Op deze feestelijke zondag vieren we het heilig avondmaal (ochtend) en wordt de heilige doop bediend (middag). Als voorbereiding daarop een korte preek over plegrimslied Psalm 121. Een lied om de moed erin te houden en verder te kijken dan je neus lang is. De preek is te beluisteren op mijn podcast. Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.
Gemeente van de Heer
Polderblindheid.
Mensen die in de Alblasserwaard zijn opgegroeid hoef ik niet te vertellen wat polderblindheid is. Voor wie het niet weet: je kunt zo gewend raken aan de pracht om je heen dat je het niet meer ziet :). Je bent er blind voor. Kijk deze foto van mijn collega Hans Vel Tromp, gepost op Twitter:
Schitterend. Ik fiets regelmatig in de polder en ik raak er niet op uitgekeken.
Heb oog voor God.
Psalm 121 wil ons behoeden voor een andere blindheid dan polderblindheid. Psalm 121 zegt hoe belangrijk het is dat je oog hebt voor God. Dat Hij bestaat. Dat Hij je leven geeft. Dat Hij waakt over je leven. Heel je leven.
Psalm 121 is een zogenaamd pelgrimslied. Een lied voor mensen op weg. In de tijd van toen: op weg naar het heiligdom van God in Jeruzalem, de tempel. Zo’n reis was een hele onderneming. Lang niet altijd simpel (bergen) of veilig (roversbenden). Onderweg roepen de pelgrims God aan. In de vorm van een onderling vraag- en antwoordspel. Zo houden ze de moed erin. En erkennen ze dat God helpt.
Psalm 121 roept jou op: doe mee. Heb oog voor God. Roep Hem aan. Verwacht het van Hem. Polderblindheid is jammer. Je mist zoveel prachtigs. Psalm 121 zegt: kijk om je heen en dank God voor wie Hij is en wat Hij doet.
God bestaat. En Hij is goed.
Er zijn zoveel aanwijzingen dat God er is. Ik denk aan een stel dat niet in God geloofde. Ik hoorde van hen dit verhaal. Ze kregen een kind en waren helemaal in de wolken. Zo blij en verrast. Ze zeiden: ‘we zouden iemand willen bedanken.’ Ik denk dat ze met die ‘iemand’ God bedoelen. Dat ze op dat moment het mysterie van het leven zien. Maar als je niet uitkijkt, ga je vervolgens over tot de orde van de dag en vergeet je dat bijzondere moment.
Ik denk aan wat ik hoorde van een wetenschapper die in het laboratorium werkte. Hij verdiepte zich in de kleinste deeltjes van het leven. Hij zei: ‘als je dit ziet, zou je soms toch denken dat er meer achter het leven zit dan toeval.’ Meer dan toeval. Wat dan? Psalm 121 zegt dat God de hemel en de aarde heeft gemaakt. Kijk er niet aan voorbij. Psalm 121 nodigt je uit om God te zien. Hem te leren kennen.
Godsbesef (sensus divinitatis).
Gelovigen van vroeger en nu wijzen erop dat er in ieder mens een besef is dat God bestaat (sensus divinitatis, Calvijn/Plantinga).[i] Hedendaagse onderzoekers hebben het over psychologische mechanismen die leiden tot religieus geloof.[ii]
Getuigenis.
[Dit stukje van de preek is met name bestemd voor de dienst van de heilige doop. Ik vat het in de dienst met avondmaal samen.
…: jullie maken het ons makkelijk. Op de geboortekaart van … staat de tekst van Psalm 121. Ik dank God voor dit getuigenis. Ik dank God voor de weg die Hij met jullie is gegaan. Jullie hebben verteld van de weg tot geloof. Een Alpha-cursus in Dordrecht. Na je verhuizing gesprekken hier. Dat je je welkom voelde in de gemeente. Fijn om te merken dat Jezus overal zijn filialen heeft.
En ja, het is soms onwennig om te bidden. Het gaat allemaal niet vanzelf. Maar je merkt dat het goed is om met God te leven. Hij ziet je. Hij kent je. Je bent op reis. Net als de gelovigen in Psalm 121. Je hebt elkaar, in de gemeente. Dit lied loopt als een rode draad door jullie leven heen. In deze kerkdienst klinkt deze Psalm opnieuw. In lezing en in lied. Gefeliciteerd met deze dag. Bij de doop wordt … ondergedompeld in Gods werkelijkheid. Je wordt één gemaakt met Jezus’ dood en opstanding om voor God te leven (Romeinen 6).]
We vieren avondmaal. Gods liefde in heilige symbolen van brood en beker. Aan deze symbolisch vormgegeven tafel.
Daar hoeven geen woorden meer bij. Gemeenteleden vieren thuis mee:
Als je meeviert verkondig (1 Korintiërs 11) en getuig je dat Jezus je Heer is. Zo maakt Jezus ons één in zijn naam.
Leven in vertrouwen.
Psalm 121 krijgt meer reliëf als je bekijkt welke plek die krijgt in het boek van de Psalmen.[iii]Psalm 120 is ook een zogenaamd Pelgrimslied. Maar dat lied klaagt vooral. Blijkbaar is er een hoop ellende. Zo kan het zijn in je leven. Psalm 122 jubelt. Jeruzalem, de stad van God en van de tempel, wordt bezongen. Hoe geweldig is het om daar te zijn. Gebeden wordt om vrede voor die stad (vers 6vv). Tussen die twee liederen staat Psalm 121. Daarin klinkt niet langer de klacht (Psalm 120). Maar nog wel wat onzekerheid (vers 1). Doe je er goed aan op weg te gaan met en naar God(s stad en tempel)? Is de reis o.k? Is God werkelijk betrouwbaar?
Wij zijn mensen en wij hebben zo onze vragen. Zo klinkt het begin van Psalm 121. Op die levensvraag klinkt een schitterend antwoord:
Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde heeft gemaakt…
Hij sluimert niet…
De HEER is je wachter[iv]…
Overdag kan de zon je niet steken,
Bij nacht de maan je niet schaden…
De HEER houdt de wacht over je gaan en komen
van nu tot in eeuwigheid.
(Psalm 121:2-8, delen daaruit)
Wat een vertrouwen. Ga op weg. Leef. Leef met God. Er is op reis geen plek die niet Gods plek is; Hij is Schepper van alle dingen (Nicea). Er is in je leven geen moment dat God er niet bij is. Hij heeft in Jezus tot in het lijden en het graf over ons gewaakt.
Zo vormen deze Psalmen de basis voor de andere Pelgrimsliederen die volgen (Psalm 123-135).
God is Schepper.
Natuurlijk, bepaalde dingen uit de Psalm komen voor ons wat vreemd over. Dat de zon of de maan je zouden schaden, bijvoorbeeld. In de tijd/cultuur van toen werden de zon en maan gezien als krachten die mogelijk gevaar op konden leveren. Soms werden ze zelfs vereerd als goden. Daar denken de gelovigen in Israël heel anders over. De zon en maan zijn indrukwekkend. Zeker. Maar ze zijn Gods schepselen. ‘Pas’ op dag vier gemaakt (Genesis 1:14).[v]
God geeft zon en maan een plek. God is Schepper. Alles is in zijn handen. Wees dus niet bang. Was Psalm 121 vandaag gemaakt dan hadden wij het over andere dingen gehad waar we bang voor zijn of tegenop zien. Denk COVID-19. Of de schade die dat aanricht voor onze economie.[vi] Voor ziekte of (psychisch) lijden dat je kan treffen. Het verlies van je baan. Wat is er veel wat ons leven onzeker maakt. Als er een jaar is waarin we dat aan den lijve hebben ondervonden, dan wel dit bizarre jaar.[vii] De Psalmen zeggen: roep het uit tot God. Ook in moeite (Psalm 120). En blijf in vertrouwen op Hem leven. God is mens geworden en heeft ons gered.
Delen in Gods liefde.
Op deze manier is het woord ‘hulp’ ook te begrijpen (vers 121:1). God is niet ons hulpje dat handig is om soms te gebruiken. Zo hebben gelovigen het wel eens over God; Hij is er om je zonden te vergeven en om je een ticket naar de hemel te bezorgen. Maar dat is niet God. Het is eerder een afgod.
Het woord ‘hulp’ wordt ook gebruikt als Adam zijn vrouw Eva krijgt (Genesis 2:18). Het gaat om een ‘tegenover’ (Naardense Bijbel). Je hebt elkaar. Je hebt elkaar lief. En daarom dien, help en corrigeer je elkaar. Een levensgezel. Zo is God je hulp (Psalm 121:1). God heeft je je leven gegeven. Hij is onze Tegenover die werd als wij. God is de Grond onder je voeten (GK 161). De Bestemming van je bestaan. God laat ons delen in het geheim van zijn Drie-eenheid; de liefde van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Ik rond de preek af. Ik begon met polderblindheid. Zonde om die pracht niet te zien. Vandaag zien en krijgen we veel van God. Kijk om je heen. Weet je uitgenodigd om Hem te kennen en lief te hebben. En heb in Hem de ander lief.
[i] ‘Dat er in de menselijke geest van nature een zeker besef van Gods bestaan aanwezig is, achten wij niet voor discussie vatbaar’ (Calvijn, Institutie Boek I. Hoofdstuk 3.1. Vertaling De Niet). Apologeet A. Plantinga over sensus divinitatis, zie filmpje op Youtube. Bij Plantinga heeft sensus divinitatis een andere plek dan bij Calvijn: “Terwijl Calvijn (1509-1564) over de ‘sensus divinitatis’ spreekt in het kader van het benemen van onschuld voor de mens die leeft buiten de bijzondere openbaring, geeft Plantinga dit begrip ook een positieve plaats in zijn kennisleer. Hij spreekt over de ‘sensus divinitatis’ als een cognitief vermogen.” Voetnoot 25 van Overtuigend gezag. De schriftvisie en wijze van omgang met de Schrift van Alvin Plantinga van P. de Vries in Theologia Reformata 61/2 (2018).
[ii] Deze twee mechanismen: HADD (Hyperactive Agency Detection Device) en ToM (Theory of Mind). Zie onder 1.1 Religie hoort bij onze natuur in God bewijzen van Paas en Peels (2015).
[iii] Het (geheel van het) Psalmenboek zit schitterend in elkaar. Zie Toegewijd en trouw dienen (OnderWeg, 2017) voor een korte inleiding op een prekenserie over de Psalmen.
[iv] Een wachter heeft een essentiële functie. Zie preek Inconvinient truth. Ezechiël als wachter aangesteld.
[v] Zie (op punten wat gedateerde) themadienst over schepping-evolutie.
[vi] Economie is de reus van vandaag. Zie Jezus zoekt echte durfinvesteerders (OnderWeg, 2015).
[vii] Zie Hopen op God als het nieuwe normaal. Preek Psalm 43 tijdens lockdown I (voorjaar 2020).
Voorbeeldliturgie
Votum en groet (Sela) https://www.sela.nl/liederen/1/votum-en-groet.html
LB 103c: 1 en 3 Loof de Koning
Samenvatting van Gods leefregels
GK 154: 1 en 2 Ach, wat moet ik toch beginnen (schuldbelijdenis)
Gebed
GK 154:3 Heer, Gij wekt een mens tot leven
Kindermoment
Kinderlied Goed nieuws OPW4K 123
Lezen Psalm 121
Verkondiging
Psalm 121 alle verzen DNP https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-121
Viering heilig avondmaal (lezen formulier 3. Svp beamen)
Gebed
GK 179a Geloofsbelijdenis (staande).
Opwekking en viering heilig avondmaal. 3 tafels als volgt:
Na viering aan elke tafel lezing (door predikant).
Lezing: Psalm 122:1-4 (tafel 1) 122:5 (tafel 2) en 122:122:6-9 (tafel 3).
Zang: Psalm 122:1 (tafel 1) 122:2 (tafel 2) en Psalm 122:3 (tafel 3). Alle verzen uit DNP https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-122.
Na afloop van zang gaan gemeenteleden weer op hun plaats in de kerk zitten (na iedere tafel).
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 441: 1 en 5 Hoe zal ik U ontvangen (Advent)
Zegen
Amen (gezongen)
—- einde —–