Preek in het kader van gemeenteproject ‘Ga met God’. Week: Jezus achterna. Voorbeeldliturgie hieronder.
Gemeente van de Heer
Twee mensen gaan een hardloopwedstrijd houden. Hier zie je ze:
(Afbeelding tonen; de een bepakt en bezakt, de ander met een sportieve outfit)
Wie gaat er winnen, denk je? Zou diegene met zoveel bagage eigenlijk wel een wedstrijd kunnen lopen? Waarschijnlijk niet. Zij sjouwt haar spullen tot aan de bus/taxi en als ze aankomt zet ze die zo snel mogelijk weer neer.
Vandaag beginnen we aan de 4de week van ons gemeenteproject ‘op reis met God’. Deze week gaat het – alhoewel ik hoor dat diverse groepen een week voor of achter liggen (over ‘samen op reis gesproken’ :)) – over: achter Jezus aan. De blik op Jezus gericht houden, zoals Hebreeën het zegt. Het beeld dat gebruikt wordt is die van een hardloopwedstrijd. Geen overtollige bagage mee. En naar Jezus alleen kijken. Daarover gaat het vanmorgen in de preek.
Thema: Achter Jezus aan. Twee dingen:
1 Een christen-jihadist (12:1).
Eerst dit gemeente: als we langs de lijn van Hebreeën kijken naar het gemeenteproject dan ontdekken we iets moois. Vorige keer ging het over ‘samen op reis’; de samenkomst en het onderlinge meeleven (10: 24 en 25). Hoofdstuk 11 van Hebreeën is een groot voorbeeld van ‘samen op reis’ (Abraham, Mozes e.a.) en eindigt met 12:1: als we door zo’n menigte (‘wolk’) geloofsgetuigen omringd zijn…houd je blik gericht op Jezus. Daar komt op een prachtige manier het thema van vorige keer (samen) en deze week (achter Jezus) bijeen.
Laten we het dan ook zo oppakken, gemeente. Ónze tijd is gericht op het individu. Wie ben ik; wat kan ik; hoe ontwikkel ik mezelf – dat soort vragen? En geloven kan soms ook wel eens aanvoelen als een eenzaam proces. Zeker als je door een moeilijke tijd heengaat. Zo zeggen sommigen van jullie dat ook wel eens. Maar Hebreeën leert je om anders te kijken. De gelovigen van álle tijden moedigen ons aan (hoofdstuk 11). Zij zijn als het ware de publieke tribune. Blijf geloven! Houd vol! Dat ‘schreeuwen’ ze ons toe. En hoe verschillend de situatie van alle gelovigen ook is, één ding is gelijk: ieder heeft de blik op Jezus te richten (12:2). Dat geldt voor allen.
-
Lees bijvoorbeeld 11:26 waarin wordt gezegd dat Mozes de smaad van Christus al heeft willen dragen. Dat klinkt vreemd; Mozes gaat toch voor de komst van Jezus uit? Maar 12:2 noemt Jezus de grondlegger van ons geloof; zo is hij allen vóór. Lees ook Johannes 8:58 over de relatie tussen Jezus en Abraham).
Alleen zo ga je samen op reis. En dan moeten we het ook weer omdraaien, vanuit de gerichtheid op Jezus ontdekken wat dat ‘samen (op reis)’ is. Gemeente zijn is niet: de boel bij elkaar houden. Of samen een fijne club zijn die goede of interessante dingen doet. Samen op reis ben je als ieder voor zich doet wat Hebreeën 12 zegt: naar Jezus kijken. Híj brengt samen.
Maar voordat we naar dat vers (12:2) kijken eerst iets anders. Er staat hier een opvallend woord. Als je de Arabische Bijbel zou lezen (die worden vandaag in grote getale uitgedeeld en gelezen in Nederland omdat er veel vluchtelingen zijn; dank en bid de Heer daarvoor!), dan zou je misschien schrikken. Er staat een woord dat wij allemaal kennen. Jihad. Jij, u en ik: we worden opgeroepen tot de jihad. Als wij dat woord vandaag horen dan denken we aan de vreselijke terreurgroep IS. Die terreurgroep onthoofde in naam van God ook deze week weer drie mensen; christenen. Of je denkt bij het woord jihad aan predikers die in ons land ronselen voor de strijd in Syrië – en daarom voor de rechtbank moeten verschijnen.
Maar Hebreeën zegt: loop vastberaden de wedstrijd. En in dat woord klinkt jihad. Wij zijn christen-jihadisten.
-
Het woord jihad staat ook in de brief aan Timoteüs: strijd de goede strijd (2x jihad; 1 Timoteüs 6:12).
En nee: niet de jihad met een zwaard, een mes, geweren, raketten of eventueel met de blote vuist. De strijdwapens hebben we twee weken geleden besproken bij de themadienst over het gebed (Efeze 6:10 e.v.): geloof, liefde, evangelisatie, trouw, Gods woorden enzovoort.
En toch, gemeente, valt het woord jihad op. Jezus volgen betekent eerst dat je een pad op gaat waar strijd in meekomt. Wil jij dat? Doe jij dat?
Denk aan de woorden van Jezus zelf: wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen (Matteus 16:24). Zo!
En als we straks het nieuwe leven in Jezus horen uit Kolossenzen 3, dan horen we wat dat concreet betekent: je moet alles opgeven. Opgeven! Daarin hoor je dat dat niet vanzelf gaat. Opgeven wat slecht is; vloeken, schelden, haat en nijd, bedrog, vergeef elkaar, heb oprecht lief enzovoort, enzovoort.
Ben(t) u/jij een christen-jihadist?
Wie wil hardlopen en bepakt en bezakt is, komt niet ver. Heb jij misschien een pakje, pakjes of hele pakketten op je rug die maken dat je de weg niet goed kunt lopen?
Hebreeën zegt: de moet de last van de zonde afwerpen (NBV. De BGT laat het woord ‘last’ zelfs helemaal weg). Het staat er scherper en opvallender. Er staat: alle last én de zonde (zie de SV). Voor de situatie van de lezers van toen was hun last en hun (dreigende) zonde dat zij zouden terugvallen in een soort geloof waarin ze wel van alles en nog wat voor God zouden doen – maar zonder/buiten Jezus.
Wat kan voor jou een last zijn? Dat zou best wel eens om verschillende dingen kunnen gaan omdat we verschillende mensen zijn. Ik hoorde eens van iemand die ergens in de zeventig was. Die zei: mijn hele leven lang ben ik actief geweest in de kerk. Ik wist altijd alles heel erg zeker. Maar nu kom ik erachter: hou ik eigenlijk wel van God? Heb ik het eigenlijk niet allemaal een soort van als vanzelf(sprekend) gedaan? Hé. Wat is de last van deze gelovige?
Ik hoorde een keer van een twintiger: ik heb zo vaak het idee dat het niet goed genoeg is. Een soort stemmetje dat zegt: weet je het wel zeker, méén je het wel (oprecht), zou je ook niet eens…(en dan kwam er steeds iets wat zou kunnen/moeten gebeuren). Hé. Wat is de last van deze gelovige?
Draag(t) u/jij een last mee die je hindert om een christen-jihadist te zijn? Welke? Wat doe je daarmee? Is dat iets wat je kunt/durft te delen met iemand in de gemeente?
Hebreeën zegt – de vertaling is nog niet zo eenvoudig – dat dit soort dingen (last en zonde) ervoor zorgen dat het parcours niet helder is. Je bent wel onderweg. En misschien ook wel (een beetje) samen. En het heeft ook wel (wat) met Jezus te maken. Maar je weet niet zo goed waar/hoe. Je zit snel op een zijspoor. Je dwaalt makkelijk af. Je maakt geen vaart. Je mist (overtuigings)kracht.
Daarom vanmorgen deze onversneden oproep: gooi alles eraf wat hindert om de wedstrijd te lopen. Een oproep voor allen: jongeren, ouderen, nieuwkomers en doorgewinterde christenen. Word een christen-jihadist. Aanhoor hem die heeft gezegd: kom naar mij met al je lasten (Matteüs 11:28). Mijn last is licht. Mijn opdrachten zijn te doen. Volg mij!
2 De blik op Jezus (12: 2 en 3).
Zo kijken we naar Jezus: laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus (12:2).
Dat is het onderwerp van deze week: achter Jezus aan. Wat is dat? Vanmorgen wil iemand uit de gemeente vertellen wat dat voor hem betekent. Ik wil je graag de gelegenheid geven.
……………….
Dank je wel! Dank de Heer! Mag de Heer …… zegenen. Je zegt het mooi: ik geloof niet dat dat toevallig is dat God deze weg met me gaat. Prachtig. Ik kom er zo even op terug.
Houd de blik gericht op Jezus. Als je nog maar net (opnieuw) tot geloof komt. Net zo goed: als je al 80 jaar gereformeerd bent. Bijzonder en veelzeggend dat het er zo staat. Want het beeld dat hier gebruikt wordt is dat van een hardloopwedstrijd. Met een publieke tribune (getuigen, hoofdstuk 11). En waar kijkt iedere sporter naar? De finish. Toen Daphne Schippers laatst de 200 meter won, vertelde ze hoe dat ging. Je maakt vaart, zei ze, je moet je vaart zien te behouden door de bocht en rechte stuk heen – en dan uitlopen tot aan…de finish. Daar ligt de prijs. En zo kunnen christenen ook nog wel eens (willen) geloven: als ik maar in de hemel (dat zou dan finish zijn) kom…. Maar Hebreeën zegt: kijk naar Jezus! Hij is, staat er, de grondlegger en voltooier van je geloof. In hardlooptermen: Jezus is jouw start en Jezus is jouw finish. Jezus.
De BGT zegt het opnieuw mooi: Jezus zorgde ervoor dat we gingen geloven, en hij maakt ons geloof volmaakt. Ja. Juist als je diep/moeilijk zit: wie gaf jou ooit hoop/geloof? Jij, …, gaf net een getuigenis. En kijk eens goed. Waar begon jouw geloof? Het is geen toeval. Jezus geeft het. En jij pakte het ook aan. Jezus wil dat geloof sterker maken. Natuurlijk: door en met behulp van andere mensen. Zo zeg jij het ook in je getuigenis. Maar kijk en blijf allereerst naar Jezus kijken.
Gemeente: in het bijzonder wil ik dit vanmorgen toepassen op die broers en zussen in de gemeente die werden/worden stilgezet. Ik hoop dat we allemaal bemoedigd zijn door wat … vertelt: zo doet de Heer en dank daarvoor. Maar we weten allemaal ook dat het zo kan zijn dat je hier zou staan en geen mooi verhaal hebt. Dat kan in allerlei situaties zo zijn. In tegenslag of ziekte, als je geen werk vindt, verlies (aan de dood), als je ergens in de gemeente of thuis of op je werk niet uitkomt. Of nog iets anders. Vaak, of heel makkelijk, is het zo dat je geloofsvertrouwen in God of je meeleven in de gemeente in zo’n situatie ook onder druk komt te staan. God kan voor je gevoel op afstand komen te staan. Jouw gevoel voor God daalt tot onder het vriespunt. God staat als het ware in de vriezer. En dan?
Gemeente, mijn broer en zus in de Heer: Jezus is zo’n unieke Heer. Wij zeggen wel eens tegen elkaar: joh, maar het komt (eens) wel weer goed. Of: tijd heelt de wonden. Of we voelen ons er verlegen mee. Hebreeën zegt van dat alles niets. Hebreeën wijst naar een persoon. Kijk naar Jezus. Hij nam de schande van het kruis. Onze Heer en redder heeft, zo vertelt hoofdstuk 5 eerder, moeten leren wat gehoorzaamheid betekende
-
(classicus B. Holwerda vertaalt 5:8 zo: “En – dat had men de Geëerbiedigde horen zeggen! – Hij was nog wel diens eigen Zoon! Desondanks heeft Hij veel geleden, en zo ervaren wat gehoorzaamheid voor hem inhield.”).
Gemeente: er is geen redder en helper die zo is. Hij is ons in alle dingen gelijk geworden – zonder de zonde (hoofdstuk 4:15). Hij heeft ons levenspad gelopen. Tot in onze vragen en zorgen. Tot in onze dood. Zo zingen we het straks met lied 687: toon mij dat Christus heel de weg gelopen heeft.
In die zin moeten we ook het stukje vanaf vers 5 (tot 13) lezen over de proef die God in en aan ons geeft. Die mag je nooit een op een iemand voorleggen: o, gelukkig maar: God stelt jou op de proef. Nee. Het gaat eindeloos verder. God wil ons gelijk(vormig) maken aan Jezus. Dat we echt in alles de Heer volgen. Misschien moeten we dan wel afscheid nemen van wat wij dachten dat ons levensdoel of onze ‘finish’ was. Kijk naar Jezus. Jezus alleen. Hij liet zich niet afschrikken door de schande van het kruis (12:2). Hij droeg. Zo wil hij ons hart winnen. En de wereld genezen. En hoop zíjn voor alle mensen.
Gemeente: deel dit geloof met elkaar. En help elkaar dit te geloven. En kijk goed om je heen wat God ondertussen doet. In een mooi getuigenis. Maar ook daarin dat God – zoveel gelovigen getuigen daarvan – juist op moeilijke momenten toch vaak iets geeft. Een bemoediging. Een aanwijzing. Een ‘knipoog’.
Gemeente: wees ook niet bang of verlegen om elkaar juist in die tijden op te zoeken of even een (email)bericht te sturen. Je hoeft niet iets te zeggen of te doen dat de situatie verandert. Je kunt zeggen: ik bid voor jullie. Of alleen maar vragen: hoe is het met jullie? En kijk dan naar Jezus. Punt. Kijk naar Jezus. Hij zal een weg wijzen. Hij is de weg geworden.
Zo wordt, al lezend, langzamerhand het beeld uit Hebreeën 12 duidelijker. De wedstrijd die je loopt is geen sprint. Een christen-jihadist is eerder een marathonloper. Geloven is niet een moment maar een weg.
We danken de Heer voor alles wat we onderweg krijgen. Horen en zien van elkaar. We kijken naar Jezus. En we laten ons aanmoedigen: hou vol.
—-
Zie De salafist een salafist wezen. Onderweg 2018.
voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Groet
LB 457: 1a, 2v, 3m en 4a
Schuldbelijdenis
GKB 156: 1a, 2v, 3m en 4a
Gebed: belijden van onze zonden en wonden
Genadeverkondiging
Psalm 32: 1 en 5
kinderen groep 0 t/m 5 komen naar voren.
Zingen: Jezus is de goede Herder (alle verzen), Elly en Rikkert
Kinderen groep 0 t/m 2 gaan naar kindergroep
Gebed om de opening van het Woord en verlichting door de Geest
Hebreeën 12: 1-13
Ps.86: 3 en 4
Verkondiging naar aanleiding van Hebreeën 12:1-3
Achter Jezus aan!
1. Een christen-jihadist (12:1).
– alle last en zonde eraf
– de jihad van het geloof
2. De blik op Jezus (12: 2 en 3).
– grondlegger en voltooier
– de schande van het kruis
– hou vol!
Heer, wijs mij uw weg (Opw. 687) alle verzen
Nieuw leven in Jezus Kolossenzen 3 (BGT)
LB 477: 1 en 2
Dankgebed en voorbede
Kinderen komen terug en vertellen
Collecte
Psalm 66: 1, 5 en 7
Zegen
Verdere ontmoeting