Bij het luisteren naar Matteüs was hoofdstuk 17 afgerond. Het vervolg is een essentieel stuk voor het gemeeenteleven. Het begint met de vraag wie het belangrijkste is in Gods koninkrijk. Het antwoord van Jezus is onthullend en zet de toon voor de rest van Matteüs 18. In de dienst worden de nieuwe ambtsdragers bevestigd. Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.
De preek is te beluisteren via een podcast.
Gemeente van de Heer
Essentieel hoofdstuk
Als de overheid een persconferentie belegt over de bestrijding van Corona zitten er miljoenen mensen voor de buis. Je wilt geen woord missen. Zo belangrijk als deze persconferenties zijn, zo belangrijk is Matteüs 18 voor christenen. Het hoofdstuk gaat over Gods koninkrijk, hoe dat eruit ziet en je leven bepaalt. Het gaat over zaken als wie de belangrijkste is, over hindernissen op de route, over zonde, vergeving en onderling toezicht. Een voor een essentiële onderwerpen voor Jezus’ gemeente. Schakel dus in en ga op het puntje van je stoel zitten.
We beginnen aan dit hoofdstuk bij de bevestiging van negen nieuwe ambtsdragers. We danken God dat jullie straks een plechtige belofte voor God en zijn gemeente willen afleggen en zo aan je ambtsdienst begint. Vanuit het ambt is goed te zien wie Jezus is en wat het betekent om kerk te zijn.
Een vraag uit geloof
Hoofdstuk 18 begint met een vraag van Jezus’ discipelen: wie is de grootste in het koninkrijk van de hemel? Vind je dat een vreemde vraag? Daar gaat het toch juist niet om in Gods koninkrijk? Vergeet niet dat de discipelen dat moesten leren. Trouwens: jij en ik kunnen op dit punt ook de mist in gaan.
Kijk eerst goed naar de situatie van toen. Je moet je voorstellen dat de discipelen waren gaan geloven (Matteüs 16:16[i]) dat Jezus de koning van het hemelse koninkrijk is (o.a. Matteüs 4:17, 10 en 12:28[ii]). Zij verwachten dat Jezus op ieder moment – maar zeker snel – zijn troon zal claimen. Gods eindeloze beloften gaan dan in vervulling. De discipelen gaan daar telkens meer van zien. Jezus had de storm op het meer bedwongen (Matteüs 14).[iii] Net nog had Jezus een wonder verricht door een bezetene te genezen (Matteüs 17:14-23).[iv] En hij had Petrus de opdracht te geven tempelbelasting te betalen door een vis te vangen, een vis met geld in z’n bek (Matteüs 17:24-27).[v] De discipelen zien: Jezus kan echt alles. Niemand is hem de baas. En als deze Heer koning wordt, wat betekent dat voor mij? Voor ons? Met die vraag waren de discipelen bezig. Wordt Petrus een soort onderkoning? Maar wellicht had een andere discipel die ambitie en/of capaciteit ook. En ik dan? En hij dan?
Zie je? De vraag van de discipelen (die wij makkelijk kunnen veroordelen) komt voort uit geloof. Geloof dat Jezus koning is. Ze horen bij hem. Hun verwachting is hooggespannen.
Onaanzienlijk
Dan Jezus’ reactie (Matteüs 18:2-5). Hij roept een kind. En zet dat kind in het midden van de discipelenkring. Jezus zegt: als je niet wordt als dit kind, zul je het koninkrijk niet binnengaan. Je moet jezelf vernederen. Andersom geldt ook: wie zo’n kind ontvangt in mijn naam ontvangt mij – zegt de Heer.
Wat bedoelt Jezus? Wij bedoelen met ‘worden als een kind’ onschuld en onbevangenheid.[vi] In Jezus’ tijd is dat anders. Een kind staat voor: je bent niet iemand (‘het’, Matteüs 18:2). Je moet nog maar zien of je het volwassen leven haalt (kwetsbaar en hoge sterfte). Je telt niet mee. Je stelt niks voor.
In dit woord zit Jezus zelf verstopt. Dit gaat over Golgota. Als Jezus de meest onwaardige en vervloekte is. Alleen zo – door geloof in Jezus – kom je het hemels koninkrijk binnen.
Het wonder: Jezus redt
Hoor je hoe radicaal Jezus’ woorden zijn? Terwijl de discipelen spreken over bijna vanzelfsprekende posities heeft Jezus het over het mirakel van redding.[vii]
Jezus verlegt de discussie. Dit woord van Jezus legt de basis voor de rest van het hoofdstuk over hindernissen, zonde, onderling toezicht en vergeving. De basis van dit hoofdstuk is Jezus zelf. Het geloof van de discipelen dat Jezus koning is, is goed. Vervolgens moeten ze leren dat de koning de gekruisigde koning is. Dat is zo’n andere orde. Daar konden en wilden de discipelen niet aan (Matteüs 16:22).[viii] Dat komt pas bij Pasen. Het onderwijs van Jezus bereidt hen daarop voor. Zodat ze straks op de goede manier gereed staan.
Leiding geven in Jezus’ naam
Petrus zegt later in zijn brief tegen de leiders van de kerk dat ze hun werk vrijwillig, niet-gedwongen en niet-heerszuchtig moeten verrichten (1 Petrus 5).[ix] Dat woord van Petrus komt straks terug bij het bevestigingsformulier voor ambtsdragers. Wie weet dacht Petrus bij het opschrijven van deze woorden terug aan dit moment uit Matteüs 18. Hoe dan ook; Petrus geeft het onderwijs van Jezus door. Vandaag ontvangen wij het als heilig evangelie.
Zussen en broers (te bevestigen) ouderlingen en diakenen; kijk naar je Heer. Het begin van Matteüs 18 leert ons dat. De ‘kwaliteit’ van het kind is dat het zich laat roepen (Matteüs 18:2). Dat is de kwaliteit van de discipel. De kwaliteit van de ambtsdrager. De Heer roept jullie door zijn gemeente tot dit ambt. Alle aspecten van Matteüs 18 (zie hierboven) horen bij je taak. Blijf in alles dicht bij je Heer. Zo ben je in staat om in Jezus’ naam je werk te doen.
Een van jullie wilde vandaag graag het lied ‘Mag ik jou tot zegen zijn’ (Sela) zingen. Je zei: ‘ik mag in een gedeelte van de gemeente aan de slag als ambtsdrager. Als God het geeft, een stukje meelopen op de reis met deze gemeenteleden. Samen achter Jezus aan, gaan waar Hij ons wijst: wijze woorden spreken, maar ook zwijgen als dat nodig is, elkaar een voorbeeld geven en leven als getuigenis. Als we zo met elkaar leven als gemeente kan het niet anders dan dat we ook tot zegen zullen zijn voor de mensen om ons heen.’ Bedankt voor deze woorden, dit getuigenis. Met Matteüs 18:2 zeggen we: je komt als geroepen. Wijs ons op Christus en zijn goede leiding aan ons leven.
Respect voor ambtsdragers
Gemeente; wij ontvangen vandaag bijzondere cadeaus. Ook voor ons gelden vandaag instructies. Neem die ter harte. In het hemels koninkrijk gaat het er anders aan toen dan in het koninkrijk der Nederlanden. Ik bedoel dit: bij de mondkapjesdiscussie ontdekken we nog maar eens wat voor een egalitaire mensen wij Nederlanders zijn. Zegt de overheid dat er een dringend advies voor een mondkapje is? Nou, dan doe ik zeker geen mondkapje voor. Want dat bepaal ik zelf wel. Zo, gemeente, kunnen jij en ik niet omgaan met ambtsdragers. Zij komen als geroepen (Matteüs 18:2). Vandaag krijgen jij en ik de opdracht om ontzag/respect voor ambtsdragers te hebben om hun taak (1 Petrus 5, bevestigingsformulier). Denk daarbij aan Jezus’ woorden: wie hen ontvangt, ontvangt mij (Matteüs 18:5).
Eer aan Jezus
Gemeente, het gaat in de gemeente van Jezus om het goede evenwicht. Ambtsdragers en gemeente hebben ieder een door Jezus gegeven roeping. Zo staat iedere gelovige in Jezus’ dienst. Alles om bij Gods reddingsplan te blijven. De redder zelf voorop. En in het midden. Mag zijn naam worden geprezen.
Zie De woedende heer en het kwetsbare kind. Korte introductie op preken over Matteüs 18. En zie Trouw, wijsheid en macht van de Drie-ene God. Inleiding prekenserie Matteüs (2019-2021).
[i] Zie preek Matteüs 16:13-28.
[ii] Zie resp. preek Matteüs 4:17, 10:34 en 12:28.
[iii] Zie preek Matteüs 14.
[iv] Zie preek over Matteüs 17:14-23.
[v] Zie preek Matteüs 17:24-27. Er ligt een inhoudelijk verband tussen hoofdstuk 17 en 18. Zie het begin van hoofdstuk 18: ‘op dat moment’.
[vi] Zie preek Jezus laat de kinderen bij zich komen (Marcus) en zie Discussie eerste doopvraag is een teken van secularisatie.
[vii] Bij hedendaagse christelijke discussies over de hel gebeurt iets soortgelijks. Christenen hebben het er zomaar over of anderen wel/niet gered worden. Zie De hel van veraf en dichtbij (OnderWeg, 2015).
[viii] Zie preek Matteüs 16:13-28.
[ix] Zie preek Jezus volgen in leiden en lijden en Dank God voor alle gaven (beide preken over 1 Petrus 5).
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum en groet Sela
PvN 84 Wat houd ik van uw huis
Samenvatting van de geboden
Psalm 63:2 GK Uw liefde is het hoogste goed
Gebed
Kindermoment (filmpje)
Kinderlied OTH 1: Welzalig de man
Lezing Matteüs 18:1-5
Verkondiging Je komt als geroepen
Mag ik jou tot zegen zijn (Sela)
GK 179a (geloofsbelijdenis)
Formulier bevestiging ambtsdragers
GK 22: 1 en 2 voorafgaand en
GK 22:4 na het ja-woord
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 146c:1 en 7 Alles wat adem heeft love de Here
Zegen
Amen (gezongen)