De gemeente als antwoord van God

Preek naar aanleiding van Handelingen 2 en Filippenzen 2 over gemeente van kringen. Deze preek is een vervolg op een eredienst van vorig jaar waarin het vooral om het nieuwtestamentische woord ‘elkaar’ ging. Zie hier voor die preek (mei 2016). Voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus

1         De gemeente is Gods antwoord.
Straks krijgen we een update van de commissie basispastoraat: waar staan we als het gaat om het vormen van een gemeente van kringen? We danken de Heer voor de gaven en inzet van de commissieleden.

De gemeente bestaat!
Toen we deze dienst voorbereidden, kwamen we o.a. op deze gedachte: sta je er wel eens bij stil hoe bijzonder het is dat de gemeente van Jezus er is, bestaat? Dat iedere zondag en door de week ontmoetingen plaatsvinden, het geloof wordt beleden, samen plannen worden gemaakt: Staartlicht, Alpha, voedselbank, liturgie, onderling omzien – noem maar op?

Zeker als je bent opgegroeid met het christelijk geloof sta je daar misschien nooit bij stil. De kerk is er, ‘gewoon’. Sterker: omdat we kinderen zijn van onze ik-gerichte tijd is het niet vanzelfsprekend om iets met de kerk te hebben. Geloven: o.k. Maar daar heb ik de kerk niet voor nodig zeggen/voelen we. We merken dat als leden afhaken. Of zich niet of nauwelijks inzetten. En dan? welk antwoord geeft de gemeente? Hoe kan de gemeente laten zien dat het belangrijk, goed en nodig is om mee te doen in de gemeente? Moeten we vernieuwen of stug doorgaan zoals we het gewend zijn te doen?

Handelingen 2 als basismodel.
Door de loop van de eeuwen heen hebben geloven steeds weer teruggegrepen op Handelingen 2. Het begin van de christelijke gemeente. Wie dat gedeelte leest, is verkocht. Daar kan geen reclamespotje van Remonstranten, PKN of GKv tegenop. Een steeds maar groeiende groep gelovigen. Alles is van allen en voor allen. Vooral de eenvoud valt op. Het is jaloersmakend. Wij vergaderen ons vaak een slag of meerdere slagen in de rondte. Of hebben in toenemende mate moeite om op een lijn te blijven/komen in ‘hot items’ – denk aan diverse synodes (CGK/GKv e.a.) die kerkelijke spanning merken. In Handelingen staat iets heel moois. De gemeente kenmerkt zich door eenvoud van hart (vers 46, SV). Hoe mooi, hoe simpel kan het zijn. Als de ‘cie straks met een voorstel komt om dat te bereiken dan zijn we het snel eens, denk ik.

Zeker in belangrijke tijden…
Er is nog wat met dit prille begin van de kerk. Zeker op belangrijke momenten heeft de kerk teruggegrepen naar Handelingen. Neem bijvoorbeeld in de tijd van de Reformatie (500 jaar in 2017). De voortrekkers van de Reformatie vonden dat de kerk in verval was. Het nieuwtestamentische boek Handelingen bood een mooi en lonkend concept voor verandering, vonden de reformatoren: de leer van de apostelen (níet de traditie), bidden, brood breken (eucharistie/avondmaal), een zijn. Zo is de kerk een beweging die de maatschappij kon (her)vormen. Helaas is de kerk in de tijd van de Reformatie gebroken en kwam daardoor de eenheid die zo schittert in Handelingen 2 onder druk te staan (zie ook Nicea en Johannes 17).

Vandaag, in onze tijd, wordt er opnieuw teruggegrepen op Handelingen. Het zou best wel eens kunnen zijn dat we in een periode van verandering leven. Er wordt gezegd dat de kerk teveel nadruk heeft gelegd op de leer waardoor er steeds (meer) onenigheid komt, (repeterende) kerkelijke breuken en discussies die velen niet (langer) begrijpen. Handelingen lijkt opnieuw een lonkend perspectief te zijn. Maar dan toegepast op vandaag. De eenvoud is: christenen ontmoeten elkaar, delen het (geloofs)leven met elkaar. Eten, bidden en beminnen (bestseller van Elizabeth Gilbert[i]) maar dan toegepast op de kerk en Handelingen als een model.

Eerst opkijken!
Gemeente: juist als we in een tijd  van verandering leven dan komt het erop aan goed te luisteren. Wij kunnen Handelingen zomaar nemen als een model voor iets dat ons aanspreekt of wat we nodig hebben (en daar is niets verkeerds aan). Maar Handelingen is meer. En zeker ook het stukje dat we lazen over de gemeente van Jezus. Die groep mensen die daar samenkomt, eenvoudigweg met elkaar leeft in geloof is een antwoord. Een antwoord van God.

Want – lees het eerste boek van Lukas – Gods weg in Jezus leek dood te lopen op Golgota. De kring van mensen die in hem geloofden werd telkens kleiner. Jezus’ eigen discipelen hielden het niet meer bij hem uit – ze vluchten. Als Jezus begraven is, gelooft niemand er nog in (Lukas 24: 12 en verdere). De kring discipelen reduceert naar 0. Over ‘kleine kringen’ gesproken….

En dat wordt het Pasen. Jezus leeft. God is trouw tot in en over de dood. De discipelenkring wordt een apostelenkring. Want het goede nieuws moet de wereld over. Het wordt Pinksteren. De Geest van de verhoogde Jezus komt en geeft het de apostelen om mensen in het hart te raken zodat zij zich bekeren (Handelingen 2:37). Dan ontstaat de christelijke gemeente. Geloof. Groei. Eenvoud. Deze mensen, de kerk, de Jesusmovement is het bewijs dat Gods werk niet te breken is. Het is het antwoord dat God geeft aan al die mensen die niet in Hem willen geloven. God haalt zijn eer tóch.

Gemeente: laten we zo naar onszelf kijken. Wij zijn Gods werk. Wij zijn van Hem. Zeker wij gereformeerden kunnen snel naar modellen kijken. Structuren aanpakken. Veranderingen op gaan brengen enzo. Maar nu we in een tijd/cultuur leven waarin God is afgeschaft en het geloof achter de voordeur is teruggedrongen en kerk-zijn niet vanzelfsprekend is, is het allereerst zaak om op te kijken. God is trouw. Door zijn genade zijn wij daarvan het bewijs. Dank daarvoor de Heer.

Laten we zo in eenvoud zien wat nodig is om gemeente te zijn in deze tijd. En dan zal welke kerk dan ook maar en in welke tijd dan ook maar het zo zijn dat de gemeente áltijd meer lijkt op dan verschilt met de gemeente van Handelingen 2. De kerk blijft bij de leer van de apostelen, belijdend een naam waardoor redding bestaat (Handelingen 4:12). We vieren avondmaal en de doop wordt bediend (Handelingen 2). In de kerk zul je God willen eren en elkaar in zijn licht willen zien. De gemeente bidt en zoekt daarin haar kracht (Handelingen 2). Zo is zij het teken en antwoord voor en aan de wereld dat God trouw is en het werk van zijn handen niet loslaat.

2         Groeien in de houding van Jezus.
Er is nog een reden om goed te luisteren naar en te kijken naar Handelingen 2. Het is goed mogelijk dat Lukas Handelingen schreef toen Jeruzalem al verwoest was (door Romeinen). M.a.w.: je kijkt naar iets dat er niet meer is. Een beetje zoals het paradijs: prachtig mooi, maar we kennen het pas nu we in een wereld leven waar wij zondige mensen zijn. Toch krijgen wij dit beeld voorgespiegeld. Ik denk: om ons te bemoedigen. Om te laten zien hoe groot de kracht van de Geest is. Dit kan God! Zo trouw en krachtig is God. Alle christenen van alle (spannende of niet-spannende tijden) leren op te kijken naar God.

Groei naar het volmaakte.
Kijk maar naar alle gemeenten in het Nieuwe Testament. Steeds wijzen de apostelen op de eenheid in Christus. En wijzen zij op het belang dat christenen leven zoals Jezus dat deed. Alsof de apostelen daarmee steeds – hoewel ze altijd oog hebben voor de omstandigheden van iedere aparte gemeente – iets van die eerste christelijke gemeente voorhouden. De Filippenzenbrief doet dat prachtig mooi. De brief is vol lof en dank voor de gemeente. En dan staat er ook: als er dan zoveel goeds, moois is (bemoediging, troost, verbondenheid, ontferming, medelijden 2:1) maak mij (Paulus) dan ook volmaakt gelukkig

Hoor je dat? De gemeente was geweldig. Nou – prijs de Heer. En met de armen over elkaar. Nee. Prijs de Heer. En Paulus wijst een nog hogere weg. Typisch Paulus (1 Korintiërs 13). Typisch het evangelie (Matteüs 5-7). Sommige mensen zeggen: God wil zeker het onderste uit de kan halen? Of: het is nooit goed genoeg (en, zucht, we gaan wel weer aan de slag). Maar in dit evangelie klinkt de mentaliteit van de volmaakte God, Hij die heilig (één) is. Vergelijk het met een sporter die niet blij is met een 2de plaats (Schippers op de Spelen). Bij Paulus merk je dat het erom gaat dat de gemeente steeds meer laat zien wie God is – aan de maatschappij die Hem niet kent (1:15). Die opdracht is erg relevant voor onze tijd nu kerken sluiten en God afgeschaft is. Hoe doen we dat? Hoe laten we het door Jezus bevrijde leven zien; onderling en richting hen die God niet kennen?

Paulus houdt ons bij zijn opdracht tot volmaaktheid geen onmogelijk doel voor ogen. Hij laat ons Jézus zien (1:6-11, vroegchristelijke hymne). We krijgen, als we bedenken wat goed en nodig is om vandaag kerk te zijn, geen ander voor ogen dan Hem die ook de eerste christelijke gemeente (Handelingen) zo mooi maakte.

Waarom de kring?
Laten we vanuit die houding kijken, zoeken naar wat goed is. Vanmorgen gaat het daarbij om het invulling van het nieuwtestamentische ‘elkaar’, de kring. Waarom is dat goed? Waarvoor is dat nodig? Laat ik wat voorbeelden geven. Elf voorbeelden. Allemaal voorbeelden uit de praktijk van het kerkelijk leven.

1/ Christenen melden zich om lid te worden van de gemeente. Bij welke kring kunnen we aansluiten – is hun (spontane) vraag bij het kennismaken? Als je al jaren lid bent in Dordt heb je die vraag misschien helemaal niet. Je kent de weg allang. Je voelt misschien de behoefte/noodzaak niet. Ik denk (en hoop) dat we erop kunnen rekenen dat we de vraag ‘van welke kring kan ik lid worden’ telkens meer gaan krijgen. De eenheid waarvan Filippenzen spreekt wil geleefd worden in de regelmatige ontmoeting met gemeenteleden, in het samen uit de Bijbel lezen. Het is goed dat we dan gelijk kunnen verwijzen en niet hoeven te zeggen dat we er (nog) mee bezig zijn om de gemeente in kringen in te delen.

2/ Sommige christenen overwegen om lid te worden maar vinden de gemeente wel heel groot. De grootte kan afschrikken als je dat niet gewend bent. Misschien heb je als nieuwkomer de indruk dat er velen in de gemeente elkaar heel goed kennen en krijg je het gevoel dat jij er maar tussen moet zien te komen. Hoe begin je dan? Een kring kan helpen om je thuis te voelen en je verbonden te weten met gemeenteleden en op die manier ook met de gemeente. Juist in een tijd waarin het niet vanzelf spreekt om lid te zijn/worden van een kerk, is het zoeken naar een laagdrempelige vorm van onderling contact belangrijk.

3/ Een van de successen van de Alpha-cursus is de gezamenlijke maaltijd aan het begin van iedere avond. De ontmoeting aan tafel – hoe christelijk – is een mooie opstap voor een gesprek over dingen die je drijven, je geloof. Je zou de kring- en bijbelstudieavond met een maaltijd kunnen beginnen.

4/ Vandaag wordt afgekondigd dat …. niet langer lid is van de gemeente. Wie kent …? Wie heeft … de afgelopen tijd gemist en daarover met … contact gezocht? Natuurlijk kun je zeggen: mensen hebben zélf de opdracht naar de kerk te komen. Dat is ook zo. De andere kant is er ook. ‘Elkaar’ is een kernwoord uit het Nieuwe Testament (zie vorige preek over kringen). De gemeente indelen in kringen is geen tovermiddel. Laten we het niet zoeken in structuren. Het helpt bij het kennen van, meeleven met en missen van elkaar. Het voorkomt ook dat iedereen (of meestal dezelfden) het gevoel krijgen: oei, had ík niet… Nee. Je kunt niet alles. En je hoeft niet alles. In een kleine(re) groep is het zien/missen van elkaar te doen.

5/ Het getuigenis uit de dienst van een paar weken geleden van ….: ook al ken je elkaar niet toch is er een sfeer waarin je elkaar vertrouwt (zie hier voor die preek). Wat is dat ontzettend mooi. Dat gun je toch aan meer mensen? Het is jammer om dat te beperken tot een eenmalige gebeurtenis in de veertigdagen. Denk aan de oproep  van Paulus waarin hij zegt om het goede wat er is nog beter te maken.

6/ Moet je je voorstellen hoe het zou kunnen werken als we een heel aantal kringen hebben waarin we ook open staan voor mensen die (nog) geen lid zijn van de gemeente. Voor sommigen is de drempel om naar een kerk(dienst) te gaan hoog, te hoog. Dat kan ook gelden voor kerkleden zelf. Een kring kan een stap zijn om christenen te ontmoeten en te spreken. Een kring zou een tussenstap kunnen zijn tussen de Alpha-cursus en de eredienst.

7/ Een gemeentelid zegt: ik zit ergens mee maar ik weet niet of ik het op huisbezoek meld. Want de laatste keer dat ik mijn ouderling zag was een jaar geleden. Ik ken hem niet zo goed. Ik weet ook hoeveel (ambtelijk) werk hij heeft. Ja. Denk jij dat ook wel eens? Zou dit gemeentelid het durven te zeggen in een ontmoeting met christenen waarin je elkaar om de week zou zien? Soms hoor je achteraf hoezeer gebed, meeleven en/of hulp welkom en nodig was. Dat is dan wel pijnlijk. En ook niet goed. Wat is er nodig om zo’n groep te vormen dat je iets naar voren durft te brengen dat je op je hart ligt? En misschien kom je er dan in de kring achter dat je er een ambtsdrager bij wilt hebben of een bepaalde situatie aan de ambtsdragers wil overlaten. Prima. Maar dan doet de kring wel z’n werk.

8/ In onze gemeente is diversiteit over bepaalde standpunten (bijvoorbeeld vrouw in ambt). Dan kun je, zoals we deden aan het begin van dit kerkelijk seizoen, daarover een avond houden. Maar daar komen niet zoveel mensen op af. En – behalve dat het goed is om elkaar hierom te ontmoeten – je kunt niet op een avond goed ontdekken waarom iemand bepaalde dingen vindt, ergens zorgen over heeft of iets juist heel graag wil. Ik geef gelijk toe: zulke gesprekken zijn niet altijd makkelijk. Soms zelfs moeilijk. Je kunt ertegen op zien. Maar moeten we het er dan maar niet over hebben? Of alleen in die groep waarin de meesten ongeveer hetzelfde vinden? Beter dan het gesprek uit de weg te gaan zou het kunnen dat ook voor dit soort gesprekken de kring helpend kan zijn. Dat je in kleinere groepen en wat vaker over een bepaald onderwerp te spreekt, in een setting waarin je elkaar wat langer kent. Dat je elkaar spreekt niet om jouw standpunt erdoor te drukken of je gelijk te halen maar vanuit de houding die Filippenzen aanwijst: elkaar zoekend, wederzijds belang voor ogen houden en samen naar de stem van de Heer luisteren.

9/ Een oudere gelovige zei: wat is het fijn dat er voor mij gebeden wordt. Daarvoor was er wel (ambtelijk) contact. Maar de eenvoud van het gebed (Handelingen 2) als je elkaar ziet; hoe goed is dat?

10/ Een jongere zei over de veertigdagentijd: wat mooi om een vijftiger te horen spreken over z’n geloof – en dat hij ook wel eens twijfelde. Ja. Als we samenkomen dan is dat zomaar op leeftijd: een ouderenochtend, een Bijbelstudiegroep, een woensdagochtendkring – noem maar op. Dat kan wat verschillen in leeftijd maar veelal niet veel. En natuurlijk is het prachtig dat al deze samenkomsten er zijn. Geen verkeerd woord daarover. Het goede/mooie van een kring is dat leeftijden met elkaar optrekken – en jongeren van ouderen horen en ouderen van jongeren. Zo komt de gemeente tot haar recht.

11/ Een wijk functioneert goed. Er is veel onderling meeleven. Zou het onderling contact ook verdiept kunnen worden? Bijvoorbeeld door regelmatig met elkaar uit de bijbel te lezen of een christelijk onderwerp te bespreken? Een van de dingen bij het voorgesprek over deze dienst was: wat kan het soms moeilijk zijn om met elkaar over het geloof in Jezus te spreken. Of domweg: ik doe dat niet/nooit. Laten we investeren in de eenheid die en het leven dat we in Jezus hebben.

Ik rond de preek af. De eerste christelijke gemeente (Handelingen) leert ons op te kijken naar God. We zijn van Hem. Laten we in dat vertrouwen zoeken en doen wat nodig is om zo gemeente te zijn dat iedereen erbij betrokken is en opgebouwd wordt. Laten we zo gemeente zijn dat buitenstaanders daardoor iets kunnen merken van God.

[i] Zie ook mijn artikel The life of Pi en de dood van Amanat en de themadienst Geloven anno nu voor dit boek van Gilbert.

voorbeeldliturgie

Welkom
votum
groet
Psalm 84: 1,2 en 4 uit de nieuwe psalmberijming http://www.denieuwepsalmberijming.nl/1-berijmingen-psalm84.html?code=2184
10 woorden
GK 163: 1 t/m 3
Gebed
Kinderen naar voren
Matteüs 5:17-26 (Jezus legt de Wet uit)
GK 38
Lezen: Handelingen 2:41-47 en Filippenzen 1-27-2:18
Verkondiging De gemeente als Gods antwoord
GK 111
Korte presentatie ‘cie basispastoraat
Dankgebed en voorbede afgesloten met
Opw.436 Onze Vader
Kinderen komen terug en vertellen
collecte
Psalm 150: 1 en 2
zegen

 

 

 

[i] Zie ook mijn artikel The life of Pi en de dood van Amanat en de themadienst Geloven anno nu voor korte bespreking van dit boek van Gilbert.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.