Vrouwen in de GKv kunnen dominee worden, ouderling en diaken. Daarvoor pleit een rapport dat op de synode van 2017 besproken gaat worden. Je vindt het rapport op www.gkv.nl. De vorige GKv-synode (2014) kreeg ook het advies om de ambten voor vrouwen open te stellen. Maar toen was er zoveel commotie over het rapport dat er geen beslissing kon worden genomen. Het vorige rapport ging teveel over cultuur en hermeneutiek, en te weinig over de Bijbel. Maar blijkbaar is GKv nu echt ‘om’. Want er ligt een stevige, Bijbelse onderbouwing in het rapport aan de synode (hoofdstuk 2 van het rapport). En ook de ambtsleer is nog weer eens bekeken.
Geloofwaardigheidsprobleem
Er zit veel goeds in het rapport. Maar iets essentieels ontbreekt. De GKv heeft altijd gezegd: Bijbels gezien kunnen vrouwen – hoe graag wij dat misschien ook zouden willen – geen ambtsdrager zijn. Maar nu zegt het rapport twee dingen: 1/ dat de praktijk onze bijbelse standpunten heeft ingehaald en 2/ dat er daarom een Bijbelse bezinning nodig is. Vervolgens wordt de Bijbel zo gelezen dat vrouwen tóch ambtsdrager kunnen zijn. Dat is niet geloofwaardig. De GKv zal eerlijker moeten zijn. Allereerst ten opzichte van zichzelf. Want waarom was het nog niet zo lang geleden ‘Bijbels’ dat vrouwen géén ambtsdrager konden zijn? De Bijbel is niet veranderd. We hebben van de Heer een andere houding ten opzichte van onze cultuur geleerd. Een cultuur die doordrenkt is van het christendom. Een cultuur waarin vrijheid en gelijkheid domineren. Als de GKv niet eerlijk spreekt over haar veranderde houding, heeft een gesprek over vrouw en ambt geen zin. Iedereen kan zeggen dat zijn of haar standpunt Bijbels is. Het wordt dan een touwtrek-wedstrijd met de Bijbel als touw.
Toegewijd en trouw
Mijn belangrijkste bezwaar tegen het rapport is van spirituele aard. Alles is voor elkaar. Via de Bijbel en de ambtsleer klopt het rapport helemaal. Dat is weliswaar typisch hoe de GKv was. ‘Zó zegt God in de Bijbel’ heeft de GKv vaak beweerd, op tal van zaken. Maar God zoekt geen gelovigen die het voor elkaar hebben. God zoekt dankbare mensen die Hem toegewijd en trouw dienen (Psalm 50). Zoals het nu lijkt, verandert de GKv maar weinig. De manier is hetzelfde (‘Bijbels’!), de vorm een beetje anders (‘vrouw in het ambt’). Dat is GKv 3.2. Maar er is juist werkelijke verandering nodig.
De werkwijze van het rapport geeft onrust in de kerken. Mensen worden kwaad of voelen zich bedrogen. Wat gebeúrt er toch? zeggen ze. Vergelijk het met de gevoelens die leven bij Brexit. Mensen willen hun land terug. Zo zeggen gelovigen het: we willen onze kerk, onze Bijbel terug. Als de GKv eerlijk spreekt over wat er veranderd is, daarvoor verantwoording aflegt en aangeeft waarom die verandering nodig is, kan het gesprek goed gevoerd worden.
Veranderende tijd
En dat gesprek is heel hard nodig! Want bedenk eens het volgende. Vervang in het rapport het woord ‘vrouw’ voor ‘homo’ of ‘lesbienne’. En vervang dan het woord ‘ambt’ voor ‘huwelijk’. En ga dan de Bijbel lezen over relatie(vorming). Dan hebben we gelijk een rapport over homoseksualiteit gereed waarin zou staan dat homoseksuele relaties ‘Bijbels’ zijn. Even los van wat je van dit onderwerp vindt; zó’n manier van werken is ongeloofwaardig.
Beter dan steeds over ‘Bijbels’ te beginnen, is het om te zeggen dat God ons een heel andere tijd in stuurt en ons daarin leert trouwe navolgers van Jezus te worden. Op tal van punten dienen christenen zich te bezinnen. Alle gelovigen hebben met nieuwe ogen de Bijbel te lezen. Ik geef wat voorbeelden. In onze cultuur is God weg; dat geeft blijvende twijfel en onzekerheid, ook onder gelovigen. Hoe spreek je dan over God? En hoe kun je kerk zijn als het steeds gaat over ‘ik’? Hoe spreek je over relatievorming in een tijd van zelfontplooiing? Wat is onze roeping als de islam opkomt en moslims zelfbewust hun plek in de samenleving innemen? Wie is een christen bij de opkomst van nieuw patriotisme/nationalisme? Kunnen christenen vandaag meedoen in de politiek; liggen daarin misschien ook grenzen? Hoe spreek je over Gods unieke weg in Jezus als mensen vaak geen harde atheïsten zijn maar eerder ‘ietsisten’?
Gemeente als antwoord
Zomaar vinden we geen antwoord op dit soort vragen. We hebben een nieuwe leesregel nodig, in de lijn van de grote geloofsbelijdenissen (Nicea). Ondertussen zijn we wel onderweg. Op die weg is het van belang te belijden wie we zijn. Vaak wordt er in discussies (zoals vrouw-ambt) gezegd: we passen ons (niet) aan aan de cultuur. Maar dat is het punt niet. In het donker – de tijd van Gods afwezigheid – is de gemeente van Jezus het antwoord dat God de wereld geeft. Bij twijfel zingt de gemeente samen Gods lof en ontvangt zijn Geest. In relatieonzekerheid is de kerk zelf het levende bewijs van Gods trouw (Efeze 5). Als Jezus een ‘ik’ roept, gaat die ‘ik’ naar de gemeente en leert een ‘wij’ te vormen. En ga zo maar door. Zo weerkaatst de gemeente in een cultuur die God de rug heeft toegekeerd de heerlijkheid van Jezus.
Dordrecht, 21 november 2016
Ik schreef deze samenvatting omdat de longread veel werd gelezen en besproken, maar ook (erg) lang werd genoemd. Zie hier voor de oorspronkelijke post, inclusief verwijzingen en reacties.
Dank voor het inkorten Matthijs. In je redenering zitten echter aannames die verschillen van de mijne. Zoals ik gehoord/ gelezen heb, is de vorige synode over het begrip hermeneutiek gestruikeld in de poging vrouwen het ambt te gunnen. Bij hermeneutiek speelt de verhouding cultuur in relatie tot schriftgezag altijd. Veel gelovigen zijn niet thuis in hermeneutiek, dus werd de discussie vaak onzuiver gevoerd. Ofwel : het werd theologenpraat. Daarom is het deputaatschap m/v in de kerk in het leven geroepen, om vooraf aan m/v en ambt, te peilen of praktijk en opvattingen wel strookten in de kerk. Dat bleek niet het geval. Dus kwam o.a. dat op de agenda van mvea. Hoe dien je dan het gesprek, dat de gkv vanuit de bijbel wil voeren? Door de knoop op te lossen met behoud van gezag van de bijbel en inachtneming van praxis en cultuur. Het is meer een gevolg van waar wij met zn allen zitten, dan een poging een nieuwe schriftlezing voor te stellen. Het gaat principieel om de vraag of / hoe de cultuur meegewogen moet worden of niet ( voor zo ver we daarop kunnen reflecteren). In preken doen we dat toch allang? Juist omdat we een voorpost van het koninkrijk ( horen te ) zijn? Ik lees het rapport dus meer als ‘ het werd tijd’. Ook de vorige deputaten pleitten al voor opheldering omdat onze samenleving de kerk anders niet meer begrijpt.
Dank. Ik zag dat m’n reactie achterwege bleef. Ik denk niet dat we ver van elkaar af zitten als jij zegt dat het rapport zegt: ‘het werd tijd.’ Mijn punt is: ZEG DAT DAN. Nu staan er woorden als ‘Bijbels’, ‘andere kerken’, ‘ambten’ etc. Aan deze (verhullende) werkwijze kleven veel nadelen. Want ondertussen gaat de werkelijkheid door. Die wacht niet op rapporten, synodes enzovoort. Zie https://jmhaak.com/2017/10/16/dilemmas-voor-fusiekerk-gkv-ngk/ en https://jmhaak.com/2017/07/06/kerk-in-een-post-truth-samenleving/. En, inderdaad: met de uitkomst van dit rapport ben ik het (al langer) eens. Mvg.