Op zoek naar een Bijbelse spiritualiteit van leven met Jezus
Handout bij Romeinen 6:1-14 en HC 17, 22 en 44
1 Christus leeft…in ons.
Onze cultuur is dubbel als het gaat over de opstanding van Christus en eeuwig leven (vorige leerdiensten). Nu is ieder mens allereerst zelf verantwoordelijk om een antwoord te geven als het gaat om wie God is en wat Hij doet. Toch is het zaak om ook eerlijk te kijken naar ons eigen, christelijke leven. Kunnen anderen aan ons zien/merken dat Jezus leeft? Het tweede antwoord van HC 17 zet de boel op scherp. Na de opstanding van Christus gaat het over onze opstanding in en met hem. Het nieuwe leven van christenen is de proef op de som van Golgota en Pasen. We kunnen wel discussiëren over opstanding en eeuwig leven, maar: is het nieuwe leven in Jezus’ naam begonnen in de gemeente, voor/in jou?
2 Wie is baas in je leven (Romeinen 6)?
Romeinen wijst de weg van nieuw leven in Jezus. Om Paulus goed te volgen, moet je je verplaatsen in de christenen van toen. Zij vielen tussen wal en schip. Enerzijds hoorden ze niet meer bij ‘meneer zonde’; ze zijn geen heiden (niet-Jood) meer (6:1). Aan de andere kant heeft God ook de wet als redmiddel van de zonde buiten werking gesteld (3:21). Waar moeten zij nu naartoe? Christus is ‘de derde weg’! In zijn dood ben je gedoopt (6:3) en krijg je de belofte van een leven dat aan het zijne gelijk is (6:4-10). Het nieuwe leven waarover Romeinen 6:4 spreekt slaat op het toekomstige leven dat, tegelijk, in Jezus al bestaat en je gegeven wordt. Vers 11-14 zijn allemaal aansporingen om in dit leven Christus te volgen. Zo wordt onderstreept dat sterven met Christus aan je zonden geen vergissing is. De weg die Jezus ging, is ook de onze (Matteüs 16:24). Dat is de weg van opstanding; highway to heaven.
3 Gezonde, bijbelse spiritualiteit.
Het is belangrijk apart stil te staan bij de bijbelse spiritualiteit van sterven en opstaan. Verwacht de Catechismus niet te weinig omdat het steeds gaat over een ‘begin’ (Zondag 22). Nog sterker komt dit terug in Zondag 44 (‘hooguit een klein begin…’).
Daarover zijn de volgende twee dingen te zeggen:
3.1 Cultuur. In onze cultuur domineert het ‘hier en nu’ met nadruk op zelfontplooiing en maakbaarheid. Rockband Queen zegt waar het op staat: I want it all I want it now (1989). In die setting staat ‘(klein) begin’ zonder meer onder druk. De kerk schuift mee met de cultuur op omdat zij midden in haar tijd leeft. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de bekende schoolcatechismus die kinderen jarenlang uit hun hoofd moesten leren. Die catechismus zei eerst dat wij op aarde zijn
‘om God te dienen en daardoor hiernamaals gelukkig te zijn’.
Vanaf 1948 was het antwoord op de vraag waartoe wij op aarde zijn:
‘om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn’.
Hoe zit dat onder christenen van nu? Er wordt wel eens gezegd dat door de invloed van theologen (als N.T. Wright) de nadruk op het heden komt te liggen. Dat is een onterecht verwijt. Wel kan er een vruchtbare bodem onder christenen zijn waardoor zij vatbaar zijn om op te gaan in het ‘hier en nu’ en/of zich te verliezen in de tijdgeest van zelfontplooiing.
3.2 Gods pedagodie. De bijbelse spiritualiteit kent:
a/ Diepe, blijvende verwondering over Gods werk in dode (Romeinen 6!) mensen. Hoe groot is God! Alleen zo blijf je weg bij (begrijpelijke) teleurstelling/verbittering of dwanggeloof.
b/ Je leeft als Gods getuige: God verlost niet buiten je om (Zondag 44, antwoord 115). Even hard als ‘(klein) begin’ is daarom te zeggen: verwacht veel van God; misbruik ‘klein begin’ niet om Gods genade te dwarsbomen (Romeinen 6/Galaten 5.
c/ Hoop. Als God aan iets begint, zal Hij het voltooien (Filippenzen 1:6).
Themadiensten opstanding (Zondag 17 Catechismus) begin 2016
Hij is opgestaan, over de relatie Goede Vrijdag – Pasen en apologetiek.
Opstanding in heerlijkheid, over de hemel en opstaan in eeuwig leven.
Nieuw leven is begonnen. Domineert ook onder christenen het hier-en-nu? Hoe voedt God ons op?