Psalm 133 bezingt de eenheid die God aan gelovigen geeft. Die eenheid mist z’n uitwerking niet. Wat betekent dit lied in een voor ons onzekere tijd? Welke uitstraling hebben gelovigen?
Je kunt de preek beluisteren via mijn podcast. Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.
1 Feest van eenheid in Jezus.
Vorige week vierden we het heilig avondmaal. Je zit aan een tafel. Je eet hetzelfde brood. En drinkt uit dezelfde beker. We vieren de eenheid met gastheer Jezus. En in hem vier je de eenheid met elkaar. Aan die tafel zongen we Psalm 133. Dat lied begrijp je meteen als je avondmaal viert. De eenheid in Jezus ontvangen we straks opnieuw bij de bediening van de heilige doop. Als Paulus spreekt over de doop gaat het over die eenheid (Kolossenzen 2).[i] Net als bij het avondmaal gaat dat over heel de gemeente. Wie gedoopt wordt, wordt ingelijfd in het lichaam van Jezus; de gemeente. Daarom leggen niet alleen de (doop)ouders maar ook jullie, gemeente, straks een plechtige belofte af.
Het goede is veel.
Vandaag luisteren we naar Psalm 133. Een heel kort lied. Maar niet het vele is goed maar het goede is veel. Dat geldt voor Psalm 133. Bij dit pelgrimslied kun je denken aan die momenten waarop Gods volk naar Jeruzalem trok om voor God te verschijnen, bij de grote feesten die God had ingesteld. Het vieren van het goede leven. Als ‘broeders bijeen’. Gods volk stamde immers af van de aartsvaders Abraham, Izak en Jakob. Maar het gaat om meer dan familie. Je bent één in geloof. Je komt samen omdat God dat wil. Zoals wij avondmaal vieren in opdracht van onze Heer.
(Opvallend, trouwens, dat de NBV21 ‘broeders’ heeft staan in vers 1. In het Nieuwe Testament staat er ‘broeders en zusters’ als de (Griekse) tekst het heeft over ‘broeders’. De Nieuwe Psalmberijming kiest ervoor om te zeggen ‘als broers en zussen bij elkaar’)
Eenheid die God geeft is goed en heerlijk. Fantastisch en geweldig – zouden wij zeggen. Die woorden laten je terugdenken aan het goede begin (Genesis) en aan wie God zelf is (Psalm 135:3). Dit is leven voor altijd (Psalm 133d). In het evangelie van Johannes komt dit terug in het (eeuwige) leven dat Jezus geeft. In Handelingen komt Psalm 133 terug als het gaat over het een-van-hart-en-ziel zijn. Er gaat aantrekkingskracht vanuit. De goede naam van Jezus breidt zich uit.
Kom naar de kerk!
Bij avondmaal en doop, gemeente, worden we herinnerd aan onze rijkdom in Jezus. Denk daar niet klein van. Denk niet klein van hem. Daarom wil ik vandaag nogmaals een oproep doen om naar de kerk te komen (ik bedoel niet diegenen die graag zouden willen komen maar voor wie dat er niet inzit).[ii] Sinds Corona – misschien daarvoor ook al wel – is die goede gewoonte er bij sommigen toch wat uitgegaan. Maar samenkomen en Gods grote genade ontvangen en elkaar in dat perspectief ontmoeten is belangrijk. Hier vier en beleef je de eenheid met de Heer op een bijzondere manier. En het is hard nodig om er zo naar te kijken zoals Psalm 133 dat doet. Daar heb je het samenkomen voor nodig. Kom naar de kerk. Misschien moet je daarvoor weer even een drempel over. Is er ook iets dat je daarvoor nodig hebt? Wat kunnen we hierin voor elkaar betekenen? Ik hoorde van de week van een collega die bij de viering van het heilig avondmaal opmerkte dat zowat alle leden van voor de Coronatijd weer in de kerk zaten. Wat mooi. Laat dat bij ons ook zijn de volgende keer, gemeente. De week starten onder Gods zegen, als kinderen van een Vader; God.
Wat een buitenstaander zegt.
Psalm 133 opent je ogen voor wat God geeft. Gegeven heeft. En waar jij en ik zomaar aan voorbij kunnen kijken. Ik moest aan dit lied denken toen we deze week bij elkaar kwamen tijdens de seniorenochtend ‘Kom-Inn’ (maandelijkse bijeenkomst in onze gemeente). We waren daar om met elkaar te spreken over het jaarthema ‘Eenheid en diversiteit’. Dat was ter voorbereiding op de ouderendienst van volgende week. Er kwam veel op tafel. Over het leven met de Heer. Over het kerkelijke leven. Blijdschap. Verdriet. Bezorgdheid. Verlangen. Bemoediging. Volgende week meer. Aan het einde vroeg …. (iemand die de seniorenochtend wel eens bezoekt) het woord. Ze zei dat ze als buitenstaander wilde opmerken hoe bijzonder ze dit gesprek vond. Ze zei dat ze er helemaal warm van werd. Volgens mij wees … aan wat Psalm 133 zegt. Je benoemt het goede dat je met elkaar hebt. Het samenzijn. Bedankt dat je ons hierop wees. Kijk om je heen en zie wat God geeft. Daar ligt je geluk.
2 Leven tot zegen van anderen.
Psalm 133 heeft nog meer in petto. Er gaat aantrekkingskracht vanuit. De eenheid wordt vergeleken met de olie van hogepriester Aäron. De geur van die olie ruik je in heel zijn omgeving. De eenheid wordt hoger aangeslagen dan de belangrijke dauw – water is essentieel in het Midden-Oosten – van de hoogste bergtop, de Hermon. Wat hier staat zouden wij zo kunnen zeggen: in Limburg hebben ze dan wel heuvels en in Frankrijk hebben ze de Alpe d’Huez maar wij hebben de Papendrechtse brug (voor Papendrechters: de Dordtse brug). Trots en dankbaar zegt Psalm 133 dat de Sion the place to be is (zie Psalm 2[iii]). Daar woont God. Daar daalt zijn zegen neer. Het Nieuwe Testament zegt dat God zo zegenrijk werkt en leeft in de gemeente van Jezus (Handelingen 2).[iv] De gemeente staat in de gunst bij het volk.
Hoe lezen wij dit met het oog op onze tijd, gemeente? Hoe laten wij zien dat de Heer hier het goede leven geeft? Hoe doen we dat zo dat mensen van buiten dat leven ook kunnen merken – zoals je toen de olie van Aäron kon ruiken en de dauw nodig had als essentiële levensvoorziening?
Golgota: crisis gedragen.
Ik denk bijvoorbeeld hier aan. Vandaag klinkt het woord ‘crisis’ heel vaak. Energiecrisis. Stikstofcrisis. Koopkrachtcrisis. Ga maar door. We kennen de woorden helaas maar al te goed. En nu? Wat is onze roeping? Een christen gelooft: dé crisis is voorbij. Want op Golgota heeft Jezus alle ellende gedragen. Pasen is een nieuw begin. Pasen is de dauw die een nieuwe dag van eeuwig leven (Psalm 133) aankondigt. Zo wordt straks de heilige doop bediend. Wat is het om christen te zijn? Kunnen wij iets laten merken van dat leven van Jezus, het goede leven dat God geeft?
Energierekening.
Van de week was ik bij een congres over armoede(bestrijding). Ik hoorde daar twee bijzondere dingen die ik met jullie wil delen. Iemand vertelde dat er na afloop van de dienst een gemeentelid naar voren kwam en vroeg of ieder de energierekening kon betalen en dat er daarvoor, als dat nodig was, hulp was. Na afloop van de dienst kwam er inderdaad een aantal gemeenteleden naar die persoon toe. Maar zij zeiden dat zij geen hulp nodig hadden maar juist graag wilden bijdragen. Misschien heb je de tegemoetkoming van de overheid (energieplafond) niet nodig en geef je dat weg. Of heb je een prima contract afgesloten en/of een energiezuinig huis. Misschien heb je gewoon geld genoeg. Ze hebben een fonds gemaakt waarvan ze kunnen uitdelen. Ik denk dat dit een voorbeeld is van hoe Psalm 133 en Handelingen 2 werkt. Het goede dat God geeft (uit)delen. Gezegend om tot zegen te zijn.
Allerlei hulp.
Een ander voorbeeld was dat er allerlei praktische hulp werd aangeboden. Je kunt onthand zitten en, bijvoorbeeld, hulp nodig hebben bij het isoleren van je huis. Ik hoorde dat de Tehuisgemeente in Groningen via Stichting Present die concrete hulp aanbiedt. Een ander gaf het voorbeeld van het inschakelen van een tandarts – die gemeentelid is – om eens in de zoveel tijd pro Deo zijn diensten ter beschikking te stellen. Of een klussenmiddag organiseren op een vaste plek zodat op den duur bekend wordt dat je daar heen kunt. Het Leger des Heils gaat huiskamers door heel het land open zetten zodat wie dat wil in de winter in ieder geval even ergens warm kan zitten en een kopje koffie kan drinken. Weer een andere gemeente organiseert om de zoveel tijd een maaltijd waarop iedereen welkom is. Gezelligheid, een maaltijd en ontmoeting – dat doet goed. Het brengt samen (Psalm 133).
Terugkerend refrein bij al deze dingen is: als gelovige doe je dit soort dingen doet – en je wilt ze doen – omdat je mensen ziet. Je ziet niet ‘een probleem’. ‘Een crisis’. Je geeft niet ‘een zak geld’. Psalm 133 zegt dat God ons aanziet. En zegen geeft. Zegen die uitwerkt. Leven geeft. Samenbrengt.
Samen optrekken.
Bijkomend voordeel hiervan is dat kerken op deze manier automatisch (meer) gaan samenwerken. Niet alleen om te voorkomen dat je allemaal het wiel gaat uitvinden. Maar ook omdat je als kerken divers bent. De ene gemeente is rijk. De ander heeft veel praktische ingestelde leden. Weer een andere gemeente heeft een gebouw dat zich goed leent voor bepaalde activiteiten. En het maakt uit waar de leden van de gemeente wonen. Waar het kerkgebouw staat. Je hebt immers hetzelfde voor ogen. Het leven waarvan de Psalmen spreken zichtbaar en tastbaar maken. Zodat het evangelie verder gaat. En Jezus’ naam geprezen wordt.
Rijk in Jezus.
Het andere dat ik hoorde en dat me aan Psalm 133 en Handelingen 2 deed denken was een reactie uit buitenlandse kerken. Hoe kijken zij ertegen aan dat wij momenteel door een aantal crises worden getroffen? Buitenlandse kerken attenderen ons inderdaad op onze armoede. Maar/en dan bedoelen ze onze geestelijke armoede. Beseffen wij wel de rijkdom van ons geloof? De vrijheid van het geloof? Waarom daalt het aantal gelovigen in ons land? Waarom komen er relatief weinig mensen naar de kerk? Gemeenten daar groeien niet zelden als kool. En dat terwijl de omstandigheden vaak veel moeilijker zijn dan bij ons – ook anno 2022. Zijn wij wel missionair genoeg? (Hoe) kunnen mensen zien wat het betekent om in Jezus te geloven? Ik denk dat dit woord van buitenlandse kerken een aansporing is voor ons, gemeente. Om terug te gaan naar de zegen van Psalm 133. De uitstraling van Handelingen 2. Hier geeft de Heer zijn zegen. Aan een tafel. Gedoopt in die ene naam. Om van hem te getuigen.
[i] Zie preek Kolossenzen 2:11 en 12 (zie vers 10).
[ii] Zie preek: Hoe verder na de Corona-tijd?
[iii] Over het belang van de Sion zie preek Psalm 2.
[iv] Israël blijft de eerstgeborene (zie Romeinen 11). Zie prekenserie Ezechiël over de vraag hoe God bij zijn mensen woont.
Voorbeeldliturgie
Votum (zingen GK, zoals gebruikelijk) en Groet
Amen (gezongen)
GK 132 (dank U): beurtzang
GK 176b Wij kiezen voor de vrijheid (Gods geboden) Gebed
Kinderen naar voren (Lucas 15, verloren munt/schaap)
Jezus is de goede Herder, OTH 531 Kinderen naar kring
Lezen Psalm 133 (hoe goed is het) en Handelingen 2:41-47 (degenen die zijn woorden….)
Psalm 133 DNP beide verzen
Verkondiging van het evangelie Heer uw licht en uw liefde schijnen opw 334
Kinderen komen terug uit kring Formulier 3
GK 123:1 en 5 (geloofsbelijdenis, artikelen over Gods Zoon worden gelezen)
Bediening heilige doop aan …. GK 124:1 tm 3 voor en vers 4 en 5 na de doop
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 416 alle verzen (Ga met God)
Zegen Amen (gezongen zoals gebruikelijk)
Felicitatie doopouders