Op verzoek spreek ik over de vraag: hoe groot is onze God?
I Bijbellezen.
Een antwoord op die vraag zoek ik in
de Bijbel omdat de Schriften over Jezus getuigen (Johannes 5:39).[i]
Startpunt: Ezechiël 1. Ezechiël ziet op indrukwekkende wijze ‘de heerlijkheid van de HEER’ (Ezechiël 1:28). Ezechiël blijft tot de verbeelding spreken. Dit Bijbelboek komt terug in Openbaring en is blijvend actueel (discussie over duizendjarig rijk (Ezechiël 38&39) en derde tempel (Ezechiël 40-48)). God zegt dat de tempel vernietigd wordt. Tegelijk belooft God veel: dat Hij in de harten van zijn mensen gaat wonen (Ezechiël 11 en 36) en dat er een nieuwe ‘tempel’ komt (Ezechiël 40-48).
Vervolgens: Golgota en Pasen. Bij joodse gelovigen in de tijd van de Tweede Tempel leeft de verwachting dat God in Persoon naar de Tempel komt. Een nieuwe tijd zou aanbreken (Exodus). Mediteerde Saulus over Ezechiël 1 toen hij onderweg was naar Damascus om de sekte van ‘de Weg’ een lesje te leren (Tom Wright)? Saulus krijgt zoveel hemelse heerlijkheid over zich heen dat hij net als Ezechiël totaal van de kaart is.

Jezus roept Saulus. Zijn leven komt in een heel ander licht te staan (Aelbert Cuyp, Bekering van Saulus. Foto ontvangen van het Dordts Museum, waarvoor dank).
Of Saulus mediteerde over Ezechiël 1 of niet; dit schrijft hij op:
DE HEER DER HEERLIJKHEID (EZECHIËL 1) GEKRUISIGD (GOLGOTA)
(1 Korintiërs 2:8).
II Met twee woorden spreken.
Kunnen wij vandaag deze onmogelijke zin verstaan? Kruis is bij ons iets dat je aan een kettinkje hangt. Kruisiging is een symbool van Romeinse brute kracht. Je spreekt er niet over omdat het een afgang is, een gruwelijk (beluister podcast Crucifixion van Tom Holland en/of lees Romeinse kruisiging van Ruben van Wingerden (2024)).
Wat ook niet helpt is dat Bijbelvertalingen niet altijd even helder zijn. ‘Kruishout’ (Handelingen 5:30, 10:39 en 13:29, 1 Petrus 2:24) klinkt vertrouwd – voor wie gewend is aan Jezus’ kruisdood – maar ‘hout’ is meer op z’n plek (verwijzing naar het bekende Deuteronomium 21:23).[ii] De gelovigen van ‘de Weg’ (christenen, Handelingen 11:26) waren er blijkbaar verlegen mee. Een gekruisigde Heer!?
Uitzondering is Paulus. Mogelijk gebruikt hij in Galaten 3 (kruisdood is vloek) Schriftteksten op basis waarvan hij eerst christenen vervolgde. Een gekruisigde kan de Messias niet zijn. Na de ontmoeting met Jezus gaat hij radicaal anders denken en staat het kruis van Golgota centraal (Galaten 2:19&20, 3:13&14, 5:11, 6:14 e.a.). Het evangelie is werkelijk breaking news.
Wat zegt dit over de vraag ‘hoe groot is onze God?’
- Spreek met twee woorden (1 Korintiers 2:8, zie Jesaja 57:15, Psalm 145:3b). Wij (be)vatten God niet maar getuigen van wie Hij is.
- God is niet allereerst ‘onze’ God; God is eerst en vooral zichzelf (zie Psalm 90[iii]).
III Als je het eenmaal ziet….
De Bijbel zit vol van het geheim van Gods grootheid. We gaan kort het volgende na:
- Het oudste evangelie (Marcus) eindigt met pure paniek op Pasen.[iv] Je verwacht het niet. Maar… komt het bekend voor? Dit is de reactie als ‘de Heer der heerlijkheid’ optreedt (Ezechiël 1).
- Gods mensgeworden zoon heeft midden in een twistgesprek over het huwelijk oog voor onaanzienlijke kinderen en op het indrukwekkende tempelplein ziet hij een weduwe die kleingeld offert (Marcus 10&12).
- Je leeft in een onzekere tijd. Onze bekende wereldorde staat onder druk. Weet je bemoedigd door de Heer die je hart en leven kent en volg hem in alles.
Dordrecht/Leiden, 28 november 2024
Deze toespraak is gebaseerd op:
- Prekenserie Ezechiël: zie lange inleiding en korte inleiding op die prekenserie.
- Prekenserie Galaten: zie introductie op die prekenserie.
- Prekenserie Marcus: zie inleiding op serie Marcuspreken.
====================
[i] Zie preek Johannes 5:39.
[ii] Zie genoemde werk Van Wingerden, pagina 176 en 186 e.a.
[iii] Psalm 90 is indrukwekkend. Veelzeggend is dat Mozes begint met ‘Heer’ en eindigt met ‘onze God’ (vers 17). Zie preek Psalm 90. Het gaat om het wonder dat de Eeuwige ‘onze’ God is.
[iv] Zie paaspreek Marcus 16:1-8. En zie Vrouwen als getuigen (blog over vrouwelijke ambtsdrager).