Hoe het goede het van het kwade wint. Preek Psalm 52

Wat een scherp lied is Psalm 52. Het dwingt om te kiezen tussen goed en kwaad. Het geheim van de Psalm ligt in de wonderlijke plek die het gekregen heeft in het geheel van de Psalmen (Psalmenbundel). Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.

Gemeente van de Heer

1         Een messcherp lied.
Ben je wel eens uitgescholden? Heeft iemand je wel eens beticht van iets dat je niet hebt gedaan? Heb jij wel eens iemand gekwetst met woorden?

We luisteren vandaag naar Psalm 52. Het opschrift van de Psalm zegt iets over de aanleiding

van dit lied (wat vaker geldt voor de Psalmen geldt ook hier; het is lang niet altijd duidelijk hoe/waar precies een lied te situeren is. Blijkbaar is er bij de bundeling van het Psalmenboek voor gekozen dit lied met dit opschrift hier te plaatsen).

Dieptepunt.
Het opschrift van Psalm 52 verwijst hiernaar: David was gezalfd als koning en op de vlucht voor Saul die op dat moment nog koning is. David vond een schuilplaats bij priester Achimelech. Vervolgens wordt David daar gezien en verraden door een niet-Israëliet; Doëg. En dan volgt een van de meest verschrikkelijke hoofstukken van het Oude Testament. Saul neemt op een beestachtige manier wraak. Priesters van een heel dorp worden koelbloedig vermoord; door een buitenstaander/heiden nog wel (1 Samuël 22).[i] Psalm 52 verwijst naar dit moment. Het lied kan gericht zijn tegen Doëg en/of tegen Saul. Of, algemener: tegen degenen die leeft in het kwaad. Ieder die een liegbeest is (vers 4). Ieder die vertrouwt op geld en goed (vers 9, zie Psalm 49[ii]).

Kiezen.
Ik zeg deze dingen omdat je bij het lezen van dit lied kunt denken: wat is dit!? Wat een heftig lied. Waarom staat zoiets in de Bijbel? Als je je verplaatst in die situatie snap je dat het niet kan zonder messcherp te zijn. Dit soort Psalmen zijn nodig omdat de werkelijkheid nu eenmaal zo vreselijk kan zijn. Toen en nu. Psalm 52 is een geestelijk verweer tegen onrecht. David zoekt het bij God.

Soms moet je kiezen. En heb je te spreken. En denk niet (alleen) aan anderen. Want ga nog weer even terug naar de vraag die ik aan het begin stelde. Ben jij wel eens gekwetst met woorden? Heb je dat zelf wel eens gedaan? Heb jij wel eens gelogen? Hoe ben jij bezig met geld en goed? Psalm 52 stelt het kwaad aan de orde. Die ene zin van Doëg “David is bij Achimelech” zet een keten van ellende in beweging. Psalm 36 bezingt die negatieve spiraal indrukwekkend. Woorden doen ertoe. Psalm 52 laat je kiezen. Kiezen voor het goede. Ook in je woorden. Met dat goede leven rondt deze heftige Psalm af. Niet het kwaad maar het goede heeft het laatste woord:

Maar ik ben als een altijd groene olijfboom in het huis van God,
ik vertrouw op de liefde van God voor eeuwig en altijd…
ik blijf hopen op uw naam die goed is
(Psalm 52:10&11).

2         Psalm 52 is gebedsverhoring.
Voordat we verder luisteren naar de inhoud van Psalm 52 eerst nog wat anders. In de tijd dat we langer hebben geluisterd naar de Psalmen hebben we ontdekt dat de Psalmen op een bijzondere manier zijn samengesteld.[iii] De orde is zodanig dat alleen al daarvan een bijzonder getuigenis uitgaat.

Denk bijvoorbeeld aan de plek van de koning. Psalm 2 bejubelt de koning (David) uitbundig maar door de ellende van ballingschap heen (Psalm 73-89) leert Gods volk te erkennen dat God zelf koning is (Psalm 93).[iv] Zo zitten er tal van opmerkelijke lijnen en ontwikkelingen in de Psalmen. Telkens meer duidelijk wordt het wie God is en hoe Hij werkt. Zo eindigen de Psalmen met een serie uitbundige lofliederen op Gods naam (Hallel-Psalmen 146-150[v]).

Moet je horen wie het zegt!
Kijk zo eens naar Psalm 52. Het is een messcherp lied dat zich keert tegen onrecht, tegen liegen en tegen vertrouwen op eigen macht. Maar Psalm 52 volgt op Psalm 51! In dat lied gaat David zelf door het stof.[vi] Zijn zonden liegen er niet om. Hij had Batseba verkracht (denk maar niet dat zij iets in te brengen had tegen de koning). De boel verdoezeld. Toen Batseba zwanger bleek te zijn probeerde hij Batseba’s man terug bij haar te brengen zodat het erop leek dat het kind van hem zou zijn. Toen dat plan mislukte liet David hem omkomen in de strijd. David is een verkrachter, een moordenaar, een machtswellusteling en leeft in het kwaad van de leugen. Al die dingen waarvan Psalm 52 spreken bestaan in het leven van David zelf. Hoe kan hij dan cynisch zeggen ‘jij held’ tegen Doëg en/of Saul of wie dan ook maar die het kwade doet (Psalm 52:3a)?

Zie je hoe complex Psalm 51 en 52 op elkaar ingrijpen? Ze zijn niet geordend in tijd. De gebeurtenissen waar Psalm 52 naar verwijst vinden veel eerder plaats dan de gebeurtenissen die in Psalm 51 worden beschreven. Als David jong is kan hij, zogezegd, naar een ander wijzen maar als hij ouder wordt moet hij belijden dat hij zelf schuldig is. Maar in de bundeling van de Psalmen is anders gekozen. Eerst David door het stof. Dan David die het onrecht bestrijdt.

Boetedoening en herstel.
Achter deze ordening gaat een gedachte schuil. Welke? Psalm 52 dwingt je om Psalm 51 te herlezen. Wat gebeurt daar? Een koning in die tijd en cultuur is onaantastbaar.[vii] Zijn wil is wet. De koning van toen lijkt op wie wij zijn in de westerse cultuur. We zijn immers vrije, zelfstandige en autonome mensen. Knielen voor een ander? Sorry zeggen of excuses maken? Hooguit zeggen we dat het je spijt dat een ander iets op een negatieve manier ervaart.

In Psalm 51 gebeurt iets opmerkelijks. David – de onaantastbare koning – komt van zijn troon af. Erkent dat zijn autonome gedrag tot wanorde en ellende heeft geleid. Hij buigt. De koning buigt. Een mens erkent dat de HEER God is. En dat zijn regels goed zijn (Psalm 1). Hij bidt om vergeving en herstel. Hij bidt om een zuiver hart en een nieuwe geest (Psalm 51:12). Waarom? David bidt:

Dan wil ik verdwaalden uw wegen leren
en zullen zondaars terugkeren tot U
(Psalm 51:15).

Zie je dat? Deze zondaar wil weer in dienst genomen worden om anderen zondaren te wijzen op Gods recht. Dat gebeurt in en door Psalm 52. In alle scherpte stelt hij degenen die in het kwaad leven voor de keuze. De keuze waarvoor hij zelf gesteld is. Je leest Psalm 52 verkeerd als je denkt dat dat lied bedoeld is om ‘foute mensen weg te zetten’. Lees Psalm 52 in het licht van Psalm 51. Dat is de kunst. Als David bidt:

God zelf zal je breken, voorgoed,
Hij zal je grijpen en je meesleuren uit je tent,
je wegrukken uit het land van de levenden
(Psalm 52:7)

dan hoor je daar de echo van Psalm 51 waarin David smeekt:

Ik ken mijn wandaden…
U hebt mij gebroken….
Bevrijd mij God, van de dreigende dood
(Psalm 51:5a, 10b en 16b).

Zie je? In Psalm 52 zet David degenen die in het kwaad leven voor God neer. Roept hij goddelijk ingrijpen over hen af. Precies zoals hij zelf heeft ervaren dat God hem aanpakte en in de profeet Nathan zijn onrecht-wrekende gezicht liet zien (2 Samuel 12). Er brak vergeving door toen David zonder enige vorm van ‘verzachtende omstandigheden’ of wat ook maar zijn tekorten toegaf.

En als God vergeeft dan herstelt en vernieuwt Hij ook. Want God geeft zichzelf. Helemaal. Wie in Hem gelooft wordt een nieuwe schepping (Galaten 6:15). Op grond van Jezus – het vertrouwen in hem (Galaten 3:25).

Gods recht in Jezus.
Deze bevrijdende werkelijkheid klinkt door in Psalm 52 en in de wonderlijke ordening van de combinatie Psalm 51 en 52.

Psalm 52 is allereerst gebedsverhoring. Dat maakt dit lied en vooral de plek die het heeft gekregen indrukwekkend. Een plek die David niet heeft bedacht (hoe zou het kunnen) maar die hem zo is toebedeeld.

Je ziet deze werkelijkheid ook terug in het gewone leven. Mensen die het geleerd hebben om hun fouten toe te geven kunnen en durven ook in alle scherpte over het bevrijdende recht van God te spreken. Het is het verschil tussen zeggen wat een ander niet goed doet en hoog opgeven van Gods goedheid (Psalm 36 en Psalm 51). Alleen God bevrijdt en vernieuwt. Daarover gaat het.

En als je het nog iets breder trekt valt het nog beter op z’n plaats. Psalm 53 gaat nog even door op het onrecht op aarde. Na Psalm 51 en 52 weet je dan gelijk over wie dat gaat. Alle mensen. Alle culturen. Deze verzen (naar Psalm 10) komen terug in Romeinen 3 als Paulus zegt dat God een heel nieuwe bladzijde heeft opengeslagen in Jezus. En dat het ook echt nodig was om dat te doen. Het zit niet in Joden of Grieken, in keurige kerkmensen of autonome Nederlanders. Gods onrecht-wrekende gezicht en zijn op vernieuwing gerichte Geest zie je in Jezus. ‘Waar hamerslagen galmen vervullen zich de Psalmen’ (Het lam dat ons doet leven, Ria Borkent). Ook het geheel van deze Psalmen vindt z’n vervulling in onze Heer Jezus Christus, gekruisigd en opgestaan. Geprezen zij zijn naam.

3         Een nieuw begin.
Terug naar wat Psalm 52 zegt. Wat prijs je het kwade aan, held. En smaal je voortdurend op God. Zo opent Psalm 52. Misschien heeft Doëg/Saul in heel die tijd niks lelijks tegen of over God gezegd. Maar hun manier van leven in lasterlijk. En er staat geen rem op. Zij komen niet van hun eigen gebouwde troon af (Psalm 51). En dan wordt wat niet goed is of zelfs ronduit verkeerd een manier van leven:

Je hebt het kwade meer lief dan het goede,
de leugen meer dan de waarheid.
Je houdt van woorden die pijn doen,
van een tong die bedriegt…
(die held die)… vertrouwde op zijn rijkdom
(Psalm 52:5,6 en 9).

Dit portret borduurt verder op Psalm 1 over de twee wegen.[viii] De olijfboom van Psalm 52 waarmee David zich vergelijkt, is de altijd groene boom van Psalm 1 (al schijnt de olijfboom specifieke, bijzondere eigenschappen te hebben). De vrucht van de Geest waarvan Galaten 5 speekt. David, hoewel zondaar, heeft een relatie met God. Dat blijkt wel uit de liefdesverklaring en zijn hoop voor de toekomst (Psalm 52:10 en 11). Het goede dat God geeft in de vergeving van zonden en in de vernieuwing van het bestaan zal het winnen.

Leef met dit lied.
Gemeente: dit lied is niet ‘leuk’ ofzo. Maar zeker in combinatie met Psalm 51 doet het een appel op je. De Catechismus zegt het met de scherpte van de Psalmen: liegen en bedriegen is echt duivelswerk (Catechismus Zondag 43). En als het gaat over bezit leert de Catechismus – in lijn van de Bijbel – dat het er niet alleen om gaat dat je niet steelt maar ook dat je vrijgevig bent (Catechismus Zondag 42). Een duidelijke boodschap voor ons, rijke Nederlanders. Zo komt dit lied terug in de leer en in het leven van gelovigen.

De dag.
Dan blijft er wel een vraag over. David is nogal zeker van zijn zaak. De kwaaddoener zal gebroken worden en de rechtvaardigen zullen dat vol ontzag aanschouwen (vers 7 & 8). Maar gaat het ook zo? Niet voor niets kennen wij Tv-programma’s als De leugen regeert. Of betrap je jezelf ineens op onwaarheid. Rijkdom en ongelijke verdeling daarvan geeft naast kansen ook iets blijvend treurigs aan ons bestaan. Kwaad kan ineens toeslaan. Op een ingrijpende dag pak je Psalm 52 er misschien bij. Maar is het niet vooral vechten tegen de bierkaai? Kun je niet beter het leven nemen zoals het nu eenmaal is in de wetenschap dat er in ieder mens plussen en minnen zitten?

Psalm 52 doet dat niet. Er zit iets koppigs en tegendraads in dit lied. Daarin lijkt dit lied op de meest verstrekkende Bijbelse profetieën. God zal het kwaad vernietigen (Ezechiël 38 en 39).[ix] Dat tegendraadse zie je in Jezus. Zijn rijkdom legt hij af om slechts met een lendendoek aan te sterven op Golgota. Dat was zijn enige bezit. En Jezus’ woorden zijn altijd waar en zuiver. Dat merk je vooral als men Jezus probeert een loer te draaien met strikvragen.[x] Vooral aan het eind van zijn aardse leven komt de werkelijkheid van Psalm 51 en 52 aan het licht. Als Jezus zwijgt. Zwijgt op valse leugentaal. Het onrecht verdraagt. Het kwaad doorstaat. In dat smalle, doodlopende pad (Psalm 51 en 52) ontstaat iets nieuws. Iets ongehoords in onze geschiedenis.

Het punt is: deze Heer laat het werk van zijn handen niet los. Er komt een nieuwe dag. We hebben ervan gezongen (LB 766).

Volg hem, gemeente. Ook in het lezen, zingen en toepassen van Psalm 52. En leef zo tot een zegen voor de mensen om je heen.

==================================

[i] Zie preek Er is een dag waar al wat leeft al lang op wacht. Preek 1 Samuël 22.
[ii] Zie Laat je niet te grazen nemen. Preek Psalm 49.
[iii] Zie bijvoorbeeld een prekenserie over de crisis-Psalm 42-49 (in Coronatijd) of zie een inleiding op een prekenserie Psalmen.
[iv] Zie preek Psalm 2 en preek Psalm 93.
[v] Hallel van Halleluja. Zie preek Psalm 115 over de betekenis van Hallel-Psalmen.
[vi] Zie preek Psalm 51.
[vii] Zie uitleg Psalm 51, zie vorige voetnoot.
[viii] Zie preek Psalm 1.
[ix] Zie preek God vernietigt het kwaad, Ezechiël 38 en 39.
[x] Zie Jezus op het tempelplein, onderaan in het overzicht van een prekenserie Marcus.

Voorbeeldliturgie

Welkom en afkondigingen kerkenraad

Votum (GK zoals gebruikelijk)
Groet
Amen (gezongen)

GK Psalm 122:1 en 3 Ik was verheugd

Gods beloften (Jesaja 65:17-25)
LB 766:1 en 3 Ik zag een nieuwe hemel

Gebed

https://youtu.be/t6fiiZOJV2E (kindermoment. Zandtovenaar over de vijf broden en twee vissen)
Jezus is de goede Herder (Elly en Rikkert)

Lezen Psalm 52 Wat prijs je het kwade aan….
DNP Psalm 36: 1 en 2

Verkondiging van het evangelie
DNP Psalm 52 alle verzen

Dankgebed en voorbede, afgesloten door het
Onze Vader (samen hardop bidden)

Collecte

GK 110: 1, 3 en 5 Alles, alles is gelegen

Zegen

Amen (gk zoals gebruikelijk)

—- einde —

2 gedachten over “Hoe het goede het van het kwade wint. Preek Psalm 52

  1. Geachte dominee Haak,

    zou ik de preek over psalm 52 mogen lezen in een eredienst op zondag 20 oktober a.s. in Zwolle-Berkum? Ik vind het mooi hoe u de verbinding tussen ons eigen kwaad (psalm 51) en de veroordeling van het kwaad in de wereld (psalm 52) maakt en zou de preek daarom op de Michazondag willen gebruiken.

    Is er ook een powerpoint beschikbaar bij uw preek?

    Ik hoor graag van u!

    met vriendelijke groet,

    Englyke Baksteen – Nitrauw

Geef een reactie op Matthijs Haak Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.