In protestantse kerken blijft de vrouwelijke ambtsdrager een heikel thema. In de PKN klonk de oproep om alle kansels te openen voor vrouwen. De synodes van de CGK en GKv zijn, op verschillende manieren, met het onderwerp bezig.
Beproeving
Het is belangrijk dat kerken niet te vergeten in welke context zij dit gesprek voeren. De meeste Nederlanders geloven niet (meer) in God en ons land heet post-kerkelijk te zijn. Dit betekent dat kerkelijke eenheid meer dan ooit geboden is. Dat de discussie over de vrouwelijke ambtsdrager tot onderlinge verdeeldheid leidt, is dan ook een beproeving. Het is Bijbels dat ieder in zo’n situatie naar zichzelf kijkt.
Neem het verstrekkende rapport dat behandeld wordt op de synode van de CGK. Plaatselijke kerken die afwijken van het landelijke CGK-verband inzake bijvoorbeeld de vrouwelijke ambtsdrager, dreigen buiten het verband te komen staan. Op dit rapport is vanuit leden van de CGK kritisch gereageerd. En er wordt gezegd dat de CGK trekken begint te vertonen die juist bij de GKv van vroeger hoorden (sektarisme).
Als ‘vrijgemaakte’ zou ik hierin naar mezelf willen kijken. De veranderingen in de GKv zijn heel snel gegaan. De vorige synode (Meppel 2017) opende alle ambten voor vrouwen terwijl vriend en vijand het erover eens waren dat de schriftuurlijk onderbouwing, zacht gezegd, erg mager was. Meppel was dan ook een dubbele breuk met het verleden. Is ‘de ruk naar rechts’ in het genoemde CGK-rapport te zien als een reactie hierop? (Vergelijk het met de Nederlandse NashvilleVerklaring die o.a. een forse reactie was op vermeende kerkelijke eenzijdigheid inzake homoseksualiteit). Hoe dan ook; het is van belang dat kerk(verband)en zich naar elkaar opstellen als betrouwbare partners.
Gemeenschappelijk belang
Verder betreft de context van het gesprek doorgaande ontwikkelingen in onze cultuur. In het verband van de vrouwelijke ambtsdrager is te denken aan de film Mary Magdalene (2018). Het is een interessante film omdat bepaalde stereotype beelden van Maria rechtgezet worden. Maar er is meer. De film vertelt over een wel heel bijzondere band tussen Jezus en Maria. Jezus zegt bijvoorbeeld dat zij hem vragen stelt die niemand anders hem stelt. Maria wordt door Jezus aangesteld als zijn getuige. Je hoort hierin een vage echo van vroege gnostieke geschriften waarin enkelingen beschikken over een bijzondere ingewijdenkennis. De film loopt erop uit dat er gedoe ontstaat tussen alle mannelijke (!) apostelen en Maria. Recensent Maurice Hoogendoorn noemde het slot van Mary Magdalene ‘pamflettisch’. De indruk wordt namelijk gewekt dat het de mannen slechts om hun positie gaat. Als kijker ben je geneigd Maria gelijk te geven. Het laat zich raden welk effect zo’n film heeft op hedendaagse kerkelijke debatten.
Evangelie
De film is maar een voorbeeld. Er is zoveel meer te bedenken dat duidelijk maakt hoe belangrijk het is dat orthodoxe kerken zich niet tegen elkaar laten uitspelen. Er is, om te beginnen, een gemeenschappelijk belang in het tegengaan van allerlei ongezonde leer in onze cultuur. En als kerken niet uitkijken raken ze vanwege onderling gekibbel in het defensief of klinkt er een negatieve toon in debatten. Maar het evangelie is een zelfstandige, offensieve, ontmaskerende en bevrijdende kracht. Meer dan ooit moet het geluid daarvan in alle helderheid klinken in ons land. Ook als orthodoxe kerken verschillende standpunten innemen, is het essentieel dat ze laten merken dat ze elkaar liefhebben en willen dienen.
Dordrecht 27 januari 2020
Zie Dilemma’s fusiekerk GKv – NGK (OnderWeg, 2017) en Kerk in post-truth samenleving (2017). Zie ‘Bijbelse’ vrouwelijke ambtsdragers (2016) voor mijn analyse voorafgaand aan besluiten m/v ‘Meppel’ 2017.
Dit artikel is gebaseerd op Méér dan getuigen. Vrouwen op de eerste Paasdag en in de kerk van vandaag (januari 2020). Zie ook Overzicht van mijn reacties op de NashvilleVerklaring (2019).
Beste Matthijs,
Ik heb je artikel gelezen.
Toch blijf ik bij een standpunt dat door meerderen wordt “aangehangen” Onder andere het blad Nader Bekeken heeft duidelijk aangetoond dat het synode besluit om vrouwen als ouderling en predikant toe te laten ingaat tegen de lijn in de Bijbel.
Ook de tekst uit 1 Timotheüs 2:3 wordt in alle stukken van voorstanders nooit genoemd. En dat terwijl deze tekst toch duidelijk spreekt over de man als oudste en opziener.
Dus blijft deze kwestie ons bezighouden en hoe ver moet je gaan met de nadere?
Dat blijft voor mij een gewetensvraag. Wat is het eind! We reken steeds meer los van elkaar en dat zou ik niet willen.
Gebed blijft nodig in deze verwarrende tijd.
Henk Hellenthal.
Beste Henk
Bedankt voor je reactie. Gesprek is en blijft belangrijk. Mijn artikel is gebaseerd op Méér dan getuigen. Vrouwen op Pasen en in de kerk. Las je dat ook? Het helpt bij het verstaan van deze tekst omdat ik in die blog laat zien dat je, vanuit de Bijbel, van verschillende kanten naar dit onderwerp kunt kijken. Vrouwen zijn de eerste apostelen (Wright). Het standpunt van Nader Bekeken wil ik zeker ook Bijbels noemen. Sommige bezwaren ten opzichte van ‘Meppel’ – m.n. tegen de magere onderbouwing vanuit de Schrift – begrijp ik. Ik spreek dan ook van een ‘dubbele breuk’ met de traditie in dit artikel.
Over de zwijgteksten en 1 Timoteüs 2 het volgende. In eigen gemeente hield ik een preek over een zwijgtekst, 1 Timoteüs 2 zie Zwijgende vrouwen en biddende mannen. Dit brengt me dan ook bij wat je zegt over 1 Timoteüs 3:2 (niet 2:3). Inderdaad; dat gaat over een man (mannen). Er zijn aanwijzingen dat vrouwen ook een leerfunctie hadden, zie het boek ‘Zonen en dochters profeteren’ (ken je dat boek?) – het deputatenrapport uit 2016 geeft ook voorbeelden (uit de Bijbel).
Mijn vraag is: wat zegt dit (1 Tim.3 gaat over man) voor onze discussie en (hoe) betrek je daar andere Bijbeltekst bij (zie mijn blog over Méér dan getuigen)? Het lijkt me voor de hand te liggen dat in die tijd mannen degenen waren die (veelal) aangesteld werden. Het past in die tijd en context. Tegelijk; hoe bijzonder moet het evangelie toen al hebben geklonken: mannen (heertjes) die goddelijke opdrachten kregen om hun vrouw lief te hebben (Efeze 5). Slaven die als gelijken werden behandeld (Galaten 3:28, Filemon). We kunnen het ons vanuit onze tijd nauwelijks voorstellen. Vanuit dat perspectief denk ik dat we ons er veel te druk om maken welke positie mannen en of vrouwen in de kerk hebben. Het is simpelweg niet het punt dat het evangelie centraal zet. Vrouwen en mannen kunnen evengoed de was (van de evangelieverkondiging) doen – zie genoemde blogtekst Méér dan getuigen.
Verleg de discussie eens. Stel je zou tegen afschaffen van slavernij zijn (is iemand dat vandaag?). Je kunt je ‘beroepen’ op Bijbelteksten waarin staat dat slaven hun meesters moeten gehoorzamen. De Bijbel zegt het. Wij verstaan dit anders. M.a.w.: als je alleen zegt ‘er staat in tekst x dat een man ambtsdrager is dus vandaag kan een vrouw dat niet zijn’ neem je een te korte bocht. Je zult meer gegevens moeten verdisconteren. Een andere vraag is bijvoorbeeld: wat zegt dit stuk aan Timoteüs en zijn bediening aan ons en onze bediening? Sluit dit woord vrouwelijke ambtsdragers ten allen tijde uit? Die vragen stellen we bij iedere tekst. Waarom dan niet hier? Waarom heet dat al snel ‘kritisch’ (op de Schrift)?
In een andere blogpost heb ik ervoor gepleit om per situatie te kijken wat wijs is als het gaat om (vrouwelijke) ambtsdrager. Zie Artemis, Aïsja, Baudet en Jezus. Over de positie van vrouwen in de kerk. Het is belangrijk dat (plaatselijke) kerken hierin een wijs besluit kunnen nemen.
Hartelijke groet
Matthijs
Maar wat als je toch tot het standpunt komt dat het bijbels niet te onderbouwen is… Ik ben het met Tim Keller eens dat Paulus ‘iets’ verbiedt en dat je met heel zwaar wegende argumenten moet komen om te zeggen: nee, dat wat er staat, wordt niet bedoeld.
De onderbouwing van de GKv was zwak zeker als gezegd wordt dat we de zaken die controversieel zijn buiten de besluitvorming laten…. (Punt 5 meen ik)
Paulus grond zijn verbod namelijk in zowel de schepping als in de val. (Genesis 1-3) waarin cultuur nog niet bestaat. Hoe ga je om met het feit dat er buiten bijbelse verhaallijnen bedacht worden om eea te rechtvaardigen (het zou kunnen zijn dat…)
En, hoe ga je om met de in mijn optiek bijbelse lijn dat het man het hoofd is van de vrouw, wat is daar de uitleg bij? En staat dat niet op zeer gespannen voet met de het leiding geven in één kerk?
Boeken gelezen, ook die Almatine Leende, rapporteren gelezen en met open vizier gezocht naar de waarheid. Want uiteindelijk is onze God een van Waarheid. Het ene kan niet waar zijn en het andere ook… Dus als je deze conclusie trekt dat iets niet bijbels is, kun je dan blijven in die gemeente?
Bedankt voor je reactie. Zie mijn antwoord op je (soortelijke) vraag, onderaan in een andere blog: https://jmhaak.com/2022/04/30/cgk-besluit-over-de-vrouwelijke-ambtsdrager-en-kerkelijke-eenheid-artikel-in-het-nederlands-dagblad/