Preek over een zogenaamde zwijgtekst. Wat zegt het evangelie van 1 Timoteüs 2 ons? Preek in het kader van het gesprek over vrouw & ambt in de Kandelaarkerk. Ik houd deze preek als ook het geheel in en van de liturgie dicht bij de serie over Marcus die ik recent hield. Het ging daar steeds om die ene schat; het grote mysterie (1 Timoteüs 3:16). Voorbeeldliturgie en gespreksvragen staan onderaan de preektekst.
Voorafgaand aan de lezing uit de Bijbel heb ik kort mijn positie inzake vrouw & ambt aangegeven (aan de meesten wel bekend). Als volgt: ik heb meegekregen dat vrouwen geen ambtsdrager kunnen zijn. Toen ik studeerde mochten mijn vrouwelijke jaargenoten geen preekcollege volgen. In de loop van mijn werk als predikant ben ik hierover anders gaan denken. Al langer ben ik voorstander van de vrouwelijke ambtsdrager; in álle ambten. Mijn belangrijkste motivatie daarvoor is:
- Dat de Geest de gaven van het ambtsdrager zijn geeft aan mijn zussen in de Heer.
- Dat Bijbelteksten door de loop van de tijd verschillend benaderd worden en dat dat o.k. is; mits de uitleg fatsoenlijk is en de kern van het geloof (Nicea) centraal blijft staan.
- Dat het onderwerp vrouw & ambt ‘slechts’ een van de zaken is die meekomt met het kerkzijn in onze tijd. Laat de kerk zó kerk zijn dat het aantrekkelijke evangelie zicht- en hoorbaar is.
Wie hierover meer wil weten, verwijs ik naar een blogtekst uit het najaar van 2016.[i] Vandaag wil ik voorgaan in het luisteren naar het evangelie van 1 Timoteüs 2. Het is een tekst die overal in de discussie over de vrouwelijke ambtsdrager terug komt. We lezen 1 Timoteüs 2.
Zwijgende vrouwen en biddende mannen. Hoe Jezus de weg wijst (preekthema)
Gemeente van de Heer,
1 We zoeken (nog steeds) die ene schat.
Na afloop van een eredienst stapte eens een gemeentelid op me af. Dat gemeentelid vroeg zich af waarom ik zo (geheven handen) bid. In die gemeente, zo zei dat gemeentelid, wordt er altijd met gevouwen handen gebeden en dat is eerbiedig. We hadden er een goed gesprek over. Even schoot door me heen dat ik altijd heb geleerd dat je onder het bidden je ogen dicht houdt. Als ieder zich daaraan houdt, valt het ook niet op als de een knielend bidt, de ander dansend en weer een ander met opgeheven handen. Maar wat nu als ik me er makkelijk van had willen afmaken? Als ik geen tijd of zin had gehad om het gesprek aan te gaan? Dan had ik simpelweg kunnen zeggen: zoals ik bid, zó is het Bijbels. En zoals jullie het blijkbaar gewend zijn, niet. Zie 1 Timoteüs 2:8 waar staat dat mannen met geheven handen moeten bidden.
Ja maar; dat was toen de gewoonte/cultuur! O.k. We lezen verder in Timoteüs: vrouwen moeten zich laten onderwijzen en mogen geen gezag hebben over de man (1 Timoteüs 2:11 en 12). Is dat ook gewoonte/cultuur? Tja. Waren we dat gesprek aangegaan dan was ik ver na lunchtijd pas weer thuis gekomen.
Gemeente; we zijn begonnen met het gesprek in de gemeente over de gaven die God geeft. Dat doen we in dank. Vorige week stonden we erbij stil dat de Geest zoveel gaven en kracht geeft dat het evangelie van de gekruisigde Jezus heel de wereld door kan gaan.[ii] Tot op de dag van vandaag deelt de Geest gaven uit in veelvoud; in muziek, leiding geven, omzien naar elkaar, gebed, een website maken en onderhouden, vermanen, goede vragen stellen, meezingen, catechese, tal van missionair werk, ambtswerk, uitdelen (voedselbank), beamen, versieren van de kerk – en ga maar door. En dan hebben we te spreken over de vraag hoe er dat dan concreet uitziet in onze gemeente. Specifiek: wat is de plek van vrouwen in de gemeente? Roept de Heer hen als diakenen, ouderlingen en predikanten?
In overleg met de commissie die het gesprek over vrouw & ambt in goede banen leidt, kies ik er vanmorgen voor om stil te staan bij een tekst die in elk gesprek wel terug komt: 1 Timoteüs 2. En wel om de volgende reden. Lange tijd heeft luisteren naar o.a. dit Schriftgedeelte ervoor gezorgd dat vrouwen geen ambtsdragers konden zijn in onze kerken. Vaak klonk het dan zo: hoe graag wij dat misschien ook willen (gunnen); luisterend naar Gods woord mag/kan dat niet. Nu klinkt het, ook in onze gemeente, vaak anders: ik ben (misschien) niet (perse) tegen de vrouwelijke ambtdrager, of zelfs voorstander. Maar hoe zit het dan met die teksten waarvan we altijd hebben gezegd dat die dat verbieden?
Gemeente; alleen al als ik het zo zeg, benoem ik misschien wel de grootste valkuil en uitdaging in het gesprek over vrouw & ambt. Als we, stellig, altijd het een hebben gezegd en nu iets anders, is het zaak met enige bescheidenheid te spreken. Ook over ons verstaan van en inzicht in de Bijbel. En belangrijker wellicht dan dat: dat we wel goed blijven luisteren naar wat de Heer in de Bijbel tegen ons zegt. Want onderhuids kan het gevoel leven: gisteren dit, vandaag dat; voortaan de Bijbel met een korreltje zout nemen? Die reactie mag, op zich, voorstelbaar of begrijpelijk zijn maar is daarom nog niet gelijk zinvol of goed (zie o.a. 2 Timoteüs 3:16). Laten we niet in uitersten doorslaan.[iii]
Laat ik het anders zeggen. Afgelopen maanden hebben we naar Marcus geluisterd.[iv] Het ging steeds om het zoeken van een verborgen schat. Jézus is die schat. We doen vanmorgen natuurlijk niet ineens iets heel anders. We zoeken Jezus als we in ons gesprek luisteren naar de Bijbel en naar elkaar.
Kom jij Jezus tegen in 1 Timoteüs 2? Of had je, zoals sommige vrouwen wel eens zeggen, liever gehad dat dit stukje niet in de Bijbel stond? Of gaat het hier over de Schepper – en zet de heilige apostel Paulus Jezus even tussen haakjes? Als we even verder lezen stuiten we op dat grote mysterie van het geloof (1 Timoteüs 3:16)!
2 Een belangrijke vraag: wat wil de Heer?
Het ligt voor de hand dat 1 Timoteüs 2 betrekking heeft op de christelijke samenkomst.[v] De vrouwen (2:9-15) hebben het daar maar druk 😏; zich laten onderwijzen, bescheiden zijn enzo. En dan ook nog kinderen krijgen. Multitasken avant la lettre.
Nu serieus: wat staat hier nu? Hoe lezen wij dit?
Wie vandaag de commentaren leest, krijgt heel wat over zich heen.
‘Discriminatie’ zegt de een[vi],
‘wij weten het (gelukkig) beter dan Paulus toen’,
‘Gods goede woord voor alle tijden’
en alles wat daartussen zit.
Je hebt vooral heel wat te lezen.
Even een pas op de plaats.
Gemeente, eerst een pas op de plaats voordat we verder luisteren. Laat ik het beeld een moment verleggen. Wie een klassiek (wel na 1517) commentaar leest over Matteüs 16, valt het op dat de tekst ineens nogal uitgebreid wordt. Soms zelfs bladzijden lang gaat het over de vraag wat Jezus bedoelt als hij tegen Petrus zegt dat hij de rots is waar de kerk op staat (Matteüs 16:18). Soms wordt de uitleg zo gedetailleerd dat je denkt: waar gaat dit over? Een goede lezer weet: hierachter zit een meningsverschil tussen Rooms-katholieken en Protestanten. Is de paus (als opvolger van Petrus) de rots of moet je de goede belijdenis van Petrus zien als de rots van de kerk? Ja; dan heb je ineens heel veel woorden nodig. Woorden die Matteüs helemaal niet nodig heeft. Wij hebben die vele woorden wel nodig omdat we, na Jezus’ hemelvaart en Pinksteren, verderop in de geschiedenis terecht zijn gekomen. Tegen vragen, onduidelijkheden, nieuwe situaties aanlopen – en soms zelfs vastlopen en/of onenigheid hebben gekregen. En dan? Een briefje uit de hemel? Moet een paus (RKK) het zeggen of een synode of een dominee? Het evangelie zegt: probeer te begrijpen wat Gods wil is (Efeze 5:17).
Wat wil de Heer met jullie, zussen in de Heer?
Zo is het vandaag met de uitleg van Bijbelteksten waarin het over vrouwen gaat. Onder al dat schrijven, denken en spreken zit iets heel belangrijks. Dit punt: wat wil God met jullie, zussen in de Heer? Dat is anders dan: wat vind je van vrouw & ambt? Wat wil God met jullie, zussen in de Heer; jullie die onderwijs geven op school, opleidingen, Universiteiten en/of in de kerk? Wat wil God met jullie, zussen in de Heer, die een eigen bedrijf managen? Die evenveel of meer dan je/een man werken. Die bidden; in de eredienst en thuis of waar ook maar. Die (in de kerk en thuis) lezen uit de Bijbel (profetie). Wat wil God met jullie, zussen in de Heer, die het evangelie verkondigen bij de Alphacursus of tijdens het zomerfeest, bij de kinderclub; hier op het podium? Wat wil de Heer (bereiken) met jullie gaven die uitkomen in iedere kerkelijke discussie; in het voeren van (pastorale) gesprekken in de gemeente; in het leiding geven aan de gemeente in tal van commissietaken?
Hoe zien jullie dit, zussen in de Heer?
En terwijl we met die vraag bezig zijn lezen we 1 Timoteüs 2. Wow! Als Paulus ons toch eens zou zien…. Nou, nou; dat worden vermaanbrieven aan ons: 1 Kandelaarkerk (zoals 1 Korintiërs), II Kandelaarkerk, III Kandelaarkerk. Minstens (of zou de apostel ons op andere dingen aanspreken?). Of zou Paulus ons in Jezus’ naam juist heel andere instructies geven als het gaat om vrouwen en mannen; anders dan de instructies die hij toen aan Timoteüs gaf met het oog op de opbouw van de gemeente van Efeze uit de eerste eeuw?
Geen wonder, gemeente, dat het vandaag veel gaat over Bijbelteksten die over de positie van de vrouw gaan. Wat zegt de Heer; wat wil de Heer? De uitleg wordt langer. Er komen allerlei excursen. Detailonderwerpen: welk woord staat er nou precies in vers 12 als het gaat over ‘gezag’ en wat betekent dat (zeldzaam voorkomende) woord?
Sommigen zeggen dat het door onze nieuwe tijd/cultuur komt dat we ineens zo bezig zijn. Ze zeggen dat dan zo alsof we er verkeerd aan doen. Het is waar dat we als kerken nogal veranderd zijn. Maar is dat (alleen) verkeerd? En al die gaven dan die vandaag al ingezet worden door in Jezus gelovige vrouwen (zie boven)? Vind je dat erg? Of ‘onBijbels’?
Om nog eens wat te noemen als het gaat om ‘de tijd’ waarin je leeft. 1 Timoteüs 2 heeft (met 1 Korintiërs 14) altijd een belangrijke, zo niet doorslaggevende rol gespeeld in de vraag rondom de vrouwelijke ambtsdrager. Maar dat stukje gaat helemaal niet gaat over het ambt. Dat gebeurt pas in hoofdstuk 3 van 1 Timoteüs. Dat roept vragen op. Wat hebben wij in al díe (vroegere) tijd nou precies van dit stukje gemaakt; zat er eigen gewoonte/cultuur in ons begrijpen van dit stukje?[vii] Wat ik maar zeggen wil: het is te makkelijk om te zeggen ‘zoals het nu is’ (niet goed) versus ‘zoals het was’ (prima). En andersom geldt dat ook. Vooral gaat het erom dat wij, christenen, geen tijden (van vroeger of nu) vereren. We vereren Jezus. Hij is onze enige schat.
3. Uitleg van 1 Timoteüs 2.
Hoe kun je 1 Timoteüs 2 inzake de positie van de in Jezus gelovige vrouwen uitleggen? Ik zet drie mogelijkheden op een rij:
A De Schepper bedacht (blijvend) verschil tussen mannen en vrouwen.
Heel wat van ons hebben deze manier van uitleg meegekregen: 1 Timoteüs 2 wordt in verband gebracht met 1 Korintiërs 14 waar staat dat vrouwen moeten zwijgen; de ‘zwijgteksten’. En niet alleen die twee teksten, maar denk ook aan andere Bijbelteksten waarin de man het hoofd wordt genoemd (Efeze 5) en vrouwen op dezelfde manier worden aangesproken zoals in 1 Timoteüs 2 gebeurt (1 Petrus 3 e.a.).[viii] Deze uitleggers proberen zo goed mogelijk naar het geheel van de Bijbel te kijken en zo te ontdekken wat God wil. Dat Paulus spreekt over Gods schepping en een verschil aanduidt tussen Adam en Eva (1 Timoteüs 2:13-15), is een duidelijke aanwijzing dat het hier om meer dan cultuur of gewoonte gaat.[ix] De ‘geheven handen’ uit 2:8 zijn dan wel cultureel bepaald. Daar staat immers niet dat er, waar ook maar in de Bijbel, een gebod is dat zegt dat mannen, in welke tijd ook maar, zo moeten bidden.
Deze uitleg zegt: God, de Schepper, heeft mannen en vrouwen gemaakt en bedacht. In hun overeenkomst (Genesis 1). En ook in hun verschil. En dat komt terug in het Nieuwe Testament. Mannen en vrouwen zijn in Jezus gelijk (Galaten 3:28). Toch is er ook verschil, blijvend verschil dat verder gaat dan een bepaalde cultuur of tijd. Dat blijkt uit de zogenaamde zwijgteksten die een beroep doen op Gods schepping. En daarom zijn er ook verschillende posities in de kerk.
Dat verschil wordt zichtbaar in de ambten van oudsten (ouderling/predikant) en, menen sommigen, ook in het ambt van diaken. Mannen worden geroepen tot die ambten. Vrouwen niet. Dat gold toen. Dat geldt nu. Daarom staan er straks ook geen vrouwen op de stembriefjes voor ouderling en diaken. Het is: broeder x, y en z.
B Let op de voortgang van het evangelie.
Een andere uitleg wijst op de dynamiek in dit gedeelte. [x]Leidend is: hoe houdt het evangelie vaart (1 Timoteüs 2:4)? Anders gezegd: Paulus’ aanwijzingen zijn erop gericht dat buitenstaanders van toen geen aanstoot konden nemen aan die nieuwe, piepjonge gemeente van Jezus. Concreet: de opdrachten die Paulus geeft ten aanzien van mannen (‘geheven handen’) waren toen bekend. De opdrachten aan de vrouwen (1 Timoteüs 2:9-15) ook. Al die opdrachten – hoe ver ze ook van ons afstaan – klonken in die tijd als gewone, geldende opvattingen over een goede manier van leven. Dat Paulus daar Bijbelse teksten aan verbindt (1 Timoteüs 2:13-15 verwijst naar Genesis 2 en 3) is niet verwonderlijk. Dat doet Paulus altijd en overal in zijn brieven en toespraken. Paulus sluit weliswaar aan bij wat toen werd gezien als goede opvatting van het leven. Maar door Genesis te citeren wijst hij erop dat christenen met Gód, de Schepper, te maken hebben. Híj is de bron is van alle goede aanwijzingen van het leven – maakt Paulus duidelijk.
Het is duidelijk dat deze uitleg ons huiswerk geeft. We moeten dan goed kijken hoe onze tijd eruit ziet. Wat geeft er vandaag aanstoot en/of hindert mogelijk de voortgang van het evangelie? Nou; bijvoorbeeld dat vrouwen in de kerk hun mond moeten houden en/of niet gelijk behandeld worden. Want vrijheid van spreken is in onze samenleving zo ongeveer het grootste goed. Samen met gelijkheid (man-vrouw).
Dus na afloop van de dienst tóch nog even onze zussen in de Heer toevoegen aan de lijstjes. Zuster x, y en z erbij zetten. Zodat alle mensen in Dordrecht, Papendrecht en ’s-Gravendeel of waar ook maar vandaan kunnen zien hoe goed het is om Jezus te kennen.
C Lees de tekst van het evangelie goed/beter.
Dan is er nog een uitleg die (op een wat nettere manier) zegt: beste gelovigen, luister eens even wat beter; er hoeft helemaal niet te staan wat jij altijd hebt gedacht dat er staat:[xi]
- Denk aan vers 11 waarin wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat vrouwen de christelijke leer leren kennen; Timoteüs zelf heeft o.a. zo het evangelie leren kennen (2 Timoteüs 1:5).[xii]
- Het ‘ingetogen leven’ wordt bijvoorbeeld elders toegepast op álle gelovigen (Titus 2:2-8).[xiii]
- Denk aan vers 12 waarin het bijzondere woord ‘gezag’ opvalt. Dat is een fors woord dat iets uitdrukt als: ‘de baas willen spelen over’. Uitleggers denken aan een bepaald soort vrouwen dat toen de boel wel even wilde overnemen en mannen de les wilde lezen. Nee; zegt Paulus in Jezus’ naam (1 Timoteüs 1:1). Dit is niet wat God wil. De verzen 13 en 14 (over Adam en Eva) zijn volgens sommige uitleggers een antwoord; een antwoord op die mega-bijdehante dames die de boel willen overnemen en daarbij zelfs Bijbelse argumenten gebruiken: heeft Adam als hoofd niet de boel in de soep laten lopen (Romeinen 5)? Met als bijgedachte: dat doen wij, dames, beter. Kijk; dan ben je bij het evangelie aan het verkeerde adres. Dames: tut jezelf niet op (2:9) maar bekijk jezelf even in Eva’s spiegel (2:13-15). En dan is het uit met hun praatjes.[xiv] Een Bijbelse veeg uit de pan krijgen deze dames – via Timoteüs.
- Uit Handelingen 19 kennen we de situaties van Efeze. Weet je wel: die mensen die uren stonden te brullen hoe groot Artemis wel niet is. In die tempel maakten vrouwen de dienst uit. Is het dan gek dat, als een zo’n nieuwe en kleine beweging komt (‘de weg’), dat mensen dat op hun manier willen gaan doen? En dat vrouwen dus de dienst (willen) gaan uitmaken. Paulus steekt daar een stokje voor in dit stukje.
- Het gaat om redding. Vers 15 komt voor mensen van nu denigrerend over (‘houd je mond maar en krijg kinderen’). Maar als Paulus hier teruggrijpt op Genesis 3 krijgt het een andere klank, zo zeggen sommige uitleggers. Eva wordt daar, ondanks haar en Adams tekort, moeder; van álle levenden. God redt! En op die manier wordt in dit stukje tegen vrouwen en mannen gezegd: Gods redding werkt; ook door jullie. Niet door je op te stellen met een air van ‘kijk mij eens’, maar: kijk Jézus eens!
4 Het evangelie wil ieder bereiken en door ieder verspreid worden.
En nu, gemeente? Had je misschien gehoopt of gedacht: de dominee geeft ‘het antwoord’ en dan kunnen wij… het ermee eens zijn of er juist tegen zijn? Zo werkt het niet in de gemeente van Jezus. Mijn positie hierin; die ik heb jullie net, en soms ook al eerder, verteld. Maar wij zijn samen de gemeente van de Heer, waarin ieder afzonderlijke taken en posities heeft gekregen met als doel dat heel de gemeente wordt opgebouwd (Romeinen 12). Dus niet alleen: wat wil de Heer met jullie, zussen in de Heer? Maar evengoed: wat wil de Heer met ons, gemeente van de Kandelaarkerk? Hoe zijn wij zijn gemeente?
Is er dan niks meer te zeggen dan drie dingen op een rij te zetten? Ik denk van wel – als je dicht bij de brief van 1 Timoteüs blijft. En als we lezen in de lijn van die ene schat, dat grote mysterie (Marcuspreken en 1 Timoteüs 3:16).
Het geheel van de brief.
De brief opent met te zeggen dat Jezus in de wereld is gekomen om zondige mensen, zoals Paulus zelf (1:16), te redden (1:15). Dat goede nieuws moet op een zuivere manier worden gebracht (1:5), zonder afwijkingen en zonder eindeloos geleuter (1:3 en 4). Het doel is dat God wordt geprezen (1:17).
Hoofdstuk 2 ligt in die lijn. Heersers van toen (en niet alleen toen) konden zich nog wel eens als godenzonen zien, bemiddelaars tussen goden en gewone stervelingen. Maar het evangelie kijkt anders: er is maar één bemiddelaar; Jezus (1 Timoteüs 2:5). Niet de keizer is ‘kurios’ maar Jezus is Heer.[xv] En daarom moeten gelovigen bidden voor machthebbers (2:2-4). Niet zodat die lekker hun gang kunnen gaan! Maar zodat er, onder stabiele omstandigheden (2:2), geleefd en gewerkt kan worden aan de opbouw en komst van hét koninkrijk (dat van Jezus dus). Dat is de lijn. Zoals dat ook de lijn was van het slot van het Marcusevangelie. Sinds Goede Vrijdag en Pasen ís er geen andere lijn. En ook vandaag zijn dat onze stalorders; het evangelie moet verder. Dat goede nieuws maakt leven de moeite waard.
De opdrachten aan de gemeente (2:8-15) staan in dat kader. Die opdrachten roepen voor ons tal van discussie op omdat wij in een andere tijd en cultuur leven. Maar laat die opdrachten nou eerst eens even staan. Zowel in de eerste (3A) maar ook een klein beetje in de derde (3C) manier van uitleg gaat het nogal snel over de vraag naar tijden/culturen: het is altijd zo (3A) of: hoe gaan we nu met die voor ons zo lastige Bijbelgedeelten om (3C). Maar zitten we dan niet teveel vast aan tijden/culturen? De een wat defensief (3A) en de ander neutraler of welwillender/positief (3C).
Als je zegt (3A) dat het hier om een altijd geldend(e) norm of voorschrift voor mannen en vrouwen gaat, dan blijf je aan de ene kant dicht bij de Bijbel. Tegelijk isoleer je dit stukje van het geheel van de brief; van de vaart van het evangelie voor en door allen.
Wie z’n best doet (3C) om te zien hoe deze tekst toen moet hebben geklonken, komt daarmee vanzelf snel terecht op de hoofdlijn van de brief – en het geheel van het Nieuwe Testament.
Heel duidelijk wordt (vooral bij 3B) dat het gaat om de vaart, de voortgang van het evangelie; iedereen, zeker ook de vrouwen[xvi], doen volop mee. Heel de schepping; alle culturen moeten het horen zegt het slot van Marcus 16(9-20). Geen verder geleuter, zegt Paulus (1 Timoteüs 1:4).
Binnen het geheel past 1 Timoteüs 2.
Bij de uitleg van 3B en 3C vallen ook de aanwijzingen voor de vrouwen én mannen op hun plaats en ‘past’ 1 Timoteüs 2 heel goed:
- Mannen moeten niet alleen, naar de toen geldende norm, bidden met opgeheven handen (2:8). Ze moeten oprecht zijn: vol toewijding, zonder geruzie of jaloezie (2:8). Ga er maar aanstaan mannen. Iedere keer als je bidt. Bid je zo?[xvii] Als je dat niet doet, wordt het evangelie gehinderd. Gaat de vaart eruit. Positief gesteld sluit het aan bij 1:5 waarin Timoteüs de opdracht krijg om met een oprecht hart en een zuiver geweten te leven en te werken. Zo gaat het evangelie verder. Het is zo een geheel in deze brief.
- Vrouwen krijgen niet alleen, naar de toen geldende norm, de opdracht om zich goed te gedragen (2:9-15). Maar ze worden geheiligd en maken zo onderdeel uit van de redding die God al eeuwenlang geleden heeft beloofd (2:15). Zij stralen uit dat ze van Jezus zijn; dat hij de diamant van hun leven is (2:10). En zo krijgt het evangelie ook door hen vaart (2:4) en is hun hart en geweten zuiver (1:5). Zo werkt het evangelie. Het is zo een geheel in deze brief.
En zo gaat het naar hoofdstuk 3 waar dat ene, grote mysterie van het geloof ter sprake komt (1 Timoteüs 3:16).
En nu wij, gemeente. Nu wij.
Het is niet raar dat wij vandaag dit gesprek voeren. Onze tijd gaat meer lijken op toen, de tijd van de gemeente van Efeze. Dat wil zeggen: we vormen een minderheid als christenen en hebben op tal van punten te bedenken hoe we het evangelie laten zien en klinken.[xviii] En niet alleen wij; in zoveel/alle kerken wordt het gesprek gevoerd met betrekking tot de plek van de vrouw.[xix] In dat gesprek zeggen we niet allereerst: hoe komen vrouwen of mannen tot hun recht? We hoeven niet te voldoen aan de eisen van onze tijd. Onze ‘eis’ is: geloof in Jezus (Marcus 16:16). En dan hebben we te bedenken hoe we het beste de vaart van het evangelie erin kunnen houden. Welke plek hebben in Jezus gelovende vrouwen daarin in onze tijd? Daarop hebben wij samen het antwoord te geven.
Check: de praktijk.
In de praktijk lijkt het antwoord al gegeven te zijn. Ik denk aan het Zomerfeestproject in onze gemeente. Ik hoorde daarover eens het volgende. Een aantal moslimjongeren liep de kerk binnen. Ze wilden wel eens zien wat er hier gebeurt. Ik neem aan dat deze jongeren in Nederland geboren zijn maar hun (groot)ouders komen uit een cultuur die dichtbij de Bijbel (1 Timoteüs 2) staat en waarin de gezagsverhoudingen tussen mannen en vrouwen meer dan in onze westerse cultuur lijken op die van de Bijbel. Deze jongeren deden een beetje lacherig. Logisch. Want in de kerk komen is een hele stap. Gaaf dat ze dit doen en dat wij die gelegenheid creëren! En toen was het tijd voor het gebed. Ons gemeentelid – vrouw (want dit – en zoveel ander – werk bestaat omdat vrouwen dat doen) – zei: en nu eerbiedig want we gaan bidden (‘zwijg’)! Ook als deze jongeren wat ouder waren geweest had ze dat, op een andere manier wellicht, gezegd. Waarom zei ze dat? Omdat ze een westerse vrouw is die zich echt niet de mond laat snoeren? Nee. Omdat ze van Jezus is, heilig (1 Timoteüs 2:15). Omdat ze in het Zomerfeest meedoet met de vaart van het evangelie. Zij doet wat 1 Timoteüs 2:12 ‘verbiedt’. En daarin is zij niet de enige vrouw in onze gemeente die zo is en doet. En wij danken de Heer.
5 Wij kennen en dienen maar een koning.
Tot slot nog twee dingen die gaan over de manier van gesprek voeren. In de discussie over vrouw & ambt kijken we vaak naar hoe we altijd kerk geweest zijn. Dat is goed want daar komen we vandaan. Maar we moeten net zo goed – ik denk: beter – kijken naar vandaag en de (nabije) toekomst. Wat gebeurt daarin en wat zegt dat over ons (gesprek)?
Ontspannen. We zijn al bevrijd.
Toen ik de preek begon voor te bereiden las ik een artikel waarin de (witte) man het zwijgen wordt opgelegd. Er stond: het is tijd voor de vrouwen en de (witte) man wordt een subcategorie. Deze afbeelding stond erbij:

Zwijg (witte) man! ‘Zwijgtekst’ anno nu. Afbeelding van Lars Zuidweg (met zijn toestemming op deze blog geplaatst) bij het bovengenoemde artikel in NRC Handelsblad van Philip Huff (zaterdag en zondag 7 & 8 april 2018).
Alsjeblieft. Zie je wat dit is? Dit is een zwijgtekst anno nu. Net zoals er zwijgteksten in de Bijbel staan. Maar dan omgekeerd; man – houd je mond! En dit is maar een voorbeeld. Bij onze nationale sport bij uitstek, voetbal, hetzelfde verhaal. Vrouwen winnen het EK en zijn hipster. De mannen halen tegenwoordig niet eens een eindronde meer 😡. Onder studenten vormen de dames zomaar de meerderheid. Het wordt de eeuw van de vrouw – zo hangt het in de lucht. Zwijg man – zegt onze maatschappij.
Wat er achter deze hedendaagse ‘zwijgtekst’? Allereerst iets goeds. Want wat is het mooi dat meisjes en vrouwen in onze tijd volop de gaven kunnen ontplooien die God hen geeft. Dit is een groot goed. Dank de Heer dat je hier en nu leeft. Evengoed speelt er iets anders mee in dat ‘zwijg, man’. Want even later stond er in diezelfde krant een klacht van een vrouw. Ze is een steengoede directeur maar wordt, omdat ze vrouw is, aangezien voor een secretaresse. Mag ik meneer Kristel even spreken? Zo luidt de titel van haar boek. En de minister kwam laatst bij Pauw uitleggen dat de reclames anders moeten omdat die teveel het stereotype beeld van vrouwen benadrukken (en dat botst met de emancipatienota). Blijkbaar gaat het allemaal niet vanzelf. Botsen vrouwen, botsen we in de maatschappij tegen de (harde) werkelijkheid aan. Zomaar bereiken we onze doelen niet.
Lees dan 1 Timoteüs 2 (zie uitleg onder 4). Bevrijdend! Iedereen doet mee. Bevrijdend! Je hoeft niet allerlei pressie- of drukmiddelen in te zetten om je (levens)doelen te halen. Bevrijde mannen en vrouwen die hun bestemming bereikt hebben. Op zo’n manier dat Jezus wordt geprezen.
Laat die ontspanning en bevrijding zien, gemeente. Verzand niet in de discussie vrouw & ambt. En als je bedenkt of zegt: ‘als er x besloten wordt, dan…’ – en dan volgt er een consequente; hoe vrij ben je dan (om te luisteren/spreken)? Luister naar elkaar met je hart, zoals …. op de gemeentevergadering zei. Blijf kijken naar dat doel: dat mensen anno nu kunnen zien dat de gemeente van Jezus een plek is waar dat gebeurt wat wij allemaal zo graag willen; een plek waar iedereen past, leven en bloeien kan. En dan ontdekt men: die bloei komt door iemand. En is gericht op iemand. Op onze schat; Jezus.
Onderscheidingsvermogen.
De discussie vrouw & ambt staat niet los van wat er in onze cultuur leeft. Denk aan de inleiding van …. op de gemeenteavond van 22 maart jl. Ontwikkelingen in onze maatschappij wachten niet totdat wij ‘eruit’ zijn. En die ontwikkelingen gaan over meer dan de plek van de vrouw. We willen vandaag zélf ordenen. Zelf betekent: los van een andere gezag of God. We (willen) bepalen wie we zijn, wat we doen, hoe we ons ontplooien, dat we geëmancipeerd zijn (‘zwijg, man’), dat we genderneutraal zijn (‘geachte reiziger’) en – soms al op jonge leeftijd – maken we onzeker als het gaat om je geslacht (genderfluïditeit), je moet vandaag haast ruimte claimen om over het ‘klassieke’ gezin te spreken[xxi], we beslissen over ons levenseinde.[xxii] Al deze dingen liggen op ons bord. Een theoloog sprak in een bepaald verband van een nieuwe gnostiek die opkomt in onze samenleving (noot xx, verwijzing is hier weggevallen; zie onderaan de blog bij xx). We zien God niet meer. We zien de Schepper niet meer. We ‘scheppen’ onszelf en ‘creëren’ onze levensinvulling.
Hier zullen we goed moeten opletten. Want het gaat hier om een levenswijze. Onze tijd vraagt: wie is heer en meester? Wíe is de baas in je leven? Jezus roept ons op om wakker te zijn en om te onderscheiden waar het op aan komt.[xxiii] Leven wij zo? Ik heb soms het idee dat het bij ons en onze discussies nog wel eens door elkaar heen loopt. Dat we bijvoorbeeld zo redeneren; ach, als iemand iets graag wil: wie ben ik dan om te zeggen dat dat niet goed is (bijvoorbeeld bij de vrouwelijke ambtsdrager)? Is dat christelijk gunnen (dat kan)? Of is dat het principe van de mens-anno-nu die het allemaal zelf ordent/bepaalt en waar een ander niks van te zeggen heeft? En je kijkt wel uit iets te zeggen van een ander en zijn/haar wensen want straks zegt die ander nog wat van die van joú. Dan zit hij/zij aan joú(w orde). Maar wie is er dan de ‘baas’?
Waar we kunnen ontspannen omdat we bevrijde mensen zijn (zie hierboven) is op dit punt inspanning nodig. Goede aandacht. We moeten terug. Terug naar 1 Timoteüs 2. Naar de Schepper van het goede leven. Uitleggers die onze aandacht richten op de Schepper en zijn altijd blijvende werk (zie 3A) worden vandaag nog wel eens weggezet alsof zij ‘achterhaald’ zijn. Dat er vragen en/of bezwaren zijn bij hun uitleg kwam aan de orde (onder 4). Maar dat zij wijzen op de Schepper! Ja. De Schepper zij geprezen in de kerk. Juist vandaag, als we zo vergaand in ons leven – lichaam, gender, gezin, man, vrouw, leven en sterven – zoekend en onzeker zijn of worden gemaakt.
Terug naar de Schepper. Én terug naar hem die net zo geliefd en gediend wil worden als die Schepper; onze bevrijder Jezus. Alleen zo, gemeente – gelovend in Jezus – kunnen we het precaire evenwicht vinden om te leven in deze ingewikkelde tijd. Het evenwicht om ontspannen te zijn én volop eerbiedig voor de Schepper en verlosser. Dat evenwicht is niet simpel. Veel komt er op ons af.
Maar onze Heer zal ons zeker helpen. Hij hielp de gemeente in Efeze. Biddende mannen en ‘zwijgende’ vrouwen wees hij de weg zodat zijn goede nieuws verder kon. Dan zal hij dat vandaag ook bij ons doen. Geprezen onze ‘schat’, onze Heer en redder Jezus.
Zie Artemis, Baudet, Jezus of Aïsja? Over (positie) van vrouwen en de kerk.
Gespreksvragen (voorbeeldliturgie: zie hieronder, onderaan de voetnoten)
- Herken je de valkuil en de uitdaging bij het gesprek over de vrouwelijke ambtsdrager (punt 1)?
- Ik heb kort verteld waar ik in dit gesprek sta (voorafgaand aan de preek). Waar sta jij in dit onderwerp? Hoe kwam je daar of wat zijn jouw overwegingen?
- Door heel de preek heen loopt ‘het grote mysterie’ (1 Timoteüs 3:16 en Marcuspreken). Heeft vrouw & ambt daar voor jou ook mee te maken of is staat dat onderwerp er voor jou los van?
- ’Wat wil de Heer met gaven die vrouwen krijgen’ is een andere vraag dan: ‘wat vind je van de vrouwelijke ambtsdrager’ (stelling. Zie punt 2 van de preek).
- Bespreek de 3 manieren van uitleg van 1 Timoteüs 2 (punt 3). Wat zie je als sterke en/of minder sterke punten?
- In punt 4 wordt het geheel van de eerste brief aan Timoteüs besproken. Wat valt je daarin op? (Lees daarvoor eerst hoofdstukken 1-3 door).
- Herken je dat de praktijk de norm (allang) heeft ingehaald (laatste punt bij punt 4; check: de praktijk). Doen wij het goed of zouden we vermaanbrief 1 Kandelaar (etc.) krijgen?
- Hoe vrij ben je in het gesprek vrouw & ambt (5 eerste punt)? Heb je ergens last van of heb je dingen nodig?
- Anno 2018 zijn we het zicht op God de Schepper kwijt (5 tweede punt). Schuilt hierin evengoed een risico voor christenen?
Voetnoten: voor wie verder wil met de inhoud van de preek:
[i] Zie ‘Bijbelse’ vrouwelijke ambtsdragers. Bovenaan de tekst staat ook een verwijzing naar een samenvatting van deze blog.
[ii] Zie Hoe alles verandert en hetzelfde blijft (preek Marcus 16:9-20).
[iii] Naar aanleiding van synodebesluiten (Meppel) schreef ik hierover Kerk-zijn in een post-truth tijdperk.
[iv] Zie Dat ene, grote mysterie. Introductie op een serie Marcuspreken.
[v] De NBV vertaalt slordig met ‘samenkomst’ (2:8). De Statenvertaling zegt het goed: ‘alle plaatsen’. Omdat het hier gaat over het gebed en het onderwijs ligt het voor de hand dat het hier (aanwijzingen voor) de christelijke samenkomst betreft. Het ‘alle plaatsen’ (2:8) en de (algemeen overkomende) voorschriften betreffende de kledingvoorschriften voor de vrouw laten zien dat je de samenkomsten niet mag versmallen (zoals christenen vandaag nog wel eens doen door de zondag te isoleren van de rest van de week. Blijkbaar hebben de erediensten een publiek karakter en is het belangrijk dat de goede naam van Christus/christenen hoog wordt gehouden. Bedenk bij dit alles dat de kerk toen nog maar piepjong was en klein. Samenkomsten werden bijvoorbeeld in huizen van de gelovigen gehouden. Misschien was de in Artemis gelovende (Handelingen 19) buurman er wel bij of kwam ‘ie ‘toevallig’ even langs omdat zijn koffie op was (eens even kijken naar wat die vreemde sekte ‘de weg’ uitspookt). Kortom; het is de christelijke way of life – goed zichtbaar in de samenkomst – die er zo moet uitzien dat Jezus wordt geprezen en het evangelie verspreid kan worden (2:4).
[vi] Internationaal Commentaar op de Bijbel (Kampen, 2001, band II).
[vii] De opziener en diaken komt pas in 1 Timoteüs 3 in beeld. Er zijn dan ook, om het reliëf aan te geven, kerkelijke situaties waarin vrouwen wel mogen (s)preken maar geen ambtsdrager zijn.
Hoewel kritisch op het deputatenrapport (zie noot i) dat als basis diende voor het besluit voor de vrouwelijke ambtsdrager (synode van Meppel 2017), deel ik op dit punt de intuïtie van dat rapport dat het goed en nodig is om apart aandacht te besteden aan de vraag wat het ambt is en welke keuzes daarin een rol spelen.
Wat de uitleg van dit stukje betreft vind ik de (ook bij hem uitdijende) uitleg van N.T. Wright niet zo sterk. Dat wil zeggen: hij zegt veel interessante dingen die ik inhoudelijk volg ik en waarmee ik het ook eens ben. Maar waar ik minder enthousiast over ben is dat Wright deze kop boven het stukje zet: Women must be allowed to be learners. Tja; op z’n minst wekt 1 Timoteüs 2:9-15 bij ons nu niet díe indruk. Voordat Wright van wal steekt met zijn inzichten verdedigt hij zichzelf als hij zegt dat de indruk kan ontstaan dat hij de dingen makkelijker wil maken. Wright legt uit dat dat niet zo is omdat er voor zijn uitleg solide argumenten zijn. Wrights anekdote van een vrouw die stampvoetend de kerk uitliep toen dit stukje werd gelezen, lijkt op deze manier nogal sterk aanwezig. Maar zo blijf je wellicht iets teveel in de frame van onze tijd (van vrijheid en gelijkheid) zitten.
[viii] Zie bijvoorbeeld de uitleg in het CNT op 1 Korintiërs 14 (Orde op zaken in een jonge stadskerk). Het verband tussen 1 Timoteüs 2 en 1 Korintiërs 14 is begrijpelijk: beide keren gaat het om aanwijzingen met betrekking tot de christelijke samenkomst. Uiteraard zijn er ook verschillen, alleen al omdat Efeze Korintië niet is. Er komen ook verschillende dingen aan de orde in de passages uit beide brieven.
[ix] In dit verband woedt er een discussie over het wel/niet aanwezig zijn van een scheppingsorde. Het voert te ver om daar hier uitgebreid op die discussie in te gaan. Kort gezegd denk ik dat voorstanders van vrouwelijke ambtsdragers zich wel eens te makkelijk afmaken van het punt dat Paulus hier en elders aan de orde stelt en dat tegenstanders zich op dit punt teveel ingraven. Helemaal aan het einde van de preek kom ik wel kort terug op een aspect dat raakt aan dit gesprek.
[x] Zie een artikel van Rob van Houwelingen, Myriam Klinker en Hans Schaeffer; hier in het Nederlands Dagblad, en hier datzelfde artikel op Academia.edu. Engelstalig en meer wetenschappelijk verantwoord: zie hier.
[xi] Zie bijvoorbeeld Wright in Marc for everyone en hoofdstuk 11. Dochters van Eva in het boek Zonen en dochters profeteren.
[xii]They must be allowed to study undisturbed, in full submission to God; zo vertaalt Wright vers 8! Zonen en dochters profeteren doet iets rustiger aan: er staat dat een vrouw moet leren (pg.147).
[xiii] Zoals het woord ‘aanvaarden van gezag’ (‘vrouwen aanvaard het gezag van je man’) een vers eerder algemeen wordt gebruikt: ‘aanvaard elkaars gezag’ (Efeze 5:21 en 22). Bij het eerste (vrouw-man) krijgen wij gelijk de kriebels en bij het tweede (elkaars gezag) lezen we er zomaar overheen.
[xiv] Zoals het ook uit is met de praatjes – het gebed – van mannen die de baas willen spelen over hun vrouw, 1 Petrus 3:7.
[xv] Denk ook aan de Psalmen. Psalm 2 als koningspsalm over de vraag wie er werkelijk macht heeft.
[xvi] In het kader van het gesprek vrouw & ambt is het interessant om nog eens terug te gaan naar de eerste Paasdag. Zie de preek De schrik van je leven. Vrouwen krijgen op Pasen een positie die vergeleken kan worden met de allergrootste profeten; Jesaja en Ezechiël. Zelfs een hogere positie (zie Matteüs 13:16 en 17).
[xvii] Zie de preek over de tempel als symbool van gebed (Marcus 11:17). Dat stuk eindigt ook met gebed in combinatie met vergeven van schuld.
[xviii] We hebben onszelf steeds meer uit te leggen aan wie niet geloven en krijgen in dat gesprek meer oog voor tijd/cultuur en context. Dat geldt niet alleen voor de positie van vrouwen. Denk ook aan:
- Geweld in de Bijbel. Dat is eng, zeker na 9/11. Zie de inleiding Laat het oordeel aan God bij een interreligieuze ontmoeting.
- De zondag. Toen Nederland in meerderheid christelijk was kenden we de Zondagswet. Nu niet meer. Wat betekent die verschuiving? Zie een preek daarover.
- Zingen van zogenaamde wraakpsalmen. We krijgen er zomaar de bibbers van want dat lijkt op religieus geïnspireerd geweld. Zie het artikel De kerk kan niet zonder wraakpsalmen.
- Schepping en evolutie. Een meerderheid denkt dat we hier toevallig zijn. Zie een preek over God als Schepper (Zondag 9 Catechismus).
- Wat is christelijk, in een context waarin God weg lijkt te zijn er toch allerlei soorten geloof leven? Zie De afgoden van onze tijd.
Het perspectief van deze, voor vaak lastige gesprekken wordt pas goed duidelijk als je je realiseert waar de kerk toen, in dat begin, voor stond. De kwestie van de besnijdenis (Handelingen 15) bijvoorbeeld moet toen vele malen heftiger hebben aangevoeld dan onze hedendaagse discussies. Daar ging een hele, eeuwenoude en door God zelf gemaakte muur omver (Efeze 2:14)!
[xix]‘Historisch’ werd het genoemd dat de Orthodoxe Kerk van Alexandrië in 2017 een vrouw tot diaken wijdde. Een recent voorbeeld in de Rooms-katholieke kerk: De pauselijke commissie voor Latijns-Amerika heeft opgeroepen tot een synode over de plaats van de vrouw in de kerk en pleit voor een cultuuromslag in de nog heersende kerkelijke machocultuur (krant 12 april jl.). Antoin Bodar pleitte voor vrouwelijke kardinalen. Zie mijn korte artikel uit 2013 waarin ik aandacht vraag voor een oecumenisch gesprek over de plek van de vrouw in de kerk.
[xx] Zie een brief van N.T. Wright. Hij spreekt in The Times (4 augustus 2017) van de opkomst van een nieuwe vorm van gnostiek (zie hier voor de vindplaats in een schrijven bij deze brief):
[xxi] De SGP kraakte laatst harde noten bij de emancipatienota van de minister. Ik denk: let op je toon als je als christen – minderheid anno nu – in het publieke debat spreekt. Juist als je punt zo belangrijk is. Opvallend is vooral dat het bundelen (door de SGP) van diverse maatschappelijke organisaties om het belang en de plek van het gezin in onze maatschappij te ondersteunen blijkbaar een snaar raakt. NRC bericht erover. De Volkskrant zegt nogal helder dat ‘gelovigen het heilige gezin willen redden’. Zie hier voor een recente preek over o.a. het gezin.
[xxii] Zie Het geheim van de afhankelijkheidsmens. Preek dankdag 2016.
[xxiii] Zie Alleen Jezus is de Christus. De rest is fake. Preek over Marcus 13. Inzake het onderscheidingsvermogen: zie Christus en cultuur (OnderWeg, najaar 2015), kerk-zijn in een ik-gerichte cultuur (Nederlands Dagblad) en de blog bij voetnoot i.t
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Groet
LB 405 (heilig): 1a, 2v, 3m en 4a
GK 176b (tien woorden)
gebed
Kinderen naar voren (Annelies)
Genesis 3: 1-14 (de eerste zonde)
Zit je in het donker (Op Toonhoogte 566)
Lezing 1 Timoteüs 2
Verkondiging. Zwijgende vrouwen en biddende mannen. Hoe Jezus de weg wijst.
1. We zoeken nog steeds die ene schat.
2. Een belangrijke vraag; wat wil de Heer?
Even een pas op de plaats
Wat wil de Heer met jullie, zussen in de Heer?
3. Uitleg van 1 Timoteüs 2
I. De Schepper bedacht (blijvend) verschil tussen mannen en vrouwen
II. Let op de vaart van het evangelie
III. Lees de tekst van het evangelie goed/beter
4. Het evangelie: voor allen bedoeld en door allen verspreid
Het geheel van de brief
Daarbinnen past 1 Timoteüs 2.
Check: de realiteit.
5. Wij kennen en dienen maar een koning
Het gaat bij ons niet vanzelf
Onderscheidingsvermogen
Psalm 148 (GK): 2 en 4. Ieder en alles wordt opgeroepen voor de lofprijs(dienst) aan God
Dankgebed en voorbede
Collecte
GK 164 (canon);
Zegen
Verdere ontmoeting
Goed verhaal! Met respect voor iedereen, voor alle invalshoeken. Tilt ons uit boven onszelf. Sluit goed aan op het uitgangspunt: de Geest schrijft wegen in de tijd. Ik las in een recent nummer van het blad Groei: we geloven niet in de bijbel, we geloven in God. De bijbel, die bundel gevarieerde teksten, is een van de middelen die God geeft om Hem te leren kennen. Ik zou jouw preek graag gebruiken in een dienst in de Herengrachtkerk in Leiden.
Dank voor de bemoedigende reactie. Preek gebruiken is prima. Het evangelie is rechtenvrij, al geeft het zeker verplichtingen.
Beste Matthijs Haak,
Je preek raakt en zet me aan tot verder nadenken. dank daarvoor. Bij het nadenken over dit thema loop ik vast op twee punten.
1. Het argument waarbij gezegd wordt dat het evangelie vaart moet houden en dat de uitleg van teksten in de loop der tijd kan en mag veranderen spreekt me wel aan. ik kan het volgen. Tegelijk vraag ik me af bij welke tijd en cultuur je de aansluiting moet zoeken. Er bestaan veel culturen tegelijk naast elkaar. Het voorbeeld van de contacten met moslimjongeren is dara een mooi voorbeeld van. In de moslimcultuur, die gewoon een plek heeft binnen onze westerse cultuur, heeft de vrouw een heel andere positie dan binnen de cultuur van ons politiek correcte gelijkheids denken van de hoog opgeleide westerling. Zelfs bij onze plaatselijke voetbalclub, bij de gewone man en vrouw uit ons dorp, ontmoet ik een ander denken onder mijn dorpsgenoten, warain man en vrouw in hun ogen helemaal niet gelijk zijn. De verwijzing naar de schepping door Paulus wijst op een blijvend verschil tussen man en vrouw. Jezus koos twaalf mannelijke apostelen, hoewel hij verder in zijn optreden laat zien ongevoelig te zijn voor de toenmalige cultuur en vrouwen in zijn omgeving een volwaardige plaats gaf.
2. Als de uitleg van teksten dan veranderd in de loop der tijd lijkt me het belangrijk dat dat veranderde denken breed gedragen wordt door christenen over de hele wereld. Ik mis het geduld en de inzet om serieus het gesprek aan te gaan met ons broers en zussen zowel binnen Nederland als daarbuiten. Hoe komt het dat we het niet kunnen opbrengen hierin samen met hen op te trekken?
Ik hoop dat je eens op deze vragen wilt ingaan, want het staat bij mij het blijmoedig aanvaarden van de vrouw in het ambt in de weg.
Ik wens je Gods zegen op je verder werk.
Geerco André
Beste Geerco. Dank voor je reactie. De vaart van het evangelie is niet zozeer een argument. Ik zie niet in hoe je na Pasen anders kunt lezen (zie m’n preek over Marcus 16:9-20). Het zegt iets van het ‘gevestigde’ van de kerk dat dit ‘een argument’ heet, vandaag. Inzake je andere punten. Daar zeg je me wat! Je daagt me uit om uit te schrijven wat ik al langer in m’n hoofd heb. Zie https://jmhaak.com/2018/04/20/artemis-baudet-jezus-of-aisja-over-positie-van-vrouwen-en-de-kerk/. Er komt wrs. nog een kortere blog. Hartelijke groet en Gods zegen gewenst. Matthijs.