Geroepen om het evangelie door te geven. Preek Matteüs 18:1-5 en 2 Timoteüs 2:1-8 op roepingenzondag

Word(t) u/jij diaken of ouderling? Vandaag staan we stil bij die vraag. God is een roepende God. Heeft Hij jou op het oog? In deze dienst vertellen twee ouderlingen over de roeping die op hen afkwam en hoe ze daarmee omgingen (zie in de preektekst en zie in de liturgie). Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.

Gemeente van de Heer

1 Je laten roepen.
Word(t) jij straks onze nieuwe diaken of ouderling? Weet jij je geroepen? Of gaat roeping over anderen?

Het is vandaag roepingenzondag. Deze zondag is er omdat we de laatste jaren en vooral het afgelopen jaar merkten dat het lastig wordt om zusters en broeders te vinden voor het ouderlingschap en, in mindere mate (lastig), voor het diakenschap (talstelling).[i]

Er verandert het een en ander in onze kerken (landelijk). In de Kandelaarkerk. En dat geldt ook voor dit onderwerp. Tot op niet al te lang geleden was het min of meer vanzelfsprekend dat er

een mooie lijst werd gepresenteerd met namen van leden waaruit je kon kiezen. Vaak een dubbeltal. Die tijd lijkt voorbij.

Dan kun je zeggen: doe wat aan de manier waarop het werk van diakenen en ouderlingen is geregeld. Doen onze ambtsdragers niet meer of anders dan dat de Bijbel zegt? Goed punt. Daar maken we ook werk van. Maar daar blijft het niet bij. Het punt is namelijk: als je je niet geroepen voelt om misschien diaken of ouderling te worden is er meer aan de hand. En het is goed om het daar over te hebben. Een diaken of ouderling staat namelijk niet op zich. Een ambtsdrager herinnert de gemeente eraan dat je geroepen wordt. Dat God een roepende God is. Iemand die een plan met je heeft. God heeft een plan met zijn wereld en heeft daarom een gemeente. In dat geheel heeft een diaken en een ouderling een plek. Daarom is roepingenzondag van belang.

Een ander.
Maar wie zegt dat God mij roept? Ik ben niet geschikt. Ik heb te weinig tijd. Ik vind het moeilijk om in een tijd met allerlei veranderingen leiding te geven. Ik heb geen zin. Ik heb dit werk nog nooit gedaan. Ik ben te jong. Ik heb geen goed voorbeeld vanuit mijn nabije omgeving. Ik….

Weet je; alles wat jij kunt bedenken om niet geroepen te worden staat al in de Bijbel. … heeft er net wat van verteld. Denk aan Mozes als hij geroepen wordt (Exodus 3). Tal van bezwaren somt hij op. De aap komt uit de mouw als hij uiteindelijk zegt: stuur toch een ander (Exodus 4:13). Ja. Roep een ander, Heer. Namen genoeg in onze gemeente. Waarom ik?

Kernkwaliteit.
Onze Heer Jezus maakt duidelijk waar het om gaat op roepingenzondag. Als zijn discipelen kibbelen om de vraag wie de belangrijkste is in het Koninkrijk roept Jezus een kind en zet het in hun midden (Matteüs 18:1-5).[ii] Als de discipelen niet worden als het kind kunnen ze het Koninkrijk niet binnengaan. Dat voorbeeld is de basis voor alles wat Jezus in het belangrijke hoofdstuk 18 gaat zeggen over de taak die Jezus’ leerlingen, de latere apostelen, krijgen.[iii] Matteüs 18 kan zelfs gerekend worden tot het onderwijs waarvan de Opgestane wil dat het over heel de wereld wordt geleerd en toegepast (‘leer ze zich te houden aan wat ik jullie opgedragen heb’, Matteüs 28).[iv]

Waar begint het mee? Met Petrus’ onverschrokken gedrag; altijd haantje de voorste en vol goede ideeën? Met de liefdevolle toewijding van Johannes? Met het fanatisme van de broers Jakobus en Johannes (‘zonen van de donder’)?

Hun kernkwaliteit is: ze hebben zich laten roepen. Zoals dat kind dat Jezus riep en in hun midden plaatste. Een kind dat in die tijd niks voorstelde.[v] Je moet nog maar zien dat je je kinderjaren überhaupt overleeft. Het kind heeft geen pretenties. Geen jaarplannen. Geen status. Het laat zich roepen. Benieuwd wat er komt. Is het ‘makkelijkste’ het ingewikkeldste voor wie geen kind meer is? Daarover gaat het in deze dienst. Word(t) u/jij geroepen?

…. wil iets vertellen over geroepen worden als ouderling. Wat betekent dat?

Vorig jaar december was ik, samen met een aantal gemeenteleden, op een catechisatieavond, op uitnodiging van de jeugdleiders. Er werd een speed date georganiseerd, waarbij jongeren vragen stelden aan gemeenteleden.

Over één van die vragen heb ik in de dagen erna nog regelmatig terug gedacht. De vraag was deze: wat doet u in de kerk en vindt u dat leuk?

Vooral dat: vindt u dat leuk? Een goeie vraag! Ik stelde mezelf die vraag op verschillende manieren: wat vind ik er eigenlijk van? Vind ik het werk in de kerkenraad leuk? Past dit bij mij? Wat kost het me en wat geeft het me?

Voordat ik op die vraag verder inga neem ik u even mee naar een heel aantal jaar geleden. Ik zat op de GSR en kreeg de opdracht van mijn godsdienstleraar, ds. Veldman om een paper te schrijven over de kerk. Eén van de punten die ik daarin maakte was kritiek op het feit dat vrouwen in de kerk geen stemrecht hadden. Bij de verkiezing van ouderlingen en diakenen mochten namelijk alleen mannen hun stem uitbrengen. Ik zag volwassen vrouwen die ik oneindig veel wijzer vond dan mijn mannelijke leeftijdgenoten die wel mochten stemmen. Ik kon die beperking voor vrouwen niet begrijpen. Ik vreesde die paper met een berisping terug te krijgen. Maar…. in de kantlijn schreef Veldman: Helemaal mee eens!

Het duurt dan nog 25 jaar voordat vrouwen stemrecht krijgen. En nog weer 25 jaar later kunnen in deze kerk vrouwen gekozen worden voor het ambt van ouderling en diaken.

Ik vond het bijzonder dat ik die ontwikkeling heb mogen meemaken. Naar mijn gevoel was de positie van mannen en vrouwen in de kerk meer in evenwicht gekomen. Daar was ik dankbaar voor.

En toen…. stond ik zelf op tal voor het ambt van ouderling …

En daar had ik nou net niet op gerekend.

Ik herkende de roeping niet, ik wilde er niet aan. Ik had wat anders voor mijzelf voor ogen.

Een wijze broeder uit de gemeente is het gesprek met mij aangegaan. Hij heeft mij helpen ontdekken welke van mijn talenten ik hierbij in zou kunnen zetten. Liefdevol heeft hij de leeuwen en beren die ik zag, weggejaagd. En zo kon ik het echt overgeven aan God: Heer als u mij op deze plek wilt hebben, vertrouw ik op uw Geest die me wijsheid zal schenken.

En zo sta ik hier.

En dan komt die vraag van de jongeren weer terug: Vindt u het leuk?

Ja, ik vind het leuk. En daarmee bedoel ik: het is bijzonder om te ervaren dat als je je in vertrouwen overgeeft aan Gods beloften (hij geeft het immers zijn beminden in de slaap…) je ook ervaart dat Hij er daadwerkelijk is en je wijsheid geeft. Dat wil overigens niet zeggen dat alles van een leien dakje gaat. We zijn een gemeente met een diversiteit aan mensen, meningen, overtuigingen, geloofsuitingen. Maar we vormen met elkaar de gemeente van God. En het is erg mooi om daar samen met anderen in de kerkenraad een aantal jaar leiding aan te mogen geven.

Wat ik geleerd heb in mijn proces geef ik graag aan jou door.

  • Je inzet is op allerlei terrein mogelijk. Kinderkring, ouderling, diaken, de Staart, je eigen buurt, Present enzovoort. Zeg niet te snel: dit is niets voor mij, dit is niet mijn roeping.
    Vraag iemand die je vertrouwt, en die jou kent, om samen eens te kijken waar jouw talenten liggen en waar jij je in zou kunnen zetten.

  • Vraag God om wijsheid en vertrouw als een kind dat Hij het je geven zal.

2. In dienst.
Bedankt voor je getuigenis. Laten we verder luisteren naar de Bijbel. Wat Jezus zegt over roeping krijgt meer invulling in de nieuwtestamentische brieven. Denk aan de brieven aan de nog jonge en onervaren kerkleider Timoteüs. Er staan tal van aanwijzingen in, voor diakenen en ouderlingen. Ook deze zin:

Als iemand leider van de gemeente wil worden is dat een eerzaam streven
(1 Timoteüs 3:1).

Doorgeven.
Wij hebben gelezen uit 2 Timoteüs 2. Dat stukje begint met: ‘mijn kind’ (cf. Matteüs 18). Paulus is mentor en geestelijk ‘vader’ van Timoteüs. Timoteüs krijgt de opdracht om het evangelie door te geven aan betrouwbare mensen (2 Timoteüs 2:2). Inzicht gevend, deze opdracht. Het begint met roeping (‘als een kind’). En vervolgens ga je als geroepene niet aan de slag met ‘jouw verhaal’ maar om wat je hebt gehoord en van anderen hebt ontvangen – om dat door te geven. Het christelijk geloof is geen vernieuwingsbeweging met interessante ideeën, aangewakkerd door flamboyante influencers. Het geloof is een doorgevende traditie. Dat klinkt in onze tijd al snel een tikkeltje saai. Kunnen we het niet een beetje leuker maken (in de kerk)? Als je er zo inzit, kun je misschien beter geen ouderling of diaken worden.

Bevrijdend nieuws.
Het punt is: het evangelie zelf is spectaculair nieuws. Heb het daarover. Het ongehoorde en ongedachte nieuws. De almachtige Schepper die mens wordt en voor ons sterft. Wie bedenkt zoiets? Niemand. God laat het zien. In Paulus’ tijd waren er allerlei godsdiensten. Sommige al eeuwenoud. Paulus zelf was een overtuigd gelovige. Nogal hardhandig wordt hij geroepen (Handelingen 9). Jezus die hij vervolgde blijkt de HEER der heerlijkheid gekruisigd te zijn. Een nieuwe schepping begint in zijn naam (Galaten 6:14). Welkom voor vrouwen en mannen, Joden en Grieken, slaven en vrije mensen (Galaten 3:28). Ongehoord voor die tijd. Geef dat door, zegt Paulus. Het blijft goed nieuws voor nu:

  • In onze prestatiemaatschappij: kom tot mij, ik geef rust (Matteüs 11:28).
  • In onze tijd waarin het om het individu gaat: je bent aan elkaar gegeven.
  • In onze afrekencultuur: er is vergeving en vernieuwing.
  • In onze tijd waarin het ‘ik’ centraal staat: leven voor de A/ander.

Dat oeroude nieuws is altijd nieuw en bevrijdend. Zet dat in het midden en geef het door. Niet voor niets geeft Paulus deze aanwijzing:

Houd Jezus Christus in gedachten
(2 Timoteüs 2:8)

Dat is de taak voor het ‘geroepen kind’; diaken of ouderling, jeugdleider en catecheet, getrouwden en alleenstaanden, jongeren en ouderen.

Onderscheiden.
Misschien nog een mogelijk misverstand aan de orde stellen. Dat het geloof een doorgevende traditie is betekent niet dat alles altijd hetzelfde blijft. Die dingen (doorgeven – alles hetzelfde) worden soms op een hoop gegooid maar zijn niet aan elkaar gelijk. De kerk is geen museum waarin dingen worden bewaard zodat je kunt zien hoe alles vroeger was. Het gaat erom dat je laat zien wie Jezus is – aan de mensen om je heen, in iedere cultuur (verschillend). Zeker als je leiding geeft is het belangrijk dit te onderscheiden. Vanaf het allereerst begin is er in Jezus’ gemeente over wezenlijke zaken (wet, besnijdenis) verschillend gedacht. We hebben dat bij de kop gehad toen we luisterden naar de Galaten-brief.[vi] Het gaat erom dat je vanuit het ene geloof op een gezonde manier met diversiteit omgaat; Christus in alles in het midden.

Doel.
Paulus geeft drie voorbeelden om te laten zien wat het betekent om in Jezus’ dienst te komen (2 Timoteüs 2:4-6). De voorbeelden worden genoemd in het kader van lijden. Vergeet niet dat christenen toen geen goede positie hadden en geen geloofsvrijheid zoals wij dat kennen. Maar ook voor nu blijft dit relevant. Je bent nu eenmaal in dienst van de gekruisigde koning.

Het eerste voorbeeld is heftig. Je bent een soldaat. Mensen toen hebben direct gedacht aan het Romeinse leger. Je gaat het gevecht aan. Je voert zonder tegenspraak bevelen uit. Het andere beeld is de atleet. Je hebt trainingsdoelen. Een dieet. Concentratie. Alles om te finishen en de prijs in ontvangst te nemen. Het derde voorbeeld is de boer. Je werk is zaaien. Niet altijd/gelijk zie je resultaat. Maar als dat komt – en daar zorgt de Heer voor – deel je in de opbrengst. Hoe verschillend de beelden ook zijn, gelijk is dat je een bepaald doel voor ogen hebt.

Paulus geeft ook het advies om er eens over na te denken (2 Timoteüs 2:7). Slaap er eens een nachtje over. Of zoals … zei: heb het er eens over met iemand. Zo wordt je leven geleid en zul je je roeping verstaan.

=====================================

[i] Zie preek over de gaven in onze gemeente.
[ii] Zie preek Je komt als geroepen. Preek Matteüs 18:1-5.
[iii] Zie inleiding over prekenserie Matteüs 18.
[iv] Zie preek Matteüs 28:16-20.
[v] Zie preek Jezus zegent de kinderen.
[vi] Zie inleiding op prekenserie Galaten (zie m.n. de preek over het begin van Galaten 2) en zie mijn artikel over kerkelijke eenheid en de vrouwelijke ambtsdrager (Nederlands Dagblad, 2022).

Voorbeeldliturgie

Welkom

Votum en groet als volgt

Voorganger: Onze hulp is in de naam van de Heer
Gemeente: Die hemel en aarde gemaakt heeft
Voorganger: Die trouw houdt tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen

Groet (predikant)
Amen (hardop uitspreken, allen)

DNP Psalm 62: 1 en 6 Bij God alleen

Gods nieuwe leven
GK Psalm 86:4 Leer mij naar uw wil…

Gebed

Kinderen naar voren (Ruth 3:7-4:16)
Je mag er zijn OTH 180
Groep 1&2 en 5&6 naar de kring

Roepingenzondag. Getuigenis van ….

Vandaag is het roepingenzondag. Een speciale zondag om te vertellen wat het werk van een ambtsdrager is en hoe je je daarvoor zou kunnen inzetten. Ik wil graag vertellen hoe dat bij mijzelf ging. Ik vond het zelf best bijzonder om mee te maken, dat kan u zelf natuurlijk anders zien, maar ik wil het graag met jullie delen. Ik was toen ik voor het eerst op tal stond voor ouderling 29 jaar en vrijgezel. Ik vond mezelf niet echt heel geschikt om dit werk te doen. Dat had vooral te maken met het feit dat ik opzag tegen moeilijke gesprekken. Bij moeilijke gesprekken dacht ik vooral aan gezinnen die problemen hadden met opvoeden, waar relatie problemen aanwezig zijn of ziekte is. Wat moest ik daarover vertellen? Ik was 29 had met niemand rekening te houden, ik ben een techneut, vond mezelf ook erg jong, zeker in die tijd was de kerkraad gemiddeld nog iets ouder dan nu. En toch lag daar het verzoek om dat werk te gaan doen.

Er was op het moment dat het beroep op mij afkwam een vacature voor Jeugdouderling. Ik was op dat moment redelijk actief in jeugdwerk, ook in de activiteiten commissie dus het lag wel voor de hand dat ik in die rol zou komen. Ik denk dat onder andere ook de reden was dat mensen op mij gingen stemmen. En ik werd ouderling. Ik vond het zelf heel belangrijk en zo kijk ik er ook naar dat het een roeping is. Een roeping van God en Hij plaatst. Ik had vooraf misschien een dealtje kunnen sluiten “Joh alles prima, maar ik wil alleen ouderling worden als ik jeugdouderling word”, maar ik besloot om dat niet te doen, want ik dacht: God leidt. Ik werd geen jeugdouderling, dat werd iemand anders. Ik werd dus een gewone ouderling. Maar ik werd wel ouderling van het centrum en in centrum zit een wijk met heel veel jonge mensen, die b.v. boven de winkels wonen. En het sloot heel erg aan bij wie ik was qua leeftijd en interesse e.d. En ik vond het heel bijzonder om te zien dat ik er niet voor koos om zelf een richting aan te wijzen, maar ik toch geplaatst werd op een plek waar ik het gevoel had dat ik iets kon betekenen.

Ik denk dat dat nog steeds zo is. Je hoeft niet alles meegemaakt te hebben in het leven. Dat kan ook helemaal niet. Als ik terugkijk vind ik het bijzonder hoe God leiding geeft. Je kunt heel snel denken ik kan het niet, ik ben te jong, ik heb geen gezin, er zijn genoeg redenen te bedenken waarom je het niet zou doen. Ben druk, ik sport, ik weet niet alles. De bijbel staat ook vol met mensen die dat zeiden. Denk aan Mozes, die zei ik kan slecht spreken. Denk aan Gideon, die meerdere tekens wilde hebben of hij het wel was. Ik denk aan David die werd geroepen, die de jongste was en door zijn eigen familie niet eens gezien werd. En toch kan God je roepen. Dat kan ook jij zijn. En mocht je daar nu aan twijfelen of God je roept, ga eens in gesprek, je kunt bij een van de ambtsdragers terecht, maar het kan net zo goed een familielid zijn. Je kunt eens vragen “joh, zie je mij zoiets doen?” Wie weet krijg je wel een heel verrassend antwoord. En hoor je van dat familielid, ja natuurlijk, jij bent altijd goed met mensen. Ja natuurlijk, want hebt altijd overzicht of inzicht. Of ja natuurlijk, want je spreekt vaak over God. Schrijf jezelf niet te snel af. Wees gerust God gaat met je mee.

Lezen Matteüs 18:1-5 Op dat moment
2 Timoteus 2:1-8a Mijn kind…. dit heb ik verkondigd.

Blijf in mij, Ik roep je bij je naam https://www.sela.nl/liederen/140/blijf-in-mij.html of DNP Psalm 119:34 en 39

Verkondiging (aan eind van punt 1 een getuigenis van ….)
LB 971: 2 en 3

Dankgebed en voorbede

Collecte

LB 838: 1 en 4 O grote God die liefde zijt

Zegen
Amen (gezongen)

Verdere ontmoeting

=== einde ===

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.