Paulus krijgt het verwijt het evangelie niet goed begrepen te hebben. Zijn verweer is opvallend. Hij geeft een getuigenis, houdt een apologie. Een intiem en persoonlijk verhaal waarin het gaat over zijn Bijbelse, fanatieke geloofsleven. Wat zegt dit evangelie ons?
Je kunt de preek beluisteren op mijn podcast. Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.
Gemeente van de Heer
1 Een opvallende switch.
Stel iemand is z’n leven lang al een fervent Ajax-fan. Hij mist geen wedstrijd. Is zelfs bij alle trainingen aanwezig. Op een dag zegt hij ineens dat je beter niet naar de Arena gaat. En hij adviseert je met klem lid te worden van Feyenoord. Hij heeft een seizoenkaart aangeschaft voor die club. Wat is er gebeurd dat je zo’n switch maakt? Er gaan allerlei verhalen en roddels over de man rond.
Roddels over Paulus.
Paulus vertelt in Galaten 1 over zijn switch, bekering. Hij vervolgde Gods gemeente en werd daarna Jezus’ apostel. Dat is nogal een verandering.
Als je bij ons switcht van de ene naar de andere voetbalclub krijg je – zeker als die clubs rivalen zijn – van alles en nog wat over je heen. Zo ging het ook bij Paulus. En er kwamen heel wat roddels over hem. Paulus werd achterna gereisd door joods-christelijke predikers die Paulus’ corrigeerden. Ze vonden Paulus een overenthousiaste Jesusfreak. Ze zeiden dat hij het evangelie van de apostelen had gehoord maar het absoluut niet goed genoeg had begrepen. Als Paulus langer catechisatie had gehad had hij nooit gezegd dat heidenen genoeg hadden aan het geloof in Jezus en de werking van Gods Geest….
Maar Paulus schrijft de kerk in Galaten. Hij is fel en houdt voet bij stuk. Wie een ander evangelie brengt, gaat niet mee met Gods vernieuwende werk in Jezus en door de Geest. Er is maar een evangelie – de rest is fake (1:6, 8&9), zegt Paulus. Vorige week ging het hierover.[i] Vandaag het vervolg.
2 Paulus’ getuigenis/apologie.
Dat vervolg is bijzonder. Persoonlijk. Het is een intiem inkijkje in het leven van Paulus. Paulus gaat een getuigenis geven. Beter: een apologie/verdediging. Hij vertelt hoe hij tot zijn switch is gekomen en wat dat betekent.
In zijn getuigenis/apologie vallen twee dingen op.[ii] Allereerst de klem. Paulus zegt: ‘ik verzeker jullie, broeders en zusters’ (1:11). Hij doet een appel op zijn hoorders om hem te vertrouwen. Paulus zweert bij de hoogste Autoriteit: ‘God is mijn getuige dat ik de waarheid spreek’ (1:20). Het tweede dat opvalt is het zelfstandige karakter van Pauls’ apostelschap. Herhaaldelijk zegt Paulus dat hij het evangelie niet van mensen heeft ontvangen (1:1&11&17&22).[iii] De praatjes die rondgaan dat de apostelen hem hadden verteld van Jezus en het evangelie kloppen niet. Paulus relativeert zijn contact met de apostelen (1:17-19).[iv]
Deze twee dingen heeft Paulus nodig om zich te richten op waar het hem om gaat; Gods genade, zijn evangelie van redding in Jezus.
De meest fanatieke.
Wat is Paulus’ verhaal? Paulus is niet zomaar een supporter die van de ene naar de andere club switcht. Paulus zegt dat hij ‘fanatiek’ was in zijn geloof om de Joodse traditie te verdedigen en zuiver te houden (1:13&14). Hij zat bij de harde kern zouden wij zeggen. Dat woord fanatiek kennen we uit het Oude en Nieuwe Testament en uit niet-Bijbelse boeken (Makkabeeën).[v] Denk aan Pinechas. Toen Gods volk afgoden ging vereren en seksfeesten hield, stond Pinechas op. Hij maakte hardhandig een einde aan afwijkend gedrag (Numeri 25).[vi] Denk aan Elia. Een profeet vol vuur. Hij bleef overeind te midden van al die fake-priesters die afgod Baäl dienden. Na zijn gebedsoverwinning op de Karmel sprak hij Gods oordeel uit over die nep-priesters en dat betekende hun einde (1 Koningen 18). Je kent het woord fanatiek ook van een van Jezus’ discipelen. Simon de Zeloot (Lucas 6:15); de ijveraar, de fanatiekeling.
Zo – in deze Bijbelse lijn – waren er gelovigen die fanatiek tegenstand boden tegen alles wat het joodse geloof en traditie uitholde of tegenstond. Een van hen was Farizeeër Saulus. Sterker nog: hij hoorde niet alleen bij de harde kern maar was ook nog eens het beste jongetje van de klas (1:14). De aller-fanatiekste. Beter dan de besten. Op geen enkele manier konden deze fanatieke gelovigen het op een akkoordje gooien met niet-besneden, heidenen. Integendeel. Te verwachten was dat Gods verlossing op handen was. Met een combinatie van gebed en, als dat moest, geweld vervolgde[vii] Paulus Gods gemeente (1:13), de mensen van ‘de Weg’.
Geen zaak van mensen.
Zie je wat Paulus doet in deze verdediging, dit getuigenis? De nieuwe predikers die Paulus achterna reisden, zeiden dat Paulus het evangelie niet goed had begrepen (van de apostelen). Paulus verweert zich door te zeggen hoe onzinnig die claim is. Want als er nou een vol ijver was voor de besnijdenis als teken van het onderscheid of je wel/niet bij Gods volk hoorde dan was dat Paulus. Als er nou iemand was die niet-Joden (heidenen) allerlei (religieuze) verplichtingen zou opleggen voordat ze bij Gods volk mochten horen dan was dat Paulus. En toch verkondigt Paulus het evangelie van Jezus voor heidenen; evangelie zonder besnijdenis en zonder eerst de wet te preken. Dát is het evangelie.
Galaten 1:11 is interessant. Als Paulus zegt dat het evangelie
- niet een zaak van mensen is (NBV21)
- niet door mensen bedacht is (NBV)
- niet naar de mens is (Statenvertaling)
dan heeft Paulus het allereerst over zichzelf. Het evangelie van Jezus (1:3) is niet het ‘Saulus-evangelie’. Het ‘Saulus-evangelie’ dat is wat hij doet voordat Jezus hem bij de nekvel grijpt onderweg naar Damascus.[viii] De apostel Paulus leeft en doet iets heel anders. Die brengt Gods evangelie in Jezus.
Zie je wat Paulus doet? Aan de hand van zijn eigen leven vertelt hij wat het evangelie is. Door op zijn eigen afkomst te wijzen gaat hij ruimte maken voor wat God voor ingrijpends in zijn leven deed. Want als Paulus het evangelie niet van mensen (apostelen) heeft en als zijn leer zo radicaal verschilt van alles waar hij voor stond (cf. Filippenzen 3): wat is er dan gebeurd? Paulus gaat wijzen op het licht dat in zijn leven kwam; Jezus, de Gekruisigde die leeft (1:1).
Licht gaat schijnen.
Luister goed naar Paulus, gemeente. Als wij een bekeringsverhaal horen dan hoor je snel iets als: ‘op een gegeven moment ging ik inzien dat….’ Of: ‘ik ben tot geloof gekomen toen….’ Paulus spreekt anders. Hij zegt dit:
- Jezus Christus is mij geopenbaard (1:12),
- God besloot zijn Zoon in mij te openbaren (1:15&16).[ix]
Wat is dit ontroerend mooi. Deze fanatiekeling ontvangt genade. God geeft het hem.

‘De bekering van apostel Paulus’. Afbeelding icoon van Khrystyna Yatsyniak (met haar toestemming geplaatst).
Het licht zelf, Jezus, gaat schijnen in het leven van een gelovige die dacht alles te weten en te hebben. Opzienbarend, onvoorstelbaar dat de Heer juist deze mens kiest en roept (cf. Efeze 1).[x] God krijgt de eer (1:5). Jezus schittert. Dát evangelie vertelt Paulus (Galaten). Paulus kán niet anders zeggen dan dit. Er vált niks anders te zeggen (1:7). Zo valt het in de Galatenbrief op z’n plaats.
Profetieën komen uit.
Als je luistert en weet dat hier een Bijbelkenner spreekt, hoor je meer. Dat God Saulus in de moederschoot had uitgekozen verwijst naar de profeet Jeremia (Jeremia 1:5). Dat Saulus geroepen is om de volken het goede nieuws bekend te maken en dat om hem God wordt geprezen (1:16&24) verwijst naar de bevrijdende profetieën van Jesaja (Jesaja 49 en 42).[xi] Gods nieuwe tijd waarvan de profeten hebben gesproken is in Jezus begonnen.
3 God van heel het leven.
Gemeente, wat betekent dit evangeliedeel voor ons? Ik noem twee dingen.
God kent je helemaal.
Ken je de uitspraak ‘Er is geen heilige zonder verleden en er is geen zondaar zonder toekomst’ (Augustinus)?[xii] Galaten 1 laat de werkelijkheid van deze uitspraak zien. Gods genade is er eerder dan Paulus’ fanatieke geloof. God weet deze fanatieke gelovige te veranderen in iemand die volkomen toewijd is aan het evangelie en daarvan getuigt.
Kijk eens naar jezelf. Hoe ziet jouw leven eruit? Wat is jouw verleden? Als jij iets zou moeten zeggen – net als Paulus – over wat je mee hebt gekregen, waar je altijd voor hebt gestaan, hoe je je gedraagt of altijd gedragen hebt; heb jij dan iets op te biechten? De gemeente van Jezus is niet de plek waar je met z’n allen je best doet om zo goed mogelijk voor de dag te komen. God kent je helemaal. Alles. Ook jouw grootste tekort en zonde. Vraag het Paulus (David en Petrus). Hij heeft jouw toekomst voor ogen. Een goede toekomst. Één weg leidt naar die toekomst. Jezus is die weg. Leef het leven door hem (Galaten 2:20).
Getuigen(is).
Het getuigenis van Paulus geeft te denken. Hij spaart zichzelf niet. Hij trapt zichzelf ook niet de grond in (Galaten 1:1 is zijn nieuwe identiteit). Hij laat zien wie God in Jezus is en wat Hij doet. Paulus’ bekeringsverhaal is niet alleen opzienbarend. Dat hij er zo over schrijft is dat ook. Het geeft te denken.
Mensen zitten vandaag vaak niet te wachten op een ‘preek’ over God, iets over de kerk en al helemaal niet hoe je moet leven. Dat voelt in onze tijd al snel aan als opgelegd of verplichtend. Maar een verhaal. Een levensverhaal. Daarvoor is juist altijd wel ruimte. Getuig van de Heer. Zeg wat jou zover bracht om hem te volgen. Getuig van wat de Heer je geeft en wat hij doet. Zeg dan niet: maar ik heb niet zo’n superverhaal als Saulus. Saulus had z’n hoofd geschud als je dat had gezegd. Hij vertelt een verhaal waar hij zich juist dood voor schaamt (1 Korintiërs 15). Het belangrijkste is dat Gods veelkleurigheid blijkt door wat Hij doet in al zijn kinderen. Ondanks jou. In jou. Door jou. Geef hem de eer. Dat getuigenis zal de Heer zeker zegenen en tot zegen laten zijn.
———————————–
Zie Geroepen tot Christus’ vrijheid. Introductie prekenserie Galaten.
Voetnoten
[i] Zie de preek over Galaten 1:1-10.
[ii] Over de tijdsaanduidingen (na x jaar dit na y jaar dat) is veel geschreven. Dit betreft de datering van de brief. Zie onderaan de vorige preek (voetnoot i) voor meer. Waarschijnlijk kom ik hier op de volgende preek over het begin van hoofdstuk 2 op terug.
[iii] Dat bepaalde zaken van het geloof hem wel zijn overgeleverd is duidelijk (zie 1 Korintiërs). Hier is het evangelie bedoeld van redding door geloof in Jezus en werking door de Geest zodat de heidengelovigen volop deel uitmaken van Gods aloude beloften (zie preek voetnoot i).
Wright (2021 en biografie Paulus) voegt hier een bijzondere uitleg aan toe. Dat Paulus naar Arabië gaat (1:17) ziet Wright in het verlengde van de opmerking dat Saulus het evangelie ‘niet van mensen’ heeft. ‘Hij praat met God’ (Wright). Arabië betekent volgende Wright dan ook dat Paulus naar de Sinaï (Galaten 4) gaat om, net als Mozes en Elia, bevestigd te worden door God zelf in zijn roeping en opdracht. Ik vind de gedachte mooi maar andere uitleg lijkt mij aannemelijker. Paulus is wat vaag in deze aanduiding; zijn hoorders kunnen zich er zo heel wat bij voorstellen (ook de Sinaï met bijbehorende gedachten over de oudtestamentische profeten). Paulus kan ook een gebied bedoelen dat dichterbij zijn hem bekende werk- en levensterrein ligt – dat lijkt mij meer waarschijnlijk (en in de lijn van Handelingen en Paulus’ andere brieven).
[iv] Het verschil met Handelingen 9 hoeft niet tegenstrijdig te zijn. Lucas heeft een eigen blikrichting. Het gaat Paulus erom dat hij een gelijke van de apostelen is, om de praatjes dat hij afhankelijk was van hun onderricht (dat hij verkeerd zou hebben begrepen) te ontzenuwen. Geestelijk gezien is er een overeenkomst tussen het tot geloof komen van Saulus en Petrus. Petrus heeft zijn belijdenis niet van vlees en bloed, zie preek Matteüs 16. Dat zegt Paulus in Galaten 1 ook steeds van zichzelf.
[v] Keener (2019), Wright (2021) en De Boer (2011) wijzen op het belang van de boeken van de Makkabeeën om goed zicht te krijgen op Saulus’ ijver.
[vi] Voor dit fanatieke geloof is onze cultuur beducht. Religie moet immers ‘achter de voordeur’, binnen de door ons gestelde kaders. Juist deze Pinechas moet het ontgelden bij hedendaagse denkers als Paul Cliteur. Zie mijn artikel in het Nederlands Dagblad in de tijd van discussie over een zogenaamde haatimam (2012).
[vii] Keener wijst erop dat Paulus hier vervolgen gebruikt om dat later te doen voor degenen die dwingen tot naleven van de wet en besnijdenis (4:29). M.a.w.: Paulus herkent in deze nieuwe predikers het gedrag dat hij vroeger zelf vertoonde.
[viii] Zie preek bekering Saulus Handelingen 9.
[ix] Voor beide verzen zijn verschillende vertalingen mogelijk. Ik sluit me aan bij die uitleg dat Jezus zelf de inhoud van de openbaring (aan Saulus) is – en/maar dat de andere vertalingen prima kunnen als je kijkt naar de uitwerking van dat bijzondere moment in Saulus’ leven (door Saulus, bijvoorbeeld, ging het evangelie immers de wereld over).
[x] Zie preek over Gods verkiezing, Efeze 1/Dordtse Leerregels.
[xi] Het lijkt me terecht dat Wright (2021) de kramp eraf haalt dat zoiets niet kan omdat deze profetieën toch op Jezus slaan. Wright zegt dat Saulus niet bekend was met onze manier van er zo naar kijken en dat hij dit gerust in Jezus zeggen kan. Christus leeft in mij (2:20).
[xii] Deze prachtige uitspraak wordt toegeschreven aan Augustinus. Ik heb niet kunnen vinden waar de kerkvader dit zegt. Ik had geen tijd meer om dit verder uit te zoeken.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum (gezongen)
Groet
DNP Psalm 67:1 en 2 https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-67 (Galaten 1:16, Jesaja 49)
GK 176b Wij kiezen voor de vrijheid (beurtzang)
gebed
Kindermoment
Opwekking voor kinderen 328. Koning over alles
Galaten 1:11-24
Verkondiging
Opwekking 764 Zegekroon (uw genade is mijn adem en mijn lied) Opwekking – Zegekroon (764) Lyrics | Genius Lyrics
Geloofsbelijdenis
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 416 Ga met God en Hij zal met je zijn
Zegen
Amen (gezongen)