Volgen christenen Christus? Die vraag klinkt misschien ongeveer net zo onnozel als wanneer je je zou afvragen of Feyenoord een voetbalclub is. Toch is er aanleiding om die vraag gewoon maar eens te stellen. We belijden in Zondag 12 dat Jezus, de Zoon van God, Christus genoemd wordt en dat wij deel hebben aan zijn zalving om zijn naam in woord en daad bekend te maken. In de praktijk doen we soms iets heel anders met ons geloof in Hem.
Ik wil me in dit artikel richten op twee ontwikkelingen die waarneembaar zijn nu we in Nederland steeds duidelijker met een seculier klimaat te maken krijgen. Hoe reageren christenen daarop? En wat zegt die reactie over onszelf en ons geloofsvertrouwen of ons gebrek daaraan? Eerst kijk ik naar de discussie die op gang kwam onder de naam ‘christenpesten’. Daarna wil ik aandacht besteden aan onze omgang met al onze verworvenheden. Uit beide voorbeelden blijkt dat we erg gewend en gehecht zijn geraakt aan de manier waarop de Nederlandse samenleving was ingericht. Nu we niet meer kunnen spreken van een christelijke samenleving, maken we ons daar drukker over dan over ons verlangen om Jezus te volgen.
Christenpesten
De term ‘christenpesten’ is ontstaan na de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen najaar. Regeringspartijen VVD en PvdA kregen toen samen een meerderheid in de Tweede Kamer. Christelijke partijen dragen nu niet langer regeringsverantwoordelijkheid en zelfs een gedoogconstructie waarin zij een rol zouden spelen, is niet aan de orde.
Er ontstond in het najaar van 2012 een klimaat waarin er in rap tempo allerlei zaken aan de orde werden gesteld die als ‘christelijke voordeeltjes’ werden gezien, met als onderliggende gedachte: eindelijk kunnen dit soort zaken worden afgeschaft. Er is immers geen christelijke partij die dit nu nog kan tegengaan. Vooral de D66 werd ervan verdacht christenen te willen benadelen, te ‘pesten’. Zo ontstond de term ‘christenpesten’.[i]
Dat niet-christenen de meerderheid vormen in ons land en in onze regering, kun je niet ontkennen. In die zin zou je dus een interessante discussie kunnen beginnen over de vraag of christenen inderdaad ‘gepest’ worden door hen hun zogenaamde ‘voordeeltjes’ te ontnemen. Echt voer voor sociologen of mensen die op andere manier maatschappelijke ontwikkelingen volgen. Het aparte is dat christenen zelf even hard aan deze discussie mee gingen doen. Op verschillende manieren: de een protesterend: wat gebeurt er hier, wat wordt ons aangedaan? De ander relativerend: het valt reuze mee; er is nog ruimte genoeg voor christenen, zeker in vergelijking met andere situaties.
Bergrede
Zoals gezegd is het op zich niet vreemd om deze discussie te voeren. Maar dat christenen zich ervoor leenden om er zelf even hard aan mee te doen, is wel merkwaardig; zij hebben namelijk een andere maatstaf: de winnende liefde van Christus.
De evangeliën vertellen ons van de redding die God ons geeft in zijn lieve Zoon Jezus Christus. Zijn kruisdood lijkt voor vriend en vijand het einde te zijn. Maar juist op die onverwachte manier heeft God, geheel naar zijn eigen plan (Hand. 2:23), ons vergeving van zonden en nieuw leven gegeven. God keert alles om als de Gekruisigde ‘de levende’ (Luc. 24:5b) blijkt te zijn. Deze opgestane Heer ontbiedt zijn leerlingen ‘naar de berg waar Jezus hen had onderricht’[ii] (Mat. 28:16-20), om aan te geven dat Hij wil dat zijn leerlingen, eenmaal op pad gestuurd met het evangelie, bij het door Hem gegeven onderwijs blijven. Dat onderwijs (Mat. 5, Luc. 6) noemen wij vaak ‘de zaligsprekingen’ of ‘de Bergrede’. Dát onderricht wil de Heer blijkbaar bekend maken aan de wereld. Dát is wat de leerlingen in Jezus’ naam te zeggen en te doen hebben.
Nu kan dit onderricht op verschillende manieren worden uitgelegd, en het is op zichzelf ook al een veelkleurige parel. Maar hoe dan ook is duidelijk dat Jezus zelf centraal staat. Echt geluk is alleen in Hem te vinden. Dorsten naar gerechtigheid en vervolgd worden: dat gaat in de eerste plaatst over Jezus’ eigen leven en het einde dat Hij tegemoet ging. Niemand kan een andere weg naar geluk vinden dan door Hem te volgen op de weg die Hij moest gaan. Dat laatste merk je als Jezus expliciet spreekt over liefde en jezelf blijvend geven in tijden van haat en vervolging (Mat. 5:43 vv, Luc. 6:27 vv). Kruisdragen is niet voorbehouden aan de Heer alleen; het hoort bij het normale christelijke leven (Luc.6:40, 14:27). Zo wil de Heer bekend worden gemaakt aan al diegenen die Hem niet kennen. Zo overwint Hij de zonde en de dood, ook in en door het leven van zijn volgelingen.
Frame
Zet dit onderwijs eens af tegen de discussie over christenpesten. Hoe is het mogelijk dat christenen zich in die discussie begeven en spreken over de mate waarin wij wel of niet gepest zouden worden? Waarom voeren wij, vaak onderling, dit soort gesprekken? Hoezo roepen wij diegene die ons pest ter verantwoording of nemen we afstand van de discussie als zodanig? Christus vraagt Hem centraal te zetten en Hem alleen te volgen, ongeacht het klimaat en de omstandigheden waarin we verkeren.
In het licht van de Bergrede kun je zelfs stellen dat de situatie in het seculiere Nederland anno nu eindelijk een beetje normaal begint te worden. Blijkbaar voelen wij dat anders aan. Christus agendeert zijn liefde tot de seculiere medemens; dát moet ons gespreksonderwerp zijn in plaats van dat we elkaar of een ander verwijtend aankijken.
De discussie over ‘christenpesten’ doet me denken aan een bekend verschijnsel in de politiek: een frame. Als jij ervoor zorgt dat een ander zich in jouw denkkader begeeft, dat wil zeggen: dat de discussie in jouw straatje wordt gevoerd, dan heb je bij voorbaat gewonnen. De ander heeft te weinig eigenheid; die is al een heel eind jouw kant opgeschoven. Ook al zal hij zich met hand en tand verzetten tegen jouw argumenten, de atmosfeer wordt bepaald door jouw agenda.
De discussie over christenpesten is zo’n ‘frame’. We zijn blijkbaar vergeten wat het normale christelijke leven is. We bezien onszelf door de ogen van onze seculiere medemens. Het klimaat van vandaag is onze maatstaf. Zo kunnen we de winnende liefde van Christus onmogelijk uitdragen. We hebben ons uit zijn invloedssfeer laten wegtrekken.
Verworvenheden
Het tweede voorbeeld waarmee ik duidelijk wil maken dat christenen soms vergeten om Christus te volgen ligt in de manier waarop we omgaan met onze verworvenheden. Hier gebeurt iets vergelijkbaars als rond het ‘christenpesten’.
In februari stond in het Nederlands Dagblad een interview met dr. Van den Belt, lid van het hoofdbestuur van de SGP. Aan het einde van het interview staat er: ‘Ten diepste constateert hij (Van den Belt) een gebrek aan vertrouwen in de reformatorische kring. “Het woordje ‘nog’ is symptomatisch. We hebben nog onze scholen, kerk en vrijheden. De volmaakte liefde drijft de vrees juist uit’’.[iii]
Dit gaat zeker niet alleen over de refozuil.[iv] Onze christelijke manier van denken lijkt behoorlijk op de manier waarop liberale en seculiere mensen bezig zijn met al die verworvenheden waarvoor christenen doorgaans zo beducht zijn: recht op eigen beschikking bij begin en einde van leven, homohuwelijk, enzovoort. Scherp gezegd: het zijn ‘onze’ verworvenheden tegenover die van ‘hen’.
Twee voorbeelden daarvan. Het commentaar van het NRC Handelsblad voorziet dat het fuseren van kleine scholen op weerstand zal stuiten. Als reden geeft de seculiere krant: ‘zij bestaan vaak op religieuze basis en dat combineert maar moeilijk’.[v] Columnist Bas Heijne neemt in onze samenleving niet zozeer individualisme waar maar een dominerend groepsgevoel.[vi] Wij zijn blijkbaar een van de clubjes in de maatschappij. De Heer roept ons in zijn basisonderwijs op om ons juist anders te gedragen dan de wereld dat doet: zó ben je kind van God (Luc. 6:32 en 35). De praktijk leert dat als men aan onze verworvenheden komt wij minstens even hard roepen als anderen die in hun verworvenheden worden aangetast. Ook hierin worden we ‘geframed’ door de meerderheid van de niet-christelijke Nederlanders.
Hemelvaart
De oplossingsrichting is in dit geval helder: bekering, Christus en die gekruisigd in het midden van leer en leven van de kerk.
Misschien moeten christenen vooral de boeken van Lucas weer goed gaan beluisteren. Daarin, en dan vooral in zijn tweede boek, Handelingen, komt steeds aan de orde of je leerling van Jezus wilt worden en wat dat betekent. Ook in die tijd ging dat met vallen en opstaan, maar Christus wint het wel! Hij gaat de agenda bepalen, van zijn leerlingen en van de wereld. Heel mooi laat Lucas dat zien. Voor Jezus’ geboorte worden Maria en Jozef nog door de keizer naar Betlehem gedirigeerd. Handelingen eindigt met de opmerking dat het evangelie van diezelfde Jezus aan de poort van de keizer klopt.
Christus wint: juist, wonderlijk genoeg, in het lijden van Hem en van zijn volgelingen. Zo laat Lucas zich lezen. Juist deze evangelist besteedt relatief veel ruimte aan Jezus’ lijdensweg naar Jeruzalem. In hoofdstuk 9 begint dat al. Voor christenen in het seculiere Nederland van vandaag is het heel bemoedigend om te lezen hoe daarover wordt gesproken. ‘Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging Hij vastberaden op weg naar Jeruzalem’ (9:51). Dit is kruis, opstanding en Hemelvaart in één perspectief. Zo kunnen wij verder.
Deze seculiere tijd geeft de verhoogde Jezus aan ons. Genoeg reden om je als een vis in het water te voelen! Jezus blijkt het stuur van de geschiedenis in handen te hebben (Hand. 7:56). Je leest daar de opmerkelijke zin dat zijn volgelingen vreugde ervaren als zij omwille van Jezus’ naam vernederd worden (5:41). Blijkbaar zitten ze op het juiste Spoor! Als we dan toch ‘geframed’ willen worden, dan beter zo.
De Reformatie 31 mei 2013
Dit artikel is geconcretiseerd in Inenten en een christendom van het verleden (ND 16 juli 2013), naar aanleiding van het appel dat MP Rutte deed aan het adres van predikanten om hun leden op te roepen hun kinderen te laten inenten. En zie Eigen geloofspapieren (brief NRC Handelsblad 2016).
[i] Vooral in het dagblad Trouw. Bijvoorbeeld: Gelovigen huilen dikwijls krokodillentranen (30-12-2012).
[ii] In veel vertalingen blijkt niet duidelijk dat de Paasvorst bij zijn zogenaamde zendingsopdracht teruggrijpt op zijn basisonderricht. De opdracht wordt gegeven op dezelfde plek waar Jezus zijn onderricht gaf. Zie Van Bruggens Matteüs in het CNT
[iii] ND van zaterdag 9 februari jl.
[iv] Zie de reactie van diverse christenen in het artikel n.a.v. het afschaffen van de zogenaamde christelijke voordelen in de tien plagen in het NRC Handelsblad 21-12-2012.
[v] NRC Handelsblad maandag 18 februari jl.
[vi] NRC Handelsblad, zaterdag en zondag 8 en 9 febr. jl.