Preek in een serie over de 1 Petrus-brief. Voorbeeldliturgie onderaan.
Gemeente van de gekruisigde en uit het graf verrezen Jezus
1 Juichen met Petrus.
Zomaar is Hemelvaart het ondergeschoven kindje van alle feestdagen in de kerk.
Met Kerst is het vaak een vrolijke, drukke bedoening.
En een mooie ontwikkeling is dat we de laatste jaren meer aandacht besteden aan het kerkelijk jaar rondom de veertigdagen, Goede Vrijdag en Pasen. Pinksteren wordt ook geweldig: openbare geloofsbelijdenis en bediening van de heilige doop.
Daartussen: Hemelvaart. Dat kerkelijke feest komt er vaak wat bekaaid af.
Dat is wellicht te verklaren doordat het voor ons, ons aards perspectief, niet echt aanvoelt als een feest.
Bij Kerst: we ontvangen de geboorte van de Heer. Bij Pinksteren: we worden geïnspireerd door de Adem van God. Het enige wat bij Hemelvaart zo lijkt te zijn is: vertrek, afscheid. Jezus is hier niet meer (te zien). Dat voelt niet aan als een feest.
Wat dat betreft is het wel interessant om vanmorgen twee stukjes uit het Nieuwe Testament te lezen. Bij dat eerste stukje, Handelingen 1, valt het inderdaad op dat de leerlingen beteuterd omhoog staan te kijken. Zij missen hun Heer – terwijl ze vol verwachting waren over zijn grote daden en plannen. Dat gevoel snappen we. Het tweede gedeelte uit 1 Petrus 3:
Christus heeft voor jullie geleden om je bij God te brengen… hij werd naar het lichaam gedood maar opgewekt naar de Geest… aan ongehoorzame geesten verkondigde hij het evangelie… hij ging de hemel binnen en zit aan Gods rechthand – engelen, machten en krachten zijn aan hem onderworpen…
Hé.
Zie je dat?
De persoon die zo schitterend hoog schrijft van Jezus’ Hemelvaart (boven alle krachten en machten verheven) is dezelfde persoon die er beteuterd bij stond toen zijn Heer daadwerkelijk ten hemel steeg. Eerst was de discipel in tranen, nu juicht hij. Die beweging – vragen/beteuterd zijn en daarna juichen – is de beweging die heel mooi in het lied zit dat we zongen (achter iedere wolkenlucht).
Dat is het eerste als het om Hemelvaart gaat. Dat feest moet je echt leren vieren. Je moet gaan meekijken met die ene beweging van God: die zichzelf gaf in de menswording van zijn zoon, tot aan het kruis. Die verhoogd werd op Pasen en zijn troon besteeg (Hemelvaart). Jezus is Heer. Ieder zal vroeg of laat moeten erkennen en belijden dat hij het is (Filippenzen 2).
De vraag die bij Hemelvaartfeest hoort is daarom: herken je dat gevoel, dat vertrouwen (ook) in je leven? Dat Jezus telkens meer Heer wordt van je leven. Dat Jezus sterker is dan alle krachten in jouw leven. De Bijbel en de dagelijkse realiteit leren ons hoeveel dingen je leven kunnen bepalen. Je kunnen beheersen; verdriet, vragen, angst, ruzies – noem maar op. Te midden van al die krachten zegt Jezus: ík ben het. Ík heers. Begin jij dat, met vallen en opstaan, te erkennen, te leven?
Dat is Hemelvaart. Kijk mee met Jezus. Juich mee met Petrus.
2 Alleen Jezus alle eer.
Toch is er iets opvallends. Hemelvaart is een typisch juichfeest. Een huldiging – zoals je een kampioen(selftal) huldigt. En alle krachten en machten zijn aan Jezus onderworpen. Maar twee tellen later zegt Petrus:
Wees waakzaam, wees op je hoede. Want je vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar prooi (5:8).
Dit is de paradox van Hemelvaart. Het lijkt tegenstrijdig. Jezus boven alle macht verheven en, tegelijk: de meest machtige tegenstander, de duivel, gaat tekeer als nooit tevoren. Echt als een beest.
Gemeente: dat dit een paradox, schijnbare tegenstelling, is blijkt in het vervolg. Ook als je nog moet lijden, zegt Petrus: God zal je kracht geven en aan Hém komt alle macht toe, tot in eeuwigheid (5:10, 11) – een tekst die je meekrijgt als zegen als je belijdenis hebt gedaan.
Werkelijke macht heeft de duivel niet. Echt niet. Toch is het goed om juist bij Hemelvaart kort stil te staan bij dit beest. Juist omdat zo blijkt dat en op welke manier God in Jezus alleen werkelijke macht en kracht heeft.
Er wordt wel eens gezegd dat de duivels beste truc is: mensen laten geloven dat hij niet bestaat. Nou; daar lijkt hij in onze cultuur aardig in te zijn geslaagd.
Wij kunnen ons sowieso niet zoveel voorstellen bij onzichtbare krachten en machten. De duivel ervaren wij zomaar als een middeleeuws figuur die toen de mensen de stuipen op het lijf joeg (cf. ons denken over de hel). Aan de andere kant zit onze cultuur ook bol van het magische, van krachten en machten die ons mensen te boven gaan. Er worden bijvoorbeeld regelmatig paranormale beurzen georganiseerd. Er zijn satans- of heksenbijeenkomsten in veel delen van ( ‘verlicht’) Europa. En op TV zijn er ook overdag belprogramma’s waar je je toekomst kunt laten lezen (ik zag laatst trouwens dat een beller in het programma was, waarop de presentatrice zei: ‘hallo, met wie spreek ik’? Goeiemorgen; je weet niet eens wie er belt! Ben je nou een waarzegger of niet? Ik zou ‘m er direct weer opgooien en m’n geld terugeisen – wat een oplichterij en afzetterij). En het valt me op, ik heb dat een paar keer gehoord, dat mensen uit andere dan westerse culturen die zich tot Jezus bekeren, spreken van negatieve, geestelijke krachten die hen proberen tegen te houden of hen kwaad willen doen. Soms tot op het fysieke.
In die zin zou je kunnen zeggen: er lijkt in onze cultuur ook een andere beweging te zijn waarin het onzichtbare, het geestelijke tot en met het domein van de satan een plek krijgt of kan krijgen.
Maar nu moeten we goed opletten, gemeente. Want de duivel heeft niet één truc (ons laten geloven dat hij niet bestaat). De duivel is veel geniepiger en smeriger. De duivel heeft minstens twee trucs – en die trucs hebben met elkaar te maken. Zijn tweede truc is namelijk dat wij, als we dan ontdekken dat de duivel bestaat, veel te veel ontzag voor hem hebben. Of veel te veel aandacht aan hem besteden. Dat is minstens een even geniepige truc als die andere. Sommige christenen spreken of denken zo over de kwade machten en duivel dat het erop lijkt dat er twee heren/heersers zijn die min of meer aan elkaar gelijk zijn. Alsof Jezus een soort van de gelijke van de duivel zou zijn – en zij met elkaar een hele strijd moeten voeren wie de winnaar is. De goede tegen de slechte, Gandalf tegen Saruman (Lord of the rings) – of zoiets.
Wat heeft de duivel een plezier als je ook maar een beetje zo begint te denken. Want zo begint hij op hetzelfde niveau te komen als Jezus; je kijkt zo hoog tegen hem op. En precies dat (die eer krijgen) is zijn doel!
Maar, Godzij dank: zo is het niet. De duivel is een schepsel. Een gevallen hoge engel. Jezus is Heer. Jezus, gaan wij straks belijden is ‘God uit God, Licht uit Licht… geboren, niet geschapen’ (Nicea). Dat is het geheim van het evangelie. In Jezus kennen wij God zelf (Johannes 14:9).
Als je leest hoe de zoon van God als mens de verleiding van de duivel weerstaat (Matteüs 4:1-11) dan zie je ook dat, alhoewel de verleiding reëel is, Jezus slechts met een enkel woord de duivel weerstaat en uiteindelijk ook verjaagt. Gods zoon heeft, door mens te worden, óns verlost van dat vuile beest; het was niet de strijd waarin hij zichzélf moest bewijzen. Jezus is niet met de duivel op hetzelfde niveau te stellen. En de duivel verdient het niet om ook maar de schaduwrand van aandacht, de eer en lof die Jezus toekomt te staan.
Zo kijken we naar de aanduiding die de duivel hier krijgt. Een brullende leeuw. We zien daarin progressie. In de hof van Eden (Genesis 3) is de duivel nog een slang. Geniepig gaat hij te werk. ‘Heeft God niet gezegd…’? Hier is de duivel een leeuw. Een symbool waaruit (verscheur)kracht blijkt. En verderop, in Openbaring, worden zijn trekken helemaal duidelijk: de duivel is de draak (12 en in 20:2 ineen).

De slang (Genesis 3) als vreselijk beest. Deze indrukwekkende tekening van Elizabeth Visser zag ik op Twitter bij Marten Visser en plaats ik met toestemming.
Het zijn allemaal beelden die duidelijk maken dat je zeker voor hem moet oppassen. Dat zijn werk zichtbaar wordt in alles wat gebeurt om Jezus(‘kracht en macht) te onteren of de vaart uit het evangelie te halen. Geef hem geen enkele ruimte – zegt het evangelie (Efeze 4:27. NB: tegen christenen gezegd; in de context van het goede, onderlinge christelijke leven en het beteugelen van je boosheid).
Tegelijk zit er een andere kant aan deze progressieve kracht van slang, leeuw naar draak. De duivel moet wel te keer gaan. Want zijn rol is uitgespeeld. Zijn grotere en brutere kracht lijkt wel een beetje op de wanhoopspoging van een voetbaltrainer die met nog een paar minuten te gaan drie verdedigers wisselt voor drie spitsen in de uiterste poging nog iets te halen. Zo wanhopig ben je. Zo uitgeteld is de duivel. En daarmee bevestigt de duivel juist wat er is gebeurd op Hemelvaart: Jézus triomfeert. Hij kondigt aan dat de blessuretijd in gaat. Hij is verrezen en alle krachten en machten zijn aan hem onderworpen. Juich mee met Petrus. Kijk mee met Jezus en laat je niet in de war brengen. Alleen Jezus alle eer.
—-
Zie hier voor andere Hemelvaartspreken en zie hier voor een artikel over de zonde en het bestaan van de duivel (een artikel naar aanleiding van de Christelijke Dogmatiek van Van den Brink en Van der Kooi, 2012).
Preek in serie over 1 Petrus
- Op een lijn met Christus (1 Petrus 1)
- Verhuur jezelf als slaaf (1 Petrus 2); o.a. over de verhouding tot de overheid.
- Volk om een vreemd verhaal (1 Petrus 2:24). Goede Vrijdag in de 1 Petrus-brief.
- Opgewekt door de Geest (1 Petrus 3:18). Pasen.
- De paradox van Hemelvaart (1 Petrus 3:22 en 5:8). Hemelvaart.
- Leef het goede leven in Jezus (1 Petrus 4).
- Jezus volgen in lijden en leiden (1 Petrus 5).
- Richt je op Gods dag (2 Petrus 3). Oudjaarsdag.
- …. wat in de loop van de tijd op m’n blog staat n.a.v. de Petrus-brieven.
Welkom (ovd)
Votum
Groet
Ps.47: 1 en 3
Gebed
GK 177: 2
Lezing 1: Handelingen 1:1-11 (NBV, liever niet BGT)
‘achter elke wolkenlucht’ (zie hier voor tekst en melodie)
Lezing 2: 1 Petrus 3:18-22 en 5:6-11 (NBV, BGT ook prima)
Verkondiging: de paradox van Hemelvaart
1 Juich mee met Petrus
2 alleen Jezus alle eer
GK 101: 1a, 2v 3m 4en5a
Nicea
GK 162: 3 en 4
Dankgebed en voorbede
Collecte
GK 165
Zegen
Verdere ontmoeting