Als de dood komt houdt alles op. Dat merk je aan een hooggeplaatst man; Jaïrus. Hij smeekt Jezus om het leven van zijn dochter. Terwijl ze op weg zijn naar Jaïrus’ huis, komt er iemand tussendoor. Een vrouw die niet echt aan leven toekomt. Jezus treedt helend en genezend op. Tot over de grens van de dood. Wat betekent dit onvoorstelbare evangelie?
Je kunt de preek beluisteren via mijn podcast. Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst. (In voetnoot xvi aandacht voor twee bijzonderheden in de tekst). Deze preek vormt een tweeluik met Jezus’ volmacht om zonden te vergeven (Matteüs 9:1-8).
Gemeente van de Heer
1 Een uitzonderlijk groot wonder.
Als de dood komt houdt alles op. Dat merk je als je iemand verliest van wie je houdt. Je partner, een vriend(in), je ouder(s) of je kind. Je voelt dat als je zelf ernstig ziek wordt of in een levensbedreigende situatie terecht komt. Wij, mensen, zijn sterfelijk. De Bijbel noemt de dood een vijand; de laatste vijand die vernietigd zal worden (1 Korintiërs 15:26 en 51-57, zie Psalm 110).[i]
Groot geloof.
Hoe vreselijk de dood is lees je in Matteüs 9. Jaïrus heeft een belangrijke functie in de synagoge maar hij vergeet zijn stand-verschil met die ‘gewone’ Jezus uit dat nietszeggende Kafarnaüm.[ii] Hij gooit
zich voor Jezus neer. Je voelt zijn paniek. Zijn dochter is (bijna) gestorven.[iii] Stel je voor. Dat meisje moet nog aan haar leven beginnen. De machtige dood terroriseert een heel gezin.
Jaïrus legt zich er niet bij neer. Een handgebaar van Jezus zal leven geven, zo is zijn verwachting. Wat heeft deze man een groot geloof (cf. Matteüs 8:10).[iv] Het gaat hier naar een grens. Want wonderen had Jezus gedaan (Matteüs 4 en 8).[v] Maar een dode opwekken…. Zelfs in de geschiedenis vol wonderen van Israël is dat zeer uitzonderlijk.[vi] Maar Jaïrus bedenkt zich niet en smeekt Jezus.
2 De bruidegom die geluk geeft en de arts die geneest.
Je houdt je adem in. Hoe gaat dit aflopen? Maar terwijl het zo spannend wordt, komt er wat tussendoor.[vii] Een verhaal van vrouw die twaalf jaar lang aan bloedverlies lijdt. Zij raakt Jezus zo voorzichtig mogelijk aan. Ze wil blijkbaar geen aandacht trekken. Ook zij heeft een groot geloof. Als ze Jezus maar aanraakt, zal het in orde komen – zo is haar verwachting. Maar Jezus stopt. Hij draait zich om. Hij laat dit moment niet passeren. Hij ziet deze vrouw. Hij bemoedigt haar. Hij spreekt haar net zo toe als de verlamde man; houd moed, mijn dochter, uw geloof heeft u gered (zie Matteüs 9:2 en 22).[viii] Voor Jezus kan dit ‘oponthoud’ blijkbaar. Straks zal hij de dood ‘slaap’ noemen. Jaïrus(’ dochter) moet nog even wachten, ‘verder slapen’. Eerst deze vrouw. Zij krijgt haar leven terug. Onrein was ze door haar constante bloedverlies. Dat betekende in die tijd afstand tot God en haar medemens.[ix] Geen seksuele omgang met haar man. Geen kinderen krijgen. Deze vrouw was niet dood zoals Jaïrus’ dochter. Maar echt aan het leven was zij ook niet. Haar genezing geeft haar haar leven terug. Jezus markeert het moment. Wat hij deze vrouw geeft, verschilt voor hem blijkbaar niet zoveel met wat hij Jaïrus(’dochter) gaat geven. Jezus is de bruidegom (Matteüs 9:15) die ‘de bruid’, Gods volk, gelukkig maakt.
Heer en meester.
Dan komt Jezus eindelijk aan bij Jaïrus’ huis. Kijk goed naar wat Jezus doet. Jezus’ werkwijze laat zien dat hij de situatie totaal be-heer-st:
- Het eerste wat Jezus doet is de rouw stoppen. Hij stuurt de klaagvrouwen weg (Psalm 30).
- Daarna stelt Jezus als een arts (Matteüs 9:12[x]) de diagnose: ze is niet gestorven, ze slaapt. Nee, Jezus. Ontkenning hoort bij iets dat niet te verwerken is. Maar ze is echt dood. Belachelijk wat Jezus zegt (Matteüs 9:24b). Maar Jezus reageert niet op deze spot, op dit ongeloof.
- Jezus zet door. Hij stapt het van rouw leeggemaakte huis in. Het is nu tussen de dood en Jezus. Het is nu Jezus en het leven.
- Jezus pakt de hand van het meisje vast. Het meisje staat op.
Ze staat op! De machtige dood moet z’n prooi laten gaan. Het meisje leeft. Zij kan verder . Ze heeft een toekomst. Misschien trouwt ze later. Krijgt ze kinderen. Als ze een jongetje krijgt, zou ze die vernoemen naar haar redder? Een heel gezin is gered van blijvende ellende.
Nog nooit is God zo verschenen.
Wat hier gebeurt is ongehoord. Na eerdere genezingen waren de mensen al onder de indruk. En na de Bergrede was men perplex (Matteüs 8:28).[xi] Maar na dit wonder en een paar andere, grote wonderen klinkt een nieuwe toon. Men erkent Gods bijzondere aanwezigheid in Jezus: ‘nog nooit is Hij (God) zo in Israël verschenen’ (Matteüs 9:33).[xii] Grote wonderen kende Gods volk wel uit hun geschiedenis. God is immers machtig. Maar wat en vooral hoe Jezus doet…. Demonen uitdrijven, een dode opwekken, zonde vergeven. Door een aanraking. Door één woord. En niet ‘namens’ iemand (God) maar in eigen kracht.[xiii]
Wat is men in deze reactie dicht bij het vuur (Matteüs 1:23).[xiv] Meteen komt er dan ook een forse tegenreactie. De Farizeeën zeggen dat Jezus dit niet namens God maar namens de vost der duisternis doet (Matteüs 9:34). Deze reactie verraadt blinde paniek. Jezus’ tegenstanders voelen aan dat Jezus hun aan alle kanten overstijgt. Smerige verwijten, lastertaal is het enige dat dan nog overblijft. Matteüs noteert hier geen reactie van Jezus op deze taal. Later wel (Matteüs 12).[xv] Jezus laat hier allereerst zien dat hij overal boven staan. Hij is de arts die geneest. Hij is de bruidegom die geluk geeft. Jezus straalt je tegemoet.[xvi]
3 Koning Zonde en heerser Dood gaan eraan.
Gemeente, wat betekent dit opvallende Bijbelgedeelte? Het betekent niet dat christenen laconiek (kunnen) doen over de dood (‘het is maar “slapen”’). Ik kom daar straks op terug.
Dood en Zonde: een gruwelijk duo (Romeinen 5).
Het is eerst zaak om te zien wat er gebeurt. Dit grote wonder maakt onderdeel uit van een eindeloze rij wonderen die Jezus verricht (Matteüs 4 en 8).[xvii] Jezus heeft oneindige macht. Onreinen worden rein. Zieken genezen. Demonen worden uitgedreven. Jezus stilt de storm op het meer. Jezus vergeeft zelfs zonden en hij laat een dode opstaan!
Vooral die laatste twee (zonde en dood) zijn Bijbels gezien opvallend. Dit ziet vooruit naar Golgota en Pasen waarin Jezus de (zonde)dood sterft en de dood van binnenuit overwint.[xviii] Paulus spreekt in zijn brief aan de Romeinen over de Zonde en Dood alsof het personen zijn; heersers van een rijk (Romeinen 5).[xix]
- ‘Heersers’ Zonde en Dood hebben het voor het zeggen (Romeinen 5).
Altijd hebben zij het voor het zeggen gehad. De dochter van Jaïrus had geen schijn van kans. Zij staat in de eindeloze rij die in het Oude Testament zo vaak opgesomd wordt. Mensen leven en komen aan hun einde. Zo zal het jou en mij ook vergaan. En de verlamde man, de vrouw die aan bloedverlies lijdt, de (door demonen) bezeten mensen, maar denk ook aan onmacht of onwil om het goede te doen; het laat allemaal zien hoe sterk en machtig Zonde is.[xx] Zo is het altijd geweest. En zo zal het altijd gaan. Koning Zonde. Koning Dood. Een afgrijselijk duo dat de mensheid in z’n greep heeft.
Jezus is Heer!
En nu komt Jezus. Koning van het hemelse koninkrijk (Matteüs 4:17). Hij spreekt en mensen genezen. Is hij een wonderdoener? Luister goed: Jezus spreekt en vergeeft zonden. Ongehoord! Jezus raakt aan en de dood moet loslaten. Ongezien! Koning Zonde en Heer Dood worden aangepakt. Altijd heersende krachten en machten moeten het afleggen tegen Jezus van Kafarnaüm.
Dat is het opmerkelijke van Matteüs 9. Er komt een nieuwe tijd. De meest ‘gedurfde’ profetische vergezichten beginnen een beetje werkelijkheid te worden (Jesaja 25, Ezechiël 37, Daniël). Mensen voelen dat aan: ‘nog nooit is Hij zo in Israël verschenen’. Onverklaarbaar. Onvoorstelbaar. Wie is Jezus toch (Matteüs 8:27)?
4 Heer van het LEVEN.
Gemeente, kijk naar Jezus. Doe als Jaïrus en die vrouw uit Matteüs 9: stel je vertrouwen steeds op Jezus. In alles. En wat zegt Matteüs 9 nog meer?
Leven dat komt (Nicea).
Allereerst dat we ons realiseren dat we horen bij de Heer van het LEVEN. Wat niemand van ons kan en mag zeggen als de dood komt (‘slaap’) zegt Jezus wel. Zo laat Jezus ons hopen op de dag dat alle doden uit hun graf zullen opstaan om de rechter en redder te ontmoeten (Johannes 5).[xxi] Niet langer hebben Zonde en Dood het laatste woord. Jezus is Heer (Romeinen 6). ‘Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de eeuw die komt’ (Nicea). Ongehoord. Inderdaad. Te groots om te bevatten. Als de dood definitief onttroond zal worden (1 Korintiërs 15:26) zal de reactie van allen die daarvan getuigen zijn nog intenser zijn dan ‘nog nooit is Hij zo verschenen’ (Matteüs 9:33). Maar zo zal het zijn. Want zo spreekt en doet de Heer (Romeinen 4:17).
Leven en sterven als gemeente van Jezus.
Soms komt de dood dichtbij. Dan bidden we de Heer. Hij kan wonderen doen. Soms ‘kan’ of ‘mag’ het, menselijkerwijs gesproken, niet dat iemand overlijdt. We bidden de Heer. We bidden in hetzelfde geloof als Jaïrus. Als de dood (toch) komt klinken de rouw- en klaagpsalmen. Er is rouw en verdriet. En we kennen hem die de dood versloeg. Troost elkaar. Niet door menselijke dingen te zeggen maar troost elkaar in zijn kracht (1 Tessalonicenzen 4).
Ik denk ook aan de manier waarop wij als gemeente stilstaan bij overlijden. Dat – als het even kan – de kring/wijkouderling naar voren komt voorafgaand aan de eredienst. Je bent stil met elkaar. Je staat op. Je zingt. Meestal een lied door familie of vrienden opgegeven. Je bidt met elkaar. Je staat stil bij het leven van het overleden gemeentelid. We spreken ons geloof in de opstanding uit. Recent geven we ook meer invulling aan eeuwigheidszondag.[xxii] Het is goed en belangrijk om dit te doen, gemeente. De wereld gaat meestal weer snel verder als de dood komt. Want alles is toch voorbij. Je kijkt weer snel naar het ‘heden’. In de kerk sta je stil. En je kijkt op naar de Heer van het leven.
(Vrijwilligers)werk: zorg, verpleging en hospice.
Tot slot denk ik aan jullie en jullie (vrijwilligers)werk, gemeente. Velen van jullie werken in de zorg, de verpleging of in het hospice.
Je komt steeds in de situaties waar Matteüs 9 over vertelt. In contact met mensen die ziek zijn. Mensen die (gaan) overlijden. Wat belangrijk dat er op al die plekken mensen zijn die hun (vrijwilligers)werk goed en toegewijd doen. Wat gaat daar veel vanuit. Zorg, een goede sfeer, dat je mensen (aan)ziet en goed voor ze bent. En voordat je het weet gaat het, als vanzelfsprekend, over de dingen van het leven. Ook over je geloof. En dan ben je daar niet om te ‘evangeliseren’. Maar je getuigt. Door je inzet en toewijding. Door te vertellen van de hoop die je hebt (1 Petrus 3:15). Hierin volg je Jezus en draag je bij aan de komst van zijn stralende toekomst.
Leef met Jezus.
Ik rond de preek af. Matteüs 9 is een indrukwekkend hoofdstuk. Het gaat daarin over onze twee grootste vijanden; Zonde en Dood. Geen mens heeft het ooit gekund of gedurfd het tegen hen op te nemen. Maar nu verschijnt God (Matteüs 9:33) op het toneel; in Jezus. Hij kiest voor ons. Hij geneest. Vergeeft Zonde. Roept de Dood een halt toe. Zijn naam geprezen. Op naar zijn dag.
Zie Trouw, wijsheid en macht van de Drie-ene God. Inleiding prekenserie Matteüs (2019-2021).
[i] Zie (slot) Preek Psalm 110. Zie ook artikel over sterven en euthanasiebeleid in Nederland.
[ii] Die naam vermeldt Matteüs niet (hij vermeldt ook Maria’s naam niet in Matteüs 26 bij Jezus’ zalving; zie preek over die tekst). Marcus en Lucas vermelden dat hij Jaïrus heet en een belangrijke functie in de synagoge heeft. Over Jezus’ keuze voor Kafarnaüm zie preek slot Matteüs 4.
[iii] Matteüs lijkt het (grote) geloof te benadrukken; Marcus en Lukas zeggen dat ze op sterven ligt (en dat ze, als de stoet onderweg is, overlijdt).
[iv] Zie preek over het geloof van de centurio.
[v] Zie preken bij voetnoot ii en iv.
[vi] Abram heeft dit geloof. Zie preek Genesis 22 (over Abrams proef) en een artikel op basis van die preek. Elia en Elisa verrichtten – in een uitzonderlijke tijd – zo’n wonder. En voor die wonderen kwam heel wat kijken (terwijl Jezus, inderdaad, een handgebaar nodig heeft). Zie vervolg van de preek.
[vii] Marcus en Lukas (zie voetnoot ii) accentueren dit extra; als het meisje nog niet gestorven is maar op sterven ligt, telt elke seconde.
[viii] Ik kies dan ook voor de NBV21 (‘mijn dochter’). Voor de betekenis daarvan zie preek Matteüs 9:1-8 (‘mijn zoon’).
[ix] Zie preek begin Matteüs 8 waarin iemand die een huidziekte heeft wordt genezen.
[x] Zie preek Matteüs 9:9
[xi] Zie preek over het slot van de Bergrede.
[xii] Fraai is de vertaling van Van Bruggen (CNT): ‘Nooit verscheen Hij zo in Israël’. Hij is God (de God van Israël). De NBV21 heeft: ‘Zoiets is in Israël nog nooit gebeurd’. Terecht zegt Van Bruggen dat de uitspraak van de tegenstanders van Jezus zo beter te verstaan is (zie vers 34). Hierbij is ook te denken aan andere teksten uit Matteüs. In Matteüs 9:8 staat dat men God loofde om de macht die Hij aan mensen verleende. Zie preek over die tekst. En denk aan Matteüs 15:31 waar staat dat men na een groot wonder van Jezus ‘hulde bracht aan de God van Israël’. Zie preek over die tekst.
[xiii] Zie preek over Jezus’ wonderen en reactie daarop uit Matteüs 12 en zie preek bij voetnoot viii.
[xiv] Zie Kerstpreek Matteüs 1.
[xv] Zie voor bespreking van dit verwijt en Jezus’ reactie daarop de bij voetnoot xiii genoemde preek over Matteüs 12.
[xvi] Een opvallend element dat ik in de preek verder laat liggen is dat Jezus ‘volgt’. Hij volgt Jaïrus. Dat is opmerkelijk omdat het net is gegaan over navolging: Jezus roept Matteüs om hem te volgen (Matteüs 9:9, zie preek daarover). Jezus volgt wie hem volgt. Beter: het volgen van Jezus is een gevolg van zijn komst op aarde en het feit dat hij je roept. Zo ‘volgt’ Jezus ons tot in de dood – om ons vandaaruit voor te gaan naar het LEVEN. Nog een opvallend punt: voor het eerst wordt Jezus erkend als ‘Zoon van David’ (vers 27, zie Matteüs 1:1).
[xvii] Zie de in de voetnoten hierboven genoemde preken.
[xviii] Dat de dood zondedood is, zie preek Goede Vrijdag over Ezechiël 37 en Matteüs 27.
[xix] Zie ook Kerstpreek Hoe Jezus verlost van zonde. Matteüs 1:21.
[xx] Ziekzijn en sterven zag men als een geestelijke zaak, zie preek Matteüs 8, preek Psalm 88 en preek Psalm 49.
[xxi] Zie Eeuwigheidszondag met Johannes 5.
[xxii] Zie preek bij vorige voetnoot.
Voorbeeldliturgie
Welkom (ouderling van dienst)
Votum en groet
Psalm 96: 1 en 2 GK (Zingt een nieuw lied voor God de HERE – vanwege zijn wonderen (Matteüs 9))
Gods leefregels
GK 165 Machtig God, sterke Rots
Gebed
Kindermoment (o.a. Zomerfeest 2021)
OTH 475 Als je bidt zal Hij je geven
Matteüs 9:18-34 NBV 21. Zie https://bijbel.nbv21.nl/NBV21/MAT.9/Matteüs-9/
Psalm 30 DNP vers 5 U gaf mijn leven nieuwe glans https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-30
Verkondiging Ook koning Dood wordt een halt toegeroepen.
GK 113: 1,2 en 4 Alle mensen moeten sterven
Nicea (geloofsbelijdenis, samen hardop uitspreken (ondersteund door voorzangers)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Toekomst vol van hoop https://www.sela.nl/liederen/190/een-toekomst-vol-van-hoop.html
Zegen
Amen