Adventspreek. Voorbeeldliturgie onder de preektekst.
Gemeente van het mensgeworden Woord van God
1 Wat absurd!
Stel: je gaat naar een feest van je beste vrienden. Je loopt naar binnen en wilt iedereen begroeten, feest vieren, chillen. Op moment dat je binnenkomt draait iedereen zich naar je toe: wie ben jíj!? De sfeer wordt ineens uitermate grimmig. Wat kom jij hier doen!? Oprotten! Je vrienden springen massaal op je af, grijpen je vast, slaan je in elkaar en smijten je het huis uit. De deur gaat met een keiharde knal dicht. Dan wat?
Dit is zo absurd; je kunt je dit niet voorstellen. Raar verhaal, toch? Onmogelijk.
Heb je gelezen wat Johannes zegt? Hij zegt iets dat veel absurder klinkt. En hij zegt dat dat echt gebeurd is. Johannes zegt: in het begin was het Woord; Gόd was het Woord (1:1 vv, vorige week). Álles is door hem ontstaan (1:3). Het Woord was in de wereld – de wereld die door hem is ontstaan – en toch kende de wereld hem niet (vs.10).
Zie je hoeveel verder dit gaat dan vrienden die jou niet herkennen of de deur uitsmijten? Alles bestaat in en om het Woord van God. Alles draait om de glorie en de heerlijkheid van hem. En toen dat Woord mens werd (dat is Kerst)
zei de wereld: oprotten, jij. ‘Aan het kruis. Weg met hem’.
lieten leerlingen hem alleen.
stonden diepgelovige mensen te spotten aan de voet van kruis op Golgota.
Dat is het beeld dat Johannes met korte zinnen schetst in de opening van zijn evangelie. Het evangelie van Johannes is bij uitstek te zien als een prachtig schilderij, een schitterende compositie. En op de achtergrond van dat schilderij drijven geen vrolijke ‘hollandsche’ schapenwolkjes. Daar hangt een inktzwarte onweersbui. Johannes portretteert het drama van een schepping/creatie die haar eigen Maker niet (h)erkent. Het drama van een wereld die haar Heer, door wie en tot wie zij bestaat, volledig afwijst.
Waarom doet Johannes dat? Heb jij een idee?
Creëert hij zo geen zwarte-kousen- en zwarte-koppenkerk? Zo van: we zijn niks, het wordt nooit wat. Zonde en schuld, noem maar op. Nou; het opvallende is dat juist het evangelie van Johannes door de eeuwen heen vaak het meest geliefde, gewaardeerde evangelie is. Een tekst uit dat evangelie hing bijvoorbeeld tot voor kort op een levensgroot billboard, hier langs de snelweg: ‘God heeft de wereld lief’ (Joh.3).
En daarbij: Johannes claimt dat wat hij zegt betrouwbaar is. Zo eindigt hij zijn evangelie. ‘Het is deze leerling (Johannes) die over dit alles getuigenis aflegt, en het ook heeft opgeschreven. Wij weten dat zijn getuigenis betrouwbaar is (21:24, cf.19:35).
Er is dus op z’n minst iets anders aan de hand dan dat hier een zwartkijker of een verhalenverteller aan het woord is. Iemand die zulke aantrekkelijke dingen schrijft, tegelijk ook inktzwart weergeeft en betrouwbaar claimt te zijn; dat is bijzonder. Vraagt om dichterbij te komen. Nog eens goed te kijken.
2 Herken jij jezelf?
In de eerste plaats stelt Johannes jou een vraag. Hij nodigt je uit om zijn evangelie-schilderij te bekijken en zegt: herken jij dit? De grote beweging is: het Woord kwam naar de wereld, zijn wereld, maar de wereld (h)kende hem niet. De kleine beweging is: of jij nou gelooft of niet; Jezus komt in de wereld die de zijne is maar vindt weinig gehoor en treft verzet aan. Ook in jouw leven.
Herken jij? We zijn met heel veel mensen. En veel verschillende mensen. De een gelooft (al jaren). De ander net tot geloof gekomen. Weer ander gelooft niet of weet dat op z’n minst niet zeker. Laat ik eens wat voorbeelden noemen.
Iemand die God eerst niet kende en tot geloof kwam, zal zeggen: ik ontdekte dat ik God miste. Dat ik eigenlijk altijd buiten Hem om leefde. Wat groots als je dan ontdekt dat God er is en je de weg wijst. Wat een feest. Tegelijk ontdek je ook, tot je schrik: maar hoe heb ik dan eerst zonder Hem kunnen leven? Wat is dat in mij dat ik eerst zei: laat maar, ik weet het (nog) niet. Wát is dat?
Daarover heeft Johannes het. Jouw bestaan is er dankzij hem. Hoe kan je dat ontgaan? Sterker nog: ook als je tot geloof in Jezus komt, is het niet zomaar voorbij om ruimte te moeten maken voor Jezus. Ook dan kun je momenten hebben of een fase in je leven dat je zegt: laat maar. Johannes maakt zo bijvoorbeeld een portret van de beste volgeling van Jezus, Petrus. ‘Nooit zal ik je alleen laten/in de steek’ zegt Petrus. Op het beslissende moment doet hij dat toch. Johannes laat zo zien: jij bestaat in het Woord dat mens werd. Petrus. Jij. Ik. Jouw leven is op hem gericht. En toch…is het soms zo lastig om daar echt uit te leven. Of je loopt gewoon bij dat leven weg. Smijt de deur voor hem dicht. Herken je?
Ander voorbeeld. Soms merk je in een proces van geloofstwijfel dat het dieper gaat dan twijfel alleen. Natuurlijk: twijfel hoort bij geloof(sverdieping); daar is alle ruimte voor – daar gaat het me nu even niet om.
Wat ik nu bedoel is dit: dat je soms in je twijfelproces voelt dat het om meer gaat dan geloofstwijfel over bepaalde dingen van de christelijke leer. Dat je je ten diepste afvraagt of je het wel met God wílt wagen. Dat dát je vraag is. Of God wel wat toevoegt aan je leven. Dat is een belangrijke vraag.
Daarover heeft Johannes het. Hij zegt: je bent in hem gemaakt. Voor hem bestemd. Voel je hoe dat schuurt? Wat voor ons een heel belangrijke vraag is – echt heel wezenlijk om daarmee bezig te zijn – daarvan zegt Jezus: het doel van alle mensen is dat zij God kennen en hem die Hij heeft gezonden, Jezus Christus (Joh.17). En wat is dat steeds een werkelijkheid die bevochten wordt. Aangevochten. Een proces om zover te komen.
Daarin ontdek je iets van het begin van Johannes: alles is in en om hem, die het Woord van God en God is. Maar dat is niet de realiteit. Dat blijkt als Jezus op aarde komt. Dat blijkt in ons leven van iedere dag. Wij moeten dat echt leren. En dat leren gebeurt dwars door ons ‘nee’ en door onze aarzelingen heen.
Nog een voorbeeld. Als je een conflict hebt met een ander ben je zo vol van dat conflict; van al je vragen en pijn die met recht en onrecht te maken hebben. Het is dan vaak heel moeilijk om te beseffen: hier vindt God ook wat van. Hij geeft wat nodig is om het in orde te maken. Die ruimte heb je soms domweg niet. Daar heeft Johannes het over. Wat gebeurt er in de ruimte van je leven, van je hart?
Dit zijn een paar voorbeelden. Je kunt ze ongetwijfeld aanvullen. Herken je: dat het niet vanzelf gaat om God te zien? Om helemaal toegewijd te zijn aan je Maker? Herken je de beweging diep in je hart: ik ben ik, laat me verder met rust.
De film ‘in de ban van de ring’ brengt prachtig in beeld waar Johannes het in zijn evangelie over heeft. Iedereen wil de ring hebben. ‘It’s mine’ is het weerkerende refrein van de film. Het is míjn leven – voelen wij. Jezus zegt: ik ben gekomen tot…het míjne. De wereld, alle leven, it’s mine. Dat is Kerst.
Nou, moet je je dan eens voorstellen: wij allemaal bij elkaar. Met al onze vragen, worstelingen, conflicten, angst, recht en onrecht, oprechtheid en hypocrisie. En moet je je eens voorstellen dat je dat zou zien van álle mensen.
Dat is wat Johannes doet. En dan schildert hij: de wereld (h)erkende hem die het Woord is niet. Omhelsde haar eigen bestaansgrond niet. Het liep uit op het drama van Golgota.
Misschien wil je niet kijken. Maar dit schildert Johannes. En hij nodigt uit: kijk. Kijk goed. Loopt niet te snel voorbij zoals je in museum wel eens doet: in half uur tien schilderijen bekijken. Jezus is hét beeld van God (Kol.1).
(Samenvatting van dit punt. We zijn bezig te kijken naar het evangelie-schilderij van Johannes. Waarom dat beeld ‘de wereld (h)erkende hem niet’? Dat heeft met de realiteit te maken, het leven van iedere dag, van jou en mij. Het christelijk geloof is geen vlucht uit de realiteit. Of een roze wolk om de werkelijkheid heen. Het is precies andersom. Jezus komt in deze wereld terecht. Vraagt toegang tot jouw leven.)
3 De christelijke kerstboom.
In de tweede plaats laat Johannes zo zien hoe onvoorstelbaar licht, prachtig en aantrekkelijk God is. Dat vooral. Johannes kan zo zwart schilderen, zo herkenbaar onze pijn en falen neerzetten, omdat hij gezien en ervaren heeft dat God daar raad mee weet.
Het goede nieuws, zegt Johannes, is dat God de wereld die Hem miskent dat Hij díe wereld lief heeft. Dat God van haar houdt als van geen ander.
Sterker: God van de wereld op een manier alsof zij het mooiste was dat Hem is overkomen. De wereld die Hem als Schepper afwijst; dáárvan is Hij de verlosser geworden, met hart en ziel, met ziel en zaligheid.
Dat is Kerst. Zo vieren wij Advent. De christelijke kerstboom is het dorre doodshout van Golgota. Daar gaf Jezus zich helemaal en tot in de diepte van de dood. Zό lief heeft God de wereld (Joh.3).
Maak ook dat persoonlijk. God houdt van jou. Van jou helemaal. Op een manier dat je voelt dat je het meest bijzondere bent dat Hem ooit overkwam.
Iets hiervan hoor je al in vers 5 van het begin van Johannes. Het licht (Woord) schijnt in de duisternis en – en dan komt het –
– de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen (NBV)
– en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen (SV)
– en het licht heeft het gewonnen van het duister (BGT).
je merkt aan de diversiteit: dit is lastig te vertalen. Ik denk: laat ze allemaal maar staan en ga vooral verder lezen. Dan merk je dat de vertaling van BGT erg mooi is (hoewel het haast parafrase is). Jezus houdt vol. Doorbreekt alle weerstand en wint.
Wetsgeleerden leert hij dat het God om meer gaat.
Nicodemus (Joh.3) is eerst sceptisch. Als Jezus sterft (!; wat moet je nog met een dode) komt hij om Jezus met eer te begraven. Zo gefascineerd was hij.
Een overspelige vrouw geeft Jezus nieuw leven.
Verloochenaar Petrus wordt in dienst genomen.
Het kruis, de christelijke kerstboom, is bij uitstek in Johannes verhoging (3:14, 18:32); geen vernedering – hoe vernederend Golgota ook is.
Jezus wordt uit mensenmond als ‘mijn Heer, mijn God’ beleden (20:28).
Je voelt: Jezus doorbreekt alle duister.
‘Het licht heeft het gewonnen van het duister’ (1:5, BGT).
Inderdaad.
Blijf a.j.b. niet staan in het evangelie want ook hier nodigt Johannes je uit om dichtbij te komen. Goed te kijken naar het Woord dat God is en mens werd:
Jezus roept vandaag mens in hem te geloven.
Hij geeft trouw in relaties.
Hij laat je ook niet los als jij dat soms wel moet doen.
Hij geeft niet op als jij zegt dat je niet meer kunt geloven.
Een loser die sterft aan een schandpaal blijft mensen fascineren; christenen blijven hem geloven. Spotters blijven spotten; wat best vreemd is als het om een dode man van 2000 jaar geleden gaat.
Zo is Jezus tot op dit moment trouw. Advent en Kerst vieren is belijden en erop vertrouwen dat Jezus dat werk op een dag volkomen zal maken.
(Ik vat dit punt samen: Johannes nodigt vooral uit om te kijken hoe Jezus alle duister overwint. Het kruis op Golgota is een overwinningsteken; God heeft de wereld met ziel en lichaam lief. Dat is daarom ook onze kerstboom.)
4 Laat het licht winnen.
Johannes zegt dus eigenlijk met zoveel woorden: fijn als je Kerst viert, de komst van de Heer. Let erop dat je vooral een goede kerstboom hebt. Zo dor mogelijk. Zo afgrijselijk lelijk dat niemand er naar wil kijken. En tégelijk: zo prachtig mogelijk. Zo stralend dat iedereen ervoor valt als een blok en staat te drummen voor de deur om naar binnen te mogen. Ik weet niet hoe dat moet. Maar jullie zijn altijd zo creatief; ik verwacht dat die boom hier volgende week staat (mooi vervolg op de stip-en-dip? avond).
Daarbij: gemeente, laat het licht het winnen in je leven. In heel je leven. We vieren zo het avondmaal. Dat is kerst op het meest persoonlijke niveau. Wie naar voren komt, zegt:
Alles wat duister of donker is in mijn leven neem ik mee. Wát neem jij mee naar voren? We vieren gaande dus alleen daarom kun je er niet mee blijven zitten.
Wat neem je mee? Is het jouw twijfel, je gebrek aan wil om je leven of het evangelie te delen in de gemeente of daarbuiten? Als je niet weet welk duister/donker je meeneemt: wat vier je dan? Dat het zo fijn, supercool, is om te geloven? Of ben jij de piek op de christelijke kerstboom; alles picobello voor elkaar? Johannes laat zien dat dat het evangelie niet is. Maak jezelf leeg. Zoals Jezus zich leeg heeft gemaakt en gaf. Geef jezelf aan hem.
Wie avondmaal, kerst op persoonlijk niveau, viert, neemt ook licht mee. Het is onbegrijpelijk dat zoveel formulieren daaraan voorbij gaan. Dank God dat het licht werd in je leven. Ja, natuurlijk: je twijfel, falen enzovoort zijn er. Maar, Godzijdank, God heeft daarover zijn licht aangedaan. ‘Het licht heeft het gewonnen van het duister’.
Welk licht neem jij mee? Welk werk doet God in jouw leven? Als je dat niet weet: wat kom je dan doen als je viert? Een genade-snack halen? Johannes laat zien dat Jezus zo niet werkt. Hij maakt mensen nieuw. Hij grijpt in en bekeert. Dank God voor wie je bent. Al heb je misschien voor je gevoel geen tienduizend redenen; dank God voor dat ene wat Hij aan je geeft, voor die vijf, vijftien of vijftig dingen waardoor je leven zin en doel krijgt.
Ik rond af. De christelijke kerstboom staat er vandaag, helaas, nog niet. Maar de versiering is er al wel. Dat zijn wij zelf. Duister en donker: ja. Niet om aan te zien. Licht: zoveel dat het smaakt naar meer.
Preek uit een serie Advent/Kerst
– Advent: Jezus komt eraan. Johannes 1:1-3
– De christelijke kerstboom. Johannes 1:5&10
– Op een nieuwe manier mensen worden. Johannes 3:1-21 (en 1:12&13)
– God creëert ruimte. In gesprek met historicus Han van der Horst in De Reformatie (met zijn artikel erbij).
God creëert ruimte. Kerstpreek.
voorbeeldliturgie
2de Adventszondag
Evangelie en licht
LB 289: 1 en 4
Welkom
Votum
Groet
Psalm 18: 5 en 8
10 woorden
Psalm 130: 2 en 3
Gebed
Kids en mini’s E&R 122 (= GK 132) Dank u voor deze nieuwe morgen
Lezing Johannes 1: 1-18, tekst 1:5 en 10
Verkondiging: De christelijke kerstboom
1 Wat absurd!
2 Herken jij jezelf?
3 De christelijke kerstboom
4 laat het licht winnen.
GK 78: 2 en 3
Afkondigingen kerkenraad
Voedselbank (Annemarie)
collecte
Dankgebed en voorbede
Viering heilig avondmaal
LB 300: 1 t/m 6
zegen