Terecht zegt Ad Prosman dat de scheiding van kerk en staat blijkbaar niet meer bestaat (ND, 17 februari). Minister Bussemaker wil namelijk dat haar mensenrechtenambassadeurs in contact met gelovigen de Bijbel of Koran uit gaan leggen; op haar manier, wel te verstaan. Juist daarom denk ik dat het belangrijk is om een stap verder te gaan dan Prosman doet als hij kanttekeningen en vragen bij dit overheidsbeleid heeft.
Overheidsdwang
Inzichtgevend is een opmerking van minister Bussemaker: ‘ik ben echt niet van plan zelf in de kerk te komen preken’ (interview ND, 14 februari jl.). De opmerking is ongetwijfeld bedoeld als geruststelling richting gelovigen maar onthult precies het tegenovergestelde. De missiedrang van dit kabinet inzake het recht op onder andere individuele beleving en ontplooiing van seksualiteit is namelijk veel groter dan preken bevatten kunnen. Het beleid dat Bussemaker uitvoert door middel van haar ambassadeurs is rechtstreeks te herleiden tot het regeringsakkoord ‘Bruggen slaan’ van VVD en PvdA. De manier waarop er in dit document wordt gesproken heeft heel wat weg van een geloofsbelijdenis. In de eerste zinnen van dit akkoord spreken de coalitiepartners van een ‘onverwoestbaar geloof…rotsvast vertrouwen…en de diepe overtuiging’. Kerken, moskeeën en scholen op levensbeschouwelijke grond krijgen te maken met een staat met missiedrang en missiedwang. Minister-president Rutte gaf ook blijk van die missiedrang toen hij een tijd geleden predikanten ertoe aanzette om hun gemeenteleden op te roepen hun kinderen te laten inenten. Het zit er diep in bij onze overheid. Ze laat zich hierin kennen als een onbetrouwbare overheid.
Getuigen
Het heeft daarom geen zin om te spreken over de scheiding van kerk en staat. Beter kun je het hebben over verschillende soorten van geloof. In die situatie moeten christelijke gelovigen goed bedenken wat wijs is. Laten zien wat christenen zelf al doen inzake (seksuele) emancipatie zal de overheid geenszins overtuigen. Verzet tegen de overheidsmissie betekent waarschijnlijk alleen maar meer tegenkracht mobiliseren. De voorbeelden van verdere stappen vanuit de overheid liggen teveel voor de hand om ze hier te noemen. Beter lijkt het mij dat kerken en scholen meegaan in het voorstel van minister Bussemaker. Om te beginnen kun je zo laten zien dat het leven met de Heer niet hetzelfde is als het eenzijdige, dwangmatige geloof van de overheid. Voor een christen is (seksuele) zelfontplooiing niet het hoogste goed. Dat wordt tastbaar als homo’s en lesbiennes maar net zo goed heteroseksuelen, singles en getrouwden ervan getuigen dat het volgen van Jezus hun leven de moeite waard maakt. Om dat levende, diverse getuigenis kan niemand heen.
Bijkomend ‘voordeel’ van het toelaten van de ambassadeurs van de minister is ook dat in rap tempo duidelijk wordt wat de werkelijke bedoeling van de overheid is. Waar zij nu nog vaag kan zijn over eventueel te nemen stappen, zal zij dan open kaart moeten spelen. Dan weten christenen en andere gelovigen gelijk waar ze aan toe zijn.
Kromme stok
Tenslotte is er zelfs nog te denken aan een goed bij-effect van de ambassadeurs van de minister. Onder christenen is er in de omgang met homoseksualiteit inderdaad winst te boeken. Dat werd de afgelopen week bijvoorbeeld duidelijk in het excuus dat de EO maakte naar aanleiding van een interview met een homo die zijn leven in de gayscene had afgezworen. Er ontstond veel ophef over dat interview. Hoe genuanceerd de EO ook is in haar opvatting over homoseksualiteit; zo’n interview bevestigt mensen in hun stereotype beeld dat christenen nu eenmaal homofoob zijn. De ambassadeurs van de minster kunnen christenen helpen bij het verder ontwikkelen van fijngevoeligheid in de omgang met de heersende (seksuele) moraal. Zelfs met een ongelooflijk kromme stok kunnen rechte slagen gemaakt worden.
Nederlands Dagblad, vrijdag 20 februari 2015.
Zie Het goede aan bed-bad-brood-akkoord (april 2015) en Om de salafisten een salafist te zijn (OnderWeg 2018). Inzake het goede van democratie: Christus en cultuur (november 2015).