Hieronder de tekst van de preek over 1 Samuel 15 die op Joop.nl door Van der Horst is beschreven. In het vuur van het betoog wil ik nog wel eens naar links/rechts afwijken (al dan niet sprongsgewijs). Maar onderstaande geeft wel een goed beeld. Onderaan de preek nog wat opmerkingen/verwijzingen inzake het wel/niet verdedigen van het christelijke geloof en een voorbeeldliturgie.
Gemeente van de opgestane Jezus van Nazaret
1 ‘God bevalt me niet meer’.
Wat vond je van hoofdstuk dat we net gelezen hebben? Hoop dat je ontbijt niet al te zwaar op maag ligt. Of let je gewoon even niet op als iemand in mootjes wordt gehakt? Heftig. Op veel punten.
Laatst nodigde ik via twitter, naar gebruik, uit voor kerkdienst. Iemand, agnost (geworden, als goed begreep), viel op dat het over Saul ging. Hij stuurde deze tweet:
@delfshaak Ik heb altijd gevonden dat #God #Saul veel te hard aanpakte. Sindsdien bevalt Hij me niet echt meer.
Ik heb daarop gereageerd: wat bedoel je precies, waarom specifiek Saul (staan ergere voorbeelden in Bijbel)? Kreeg toen deze tweet:
@delfshaak God liet hem in de steek nadat hij een via Samuel bevolen genocide op de Amalekieten niet compleet genoeg had uitgevoerd.
Dat is 1 Samuel 15. Daar zitten we dan. Je hebt 140 tekens om te reageren. Wat ga je zeggen? Wat vind je? Wat geloof je?
Gemeente: als ik in je hart zou kunnen kijken, zou je dan niet zeggen: hij heeft gelijk! Wat is dit!? En je kunt natuurlijk wel heel wat argumenten aanvoeren waarom er misschien toch wat inzit dat Saul de wacht aangezegd krijgt. Maar dat is je hoofd. Wat zegt je hart?
Toen we paar jaar geleden keer onheilspsalm zongen (slechte mensen die omkomen) viel de gemeentezang bijna stil. Krijg je niet over je lippen. Toen we Jozua (opdracht om tot doden) lazen, bleef vraag opkomen: waarom geeft God zulke bevelen? Kortom: we moeten niet doen alsof dit een vraag van agnost is en niet net zo goed die van een christen. Laten we gewoon eerlijk zeggen, een misschien meer/minder dan ander: dit stuit tegen de borst. Neiging of daadwerkelijk: afhaken. ‘God bevalt me niet meer’.
Dit is de situatie: er komt eindelijk een koning in Israel. Doet in begin goede dingen. Maar zijn leven wordt een van de grootste tragedies uit Bijbel, eindigend in zelfmoord (Händels oratorium Saul). En dit is belangrijke schakel in die trieste geschiedenis. Had God niet kunnen zeggen: het was niet perfect, maar je krijgt nieuwe kans? Of, beter nog: ik had beter überhaupt zo’n opdracht niet kunnen geven?
Dit is de onderliggende vraag; áls God bestaat: hoe gaat Hij met ons om? Hoe kijkt God naar jou? Zegt Hij op een dag ook: bekijk het maar (als jij het ook niet helemaal perfect doet)? Ik laat je los. Dat gevoel kun je hebben. ‘Er is geen God; geniet vj leven – zegt de slogan vd nieuwe atheïsten-campagne’. Of gewoon gevoel dat jullie wel eens beschrijven: het zit er voor mij niet in te geloven. Punt.
2 God kán niet verdedigd worden.
Gemeente: zoals wij hier zitten; we hebben niet allemaal dezelfde vragen. Niet dezelfde insteek als het om geloof gaat. De een is vol enthousiasme en dankbaarheid voor God. Je zegt dan: kom op, man; leg die tekst uit en vuur mij aan. Ander zegt: taai proces om te geloven maar je hebt dat wel eigen gemaakt. Weer ander: geloof is werkwoord. Je zet je in voor mensen in je omgeving. Weer ander: geloven is trouw zijn; plek innemen die God je geeft. In relaties, gemeente, werk. Dat is prima.
Delfshaven: zó zijn we veelkleurige gemeente van de Heer. Prachtig. Dank de Heer. Deze stem, tegenstem ‘ik mag God niet’, ‘ik kan niet (vind moeilijk te) geloven’ is een van de stemmen. Het is belangrijk om te zeggen: het is de stem van de gemeente. Staat in lange rij gelovigen die zochten, tasten, God verweten afwezig en willekeurig te zijn. Wij kunnen nog wel eens denken: o.k.; je hebt je vragen, onzekerheden…En dan? Wij kiezen vaak A of B:
A Ik twijfel/geloof niet EN DUS…geef je het op. ‘Het zit er voor mij niet in’. Einde oefening. O, ja? Of moet het dan eigenlijk nog maar beginnen!?
B Ik twijfel/geloof niet MAAR… – en dan komt je idee hoe dat allemaal opgelost moet worden.
Alsof geloof het ‘zekerheidsding’ is – boven twijfel, aanvechting verheven. Als je zo 1 Samuel 15 leest kom je met allerlei oplossingen: ‘Saul had ook x moeten doen’, ‘hij was als koning voorbeeld bij uitstek’, ‘en het was toch ook in die tijd dat de ban (compleet uitroeien) ‘normaal’ was’, ‘Saul had al een keer een misstap begaan’ enz. enz.
Ja. Ja. Straks misschien wat. Maar kerk zijn is net zo goed: laat je vraag maar staan. En uit wat je voelt en denkt naar God. Schrijf je eigen klaagpsalm naar God. Verklaar Hem je onvermogen Hem lief te hebben, Hem niet te mogen. Laat de kerk een plek zijn waar dat juist kan. De tegenstem zoals we daar vandaag ook van zingen.
Met een groep in en buiten de gemeente zijn we een boek van de Engelsman Spufford aan het lezen. Het is in Nederlands vertaald ‘dit is geen verdediging’ (unapologetic). Een man die het christelijk geloof vaarwel heeft gezegd en na paar tiental jaren het weer met God durft te gaan wagen. Zijn insteek is heel mooi: God laat zich niet verdedigen, beargumenteren. En zo is het ten diepste. God is.
Sterker nog: christenen hebben de vreemde gewoonte ontwikkeld een God te vereren die zich weigerde te verdedigen. Die zijn mond hield op de dag dat hij zich had kunnen redden van een afgang, executie. Jezus die voor paal hangt; dat is bij uitstek symbool van het christelijk geloof. Als er nu een religie is waar je God kunt bestormen met je vragen en Hem zijn afwezigheid in deze wereld kunt voorwerpen dan het christelijk geloof.
De God die is, werd in Jezus de mens die het liet afweten; die niet opkwam voor zichzelf.
3 luisteren als kern.
Terug naar 1 Samuel 15. Waar gaat het over? Eigenlijk over een woord.
Vers 1b: ‘luister’.
Vs.14: wat hoor ik schapen en koeien…?
Vs. 19/20: ‘waarom heb je niet geluisterd’ –
‘ik heb toch geluisterd’?
Vs. 22 de haast mystieke zinnen over het gehoorzamen dat beter is dan beste offers (cf. psalm 50).
Vs. 23: Ik heb opdracht gegeven om….
Luister.
Niet ‘een dingetje’ in Israël. Kern van het geloof. “Luister Israël, de HEER, onze God, is een/Enige” (Deut.6:4). Luister, horen. Een woord dat het geheim van Samuels eigen leven is. Samuel betekent horen. God heeft geluisterd naar gebed van zijn huilende moeder die geen kind kon krijgen. Samuel: de HEER luistert! De HEER hoort! Hij is het levende bewijs.
‘Luister Saul’.
‘Luister Israel’.
Als je het hoofdstuk nog een keer zou lezen vanuit dit perspectief zie je dat het haast een touwtrekwedstrijd is. Wie luistert naar wie? Wie heeft het voor het zeggen? Wie is koning? God zoals Israel belijdt of Saul?
‘Ik heb toch geluisterd’ – zegt S die in 3de (!) instantie toegeeft: ik heb gezondigd (vs.24). áls hij zonde belijdt: ‘goed; ik heb gezondigd maar kom met me mee zodat ik niet afga voor mijn omgeving’ (vs.30). Naar wie luistert Saul? Waar is hij mee bezig? Waarom richt hij steen voor zichzelf op (vs.12)? Waarom heeft hij het tegen Samuel over ‘uw (!) God’ (vs.30)? Heeft hij gehoord wat er tegen hem gezegd wordt; ook in het aanzeggen van het oordeel? Of is hij nog steeds met wat anders bezig? Hoe luistert Saul? Waar is hij met zijn hart?
Maar kijk niet alleen naar Saul!!
De eerste die iets opvallends zegt, is God. Ik betreur het dat ik Saul tot koning heb gemaakt (vs. 10). Gód heeft geluisterd! Geluisterd naar het volk dat een koning wilde (preken vorige keer over 1 Samuel 8 en 10). Een koning om erbij te horen; bij alle volken in de buurt (8:20). Het lijkt alsof God hier zegt: had ík maar niet geluisterd. Ik wist dat verkeerd zou gaan. Maar God boog mee met zijn volk.
Zie je waarover dit gedeelte gaat? Er zitten i.d.d. nogal wat afhaakelementen in dit hoofdstuk. Onderliggend herkennen we allemaal: ‘had ik maar geluisterd’; zeg je soms na jaren. Hoe heb ik zo dom kunnen zijn? Achteraf zie je dat je hart verkeerd zat. ‘Waarom luister je niet naar mij’ – terugkerend verwijt in veel conflicten. ‘Wie niet horen wil, moet maar voelen – is het argument om soms de meest vreselijke dingen elkaar aan te doen. Niets menselijks is dit hoofdstuk vreemd.
Luister – zegt God.
I.d.d. zitten er nogal onoverkomelijke dingen in dit hoofdstuk. De wacht aanzeggen. I.d.d.: keihard. Geen 2de kans voor koning van Israel. God laat hem vallen. Niet geluisterd. Tegelijk: vergelijk eens met 2de koning. Die naar Gods hart. David. Hij zondigt erger, geniepiger dan Saul – zou je kunnen zeggen (voor ons gevoel i.i.g.). Krijgt grotere oordeelaankondiging over zich heen. Zijn reactie: ‘ik heb gezondigd’ – zegt hij. Komt van z’n troon.
Gemeente: het verschil tussen beiden is heel klein. Het wordt heel scherp hier in de Bijbel. De een hoort in oordeel een persoonlijke afwijzing en gaat zichzelf verdedigen. De ander opent z’n hart en leven.
Luister Israel.
Luister Saul.
Luister David.
Luister Delfshaven.
Hoor je, onderdoor, dat God zegt: ik wil maar een ding. Maakt niet uit of je goed of fout doet maar: kijk naar Mij! IK ben het. Het doet er niet toe of je atheïst bent of doorgewinterde christen, moslim of jood, Nederlander of Marokkaan.
God zegt:
Hoor.
Luister.
Kom met heel je hebben en houden.
Houd je niet groter of kleiner dan je bent.
Doe het niet voor de bühne.
4 Eentextbericht.
Waarnaar dan te luisteren? Luisteren wij? Wij zeggen wel eens: in onze crazy wereld met 10.000 prikkels is het zo moeilijk te luisteren, je echt op een ding te concentreren. In die lang geleden tijd kon God al amper tot Saul doordringen. Luisteren was niet besteed. Voor ons? Lijkt erop dat onze tijd gewoonweg geen ruimte, geen luisterruimte heeft voor God. Niet zozeer onwil, maar lijkt gewoon niet te passen. Wat God en Saul hebben uit te stouwen komt in een heel lang hoofdstuk, orale traditie. Wij hebben maar 140 tekens te texten. Als je daarin niet kunt zeggen, heb je pech.
Lastige tijd voor God dus anno 2013? Ach: 1 Samuel 15 laat zien dat ook als je de wereld aan tijd had, luisteren niet makkelijk is. Ieder die relatie heeft, werkt met anderen communiceert kan dat beamen.
Belangrijker is dit. Het christelijk geloof belijdt: God had geen orale traditie nodig. Hij had geen 140 tekens nodig. Toen God echt ging texten, echt ging zeggen wat er te luisteren viel, was het er één: het afgeranselde, vernederde lichaam van Jezus aan het kruis. Dat is de tweet die God de wereld heeft ingestuurd.
Luister Israel.
Luister Nederland.
Nooit sprak God luider dan in de volstrekte stilte van Golgota. Luister.
Jij.
Jezus is Gods eentextboodschap.
Is dat nou de moeite waard? Nou: wat vind jij? Wat hoor jij in Golgota? Als God ooit iemand liet vallen…dan die mens. Geen plek. Niet op aarde, niet in de hemel. Kruis door z’n leven.
Dus: exit met God? Ja, misschien. Redenen zat. Tegelijk: ons is aangezegd dat deze Gekruisigde levend is gezien. Getast. Als dat zo is dan is de tweet v God, die eentext, weer heel anders op te vatten. Dan is er hoop voor iedereen die niet luisterde, die God liet vallen, die uitgerangeerd staan, die zichzelf niet kunnen verdedigen. Dan is Golgota: Ik heb geluisterd.
Wat kies jij? Hoe luister jij naar de tweet, de eentextboodschap v God?
Tot slot: terug naar onze vragen, ons zoeken. God sprak toen direct, via Samuel. Hoe nu?
Als Spufford zegt waarom hij toch christen is geworden, komt hij niet met een theorie. Ergens ontstaat er een luisterruimte in zijn leven. Dat houdt hij je voor. En hij vraagt: herken je dat?
Jij die zegt: ik weet eigenlijk niet of God bestaat, wie hij is – je zegt ook: de gemeente is goede plek om te zijn, vanwege de mensen, leven dat deelt met elkaar. Is dat een luisterruimte waar God je aanspreekt?
Jij die je ergert aan God of ontdekt dat je Hem niet mag: wat is die ergernis, dat niet-mogen? Is dat niet ook een ruimte om te luisteren? Wat Hem aantrekkelijk voor je maken?
Jij die ‘niet weet’ inzake God maar je kwaad maakt over onrecht, je verbaasd over schoonheid, helemaal opgaat in je werk: is dat een luisterruimte?
Luister Israël.
Onze God is een/Enige.
Luister, jij.
God zond zijn tweet.
Zijn eentextboodschap.
Luister Delfshaven.
— X —— X ——- X ——– X ——— X ——— X ———- X
Zie Laat het oordeel aan God (interreligieus gesprek over geweld in de geloofsbronnen).
PS: een paar keer geef ik aan dat God niet verdedigd kan worden. Ten diepste is dat de christelijke overtuiging. Christenen vereren de gelasterde, gekruisigde God (zie m’n brief daarover in NRC Next).
Dat wil niet zeggen dat er geen argumenten meespelen in het geloof. Een tijdje geleden hield ik 3 themadiensten die aanliggen tegen het onderwerp van deze preek. Lastige teksten over geweld, oordeel en bloed. Wat moeten we ermee? Is God liefde? Uiteindelijk laat de Bijbel zien dat oordeel alles te maken heeft met Jezus; hij droeg het oordeel. Als er een in de steek werd gelaten, dan hij. Heel duidelijk is dat God nu niet meer wil dat wij geweld toepassen. Dat botst op wie Jezus is. ‘Gelukkig de vredestichters’ en ‘doe je zwaard weg’ (o.a. Matteüs 5:9 en 26:52)!
Daarnaast speelt ook de tijd mee: God oordeelde in de tijd van Saul e.a. anders dan nu. Dat blijkt als je verder leest in de Bijbel. Dat maakt het niet makkelijker ofzo. En steeds loop je tegen grenzen aan. Wel vraag je je af: heeft God middelen gezocht die bij die tijd hoorden? Zie de themadiensten, te beginnen bij ‘Ongemakkelijk!? Naar Jezus?
Een goed christelijk boek over netelige kwesties is de God die ik niet begrijp van Christopher J.H. Wright.
Zie hier de verwijzing naar de beschrijving van deze dienst op Joop.nl.
Voorbeeldliturgie
Votum
Groet
Ps.125: 1 en 2
10 woorden
Ps.50: 7 en 11
Gebed
Kids naar mini’s en kidsclub
1 Samuel 15
GK 151: 1 t/m 4
Verkondiging: Geen 140 tekens. God text er (maar) één.
1 God bevalt me niet meer
2 God kán niet verdedigd worden.
3 Luisteren.
4 God tweet een eentextbericht.
GK 153 (melodie GK 174)
Afkondigingen kerkenraad
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 21: 1 en 3
zegen