Alternatief voor Europese leegte

Intellectuele luiheid en gebrek aan ideologie bezorgen Europa een leegte die opgevuld wordt met beledigingen, bedreigingen en ‘wanhopig gekrijs’ (De Gruyter, NRC 28 en 29 mei). Wat De Gruyter zegt is herkenbaar en ook al talloze keren aan bod gekomen. Is er een remedie? Degene die het waagt met een visie te komen, valt – als er al gehoor is – zomaar vooral hoon ten deel. Denk bijvoorbeeld aan reacties op het pleidooi voor verbondenheid dat vicevoorzitter van de Europese Commissie Timmermans recent schreef (Broederschap, december 2015).

Om verder te komen is het zaak eerst helder te hebben waar we ons bevinden. De column van De Gruyter deed me terugdenken aan een aantal bijdragen van NRC-columnist J.L. Heldring. Zo’n twaalf jaar geleden vroeg Heldring aandacht voor wat De Tocqueville (1805-1859) ‘de paradox van de democratie’ noemt. Die paradox bestaat eruit dat mensen in het drukkendste intellectuele conformisme vallen en uiteindelijk helemaal niet meer denken. Blijkbaar zijn we inmiddels bij dat punt aanbeland. We de denken niet meer. We beledigen, bedreigen en ‘krijsen wanhopig’. Mopperen op die situatie of die nog eens breed uitmeten helpt niet. We dienen onder ogen te zien dat de crisis waarin we ons bevinden een risico is dat blijkbaar meekomt met onze way of life; de democratische samenleving.

Toch kan het daar niet bij blijven. Juist op dat punt gaf Heldring al een interessante voorzet. Hij wees in de genoemde bijdrage op het belang dat (de zelf ongelovige) De Tocqueville hechtte aan religie voor een goed functionerende democratie. Omdat religie nadruk legt op onsterfelijkheid en eeuwigheid stelt het mensen in staat om boven directe aardse verlangens uit te stijgen, zo citeerde Heldring de Fransman. Hoe belangrijk Heldring dit punt vond, bleek wel uit het feit dat hij het aan de orde stelde bij zijn terugblik op vijftig jaar opiniëren (NRC Handelsblad, 4 januari 2010).
Wie vanuit dit perspectief naar ons land kijkt, ziet een bedenkelijke ontwikkeling. Er is een jacht ontstaan waarvan de trofee bestaat uit alles wat met ons christelijke verleden te maken heeft. De Zondagswet, de wet op de smalende Godslastering, de weigerambtenaar en ‘bij de gratie Gods’; een voor een worden ze afgeschoten zonder dat er daarvoor iets anders in de plaats komt. En ondertussen maar klagen over een leegte die zich opvult met allerlei wanstaltigheden. Als keerzijde van dezelfde medaille is er voor gelovigen werk aan de winkel. Het gevoel van opluchting dat ‘gelovige’ wetsartikelen worden afgeschaft moet hen meer dan te denken geven. In plaats van het inzetten van geloof als druk- of ruilmiddel is het zaak te luisteren naar Ditrich Bonhoeffer (1906-1945). De verzettheoloog vond dat gelovigen zich in een mondige samenleving dienen op te stellen etsi deus non daretur (alsof God niet bestaat). Een mooi, recent voorbeeld van zo’n opstelling was te zien in Zwolle. Hoewel de ChristenUnie daar de grootste partij werd bij de laatst gehouden verkiezingen, stemde deze partij in met een verruiming van de winkeltijden op zondag.

Of het helpt dat het belang van religie wordt onderkend en dat gelovigen zich zonder God opstellen, weet ik niet. In een situatie van ‘wanhopig gekrijs’ is het allicht een aantrekkelijk alternatief.

———-

NRC Handelsblad en NRC Next, op de opiniepagina van de weekendedities van zaterdag 11 en 12 juni 2016.

Zie ook Europa heeft een nieuw en geloofwaardig verhaal nodig (Nederlands Dagblad, 30 juni 2016). Minstens even eng als de drang om ons christelijke verleden af te schaffen is de nadruk op ‘onze’ christelijke cultuur. Zie Zet Jezus niet in voor culturele doeleinden (Nederlands Dagblad, 2017).

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.