Vandaag is het Eeuwigheidszondag. De laatste zondag van het kerkelijke jaar. We staan stil bij ‘de mensen die we missen’ (Sela). Zie de liturgie onderaan de preektekst voor de vormgeving. De preek gaat over delen uit Jesaja 40 en een vers uit Filippenzen 1.
1 God troost je.
Gemeente van onze gestorven en opgestane Heer Jezus Christus
Heb jij zojuist een kaars aangestoken? Voor wie? Kwam je liever niet naar voren maar heb je in je hart wel aan iemand gedacht tijdens
het zingen van ‘De mensen die we missen’ (Sela)?
Sterfelijk.
Vandaag sluiten we het kerkelijke jaar af. Het is Eeuwigheidszondag. We staan stil bij de tijdelijkheid van ons bestaan. Jesaja zegt dat wij, mensen, ‘als gras’ zijn (Jesaja 40). Als ‘een bloem’ in het veld:
Het gras verdort en de bloem verwelkt
wanneer de adem van de Heer erover blaast
(Jesaja 40:7).
De Bijbel herinnert ons regelmatig aan deze werkelijkheid (o.a. Psalm 90 en 103, 1 Petrus 1:24). Het is blijkbaar van belang. Zomaar vergeet je dat je een mens bent, sterfelijk. Je gaat op in de waan van de dag. Of je denkt dat sterven niet op jou van toepassing is. Doodgaan is iets voor later. Voor oude of zieke mensen ofzo. Maar niemand kent zijn/haar uur. Vandaag zie je dat.

‘De mensen die we missen’, ‘de heiligen ons voorgegaan’ (Kandelaarkerk, Eeuwigheidszondag 2024)
En afgelopen dinsdag hebben jullie, jongeren, stilgestaan bij hemels leven. Goed en belangrijk. Ga voor de levende God staan. De HEER die ‘een eeuwige God’ is (Jesaja 40:28). ‘Hij alleen is onsterfelijk en woont in een ontoegankelijk licht…. Aan Hem zij de eer en de eeuwige kracht’ (1 Timoteüs 6:16).
Als Jesaja het heeft over sterfelijk gras en een verwelkte bloem gaat het in de eerste plaats over de ballingschap. Het volk is uit het eens beloofde land Kanaän gedeporteerd. Gods plannen zijn vastgelopen. Het volk is niet langer vrij maar is tot slaaf gemaakt. Ze realiseren zich dat ze uit zichzelf geen perspectief meer hebben. God zet hun hun zonden betaald (Jesaja 40:2) – en dan ga je eraan (Psalm 90).
Gezien.
Maar God slaat een nieuwe bladzijde om. ‘Troost, troost, mijn volk’. Zo begint Jesaja 40. Die troost staat vandaag centraal. De Eeuwige buigt zich voorover. Hij ziet je verdriet. Je pijn. Je gemis. Je tranen. Je teleurstelling. Je wanhoop.
Verderop in Jesaja 40 – lees het vandaag eens helemaal door – wordt duidelijk dat de Almachtige zich ontfermt over alles en allen. Gods volk was al klein/nietig in vergelijking met andere grootmachten. En nu is het helemaal gemarginaliseerd. Toch windt God zich erover op dat zijn mensen denken dat Hij hen niet ziet (Jesaja 40:27). Het tegendeel is waar. Ze hebben Gods persoonlijke aandacht.
Weet dat dit vandaag ook voor jou geldt. Of je nu in God gelooft of niet. Of je verdriet algemeen bekend is of alleen maar bij jou. De Eeuwige weet het. Hij kent je en draagt in Jezus ook jouw leven.
2 Leven en sterven met Christus.
…: bedankt dat je een paar jaar geleden aandacht hebt gevraagd voor deze vorm en inhoud rond Eeuwigheidszondag. Het is, zoals je net vertelde, inmiddels ingeburgerd in onze gemeente. … merkte op dat we ook kaarsen kunnen aansteken voor zoveel doden wereldwijd. Inderdaad. Verdriet en gemis is niet (alleen) ‘privé’. We zijn kerk in Gods wereld. Ook op Eeuwigheidszondag. Denk aan die tienduizenden Palestijnen die omkwamen in gruwelijk, disproportioneel geweld. Israëliërs die nog radeloos zijn vanwege het verlies bij de terreurdaad van 7 oktober 2023. Libanezen die dood gebombardeerd werden. Blijvende ellende in Oekraïne. En er is zoveel meer. Gods wereld is kapot. Heb jij een kaars voor deze mensen opgestoken toen je naar voren kwam? Al deze mensen zijn bij God bekend. Op een dag zal Hij als Rechter vonnis vellen. Wie degenen die terreur, wraak en mateloos geweld voor die dag niet hebben afgezworen. Maar laat God vandaag ook als Redder en Trooster gevonden worden. Bid, gemeente, en raak niet afgestompt als dit nieuws steeds weer op je afkomt. Misschien kun je hierin zelfs iets voor anderen betekenen.
Golgota en Pasen.
Maar wat betekent de troost die God geeft? Wat heeft Gods volk eraan dat Hij hun ellende ziet? In die tijd betekende troost dat er herstel komt. Een einde aan de ballingschap. Terug naar het beloofde land. Ezechiël noemt dat ‘opstanding uit de dood’ (Ezechiël 37).[i] Maar daarbij is God niet blijven staan. In Jezus wordt de eeuwige God (Jesaja) zelf een sterfelijk mens (1 Timoteüs 3:16). Zo keert God alles om. De krachtige dood wordt op zijn eigen terrein verslagen. Dit grote geheim van het geloof hoor je terug in de opmerking van Paulus:
Voor mij is leven Christus en sterven winst
(Filippenzen 1:21).
Hoor je dat? Wat wonderlijk. Paulus zegt niet dat hij graag naar de hemel wil. En dat heeft betekenis. Hemels leven is al begonnen toen Jezus zijn laatste adem uitblies op Golgota. En het is ook niet zo dat Paulus graag wil sterven – al houdt hij er rekening mee omdat hij in de gevangenis zit (en de Romeinen niet op een mannetje meer of minder kijken). In Paulus’ brieven lees je zijn vuur om het evangelie verder te brengen in de wereld (Galaten). Maar zijn perspectief is anders. Vanwege Golgota en Pasen. En dat perspectief helpt vandaag. Paulus heeft het over zijn leven dat hij Christus noemt (cf. Galaten 2:20[ii]). En sterven staat in deze lijn. Sterven is ‘bij Christus zijn’ (Filippenzen 1:23). En dat is het beste. Hoor je dit?
Bij Christus zijn. God heeft de zaken fundamenteel omgedraaid. Eerst was de dood een poort naar een plek waar geen leven, geen hoop en perspectief meer was. Dat lees je vaak in het Oude Testament. Machthebber ‘Dood’ is de Baas (Psalm 49).[iii] Als de Dood komt houdt alles op. Maar dan verschijnt God op het toneel in de nederige Jezus van Nazaret. En hij treedt deze machthebber tegemoet. Eerst door doden op te wekken (Matteüs 9:18-34).[iv] Uiteindelijk zelfs door ‘in het hol van de leeuw’ te komen, op Golgota. Zo wint Jezus. Hij is Heer. Hij is het leven. Bij hem zijn is winst. Daarvan getuigt Paulus in Filippenzen 1. Een heel nieuwe kijk op de zaak.
Eeuwige kracht.
Kun je dit leven merken? Lang niet altijd. Sterven is en blijft pijnlijk voor wie achterblijft. Taai om daarmee om te gaan … (persoonlijk). Trouwens; Paulus die in de brief aan de Filippenzen zo ‘verheven’ van sterven spreekt kan ook behoorlijk in de piepzak zitten in doodsgevaar (2 Korintiërs 1:8-10). De dood is de laatste vijand die definitief overwonnen moet en zal worden (1 Korintiërs 15:26). Het blijven ‘de mensen die we missen’. God zal de tranen afwissen in ‘de eeuw die komt’ (Nicea, Openbaring 21:4).
En toch is er soms wel iets. Toen wij aan het sterfbed van onze moeder stonden zijn we op den duur gaan zingen. Onder andere Loof de Koning heel mijn wezen (Liedboek 103c). Dat lied is een bewerking van Psalm 103 en ligt dicht tegen Jesaja 40 aan. Een lied over ons sterfelijk bestaan. Een lied over de goddelijke held die leven is voor al zijn mensen. Die woorden zijn dan zo waar. Op zo’n moment als de dood er (bijna) is voelen ze aan als ‘meer waar dan wat ook’.
Herken je dat? Het valt me op dat het regelmatig gebeurt dat mensen na een begrafenis(dienst) zeggen: ‘ik geloof niet in God maar wat jullie hebben is wel bijzonder’. Ja, dat is de troost van Jesaja 40. Die merk je. Ik zou dan ook niet zeggen ‘wat wij hebben’ – alsof wij iets ‘hebben’ en anderen niet. Waar het om gaat is dat wij van de Heer zijn. De Heer die leven is. En ik denk dat iedereen dat leven kan voelen, merken en/of onderkennen; Gods eeuwige kracht (Romeinen 1:20). Iedereen. Hoe vaak ik niet gehoord heb dat mensen in tijden van verdriet juist merken dat ze gedragen worden. Er niet alleen voorstaan. Er is werkelijk meer dan jij en ik kunnen zien. En dat is niet voor ‘straks’ (als je sterft). Het is ook niet ‘daar’ (hemel). Het is in de Heer, ‘de eerstgeborene uit de dood’ (Openbaring 1:5).
Zegen.
Ik rond af. We steken kaarsen aan. Het wordt een beetje licht. Gods nieuwe dag is begonnen. Leef je leven, gemeente. Dank God voor elke dag. Weet dat Hij je hart kent, zoals je hier vanmorgen bent. Leef je leven met Christus. Wees in zijn naam gezegend en leef tot een zegen voor wie hij op jouw pad plaatst.
===============================
[i] Zie preek Goede Vrijdag over Ezechiël 37 en preek Pasen over Ezechiël 37 (en resp. Matteüs 27 en 28).
[ii] Zie preek Galaten 2:19 en 20.
[iii] Zie Laat je niet te grazen nemen, Preek Psalm 49.
[iv] Zie preek Ook de Dood wordt een halt toegeroepen. Preek Matteüs 9.
Voorbeeldliturgie
Welkom en afkondigingen kerkenraad
Votum (GK) en
groet (Openbaring 1, eerstgeborene uit de dood)
Amen (GK)
DNP Psalm 138:1 en 3 Ik loof, U, HEER
GK 176b Wij kiezen voor de vrijheid (geboden)
Gebed
Kinderen naar voren
Heer, U kent me als geen ander, opw. kids 172
Kinderen blijven nog even zitten. Ze zijn erbij als de kaarsen worden aangestoken
Vers uit Filippenzen 4 over Gods vrede
Gedicht (gemeentelid)
… (gemeentelid) over Eeuwigheidszondag
De mensen die we missen (Sela). Terwijl dit lied (in herhaling) wordt gezongen lopen gemeenteleden naar voren en steken een kaars aan
Gebed
Kinderen naar kring
Jesaja 40:1-8 Troost, troost mijn volk (voorlezer)
LB 90a:1,3,5 en 6 O God die droeg
Filippenzen 1:21 (voorlezer) Want voor mij is leven…
Verkondiging
GK 113:1,2 en 4 Alle mensen moeten sterven
Geloofsbelijdenis Nicea
Dankgebed en voorbede
Collecte en kinderen komen terug
Opw. 770 Ik zal er zijn (Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam)
Zegen
Amen (GK)
Verdere ontmoeting
=== einde ===