Preek gehouden op 7 juni 2015, Delfshaven. Uiteraard hier en daar korter dan hieronder staat in verband met het nieuws dat ons vanochtend bereikte. Voorbeeldliturgie hieronder.
Gemeente van de gekruisigde Jezus
Wat doe je als je vastloopt? De grond onder voeten wegvalt? Niet weet wat de weg in je leven is? Vandaag lezen we Psalm 73. Niet alleen omdat we 1 Petrusbrief vorige week hebben uitgelezen en iets anders kunnen beginnen. Maar vooral omdat in dit lied iets samenkomt wat ons in deze tijd veel bezighoudt. En dit lied helpt ons daarin en wijst de weg.
Ik heb dit lied een tijdje geleden gelezen toen ik op bezoek was bij Robert en Laura, toen duidelijk was dat Robert niet lang meer te leven had. We hebben het erover gehad: wat roept dit lied op? Wat herken je en wat niet? Maar vooral is het goed, denk ik, om gewoon maar te luisteren.
Niet teveel (zelf) te zeggen.
Je te laten meenemen.
Te kijken.
Op den duur heb je zelf geen woorden meer.
Dan heb je woorden van de overkant nodig.
Godswoorden.
Psalm 73 is geen makkelijk lied. Het lied hoort thuis in de wijsheidsliteratuur. Het gaat om diepe levens- en geloofservaring. Door de loop van de eeuwen heen hebben talloze gelovigen zich getroost en gesteund geweten door dit lied. Als je wordt stil gezet: als de dood eraan komt, als je wordt geconfronteerd met grenzen, met ellende of pijn. ‘Al bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam…’ (26). Hier is iemand aan het woord die eraan gaat. Die de grond onder de voeten verliest. Je voelt de worsteling van deze gelovige. Het maakt niet uit dat het een eeuwenoud lied is. Het is zo echt, dat dat er niet toe doet.
Toch is het belangrijk om scherper te luisteren. Ik denk dat we moeten oppassen om onszelf te snel, te makkelijk, te verplaatsen in dit lied.
Gelovigen grijpen naar dit lied als ze in de knel komen in/met hun leven.
Maar hier is iemand aan het woord die vooral in de knel komt met Gód.
Kijk maar. Het begint met een geloofsuitspraak: God is goed voor wie zuiver is van hart (1). En met die belijdenis eindigt het lied ook: God ís de rots van mijn bestaan, mijn toevlucht vínd ik bij God (26 en 28). En daartussen, als het ware tussen de regels door, gebeurt het in dit lied.
God is goed voor Israël, voor wie zuiver van hart is: dat is het punt waar het om gaat. Dát is het geloofsvertrouwen van Israël. Zo heeft God het steeds meegegeven aan zijn volk. Als je bij Mij blijft met je hart, bij mijn wetten en instellingen, dan gaat het je goed – heeft God altijd voorgehouden (refrein in Deuteronomium).
Maar het klopt niet. Met dit lied zijn we in het deel van de Psalmen dat gaat over de ballingschap; het oordeel van God over Israël (74, 78, 79). (Dat roept wat dat betreft wat vragen op over dít lied omdat er gesproken wordt over het heiligdom van God – vers 17 – maar dat laat ik nu even liggen). Zou het kunnen zijn dat de dichter in de tijd voorafgaand aan die ballingschap leefde? Hij heeft het erover dat mensen God negeren, een grote bek opzetten en totaal ikgericht leven (3-9) – en daarin gehoor vinden (vers 10), blijkbaar onder gelovigen. Terwijl de dichter zelf een rechtvaardige is (vers 13). Al deze mensen gaat het voor de wind (3b) terwijl de gelovige zelf elke dag word geterroriseerd (14). Wat is God aan het doen? Wat heeft het voor zin God te vertrouwen? Wat maakt het uit? Het loopt uit op de ballingschap. Op de (geestelijke) dood.
Ik denk dat dat een vraag is die wij weldegelijk herkennen. Je bent misschien christelijk opgevoed maar vroeg of laat vraag je je af: waarom zou je geloven? Je ziet mensen om je heen die prima mensen zijn. Je ongelovige collega is door – en door eerlijk. Je niet-gelovige vrienden geven je adviezen waar je veel aan hebt. Het klimaat van vandaag voelt aan alsof God niet echt past in ons leven van iedere dag. Of het diepe gevoel naar wat de zin van je leven is. Het kan je ineens overvallen. Vooral als je wordt stilgezet. Je leven loopt dood. We worden er in onze gemeente hard mee geconfronteerd. Wat is de zin ervan?
Voor de gelovige van lied 73 is het een kwelling. Wat doet God? Waarom? Waarom gaat God deze weg met Robert en Laura? Waarom konden wij vorige week in de dienst hartelijk danken voor de genezing van de een en moesten we bidden om draagkracht voor het sterven voor de ander? Wat is dit voor een beleid? En zulke vragen heb jij ook. Vroeg of laat komt het op je af.
Ja, en dan wat? Hoe dan verder?
Het keerpunt van het lied is vers 17. Nu krijgt de dichter van de psalm een ingeving. Zag hij een visioen of hoorde hij een stem? In ieder geval bracht het zijn-bij-God (tempel, vers 17) hem verder.
Blijkbaar gaat het niet om de ervaring die hij krijgt. Maar om de uitkomst daarvan. De gelovige kijkt naar het einde. Het levenseinde. levensgevaarlijk is de situatie van de grote-bekken-mens, de dikke-Ik-mens. Ineens zijn ze weg. Dat is het oordeel van God. Niets blijft er over. Een nachtmerrie (18-20). Maar van zichzelf ontdekt de dichter: God laat mij nooit los. Dat heeft hij blijkbaar gezien. En dat is zo bijzonder: het Oude Testament is helemaal niet zo sprekerig over de hemel. Maar juist in de diepe, worstel- levenservaringliederen knált het er ineens uit (Psalm 16, 49, 73).
Luister goed gemeente. Dat hebben we op twee manieren nodig.
We zien het allereerst pas scherp als je ontdekt: het gaat hier om je levenseinde. Het is niet: de een staat onder druk en de ander komt vroeg of laat om. Íeder mens sterft. Hoe sterf je? Dát is het punt. Wij denken: eerst doe je dit en dat, en zus en zo ziet je leven eruit en dan… als je alles hebt gehad: dan is daar de hemel (hopelijk/wie weet). Psalm 73 zegt: denk, leef vanuit het einde. En kijk zo naar je leven. Want bij het einde heb jij het helemaal niet meer in de hand. Dan heb je niets aan een grote mond. Dan heb je niets aan je geweldige prestaties. Dan moet je alles loslaten. En dan komt het erop aan dat je opgevangen wordt. Dan moet je je eer niet langer van mensen krijgen maar van God (24b). Dan moet Híj jou een positie geven en leven. Dat einde is een nieuw begin dat helemaal in Gods handen ligt.
Gemeente: vanmorgen is Robert gestorven. Op de opstandingsdag van de Heer.
Robert heeft gestreden. Zijn innerlijke strijd. Tegen de ongelovige Thomas in hem zelf. Zijn strijd: God, waarom nú? En hoe verder met Laura, hoe is het voor (groot)ouders en mijn broer? Ja: en is God betrouwbaar zegt de Psalm…. Maar hoe zit het met zijn bestaan?
Robert hield humor. Ze konden daar boven wel een ingenieur gebruiken want sommige hemelse dingen hadden toch weinig logica… Robert hield belangstelling voor mensen om hem heen.
Robert heeft getuigd. Laten we zo naar hem kijken. God hoeft zich niet te bewijzen. Daar ergens begint het. Leg je strijd en je zorg maar neer. Leg jezelf maar neer. Vooral in Roberts lijfspreuk: een mens stippelt zijn weg uit, de HEER bepaalt de richting die hij gaat (Spreuken 16:9).
Gemeente: hoe denken wij aan Robert? Wat roept zijn sterven bij ons op? Robert staat midden in onze gemeente. We zijn jong. We kunnen zoveel.
Gemeente: laten we met ons verdriet en onze vragen dicht bij dit lied blijven. Denk vanuit je einde. Dat is het tweede waar we goed op moeten letten. In het Nieuwe Testament is je einde helemaal niet dat je sterft. Je einde en je nieuwe begin is dat je in Jezus gelooft. Wie in hem leeft, ís al kopje onder gegaan, gestorven (Romeinen 6). Met hem gekruisigd. We vieren straks dat we leven krijgen van hem; hij heeft ons leven overgenomen (avondmaal).
Ieder die straks opstaat van z’n zitplaats om avondmaal te vieren is dead man walking. Geef jezelf aan hem. Leef vanuit Jezus. De Heer zegt: kom naar mij met al je moeite, last en pijn (Matteus 11). Jézus is Gods nieuwe begin.
In het bijzonder wil ik dat zeggen tegen ieder die kapot is van verdriet. Laten we deze dagen, gemeente, een zijn in volhardend gebed voor Laura. Haar op onze (gebeds)handen dragen. Hun ouders, familie. De Heer draagt je leven. Hij laat niet los.
Ik wil het ook zeggen tegen de groep belijdeniscatechisanten die hier zit en vandaag voor het eerst avondmaal viert. Welkom. Wat ontzettend fijn dat jullie er zijn. Tijdens de schitterende Pinksterdienst op het Waterplein maakte je de belangrijkste keuze van je leven. Je viert straks het belangrijkste feest dat er is. Ik ben het brood dat leven geeft, zegt de Heer.
Afgelopen woensdag hebben we dit feest bij Robert en Laura thuis gevierd. De goedheid van God proeven en zien voordat je gaat. Robert en Laura hebben het zo ontvangen. Deze weg was zo slecht. Is zo erg. Maar Jezus wint. En dan wij met hem.
Daarom moeten wij elkaar vandaag niet alleen condoleren, huilen en kapot zijn. We moeten ook feliciteren – al gaat het tegen alles in je in. Gefeliciteerd Robert: je maakte de juist keuze en hield daarin vast, door je strijd heen. Ontvang Gods rust. Gefeliciteerd Laura: je hield je man vast tot het einde. Je hield je belofte en stond met hem open voor Gods woorden en belofte. Gefeliciteerd gemeente: dat je Jezus kent en belijdt. Dat je zijn lichaam en bloed eet als medicijn in leven en sterven. We leven vanuit Gods nieuwe begin.
—
Zie serie preken over de Psalmen in seizoen 2016/7.
voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Opw. 599 Nog voordat je bestond
zaligsprekingen
PvN 130 uit de diepten
Gebed
opw 355 U die mij geschapen hebt
Kids en mini’s: E&R 243 Vertel het aan de mensen
PvN 42/3 (ter inleiding op lezing)
Lezing Psalm 73 (NBV)
Psalm 73: 10 en 11 (zingen)
Verkondiging Leef vanuit Gods nieuwe begin
Opw 192 Ik kom in uw heiligdom binnen
Opw 618 Jezus, hoop van de volken
Afkondigingen kerkenraad
Opw.616: Houd me dicht bij u
Dankgebed en voorbede
Collecte
Viering avondmaal (gaande, formulier 3: we komen als zieken naar hem die geneest)
Nicea
GK 125: 1 t/m 6 tijdens de viering
Zegen
Verdere ontmoeting