Preek over Ezechiel 3:22 en 4. God maakt Ezechiël stom, isoleert hem en geeft de profeet merkwaardige opdrachten. Waarom staat dit in de Bijbel en wat heeft het voor ons te betekenen? Voorbeeldliturgie onderaan de preektekst.
1 Een stomme profeet.
Stel je voor dat het Nederlands elftal een belangrijke wedstrijd speelt. We staan 2-1 achter. Het laatste kwartier gaat in. Bondscoach Koeman zet een extra spits in. Vlak voordat de spits het veld opgaat, roept de bondscoach hem nog even bij zich. Hij pakt een oranjesjaaltje en bindt dat om het hoofd van de spits, voor zijn ogen. De spits kan niks meer zien. En z’n voetbalschoenen moet ‘ie uittrekken. In plaats daarvan krijgt hij een paar klompen aan. De bondscoach zegt: ‘succes!’ Zie je het voor je?
Als God Ezechiël roept en hem als wachter aanstelt (3:17[i]) maakt God Ezechiël eerst stom (3:26). Ezechiël kan niet spreken. Een stomme profeet! Dat is nog erger dan een spits op klompen. Ezechiël wordt vastgebonden en krijgt huisarrest (hoofdstuk 4). Ruim een jaar lang moet hij binnenshuis een soort mimespel opvoeren. En hij wordt zo op rantsoen gezet dat hij het maar nét kan overleven (hoofdstuk 4). Deze aan alle kanten gemankeerde profeet is de wachter die God aanstelt.
Gemeente, we vorderen in het luisteren naar Ezechiël. Het gaat nu echt beginnen. Vorige week zei een gemeentelid tegen me: gaan we echt al die hoofdstukken lezen? Een goede, begrijpelijke vraag. Ik denk dat ik het net ga doen als bij de Psalmen: in ieder geval het belangrijkste eruit halen. Hoofdstuk 5 lezen we niet – al haal ik daar straks wel een vers uit. Dat hoofdstuk is zo vreselijk. Je gaat echt over je nek als je dat leest. Het staat wel in de Bijbel. Als je wilt: lees het thuis.
En, nogmaals[ii]: we moeten dit Bijbelboek zien in die specifieke tijd. Een tijd waarin God een streep aan het trekken is vanwege blijvende, zelfs groeiende onttrouw van zijn volk. Ezechiël spreekt het woord dat Jeremia begonnen was. Jeremia’s profetenboek werd in het vuur gegooid omdat men het niet bliefde. En nu komt God in vuur (! Ezechiël 1[iii]). Zo laat Hij zijn volk voelen dat Hij heilig is en trouw. Dat is Ezechiël. Alleen zo – al blijft het met vrees en beven – kun je lezen en luisteren.
Vooral zullen we de schat moeten zoeken. Die ene schat die alles te boven gaat; Jezus. Hij zegt: de schriften getuigen van mij (Johannes 5:39b). Zie jij Jezus in Ezechiël 3 en 4? Dat is de belangrijkste vraag. Elke keer als je de Bijbel open doet.
2 Profetie next level. Ezechiël als teken.
Eerst nog even terug naar 3:22. Ezechiël wordt opnieuw vastgepakt door God. Voor de tweede keer ziet Hij de verschijning van Gods heerlijkheid (3:23). Het is een bevestiging die Ezechiël blijkbaar nodig heeft (cf. 1 Samuël 3). Het is echt Gód die hem roept. En God is niet gebonden aan Jeruzalem of welke plaats dan ook maar. God is daar, in dat ‘heidense’ Babel. Weer valt Ezechiël voorover op de grond voor God. En de Geest[iv] geeft hem nieuwe energie en laat hem rechtop staan. God maakt hem sterk (= betekenis van Ezechiëls naam). En meteen daarop die aparte dingen (3:24b-4:17):
- Geïsoleerd leven. Opgesloten in huis en met touwen gebonden.
- Met stomheid geslagen. Zeven-en-een-half jaar lang (Ezechiël 23:27 en 33:22). Reken eens even voor jezelf uit: hoe oud ben jij over 7,5 jaar? Kun je je voorstellen dat je tot die tijd je mond moet houden?
- Een mimespel rondom de fictieve stad Jeruzalem en met een bakplaat. 390 dagen op z’n linkerzijde en 40 dagen op z’n rechterzijde liggen.
- Een maaltijd van slechts 230 gram per dag, gemaakt van de meest eenvoudige ingrediënten waar arme mensen of zelfs dieren van eten. Geen AH-basisbrood.
- O,6 liter water per dag. Dat is voor een dertiger, levend in het hete Midden-Oosten amper genoeg om de dag mee door te komen.
- Een maaltijd maken op een manier die God eerder in zijn wetten verboden had (onrein). Als Ezechiël protesteert – hij is priester – mag dat gelukkig anders. De boodschap blijft staan.
Wat gebeurt hier nou? Hoe moeten we dit zien?
Op de volgende manier zou je kunnen voorstellen dat het toen gebeurd is. De verbannen Israëlieten wonen op een kluitje een deel van het land dat hen in Babylonië was toebedeeld. Als je daar een tijdje woont, weet iedereen wel zo ongeveer wie waar woont. Vergelijk het met Dubbeldam. Je komt elkaar tegen in de winkel. Bij collectelopen denk je: ah, woon jij hier. En je weet, als die bepaalde luxe auto voor de deur staat, wie er bij de buren op bezoek is. Je kent elkaar. Zo wist men ook: (priester) Ezechiël woont daar; in Babyloniësteeg 163f, 3 hoog, linkerportiek. Laatste tijd niet zoveel gezien, trouwens, die Ezechiël. Gehoord dat ‘ie een week ziek was (3:15). Nou ja. Geen enkele Israëliet voelt zich lekker. We missen Jeruzalem (Psalm 137). Maar het zou goed komen. Alles komt uiteindelijk wel op z’n pootjes terecht? Was (half)koning Sedekia hier niet net geweest, o.a. met de profetie van Jeremia over de val van Babel?[v] Als het zover was, konden ze terug en zou Jeruzalem en hun leven weer blinken. Ezechiël kon dan mooi z’n priestercarrière beginnen in Gods tempel.
Maar… laatst was de pizzakoerier (halal) in Ezechiëls portiek geweest. En die had gezien dat de priester op de grond lag. Onwel geworden misschien? Toen hij vroeg ‘gaat het, meneer Ezechiël?’ had hij geen antwoord gekregen. Mevrouw Ezechiël (24:15vv) kwam binnenlopen. Ze wilde een cake bakken en vroeg aan Ezechiël of hij wist waar de bakplaat was. Weer geen reactie. Ondertussen lag Ezechiël strak voor zich uit te kijken naar… een model-stad. Jeruzalem! Met legerpoppetjes van playmobil eromheen. En Ezechiël keek de kant op van Jeruzalem maar had de bakplaat tussen hemzelf en de belegerde stad neergezet. En mager dat die Ezechiël eruit zag! ‘Wat is er toch aan de hand; hoezo Jeruzalem belegerd. Góds stad; onze stad en trots (Psalm 46)? Trouwens: wat zie je eruit? Lust je een Pizza Calzone? Vandaag 2 voor de prijs van 1’. Maar Ezechiël blijft zwijgen. En blijft strak de kant van Jeruzalem opkijken. De pizzakoerier snapt er niks van. Hij maakt een fotootje en plaatst die op Insta. Moet je kijken. Na een week: zelfde verhaal. Een maand later: nog steeds. Een half jaar. Een jaar. En maar door. Iedereen weet het ondertussen.
Zo zou het kunnen zijn geweest.
Symbolisch.
Ezechiël is niet raar. Dat lijkt zo. Maar als je beter leest zie je dat alles een doel heeft. Ezechiël zwijgt. Dat is anders dan andere profeten. Die gaan steeds in gesprek met het volk en/of koningen. Zoals Ezechiël zwijgt zo zou God zwijgen (nl. niet helpen) als zijn volk hem te hulp riep bij de aanval op Jeruzalem (cf. Jeremia 7:16, 11:14 en 14:11 en 12). Ezechiël kón wel spreken. Dat blijkt uit het feit dat oudsten bij hem op bezoek komen, blijkbaar om iets te horen (8:1, 14:1 en 20:1). Blijkbaar hebben ze iets opgevangen van Ezechiël roeping en wisten ze dat hij in Gods dienst stond. Áls Ezechiël spreekt, spreekt niet hij maar God. ‘Zo zegt de HEER’ staat er daarom ook elke keer aan het begin van zijn profetieën. Al die tijd heeft Ezechiël nooit iets anders gezegd tegen het volk. Geen uitleg. Geen laatste oproep. Op deze manier komt alle nadruk te liggen op de woorden die hij wél spreekt. Oorverdovende profetieën. Tot op vandaag zijn die onverteerbaar. Het zwijgen komt overeen met het zich verschuilen achter de bakplaat en naar Jeruzalem kijken. Zo zou God, in die ijzeren aanvallers, zich tegen Jeruzalem keren. Gód gaat zijn eigen volk/stad aanpakken.[vi]
Het weinige eten en drinken zijn symbool voor de honger die Israël tegemoet gaat als Jeruzalem belegerd wordt (hoofdstuk 5!). En de onreine kookmanier staat symbool voor de ballingschap. Israël zou onrein worden omdat ze niet langer in het heilige land wonen.
Verderop in het boek wordt Ezechiël een teken genoemd (12:6, 24:27 cf. 4:4). Het gaat er bij hem niet om met mensen te spreken, hen te overtuigen.[vii] Nu niet meer. God gaat in hem laten zien wat Hij gaat doen. Alleen Gods eigen woorden komen door. Wat Hij gaat doen. En waarom. Een voordat God het gaat doen zodat men zal (moeten) erkennen dat Ezechiël Gods profeet is (2:5). Dit is profetie next level. Het mimespel rondom de belegering van Jeruzalem hoort hierbij. Kom maar kijken – zegt God. Al denken jullie dat het allemaal goed zal aflopen; hier zie je hoe het zal gaan.
3 De melaatse priester.
Wat be-teken-t Ezechiël dan? En wat moeten wij met dit hoofdstuk? Ik sta stil bij drie dingen.
I Neem je zonden en wonden serieus.
Meer dan een jaar lang moet Ezechiël op z’n zij liggen. Voor elk jaar van zonde een dag.[viii] Als je de jaren terugtelt komt je uit bij Salomo. In zijn tijd begon – na David – de afgodendienst een plek te krijgen (1 Koningen 11). Dat zit God het meest hoog. Dat komt uitgebreid terug (Ezechiël 6, 16, 20 en 23). Maar het gaat er ook om dat Gods goede voorschriften niet werden nageleefd (5:6 en 7). God heeft alles gezien. Hij kent alle harten. Van al die mensen, generaties, jaren lang. De ogen van de cherubs en de wielen staan daar symbool voor (Ezechiël 1 en 10).
Kijk eens naar jezelf. Heb jij de Heer echt lief? Hem alleen? Ben je eerlijk ten opzichte van jezelf als het gaat om jouw tekorten, in zonden en wonden? Soms denk ik wel eens dat we in dit opzicht wat van het padje raken in de GKv. In onze kerken is bijvoorbeeld hier en daar moeite met het doopformulier. En dan niet de vorm (formulier).[ix] Maar: dat gedoe, gelijk aan het begin, over zonden enzo…. Hebben jullie al zonde ontdekt in jullie …. die jullie straks ten doop houden? Tegen en over zo’n schatje zeg je dat toch niet?[x] En ja; het doet ertoe hoe je over zonden spreekt. Zeker in de kerk (zie ook hieronder). Maar waar ligt het eigenlijke probleem? Willen we zulk soort dingen niet zeggen van onze (kleine) kinderen? Of zit het anders? Willen/kunnen/durven we, diep in ons hart, liever niet spreken over zonden en wonden van ons bestaan? Het is soms al moeilijk genoeg om te geloven. Als je het hierover hebt, komt er al helemaal geen kip meer in de kerk.
Van de week zag ik iemand in de stad lopen met dit T-shirt:
Take me as I am
Or watch me as I go
Ja. Een motto van ons levensgevoel van vandaag. Neem mij zoals ik ben. Hoe is dat voor ons?
‘God houdt van me zoals ik ben’. Wat hoor je die zin vaak in de kerk. Is dat een light/christelijke-versie van het motto hierboven? Helemaal mis is die zin niet, natuurlijk. Het kan zelfs helemaal goed zijn. En soms ‘moet’ je het zo zeggen. Maar het evangelie zegt het anders. Het evangelie zegt: God maakt je in Jezus – die aan het vloekhout stierf aan en om onze zonden en wonden – tot zijn kind. Die diepe verwondering. Dat is het geloof.
Daarom: toets jezelf (1 Korintiërs 11). Geef elkaar je fouten toe (Jakobus 5). Bid het Jezus-gebed dat de monniken opzeggen: Heer Jezus, zoon van David, ontferm U over mij. Bid elke dag het onze Vader, onder andere over de vergeving van schulden zoals wij anderen vergeven. Ezechiël zegt: wie dat niet doet, loopt vroeg of laat vast.
II Kijk wat God met zonden en wonden doet.
Dan zit er in dit harde hoofdstuk iets heel bijzonders en teers. Ezechiël die geroepen wordt als profeet komt hier, in Babel, toch in priesterdienst. God legt de zonden van het volk op hem. Zoals ‘gewone’ priesters een band op een voorhoofd moesten dragen om de zonden van het volk op zich te nemen (Exodus 28:38 en Numeri 18:1). Tot op het fysieke en psychische af moet Ezechiël dat doen; in zijn isolement, honger, dorst, onreinheid, gebondenheid en stomheid. God slaat zijn volk in deze priester. Ezechiël heeft op deze manier een dubbelrol. Hij ‘is’ God: in zijn spreken van Gods woord en het kijken naar Jeruzalem (4:3). En Ezechiël ‘is’ het volk. Daarin dat hij Gods oordeel over hun zonden op zich krijgt. Ezechiël is beide.
Gemeente, zo aanhoren we hier cryptisch wat het Nieuwe Testament in alle duidelijkheid onthult.
Toen Jezus werd beschuldigd, zweeg hij (cf. Jesaja 53:7b).[xi] Net als de ‘stomme’ Ezechiël.
Ezechiël werd vastgebonden met touwen. Jezus werd met spijkers vastgeslagen op het kruis.
Ezechiël werd geïsoleerd. Jezus werd door God en mensen verlaten.
Priester Ezechiël moest onreine dingen doen. Jezus, onze enige Hogepriester (HC 12), hangt als melaats aan het kruis (2 Korintiërs 5:21).
Ezechiël sterft bijna van honger en dorst. Jezus sterft daadwerkelijk en wordt zo ons eten en drinken (Johannes 6).
Ezechiël treedt op namens God (profetie) en het volk (zonde). Jezus noemt zich consequent ‘mensenzoon’[xii] en komt daarmee aan ónze kant te staan. Zo heeft Hij die echt en eeuwig God is en blijft (HC 14) onze zonden gedragen. Straks zingen we een van de mooiste regels uit het Liedboek. Dat gaat juist over het moment waarop de Profeet tot zwijgen wordt gebracht, de Priester daar melaats hangt, de Koning gekruisigd wordt:
in zijn stervensnood hebben wij uw diepste woord vernomen
(LB 838).
Vreemder, meer bizar, paradoxaler kan het niet gezegd worden. Golgota is geen profetie next level (Ezechiël). Golgota is Gods final call (Hebreeën 1:1).
Zo, en alleen zo, is er redding. Zo zien we ook wat zonde is (3.ii hierboven). Dat gaat eerst over wie God is. Dat Hij heilig is (Ezechiël 1). En zo kijken we naar onszelf. In de Heer.
Gemeente, bij het lezen van Ezechiël kan de moed je in de schoenen zinken. In ieder geval neem je dit profetenboek dan serieus: God oordeelt de zonden en de zondaar. Maar Ezechiël laat je beter kijken. Want als Ezechiël ook God moet ‘zijn’ (oordeel) dan hint God daarmee. Wie moet er dealen met tekorten, zonden en wonden? Hoe ‘sterft het helse zelfverwijt’ (GK 154)? Wanneer hou je op een ander zijn/haar fouten na te dragen? In Ezechiël wordt duidelijk: dat houdt niet op. Nooit. Nooit als je naar jezelf of die ander kijkt. God doet iets anders. Radicaal anders. Lees zo verder in Ezechiël. Ook in dat vreselijke hoofdstuk 5 staat iets in deze richting. God zegt dat hij straft ‘uit hartstocht’ (5:13, na-ijver). Omdat het zíjn volk is. Omdat jij van Hem bent. En daarom gaat God het anders doen. Omdat Hij van ons houdt. God geeft een herder (34). God wekt dode, door-en-door-ongehoorzame mensen op (37). God geeft zijn Geest (40-48). Hij is in Jezus geworden als wij. Om bij ons te zijn. Om ons te zijn. Om onze zondedood te sterven. Om ons voor te gaan naar een nieuw leven. Dankzij Jezus, hij bevrijdt (GK 154).
III Jezus volgen.
Gemeente, Ezechiël 4 lezen we in nieuwtestamentisch licht. Kijk naar Jezus. En volg hem. Dat gaat, net als bij Ezechiël, lijden opleveren (1 Petrus 1:1-3[xiii]). In vervolging, discriminatie of anders. Het betekent volhouden (Hebreeën). Denk aan Ezechiël die daar maandenlang stommetje moest liggen spelen, op een bijna lege maag. Hou vol en wees trouw in de liefde tot God en elkaar. Wat de wereld ook zegt of doet. Jezus volgen betekent ook dat je blij bent; dat je de moed niet verliest. Want in Ezechiël wordt dit zonder meer duidelijk: God ziet alle kwaad. En Híj rekent daarmee af. Alles wordt nieuw (Ezechiël 40-48). In Jezus staan we aan de goede kant.
Ik rond de preek af. Ik begon met een spits die een blinddoek voorheeft en op klompen staat. Dat wordt niet wat. Zo is Ezechiël een gehandicapte profeet. Een die niet lijkt te kunnen wat moet. En zo is het ook vaak bij ons. Vanwege zonden of wonden. Of gewoon omdat je het niet ziet zitten of niet wilt. We zijn gemankeerde mensen. Ezechiël laat zien dat God het daar niet bij laat zitten. In Jezus komt Hij ons te hulp. Hou van hem en volg hem.
Zie KNOWN. Introductie preken over Ezechiël.
[i] Zie een preek over dat gedeelte: An inconvenient Truth. Ezechiël als wachter aangesteld.
[ii] Heel kort zeg ik hier wat uitgebreider aan de orde kwam in Hoe indrukwekkend is God. Preek 2 roepingsvisoen Ezechiël
[iii] Zie Hoe indrukwekkend is God. Preek 1 roepingsvisoen Ezechiël.
[iv] Is het dat Ezechiël weer spirit/ziel krijgt of is het de Geest van God? Dit dilemma speelt ook steeds bij hoofdstuk 1 waarin het om G/geest gaat. Allereerst: het een sluit het ander niet uit. Dat wil zeggen: de Geest bezielt ons. Toch denk ik (tegen de uitleg van SBOT, StudieBijbel Oude Testament 2014) dat hier, in 3:24, aan Gods Geest moet worden gedacht. Het Hebreeuwse ruach (G/geest) is vrouwelijk en de werkwoordsvorm van spreken mannelijk (Horace D. Hummel in Concordia Commentary).
[v] Zie de inleidende preek voor de situering van Ezechiël; zie noot ii.
[vi] De ontblote arm (4:7) hoort daar ook bij. Het is een teken van het aangaan van de strijd. De touwen; het is de vraag hoe dat uit te leggen. Dat kan als metafoor bedoeld zijn (Psalm 116:3). Of Ezechiël werd letterlijk vastgebonden om zijn boodschap kracht bij te zetten. In beide gevallen is duidelijk dat Gods besluit vast staat. In de Psalmen klinkt het besef door dat God degene is die achter de val van Jeruzalem en het koningshuis van David zit. Zie Psalm 89 (cf. een preek over Psalm 88 die qua thematiek lijkt op die van Psalm 89).
[vii] In die zin lijkt het teken-zijn van Ezechiël op de functie van de gelijkenissen van Jezus (Marcus 4:10-12).
[viii] De veertig dagen op de andere zijde zijn het best zo uit te leggen: dat gaat over de komende tijd van ballingschap; een generatie lang.
[ix] Zie over het we/niet gebruik van formulieren: Formuliergebruik; afschaffen of recyclen (Reformatie 2014).
[x] Er ligt een link met de nieuwe anti-vaxxers. Zij willen hun kind, het meest zuivere, niet laten volspuiten met troep. Zie een interessant gesprek met filosoof René Bos (Trouw, 5 september jl.). Zo willen gelovige ouders niet horen van zonden/kwaad als het gaat om hun kind. In een cultuur-open-kerk als de GKv (zie Kerk in post-truth samenleving) is het zaak dit soort verbanden te zien. Zie in dit verband ook een preek over boetelied Psalm 51.
[xi] Zie De aangifte van Jezus van N. Preek over Marcus 14.
[xii] Zie de preek bij de vorige voetnoot.
[xiii] Zie een preek over het begin van de Petrusbrief.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Groet
Psalm 33:2 en 5
Nieuw leven in Jezus (Kolossenzen 3)
opwekking 767 (Familie) https://www.dagelijksebroodkruimels.nl/opwekking-767/
gebed
kinderen naar voren(Daniel 6. Daniel in leeuwenkuil)
Opwekking 640 (Ik sla mijn ogen op naar de bergen)
Ezechiël 3:22-4:17
Psalm 6:1 en 3 (boetepsalm)
Verkondiging. Profetie next level. Ezechiël als teken.
1 Een stomme profeet
2 Profetie next leven. Ezechiël als teken.
3 De melaatse priester
– neem je zonden en wonden serieus
– kijk naar wat God met zonden en wonden doet
– Jezus volgen
LB 838: 1 en 4 (O grote God die liefde zijt)
Kinderen komen terug uit kring
Bediening heilige doop aan
Opwekking 520 (Wees mijn verlangen)
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 868:1,2 en 5
Zegen