Preek gehouden in de Kandelaarkerk op 28 augustus 2016. Begin van een geplande serie over de Psalmen. voorbeeldliturgie: zie onder.
1 Psalmen getuigen van Jezus.
Dit seizoen wil ik een paar keer over de Psalmen preken. Dat lijkt me bepaald niet makkelijk. Psalmen zijn gebeden. Soms buitengewoon intiem (cf. Matteüs 6:6). Wat moet je daarover zeggen? En toch: wij hebben deze liederen gekregen. Door heel het Nieuwe Testament heen klinken ze. Gelovigen van alle tijden hebben de Psalmen gebeden en gezongen. Dat geeft grote verbondenheid. Op trouw- en rouwkaarten van gelovigen vind je regelmatig teksten uit de Psalmen. Niet vreemd want álles klinkt in die gebeden: (wan)hoop, vreugde, klagen, boetedoening, roep om recht, lijden, tegenslag, levenswijsheid en noem maar op.
Er is nog iets anders waarom ik bij de Psalmen wil stilstaan. Psalmen worden in onze kerken telkens minder populair. Als je aan een christen vraagt of die een mooi lied kent dan is het vaak een lied uit de Opwekkingsbundel of iets dergelijks. Prachtige liederen! En toch: waarom geen Psalm? En hoe komt dat?
Soms is er ronduit veel moeite met wat er in de Psalmen staat. Neem dit:
God, sla hun de tanden uit de mond….
dat ze verdwijnen als water dat wegvloeit
als een misgeboorte die nooit de zon ziet
bidt David tot God inzake geweldplegers (Psalm 58). Zou jij het zingen of bidden? Wat een (afschrikwekkende) tekst. Wat denkt de nieuwkomer in de kerk daar wel niet van? Ik las eens van een organist die zo’n lied niet wilde begeleiden. Die organist beluisterde de tekst in ieder geval goed. En er staan nog wel heftigere dingen in de Psalmen.
Kortom; bijzonder die Psalmen. Ze brengen ontroering en geven diepe troost. Tegelijk; het zijn heftige liederen. Ze kunnen ons een gevoel van verlegenheid geven. Of een gevoel van ‘vroeger’, achterhaald, ouderwets – orgelklanken waar je misschien iets tegen hebt.
Stel: als we de Psalmen minder/niet zingen en bidden; missen we dan iets? Er zijn zat andere liederen, toch? Ja. Dat is zo. En het is christelijk om die andere liederen volop te zingen, ook in onze erediensten (Kolossenzen 3:16).
En toch staan de Psalmen centraal. En wel hierom. Voor gelovige Joden zijn Psalmen vanouds een van de belangrijkste levensaders in het leven met God. Onze Heer is ermee opgegroeid. Zijn leven was daardoor gestempeld. De vraag is: kennen wij Jezus als we de Psalmen niet (goed) kennen? Nee.
Ja, je weet misschien best het een en ander van hem. Natuurlijk. Net zoals wij best het een en ander van, bijvoorbeeld, mevrouw Hillary Clinton weten: ze is presidentskandidaat van de VS, haar man heet Bill en was al president van de VS, er is iets met emails van haar – enzovoort. Maar ken je haar? Nee. Haar man; die kent haar. En hun dochters. Zo is het ook met het kennen van Jezus. Je weet niet wie hij is als je de Psalmen niet kent.
Misschien zeg je: hoe bedoel je dat? Je kunt Jezus toch via de evangeliën leren kennen of door andere mensen? Ja. Dat is ook zo. Gelukkig wel. Ik bedoel dit: neem het meest beslissende moment van Jezus’ leven, als hij zich geeft tot in de dood om ons te redden. Dan neemt Jezus juist de woorden van de Psalmen in de mond. Zo wezenlijk zijn ze. Al stervend zegt Jezus:
‘Mijn God waarom hebt U mij verlaten’ (Matteüs 27:46, Psalm 22),
‘Vader in uw handen leg ik mijn geest’ (Lucas 23:46, Psalm 31) en
‘Ik heb dorst’ (Johannes 19:28/9, Psalm 69 over lijden van de rechtvaardige),
‘Het is volbracht’ (Johannes 19:30, Psalm 22).
Die woorden moet je niet – zoals soms wel eens gebeurt – opvatten alsof zo ‘de puzzelstukjes in elkaar vallen’. Alsof de ene tekst tegen de andere aan te schuiven is zodat je iets kunt ‘bewijzen’. Het gaat om het leven, de s/Spirit, die uit de Psalmen spreekt. Alle onrecht, levensellende, klagen én alle hoop en geluk waarvan de Psalmen spreken vertellen wie God in Jezus is. Hoe Hij ons tegemoet komt en leven geeft in dit en het toekomstige leven. Jezus zegt het zo: alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat moest in vervulling gaan (Lucas 24:44).
Ria Borkent heeft dat prachtig verwoord in het Paasoratorium Het Lam dat ons doet leven als ze zo zegt wat er op Golgota gebeurt:
waar hamerslagen galmen
vervullen zich de Psalmen
Daarom staan we stil bij de Psalmen en zetten we die gebedsliederen centraal. Niet allereerst omdat het moeilijk, makkelijk, (ir)relevant voor vandaag is of mooi. Chrístus kennen in zijn sterven en opstanding: dat gaat alles te boven (Filippenzen 3:10).
2 De geloofsbelijdenis voorop.
En dan lezen we Psalm 1. Een onvervalste successtory. Even in (slordige) parafrase: je bent gelukkig als je in God gelooft. Houd je afzijdig van spotters en slechte mensen want die gaan eraan. Maar als je de Bijbel leest en doet wat God vraagt dan gaat alles je voor de wind. Alsjeblieft!
Mooi, misschien, maar… is het waar? Lukt alles als je in God gelooft (1:3)? Word je dan altijd beschermd (1:5a)? Maakt geloven in God gelukkig (1:1)? Laatst bleek uit onderzoek in NL hoe gelukkig jongeren zijn. Zonder God kreeg hun leven een acht! En waarom zo’n sterke scheiding tussen mensen (1:3 en 4): ook mensen die niet (in Jezus) geloven zijn toch goede mensen? En je afzijdig houden van het slechte (1:1); dat slechte zit toch ook in ons (Heidelbergse Catechismus 52)? En dan dat oordeel: de doodlopende weg (1:6b). Er is een bekende afbeelding ‘de twee wegen’. Ik heb die zien hangen tijdens het kennismaken. De brede en smalle weg (Matteus 7:13 en 14). Die heeft z’n oorsprong in de uitleg van deze Psalm over de rechtvaardige en de wetteloze. De ene weg eindigt prachtig. De andere dramatisch. Wat moeten wij ermee?
We kunnen deze Psalm alleen goed begrijpen als we ons realiseren dat het Psalmenboek een zorgvuldig samengesteld geheel is. Vijf boeken (1-41, 42-72, 73-89, 90-106 en 107-150) – net zoveel als de boeken van Mozes! – met van elkaar onderscheiden thema’s. Psalm 1 (beter waarschijnlijk om te zeggen: óók Psalm 2) is een inleiding op alle Psalmen, het Psalmenboek. Psalm 1 hoort thuis in de zogenaamde Wijsheidsliteratuur, de levenslessen die de Geest ons geeft.
Psalm 1 leidt in. De strekking van Psalm 1 wordt alleen duidelijk als je vérder leest in de Psalmen. Dan ontdek je waar dat eerste lied over gaat.
Denk bijvoorbeeld aan alle klachten die er gaan komen. Psalm 88 als meest extreme voorbeeld. Ja; tegenslag kómt in je leven en daarom staan klachten en smeekbedes in de Psalmen. Wat kan je leven op de kop komen te staan. Maar, zegt Psalm 1 als soort van bijsluiter bij die klaagpsalmen: blijf tóch op God vertrouwen. Ook als er geen enkel licht komt (Psalm 88). Blijf je in zijn aanwijzingen verdiepen, altijd (Psalm 1:2). Dan kómt het in orde en vind je geluk (Psalm 1:1). De geloofsbelijdenis staat voorop bij de Psalmen.
Nog scherper wordt Psalm 1 als je de zogenaamde koningspsalmen (bijvoorbeeld Psalm 72) leest. Als de Psalmen gebundeld worden in de vorm waarin wij ze nu kennen, stelt het koningshuis van David – na de ballingschap – niets meer voor. Dat was een onvoorstelbare schok voor de gelovigen van toen, ingrijpend zoals 9/11 dat was voor de westerse cultuur. Het bracht Gods volk in een geloofscrisis: hoe zit het met Gods belofte aan David (Psalm 89)!? Psalm 1 zegt als inleiding: we gaan verderop in het Psalmenboek lezen van die geweldige koning(spsalmen) en wat God in hem wil geven… maar let op! Méér dan de koning is dat je je dag en nacht verdiept in de aanwijzingen van God (Psalm 1:2). Dát is koninklijk leven (Heidelbergse Catechismus 12). De koning zelf wordt niet eens genoemd in Psalm 1. En lees dan verder in de Psalmen. De geweldige koning is ook maar een mens. Vaak moet hij vluchten en ondervindt hij tegenstand (Psalmen 3-41). En de koning zondigt tegen Gods wetten en daarom wordt het ook niet wat (Psalm 51). Zo leer je door al die (konings)Psalmen heen te kijken. Verder te kijken. Op te kijken naar de Golgota:
‘Jezus van Nazaret, koning van de Joden’
stond er bovenop het kruis. Is dat mijn koning!? Ja. Hij is de koning die zich steeds moest verdedigen, altijd opgejaagd (Psalm 3-41); hij is de door God verlaten koning (Psalm 22). Alle oordeel wordt door hem gedragen. Maar juist zo zijn we gered want we zijn door deze koning gevonden in ons zondegraf. En deze koning bleef trouw aan alle Godswoorden tot het einde toe (Psalm 1, Johannes 19:28b). Zo straalt Psalm 1 zijn licht uit over alle andere liederen en gebeden. Als een geloofsbelijdenis staat het voorop. Kijk naar koning Jezus. Blijf hem volgen.
En word je echt gelukkig als je in God gelooft (Psalm 1:1)? Misschien zeggen je leeftijdsgenoten van niet. En laat onze cultuur het tegenovergestelde zien. Ja. Dat is zo. Maar God zegt in dit lied tegen jou: ik wil eerst dat je van Mij houdt met heel je hart (Deuteronomium 6). En God belooft, ook op de dag dat je misschien geen geluk meer kunt vinden, bij je te zijn. Vanmorgen krijgen we dat te zien in de doop. …. wordt vanaf het begin op het goede pad gezet. Jullie zeiden: we hopen dat … straks ook meekomt en meedoet in die stoet van kinderen die hier naar voren komt. We willen laten zien wie de Heer is. Voor haar bidden. Dat is de juiste keuze. Dat is de weg van Psalm 1, Jezus achterna. Prachtig dat we Psalm 67 zingen bij de doop. Het gebed dat God je leven verlicht en dat Hij door alle volken en mensen gekend en geëerd wordt.
De Psalmen in het midden. Misschien is het niet allemaal gelijk duidelijk wat er staat. Of kun je er, op het eerste gezicht, niet direct iets mee – al zijn ze eerder zeer herkenbaar en levensecht. Maar ze leren je vooral ánders te kijken.
Wij kijken, net als de mensen van toen, net zo goed naar koningen, machthebbers. Wat doet Putin, hoe reageert Obama? Wie maakt er een einde aan de ellende in Syrië? Wat gebeurt er in het Turkije van Erdogan en (hoe) beïnvloedt dat ons hier in Nederland? Juist dan zingen we de Psalmen. We bidden met Psalm 2 dat machthebbers niet hoog van de toren blazen. En dat zij zich realiseren dat zij eens verantwoording moeten afleggen (waarmee niet de verkiezingen bedoeld worden). En wij worden net als de Psalmschrijvers beproefd en ondervinden tegenslag. Of je krijgt te maken met onrecht en je ziet dat het anderen overkomt. Met de Psalmen leren we om dan, in die moeite, niet alleen naar mensen te kijken maar naar de Heer. Híj doet recht.
Ondertussen leren we met Psalm 1 om ons steeds te verdiepen in het onderwijs dat de Geest ons geeft zodat we door Gods genade, en met vallen en opstaan, eerlijke en betrouwbare mensen worden.
De Psalmen zijn een soort guided tour. In Londen en Barcelona heb je van die bussen die je de stad laten zien. En hier kennen we de Dordtevaar. Gehoopt wordt natuurlijk dat je om alles wat je ziet nog even blijft en nog meer gaat bekijken (en besteden). Zo functioneren de Psalmen. Doorheen het Koninkrijk gidsen ze je: de hoogtepunten, de vreselijke diepten/kloven, je aanvechting en angsten, de ellende en onrecht in de wereld; alles in het perspectief van wat God doet en gaat doen. De Psalmen gidsen je naar die ene magnifieke praiseavond/aanbidding (Psalm 145-150), de klachten en ellende voorbij. Want zo zal het zijn als koning Jezus terug komt en alles recht zal zetten (Openbaring 5)! Blijvend geluk (Psalm 1:1) zal ons ten deel vallen. Zo bidden wij de Psalmen.
3 Eén weg.
Dan is er nog een ding dat aandacht nodig heeft. Dat is de dreigende ondertoon van het eerste lied uit de Psalmen. De donderwolk die erboven hangt.
De wetteloze is als kaf dat verwaait in de wind
De weg van de goddelozen loopt dood (1:4 en 6b).
Moet dat nou? Kunnen we het niet leuk houden? Christenen hebben in toenemende mate moeite met dit soort uitspraken. Vandaar ook de moeite met wat er in dit opzicht na de inleidende Psalm 1 volgt en de ‘wraakpsalmen’ klinken. En het is waar; zorgvuldig luisteren is nodig om brokken te voorkomen. Alsjeblieft.
Maar laten we weer naar Jezus kijken. Ook als het om die dreigende (onder)toon van de Psalmen gaat. Luister zo eens naar Jezus. Waarmee eindigt de Bergrede – een toespraak die in onze cultuur heel bekend is en die onze cultuur heeft beïnvloed, tot aan politieke partijprogramma’s toe? Jezus zaligsprekingen (Matteüs 5:3, Psalm 1:1) eindigen met de gelijkenis van twee huizen. Een huis staat stevig. Maar het andere huis is niet goed gefundeerd en… stort in (Matteüs 7:27). Dat instortende huis is het slot van die ‘inspirerende’ Bergrede. Geen happy end. En de gelijkenis van Jezus die we vorige week hoorden over het geweldige feest eindigde met… een gesloten deur (Lucas 14:24). En de laatste gelijkenis van Jezus in Matteüs gaat over de rechter die schapen en bokken uit elkaar haalt (25:31-46). De een om eeuwig te leven de ander om de eeuwige ondergang tegemoet te gaan.
Lieve man, hè, die Jezus? Lekker, hè, even een Psalm zingen? Of weet je wat; we halen gewoon die lastige stukken eruit e/o zingen er een beetje omheen.
Gemeente, gasten: het komt erop aan. Wij kunnen en mogen op grond van Psalm 1 en zoveel andere Bijbelpassages geen karikaturen maken. Waar het om gaat is dit. In deze wijsheidsliteratuur word je voor een keuze gezet. Twee wegen? Allerlei grijsgebieden tussen goed en fout in het leven? Ja; zo ziet onze werkelijkheid eruit. En God kent ons hart heel goed: van de meest zwarte gedachte en daad tot en met de beste intentie. Dat laat Psalm 1 ons voelen. En in dat alles zegt God: er is maar een manier om goed te leven. En dat is dicht bij Mij en bij mijn aanwijzingen. Ík ben de weg – zegt de Heer (Johannes 14). Psalm 1 roept het ons toe. Alle Psalmen volgen. Die ene God. Niemand anders.
En laten we dan niet alleen naar ons hart en leven kijken, gemeente, maar evengoed naar de realiteit. Is de dreigende roep van Psalm 1 overbodig? Moeten we ons schamen voor dit soort ‘scherpe’ teksten? Ben je raar. Kijk om je heen! Deze zomer las ik een gedicht dat me deed denken aan Psalm 1. Het gedicht was geschreven naar aanleiding van de brute moord op een priester in Rouen. De priester was bekend en geliefd in zijn omgeving. Zeer betrokken op de mensen om hem heen. Hij stond als een trouwe dienaar de mis te bedienen op vierentachtigjarige (!) leeftijd. Totdat twee extremistische jihadisten binnen kwamen stormen en hem de keel werd doorgesneden. Wij waren op het moment dat die moord plaatsvond in Frankrijk en er ging, opnieuw, een grote schok door dat land heen.
Hoe kijk je naar zo’n brute moord? Wat zijn je gedachten en gevoelens? Het gedicht gaat zo:
Offertorium
Hij nam het brood, keek omhoog en glimlachte
Brak het en deelde ervan uit. Wie vierentachtig is
Verwacht niet met een mes gekeeld te worden
Maar zo ging deze mis; laat dan tot zijn gedachtenis
Het brood zijn en de wijn en samen vrolijk dooreten
(De dadervideo mag nooit meer afgespeeld worden van God)[i]
Ik moest denken aan Psalm 1. Die laatste zin. Tussen haakjes. Zo van: dáárover gaat het niet langer. Die krijgen we niet meer te zien. Exit. Scherp gedicht. Want mensen die dit soort aanslagen plegen willen in de schijnwerpers staan. Willen dat heel de samenleving en alle ‘foute’ gelovigen sidderen van angst of uit woede even extreme dingen gaan doen.
Dan lezen wij de Psalmen. Die zeggen het precies andersom. Die leren ons eerbied te hebben voor God, Hem alleen te ‘vrezen’ (cf. Matteüs 10:28). Psalm 1 zegt: wie zich tegen Gods wet keert, zal het vergaan als het kaf (1:4 en 6). Het waait weg. Er blijft niets van over. Zo horen wij de Heer zeggen dat hij komt om wetsverkrachters de deur te wijzen (Matteüs 7:23). Exit. Die zien we niet meer terug. Psalm 1 laat ons niet oordelen over mensen. Het geeft ons alles in handen om op te roepen tot bekering. In alle situaties de rechter te verwachten. De Psalmen kunnen het hedendaagse geweld ‘in Gods naam’ aan. We hebben ze broodnodig. Om door te kunnen gaan. In Gods licht te leven en daarvan te getuigen.
En die arme man dan, die priester? Zijn leven voorbij? Jouw leven voorbij als je je laatste adem uitblaast? Psalm 1 belooft van niet. Dit lied belooft altijd blijvende vrucht (1:3). Het leven van die priester draagt vrucht vanwege zijn toegewijde dienst aan God. Dan kun je niet alleen denken aan wat mensen vandaag nog van hem weten en zeggen. In dit verband moeten we verder lezen. In het Nieuwe Testament staat dat gelovigen die gedood werden omdat ze over God spreken en vanwege hun getuigenis bidden. Zij bidden een nieuwtestamentische ‘wraakpsalm’, om recht (Openbaring 6:9 en 10). God geeft zijn kinderen blijvende vrucht. Eens in Gods dienst, altijd in zijn dienst (tenzij jíj deserteert). Vandaag gedoopt om, zoals we straks zullen bidden, eens zonder angst te verschijnen voor onze rechter en redder.
Ondertussen blijven wij ons, zoals Psalm 1 zegt, steeds weer verdiepen in de aanwijzingen van de Geest. Wijs niet naar anderen. Gods oordeel begint immers in de kerk (1 Petrus 4:7). Hoe zit het met mijn hart, sporen mijn daden met mijn woorden, leef ik met Christus? Wat doe jij als je in de knoei komt? Als woede in je hart leeft? Als je geen perspectief voelt? Bid de Psalmen.
Er is een weg. Christus zegt ons het geluk aan (Psalm 1:1, Matteüs 5:3). Meer nog. Hij is ons geluk geworden. Het is het geluk van het kennen van hem. Het is het geluk van elkaar kennen in hem. Gods naam zij geprezen.
[i] Met toestemming overgenomen. Zie www.leesliter.nl (28 juli 2016).
Voorbeeldliturgie: zie onder.
Deze preek komt uit een serie preken over de Psalmen. Die preken zijn, inclusief voorbeeldliturgieën, in de volgorde zoals ze in dit jaar aan de orde zijn gekomen:
Guided tour door het Koninkrijk. Psalm 1 (eerste inleiding op de Psalmen).
The return of the king. Psalm 2 (tweede inleiding op de Psalmen).
Toegewijd en trouw leven. Psalm 50.
God is de goede rechter. Psalm 51.
Een vriend in de duisternis. Psalm 88 (klacht uit het graf).
De mens is voor een tijd een plaats van God. Psalm 90 (oudejaarsdienst).
Dank de heilige Heer uit het diepst van je hart. Psalm 103 (in een trouwdienst).
De HEER is Koning. Psalm 93.
Vrij! Preek Psalm 139 (jeugddienst).
Mijn God, waarom verlaat U mij? Psalm 22 (rond de lijdenstijd).
Alle eer aan God. Psalm 115.
Overstelpende liefdestrouw. Psalm 117.
Zie ook het artikel Psalm 50 als gids voor een toegewijd en trouw leven (OnderWeg, 5 augustus 2017). En Bidden met de Korachieten. Preken Psalm 42/3-49.
DV volgen er meer preken over de Psalmen. Ze staan dan op mijn blog onder de categorie preken.
– – –
Wereldwijd bant God oorlogen uit. Psalm 46 (Rotterdam-Delfshaven, nazomer 2014).
Bij rouwdiensten of bij andere bijzondere gelegenheden kregen Psalmen ook een plek (tweemaal Psalm 73, eenmal Psalm 146). Ik verwijs daar in dit verband niet naar vanwege de specifieke situatie waarin de Psalmen toen aan de orde kwamen. Ze zijn wel te vinden op mijn blog.
Liturgie Psalm 1
Welkom
Votum
Groet
PvN 84
10 woorden
GK 145: 1a, 2v, 3m en 4a
gebed
Kinderen naar voren Lucas 14:1-14 Een feestmaal op sabbat
GK 45
Kinderen naar kring
Lezen Psalm 1 (NBV)
Zingen Welzalig de man die niet wandelt, E&R I, nr. 52
Verkondiging Guided tour door het koninkrijk
1 Psalmen getuigen van Jezus.
2 De geloofsbelijdenis voorop.
3 Eén weg.
Psalm 1 (uit GK): 1, 2 en 3
Bediening heilige doop aan….
Kinderen naar voren
Psalm 67: 1 en 2
Opwekking aan gemeente
Dankgebed en voorbede
Collecte
GK 70: 1,2 en 3 (lied van de wereld aan God gewijd)
Verdere ontmoeting