Dilemma’s voor fusiekerk GKv – NGK

Hoe ziet de toekomstige kerk GKv/NGK er uit, nu tot eenwording besloten is? Er moet veel geregeld worden, zoals een gezamenlijke kerkorde en er zullen regionale gesprekken opgestart of geïntensiveerd worden. Dat vraagt zorgvuldigheid en kost tijd en energie. Dat kan ertoe leiden dat dat wat niet direct waarneembaar is en onder de oppervlakte ligt, over het hoofd wordt gezien. Over die onderliggende ontwikkelingen gaat dit artikel.

Wie nadenkt over de toekomst van de kerk zal beginnen met dank. Dank aan God die het bedacht mensen te roepen om Hem te leren kennen en vereren (zondag 21 HC). Daarom danken we de Heer van de kerk voor de eenwording van GKv en NGK. Wie Christus belijdt mag toch niet afzonderlijk van een ander optrekken? Ik denk vooral aan die gelovigen in GKv en NGK die er altijd op hebben gewezen dat deze kerken de weg van verzoening moeten gaan. Wijzen op die weg betekende soms tegen de stroom

in roeien. Toch hebben deze gelovigen dat volhardend gedaan en daardoor is de aandacht voor de onderlinge verbondenheid niet verslapt. Als we God dankbaar zijn voor de eenwording tussen GKv en NGK hebben we er ook oog voor dat Hij daarvoor mensen inzet. Deze mensen herinneren ons eraan dat het juist in de kerk nodig is om niet maar simpelweg met de stroom van het moment mee te dobberen.

Vlucht vooruit
Danken voor eenwording betekent evengoed dat je let op de dilemma’s die daarin meekomen. Als ‘vrijgemaakte’ heb ik een aantal recente besluiten van de GKv-synode ervaren als een vlucht vooruit, als een manier om lastige vragen te omzeilen. De eenwording met de NGK kan namelijk niet losgezien worden van een ander belangrijk dossier, dat van de vrouwelijke ambtsdrager. Toen de synode eenmaal groen licht had gegeven voor het direct invoeren van de vrouwelijke ambtsdrager kon het besluit tot eenwording met de NGK niet uitblijven. Maar dwars door de discussie over vrouwelijke ambtsdragers heen loopt een andere discussie: de vraag, welke rol de verhouding tot de eigen, westerse cultuur speelt in het besluit om vrouwen toe te laten tot de ambten. Of breder: hoe de cultuur en de context waarin we leven en Bijbel lezen, onze keuzes en onze manier van Bijbel lezen beïnvloedt, zowel vroeger als nu. Vooral die discussie is onaf. Beter gezegd: die discussie is op de synode niet gevoerd. Tegenstanders van de vrouwelijke ambtsdragers vermoeden teveel beïnvloeding door de huidige cultuur. De synode zelf houdt het vooral op Bijbelse overwegingen.

Sommige besluiten van de synode van Meppel zijn een vlucht vooruit; de onderliggende discussies zijn niet gevoerd.

De praktijk leidt
Nu wil ik hier niet diep ingaan op deze door elkaar heen lopende discussies. Het gaat mij om een andere, belangrijker ontwikkeling die zich op de achtergrond voltrekt. Om die te zien, moet je wel heel goed kijken, want de discussies over vrouwelijke ambtsdragers en de relatie tot de cultuur trekken alle aandacht naar zich toe. Maar intussen gebeurt er iets dat mijns inziens belangrijker is voor de toekomst van onze kerken. Het deputatenrapport ‘Samen dienen’ dat ten grondslag ligt aan het synodebesluit over vrouwelijke ambtsdragers, constateert eerst dat de praktijk de eerder ingenomen en als Bijbels aangeduide GKv-standpunten heeft ingehaald. Overal in de kerk functioneren immers vrouwen, ook in leidinggevende functies. Vervolgens leest het rapport de Bijbel op een nieuwe manier en wel zo dat de veranderde praktijk legitiem, Bijbels wordt verklaard.

Hier ligt een punt dat wezenlijker is dan het besluit om vrouwen toe te laten tot de ambten, en wel omdat hier duidelijk wordt wat leidend is in de kerken. Leidend blijkt niet de Bijbel als zodanig of een theologisch model te zijn, maar de kerkelijke praktijk. Het rapport ‘Samen dienen’ maakt duidelijk dat de kerkelijke praktijk (onofficieel) de beslissing heeft genomen, in dit geval de beslissing tot het functioneren van vrouwelijke ambtsdragers. Vervolgens hebben we achteraf als synode (officieel) een model gevonden om die kerkelijke praktijk Bijbels te kunnen duiden.

Leidend in de kerken blijkt niet de Bijbel als zodanig of een theologisch model te zijn. De kerkelijke praktijk leidt en neemt beslissingen. Laten we daar eerlijk over zijn.

Dat je als christenen en als kerken andere keuzes maakt en vervolgens op een nieuwe manier de Bijbel gaat lezen, is niet bijzonder. Zo zijn we in de loop van de tijd bijvoorbeeld anders tegen de democratie aan gaan kijken en is ook onze houding tegenover homo’s veranderd. Wat ontbreekt, is dat we dat open en eerlijk onder ogen zien en met elkaar het gesprek voeren over het goede én het riskante daarin. Om zo samen kerk te zijn: niet op een (cultuur)eiland, maar als Jezus’ antwoord op en gave aan onze cultuur.

Ik zeg het bovenstaande erg kort. Onderaan dit artikel verwijs ik naar een blog waarin ik veel uitgebreider op bovenstaande ontwikkeling inga. Om een mogelijk misverstand af te snijden: ik ben een hartelijk voorstander van vrouwelijke ambtsdragers en van eenwording met de NGK. Waar het me om gaat is dat we ons bewust moeten zijn van de onderstroom in onze kerken. Die blijkt leidend te zijn en zal naar verwachting ook in de toekomst leidend zijn.

PKN
Als we nadenken over de toekomst van onze kerken, doen we er daarom goed aan die onderstroom van de kerkelijke praktijk goed in de gaten te houden. Wie dat doet, ziet dat we ons onmiskenbaar in de richting van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ontwikkelen. Voorheen konden we bijvoorbeeld nog zeggen dat de PKN niet luisterde naar de Bijbel, omdat daar vrouwelijke ouderlingen en predikanten zijn. Die vlieger gaat niet meer op. En dat geldt voor meer zaken. De vraag die de PKN eens stelde of er nog dringende redenen zijn om gescheiden op te trekken, wordt in de praktijk steeds duidelijker met ‘nee’ beantwoord.

De onderstroom in de kerken beweegt zich onmiskenbaar richting de PKN

Vreemd is die ontwikkeling niet. Het wordt steeds duidelijker hoezeer je elkaar in deze tijd nodig hebt om het vol te houden kerk te zijn in Jezus’ naam. Wie de discussie in de PKN volgt over de nieuwe kerkstructuur (Kerk 2025) realiseert zich: hier hadden wij ook aan tafel moeten zitten. Het gesprek over de toekomstbestendigheid van een naar verwachting kleiner wordende kerk gaat immers alle kerken aan, ook GKv/NGK. En dat is nog maar één onderwerp. In een post-christelijke omgeving komen zoveel vragen op ons af, van de opkomst van de zelfbewuste islam in een vaak moslimonvriendelijke setting tot aan thema’s als het levenseinde en de laatste-wil-pil.

Degenen die zich verzetten tegen de onderstroom in de kerkelijke praktijk richting de PKN moeten zich afvragen: wil je de onderstroom in onze kerken stoppen? Hoe denk je dat te gaan doen? Bij een voor ons belangrijk onderwerp zoals de vrouwelijke ambtsdrager is dat in elk geval niet gelukt.

Niet-orthodoxie in eigen kring
Vaak worden de vrijzinnige elementen in de PKN als reden aangevoerd om dat kerkverband links te laten liggen. Over dat belangrijke punt is veel te zeggen. Twee dingen stip ik aan. Allereerst, zou het toevoegen van een orthodox(e) kerkverband(en) in dit opzicht juist niet iets goeds kunnen uitwerken? En verder: wees niet naïef over niet-orthodoxe elementen in je eigen gelederen. Vaak minder expliciet dan in de PKN, maar zeker niet afwezig. Laatst las ik dat de in onze kerken redelijk populaire Lazarus-tour (7×7) God een herberg voor talloze ideeën noemde (Nederlands Dagblad, 21 juni 2017). Ik heb geen flauw idee over welke ‘God’ het hier gaat. Ik denk dat we dit soort geluiden in eigen kring niet goed in de gaten hebben. Misschien is het wel de keerzijde van het feit dat we zelf zoveel dingen ‘Bijbels’ hebben genoemd, terwijl we daar in de loop van de tijd toch anders over zijn gaan denken en spreken. In onze postchristelijke tijd zijn we allang blij als mensen het over God en de Bijbel hebben. De vraag is hoelang we daarmee denken weg te kunnen komen.

Vrijzinnigheid in de PKN? Hebben we in de gaten hoe dat bij onszelf zit?

CGK
Naast die onderstroom richting de PKN is er ook een andere onderstroom. Een minderheid in de GKv keert zich tegen de synodebesluiten over vrouwelijke ambtsdragers en tegen andere ontwikkelingen in de kerk. Zij zijn het niet eens met de nieuwe manier waarop de Bijbel wordt gelezen en missen de katholiciteit van de kerk: rekening houden met andere kerken, zoals de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Met die kerk zijn zowel GKv als NGK nauw verbonden. Op veel plaatsen is er sprake van wederzijdse herkenning en/of nauwe samenwerking. We danken de Heer voor dat cadeau. Tegelijk zorgen ontwikkelingen in onze kerken ervoor dat die verbondenheid onder druk komt te staan. Maar als er zoveel verbondenheid is tussen CGK, GKv en NGK, kunnen we toch niet anders dan daarin groei vertonen (cf. Filippenzen 2:1, 2)? Elke andere weg zou Bijbels gezien zonde zijn.

Zowel de GKv als de NGK zijn nauw verbonden met de CGK; verder op die weg!

Wijsheid
Als we God danken voor de eenwording tussen GKv en NGK zullen we hem ook moeten vragen om wijsheid. We doen er verstandig aan om wat er leeft in onze kerken en waar ik hierboven iets van aanduidde te agenderen op de eerste gezamenlijke vergadering op 11 november a.s. De relaties tot de CGK en de PKN staan met prioriteit op onze agenda. In het gelovig antwoord geven op de dilemma’s die daarin op ons afkomen, ligt onze toekomst.

OnderWeg, 14 oktober 2017.

Zie CGK besluit over vrouwelijke ambtsdrager en kerkelijke eenheid (Nederlands Dagblad, 2022), ‘Bijbelse’ vrouwelijke ambtsdragers. Gedachten bij het deputatenrapport (november 2016) en Kerk in een post-truth samenleving.

5 thoughts on “Dilemma’s voor fusiekerk GKv – NGK

  1. Welke rol speelt het woord van God nog in bovenstaande?
    Alle ontwikkelingen die je signaleert zie ik ook. Waaraan toets je die?
    Hoe blijf je bij de leer van de apostelen?
    Ik lees van een gemeente in Philadelpia dat ze kleine kracht heeft maar jullie hebben Woord bewaard.

  2. Bij de eenwording van GKv en NGK heb ik een wrang gevoel. Hoeveel eenheid is er verloren door de recente ontwikkelingen? Vooral omdat die ontwikkelingen niet goed zijn onderbouwd (zoals je al aangeeft). Ik denk aan vier gebieden waarin eenheid al gesneuveld is:
    – Loyaliteit aan de belijdenis van de laatste vier eeuwen, niet maar als “museumstuk” maar als levende richtlijnen voor geloof.
    – Samenwerking met de CGK.
    – Een gestage stroom van GKv-ers die geen reden zien waarom dingen vandaag “nu eenmaal anders zijn” en hun heil zoeken in de CGK, nieuwe verbanden, of elders.
    – Buitenlandse zusterkerken die, onafhankelijk van elkaar maar unaniem, de laatste ontwikkelingen veroordelen als afwijking van de gereformeerde identiteit.

    Een laag prijsje voor samengaan met een ander klein kerkgenootschap?

    • Dank voor je reactie. Hoewel ik kritiek zie ik het toch anders dan je hier verwoordt. Simpelweg is imo te zeggen dat beide genootschappen naar elkaar zijn toegegroeid. Is er dan wat op tegen? Buitenlandse kerken houden volgens mij geen/te weinig rekening met veranderende context. CGK zal altijd belangrijk blijven voor NGKV en ‘stroom’ van vertrekkers; dat is niet de verwachting – al zullen er idd vertrekken. Mvg.

      • Dank voor je reactie. Op één ding wil ik nog even ingaan.

        Ik zit in één van die “buitenlandse kerken” (hoop over een maandje geïnstalleerd te worden in de Canadian Reformed Church van Chatham, Ontario). Wat “ons” nogal dwarszit is de suggestie dat we (blijkbaar net als alle buitenlandse kerken) te weinig rekening houden met de verander(en)de context.

        Een aantal jaren geleden hadden we Kamper profs op bezoek in Hamilton, die ons voorhielden dat we weinig konden begrijpen van de nieuwe nadrukken in hermeneutiek “omdat we niet zoveel met postmodernisme te maken hebben.” Dat was nogal beledigend, en hopelijk slechts uit onkunde gesproken. In de VS en Canada is postmodernisme levend en wel, en we hebben hier steeds meer “urban ministries” die hun moeilijke weg in een seculier milieu. Toronto loopt heus niet achter op Rotterdam. Nederland mag dan voorop hebben gelopen aan het begin van allerlei verandering (bijv. feminisme, abortus, homohuwelijk) maar inmmiddels hebben we hier een flinke inhaalslag gemaakt. Het punt is dat wij ons als gereformeerde kerken in een seculier milieu bewust tegenover de secularisatie plaatsen. De GKv deed dat tot voor kort ook– en toen ineens niet meer. We zien dit niet als een noodzakelijk meegaan met de tijd, maar als capitulatie.

        Vanuit het buitenlandse perspectief dus: houden wij te weinig rekening met de veranderende context? Of zou het kunnen zijn dat jullie je te weinig rekenschap geven van de pro’s en cons van die veranderingen? Wat ik zie is dat de GKv vrijwel nergens meer “nee” tegen durft te zeggen.

      • Dank. Ik denk idd dat er een sociologisch element meespeelt (en dat GKv daar niet eerlijk in is of zich daarvan niet/weinig bewust van is): na sterk geïsoleerd te hebben geleefd wil GKv idd nérgens nee tegen zeggen. Met jou ben ik eens dat hiervoor tzt nog wel eens een hoge prijs betaald kan worden. Ik ben zeker niet zonder meer optimistisch. Zie hiervoor Kerk in een post-truth samenleving (2017) en Discussie doopvragen is teken van secularisatie (blogpost 2019).

        Maar ‘capitulatie’ zou ik het niet noemen. Het is versnelling met dubbele salto tegelijk maken. Dat is knap ingewikkeld. Bid voor ons en wij bidden voor jullie.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.