in Hebreeën. Daar staat een tekst die wij vaak gelijk als heel bemoedigend ervaren. Dat is Hebreeën 13:8. Jezus blijft altijd dezelfde: gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid. Mooi? In 12:29 staat iets dergelijks:
Hij kwam als een verterend vuur (Exodus 19).
Hij is een vuur (Hebreeën 12:29).
Hij komt als een verterend vuur (2 Petrus 3).
Gemeente, gasten: juist hier merk je het evangelie. Dat ontdek je als je, naast hetzelfde – Gods heiligheid -, ook het verschil ziet. Je moet haast tussen de regels doorlezen maar het zal de eerste lezers zeker niet zijn ontgaan. Waar tóen )Exodus 19) werd gezegd: blijf weg, kijk uit, raak niet aan, en waar de middelaar een en al vrees was, zegt God nú: kom, pak het aan, hier ben Ik.
Ik ben verterend vuur maar kom dichterbij.
Ik ben je cadeau.
Ik ben je eindbestemming.
Je bent niet warm maar gloeiend heet.
We staan voor de Sionsberg, de bruisende stad van de levende God (22).
‘Laten we het onwankelbare koninkrijk aanvaarden’ (12:28). Dankbaar, met eerbied ontzag. Maar: aanvaard het! Helemaal in de lijn van eerder in Hebreeën: zonder schroom heiligdom binnen (10:19, Opw.192).
Gemeente, gasten: aanhoor daarom het evangelie. God is niet anders geworden. Hij heeft het vuur van zijn heiligheid ontstoken op de meest onheilige plek op aarde. Zijn heiligheid werd zichtbaar toen de middelaar van het nieuwe verbond (12:24), het onverbrekelijke huwelijk tussen God en zijn volk, werd ontheiligd.
Op Golgota vloeide het heilige bloed van Gods zoon. De laatste ademtocht van hem in wie Gods luister schittert (1:3) werd hier, in onze wereld, uitgeblazen. Toen zei God: ik ben het. Heilig in jullie midden. Jezus tussen twee misdadigers in zo maakt God ons heel en geneest hij ons. Heilig tot in jullie graf. Heilig tot in jouw meeste smerige gedachten en daden.
Kom.
Aanvaard.
Eerbiedig de zoon.
Volstrekt zichzelf gebleven én ons in alles gelijk.
Gemeente, gasten: zo gaan we de laatste week van de veertigdagen in. De stad van eeuwige vreugde en geluk ligt voor ons. De poort is open. De weg is begaanbaar. We zijn niet koud, niet warm maar gloeiend heet. Het is Jezus. God,m de hoogheilige God is in hem toegankelijk. Tussen de regels van ons leven door heeft God de weg gebaand.
3 a/ Wat is genade? b/ heiliging en vrede.
Tot slot gemeente: wat betekent dit voor ons, concreet? Ik noem twee dingen.
A/ Allereerst denk ik aan de de ontmoeting met moslims.
Een moslim zal instemmen dat God rechter is (12:23 – als ook dat God Schepper is).
Een moslim zal instemmen dat God een verterend vuur is, volstrekt heilig (12:29). Wat kun je er als christen alleen al ontzettend veel aan hebben om die essentiële eigenschappen van God – waar wij, christenen in westerse cultuur, zomaar moeite mee ervaren – uit andermans mond als belijdenis te horen!
Maar dan gaat het gesprek met moslims verder. Is die heilige God benaderbaar? Doe je het ooit goed genoeg? Wélke genade/salam geeft God? Wat schittert elke regel van dit hoofdstuk als je er zo naar kijkt. Jezus is de briljant van het evangelie. Zijn stem dat het allemaal is volbracht, gemeente, is het woord dat wij te zeggen hebben. God is toegankelijk. Ja, die heilige God. Hij is in Jezus onze Vader.
B/ Gemeente: wat betekent dit voor ons, concreet? In vers 14 wordt opnieuw (cf. 10:22 en 24) de kern van de geboden – de liefde tot God en tot elkaar – verscherpt en geconcretiseerd. Zonder heiliging is God niet te zien. Zonder vrede te zoeken met de mensen om je heen is de weg naar de stad onbegaanbaar. Zo, in die houding, aanvaarden we het onwankelbare koninkrijk.
Heiliging voor God: dat is dat is niet dat je zonder falen/fouten/twijfel/ongeloof bent. Maar dat je hem toegewijd bent. Soms maak je dingen mee in je leven en dan voel je dat je faalt of tekort schiet voor God. Het lijkt dan meest logische om ook maar even te minderen in gebed, kerkgang of wat dan ook maar. Je krijgt het niet bij elkaar. Wat is dan jezelf heiligen voor God? Misschien eerst dit: dat je minder leert kijken naar jezelf en hoger opgeeft van hem. God brengt het bij elkaar. Hij heiligt. Geef daaraan toe, misschien vooral ondanks jezelf.
Heiliging ook de eerbied en het ontzag (28) voor zijn dienst. Neem deze dagen de tijd om daarin te oefenen. Grijp de vele gelegenheden aan die daarvoor zijn; in en buiten de gemeente. Kansen genoeg.
En de vrede met allen. Wat is dat? Kan dat? Er staat: streef (jaag SV) daarnaar. Weer zo’n sportterm. Zoals een racefietser de koplopers achterna jaagt. Hoe doe je dat?
We begonnen met de koffieautomaat; daar begin je niet zomaar over God die verterend vuur is. Maar dat jij iemand bent die een ruzie wil bijleggen: sta je zo bekend? Daarin laat je Gods heiligheid voelen. Dat het je niet onverschillig laat.
Gemeente: dit is niet een makkelijk woord. Vs. 15 maakt duidelijk hoe makkelijk de onvrede in je hart opkomt en wortel schiet. Ongetwijfeld zul je dat herkennen. Zeker als je net/langer in onvrede met iemand of met meerdere mensen leeft. En echt vrede is ook niet hetzelfde als ‘het er maar niet over hebben’ of het conflict uit de weg gaan. Vrede, laat de Bijbel zien, bracht God juist door het conflict tussen Hem en ons publiek te laten zien (Golgota).
In vrede leven is wel de intentie: wat mij betreft komt het weer goed. Wat mij betreft gaat onvrede de wereld uit. Weerspiegel je juist in die houding niet de toegankelijkheid van God? Die zichzelf bleef, maar ons tegelijk te hulp kwam. Laten we dit dan ook niet doen in eigen kracht. We volgen hierin onze Heer. Hij is onze vrede geworden.
Zo wordt Hebreeën 12 prachtig en compleet. Het gaat over vuur. God is een vuur. Dát vuur moet jou in brand (ijver) zetten voor Hem. Zijn gloed in ons leven. Hij vormt ons (om). Zo dichtbij is Hij ons in Jezus gekomen. Zo houden we het vol onderweg. Door zijn genade komen we Gods heiligdom binnen. Laten we daar nu van zingen, Opw. 192, en zo het evangelie beamen.
—-
voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Groet
Psalmen voor Nu 84: wat hou van uw huis
10 woorden
Psalm 130:1a, 2m, 3v en 4a
Gebed
Kinderen komen naar voren.
GKB 165
Kinderen 0 t/m 2 naar kindergroep
Hebreeën 12:14-29
Psalm 97: 1, 2 en 5
Verkondiging: Op weg naar de finish.
1. God is een verterend vuur (12:29).
2. Toegankelijk God (12:28 en 22).
3. a/ wat is genade b/ heiliging en vrede
Opw. 192: Ik kom in uw heiligdom binnen
Dankgebed en voorbede
Gebed begonnen met:
GKB 174: 1 en 2
En afgesloten met
GKB 174:3
Kinderen komen terug
Collecte
LB 114: 1 t/m 3
zegen
Kunt u niet een stukje schrijven op freethinker over godsbeelden? http://www.freethinker.nl/forum/viewtopic.php?f=31&t=8382
Dank u. Ik ken die site nog niet zo goed maar dat lijkt me interessant. Wil je me daar een mail over sturen? dordtsedominee@kpnmail.nl. Groet.