Zussen en broers in de Heer, amicae amicique
Van harte met jullie 65ste! Nu is deze leeftijd in ons land niet meer de aanleiding om met pensioen te gaan. Jullie wens ik al helemaal toe te blijven groeien en bloeien. Als voormalig predikant van de GKv Delfshaven zeg ik, op jullie verzoek, graag iets over de plek van christenen in de stad. Dat doe ik in verbondenheid met jullie plek in de kerkelijke gemeente. Niet alleen omdat ik de VGSR vooral als predikant heb leren kennen. Maar ook omdat er allerlei natuurlijke dwarsverbanden zijn tussen studenten en de kerk enerzijds en christenen in de stad anderzijds.
Wind mee
Allereerst: wat heeft de kerkelijke gemeente veel aan studenten te danken. Er is een tijd geweest dat de kerk van Delfshaven zo klein werd dat ze eigenlijk haar deuren had moeten sluiten. Dankzij onze kerkelijke zus uit Centrum is dat niet gebeurd. Het zijn toen voornamelijk studenten geweest die ervoor hebben gezorgd dat er een nieuwe populatie kwam zodat het elan van de kerk van Delfshaven bevestigd en vernieuwd werd. In het najaar van 2013 kreeg de GKv Delfshaven bezoek van een van de schrijvers van Joop.nl. Op de opiniesite van de VARA zei hij het volgende over die eredienst:
‘Ik bekeek de zaak op mijn ongelovige manier: deze stampvolle kerk…. Er hing een sfeer van grote verbondenheid in het kerkgebouw. Alsof alle aanwezigen voor zichzelf beseften dat hun leven zin en betekenis had’ (zie hier voor die blog).
Soms helpen anderen je om beter te zien wat er met jezelf gebeurt. Terwijl veel kerken in ons werelddeel sluiten, kreeg de kerk van Delfshaven een nieuwe kans. Tegelijk – en dan leg ik de link met ontwikkelingen van de stad – is deze tweede kans net zo goed in een ander perspectief te zetten. Studenten zochten een betaalbare woonplek. En de burgerlijke gemeente deed veel aan veiligheid en leefbaarheid in de stad en aan het aanbod van betaalbare woningen. Rotterdam is daarmee een aantrekkelijke plek om te (blijven) wonen als je verhuist, je eerste baan krijgt of gaat trouwen. In die zin kreeg de kerk ook de wind mee. Het verhaal van de tweede kans is een verhaal dat door diverse stadskerken wordt verteld.
Maar goed; een christen denkt bij het woord wind (mee) toch allereerst aan de Geest (Psalm 104, Handelingen 2). Blijkbaar wil de Heer zijn volgelingen in de stad hebben. Vanuit die overtuiging kom je als christenen samen. De kerk is immers bij uitstek de ereplaats van en voor God (Efeze 3:21). Het breaking news dat uitgerekend de gekruisigde Jezus Heer is, wordt daar gehoord, gevierd en gedeeld in het onderlinge meeleven. Zo wordt iets zichtbaar van de nieuwe samenleving die God begonnen is.
Jezus volgen in het goede
Omdat de stad een plek is waar velen Jezus niet als Heer kennen maar er wel een natuurlijke diversiteit, openheid en nieuwsgierigheid is, ben je als christen een goed leesbare brief van Jezus (2 Korintiërs 3:3). Christenen houden in Jezus’ naam van de stad. Zij doen mee aan sociale projecten (schuldhulpmaatje), een pleinproject (Sonrise) of aan Serve the City. Na de schokkende vondst van een vrouw die tien jaar dood in haar woning lag, besef je dat je roeping alleen al is om contact te hebben met je buren en naaste leefomgeving. Christenen zetten zich hiervoor actief in (BuurtBestuurt). Daadwerkelijk christelijk leven (Jakobus 3) wordt in de stad van Geen woorden maar daden door iedereen begrepen en gewaardeerd.
Dat je kerk bent naast de moskee brengt ook veel goeds met zich mee. Het contact met moslims zorgt voor wederzijds begrip en, waar nodig, voor een afname van soms stereotype vooroordelen. Bij een zoveelste opleving van het islamdebat kun je een tegenbeweging maken. Zelfs moeilijke onderwerpen als religie en geweld kunnen christenen en moslims met elkaar bespreken in het licht van het gedeelde geloof dat God Schepper en Rechter is. Tegelijk zal dit gesprek een christen alleen maar meer laten beseffen hoe uniek het christelijk geloof is. Jézus is immers die rechter; hij die onze redder is geworden (HC 19). Kortom: wie Jezus volgt door het goede te doen (1 Petrus), communiceert iets van Gods trouw.
Authentiek
Op twee manieren kunnen studenten toevoegen aan christen-zijn in de stad. In gesprekken met studenten en in studentendiensten ging het regelmatig over onderwerpen die raken aan geloofszekerheid en twijfel. Met het boek Vrijgemaakt? (2014) zou je hierbij kunnen denken aan een typisch ‘eigen’ onderwerp. Toch gaat het verder dan dat. In dagelijks, intensief contact met niet-christenen maar vooral in onze culturele setting waarin voor God in het publieke leven geen ruimte is, wórdt je geloof bevraagd. In die zin vormen studenten belangrijke graadmeters van de kerk. Is het geloof in Jezus authentiek? Kan dat geloof ook deze tijd aan? Open, eerlijke en existentiële gesprekken hierover creëren een ruimte waarin de Heer zich laat ervaren als de bodem van je bestaan.
Tot slot denk ik aan het contact met medestudenten die jullie bijna dagelijks ontmoeten. Velen kennen de Heer niet en veel buitenlandse studenten onder hen zijn evenmin bekend met alles wat Nederland aan interessants te bieden heeft. Delftprojectheeft een mooie vorm gevonden om juist deze studenten uit te nodigen en zo het aangename en het nuttige te combineren. Zo ben je kerk-op-maat. Wie weet ligt er ook zoiets voor de VGSR in het verschiet.
Hoe dan ook: alle goeds toegewenst onder de zegen van onze goede God en Vader in Jezus Christus.
In hem verbonden,
Matthijs Haak
predikant Kandelaarkerk te Dordrecht
Gepubliceerd in de lustrumbundel der VGSR 2010-2015