Preek in de serie over het evangelie van Matteüs. Petrus krijgt de vraag of (het verwijt dat) zijn rabbi geen tempelgeld betaalt. Een apart stukje. Matteüs levert het ons over. Wat is hierin het evangelie? De preek is te beluisteren via een podcast. Voorbeeldliturgie onderaan de preektekst.
Gemeente van de Heer
Aparte tekst
Bij het luisteren naar Matteüs waren we gebleven bij hoofdstuk 17.[i] Jezus verandert van aanblik. Hij straalt als de zon tijdens de ‘verheelijking op de berg’. Maar als Jezus van de berg afdaalt, blijkt dat er buiten hem niets veranderd is. Jezus wordt met ziekte geconfronteerd. Er is kleingeloof bij zijn leerlingen. De Heer wijst op de kracht van geloof. En hij spreekt over zijn sterven en opstanding.
En dan komt dat korte, merkwaardige stukje over het betalen van tempelbelasting. Wat moet je ermee? Wij krijgen te maken met een tweede Corona-golf en bijbehorende beperkingen. Opnieuw ingrijpend. Gelukkig mogen de kerkdiensten, binnen de gestelde regels, doorgaan. Moet het daarin dan gaan over (tempel)belasting betalen? Het lijkt gedoe in de marge.
Vergelijk de tempelbelasting met onze vaste vrijwillige bijdrage (vvb) in de kerk. Net zoals de kerk allerlei kosten maakt, zo kost een tempeldienst nu eenmaal geld. Iedere Israëliet van 20 jaar en ouder werd daarvoor jaarlijks aangeslagen (Exodus 30:11-16). Het gaat om een bedrag van twee daglonen. Wat is het evangelie van dit stukje?
Jezus’ geloofwaardigheid
Om te beginnen het volgende. Het gaat om iets anders dan tempelbelasting. Dat wil zeggen: dit onderwerp is slechts een aanleiding om Jezus’ geloofwaardigheid onderuit te halen. Petrus wordt bevraagd op het geefgedrag van zijn Heer.[ii] Blijkbaar is het de bedoeling om bij Petrus, de eerste belijder (Matteüs 16:16[iii]), onzekerheid te laten ontstaan over Jezus. Misschien komt er wel een fittie tussen Petrus en Jezus. Deze onschuldige ogende vraag is een gemene streek richting Jezus en zijn volgeling. Jezus kreeg tijdens zijn leven op aarde regelmatig met dit soort beproevingen te maken.[iv] De strikvraag aan Jezus of je wel of geen belasting mag betalen aan de keizer (Matteüs 22:15-22) komt een beetje in de buurt van deze vraag over de tempelbelasting.[v]
Jezus’ identiteit
Vervolgens hoe het verder gaat. Blijkbaar heeft de vraag effect en is er bij Petrus onzekerheid ontstaan.[vi] Jezus heeft dat in de gaten. Hij stelt Petrus een vraag. Wie betalen belasting: kinderen van heersers of anderen? Daarmee spreekt Jezus over zichzelf. Hij is Gods zoon (Matteüs 3:17). Dat had Petrus gehoord op de berg (Matteüs 17:5[vii], 2 Petrus 1:18). Jezus, Gods zoon, is eindeloos meer dan priesters – priesters die geen tempelbelasting hoefden te betalen. Jezus is meer dan de tempel (Matteüs 12:6).[viii]
In dit woord van de Heer zie je wat er bij deze strikvraag aan de hand is. Het gaat niet over belastinggeld. Het gaat over Jezus’ identiteit. Bij de vraag van de belastinginner is hetzelfde aan de hand als bij de discussie over de sabbat en het wel/niet wassen van de handen (Matteüs 12 en 15).[ix] Steeds gaat het om die ene vraag: wie is Jezus? Moet Jezus (tempel)belasting betalen? Zou Jezus kerkelijke bijdrage moeten betalen, mocht hij lid zijn geweest van de Kandelaarkerk? Gekker moet het niet worden. Heel ons leven moet hem toegewijd zijn. Dat is de orde die Jezus aanwijst.
Jezus is Heer
Toch beroept Jezus zich niet op zijn identiteit om van de tempelbelasting af te komen. Hij geeft aan Petrus de opdracht een vis te vangen. Die vis heeft het tempelgeld voor Jezus en Petrus in z’n bek. Is dit humoristisch bedoeld of meent Jezus dit?[x] Hoe dit afloopt weten we niet. Blijkbaar is dat niet belangrijk. Jezus wil in deze kwestie geen hindernis opwerpen (Matteüs 18:27).[xi] Door voor hen beide te betalen gaat hij pal naast Petrus staan. Zo ontstaat er tussen hen geen verwijdering. Het plan van de belastinginner mislukt. Een direct antwoord krijgt de belastinginner niet. Jezus laat hem in zijn sop gaarkoken. Maar let dan op. Gelijk volgt het stukje over de vraag waar het om gaat in Gods koninkrijk (Matteüs 18:1 vv). Jezus zegt dat een mens moet veranderen, zich moet bekeren, om Gods koninkrijk binnen te gaan (Matteüs 18:3).[xii] Jezus waarschuwt voor de strikken en hindernissen onderweg en zet degenen die zulke strikken zetten – zoals de belastinginner – onder zijn kritiek (Matteüs 18:7). Jezus laat zich niet ringeloren. Hij is Heer. Over de belastinginner en zijn gemene strikvraag. Over de onzeker gemaakte Petrus.
Jezus wil geen aanstoot geven als het om tempelbelasting gaat. Jezus houdt het doel voor ogen. Jezus is niet gekomen om (tempel)belasting of kerkelijke bijdrage te betalen. Hij wil en zal zijn leven geven als losprijs voor velen (Matteüs 20:28). Hij is onze bevrijder. Er komt een nieuw tempelgebouw, gebaseerd op de belijdenis van zijn naam (Matteüs 16:18).
In Jezus’ kracht
Gemeente, kijk naar je Heer. Wij leven in een onzekere tijd. Niemand weet hoe de toekomst eruit ziet. Dat zorgt soms voor onrust en onzekerheid. Soms zelfs voor boosheid of opstandigheid. Waar slaat dit allemaal op!? #Ikdoenietmeermee hoor je soms. En dan lezen we vandaag deze bijzondere verzen uit Matteüs. Er staat dat Gods zoon ervoor heeft gekozen mens onder de mensen te zijn. Om bij ons te zijn. Hij maakt voor zichzelf geen uitzonderingen. Lastige situaties, valstrikken, hindernissen en onzekere situaties waren zijn dagelijkse kost. En daarin is hij Heer. Dat wil zeggen: Jezus draagt je en gaat je voor. Steeds weer laat Jezus zien dat het gaat om het geloof in hem. Dat ontslaat jou en mij natuurlijk niet van de plicht verantwoordelijk te leven. Op jezelf en anderen te letten. Het punt is: leef in Jezus’ kracht. Hij vergeet jou niet. Blijf jij hem dan eren en volgen. En heb zo de ander lief.
Zie De woedende heer en het kwetsbare kind. Korte introductie op preken over Matteüs 18. En zie Trouw, wijsheid en macht van de Drie-ene God. Inleiding prekenserie Matteüs (2019-2021).
[i] Zie de preken Hoe Jezus hoop geeft en Vertrouw je Jezus? over resp. Matteüs 17:1-8 en 17:14-23.
[ii] In hoofdstuk 15 gaat het andersom: Jezus wordt bevraagd op het gedrag van zijn leerlingen. Zie Helpt handen wassen tegen het gevaarlijkste virus dat bestaat? Preek Matteüs 15:1-20.
[iii] Zie Is Jezus een influencer? Preek Matteüs 16:13-28.
[iv] Zie ‘drie strikvragen op het tempelplein’, onderaan de (korte) inleiding op preken over Marcus.
[v] Zie Met gelijke munt (terug)betalen. Preek Marcus 12:13-17.
[vi] Hoe zich dat verhoudt tot het ‘ja’ van Petrus kan op twee manieren worden uitgelegd. Van Bruggen (CNT) zegt dat Petrus ‘ja’ zegt op de constatering (niet de vraag) dat Jezus dit geld niet betaalt. In dit geval moet hij erkennen dat de belastinginner gelijk heeft met zijn verwijt. Als het een vraag is die Petrus met ‘ja’ beantwoordt, kan Petrus op het spoor worden gezet van onzekerheid over Jezus’ gedrag (waarom betaalt Jezus eigenlijk niet?).
[vii] Zie de eerste preek bij voetnoot i.
[viii] Zie Hoe Jezus Heer en meester is. Preek Matteüs 12:1-8.
[ix] Zie de vorige voetnoot (Matteüs 12) en Helpt handen wassen tegen het gevaarlijkste virus dat bestaat? Preek Matteüs 15:1-20.
[x] Er bestaat moeite bij het ernstig nemen van deze tekst. Zou Jezus zoiets doen voor zichzelf (het lijkt wel een toverkunst om (zelf) uit de problemen te blijven)? Ik denk niet dat er een probleem is bij deze tekst. Hij die de storm beheerst (Matteüs 14) kan ook een vis gebieden. Belangrijk in deze tekst is het woord aanstoot (17:27, skandalon). Dit woord komt ook voor in Matteüs 11:6 (zie preek over die tekst) en direct na dit stukje in Matteüs 18:7. Het gaat er niet om dat Jezus zijn (eigen) hachje redt. Het is andersom. Centraal staat dat Jezus alles richt op dat ene schandaal/skandalon; zijn kruisdood als redding voor zondaren (zie preek Matteüs 11:6). Mocht de discussie over tempelbelasting in de weg staan (skandalon) dan moet díe hobbel weggenomen worden.
[xi] Dit woord hindernis/ergernis (skandalon) is belangrijk. Zie de vorige voetnoot.
[xii] Dit is vanaf het begin Jezus’ verkondiging geweest. Zie preek Matteüs 4:17 Bekeer je want het koninkrijk komt eraan.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum (samen hardop uitgesproken)
Onze hulp is in de naam van de HEER
die de hemel en de aarde heeft gemaakt –
Hij laat het werk van zijn handen niet los
maar is daar trouw aan tot in eeuwigheid
Groet
Psalm 65: 1 en 2 https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-65
GK 176b Wij kiezen voor de vrijheid (verbondswoorden)
Gebed
Kindermoment (filmpje)
Heer U kent mij als geen ander, OTH 501
Kinderen naar kring (groep 1, 2 en 3)
Matteüs 17:24-27
Verkondiging Leven in Jezus’ kracht
Heerser over alle dingen, opwekking 672
Geloofsbelijdenis:
- GK 123:1 ‘k geloof in God de Vader
- Apostolische geloofsbelijdenis (en in Jezus Christus…) samen hardop uitgesproken:
En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer;
die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven, en begraven, neergedaald in de hel;
op de derde dag opgestaan uit de doden;
opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.
- GK 123:5 ‘k geloof in God, de Heil’ge Geest
Dankgebed en voorbede
Onze Vader (samen hardop)
Collecte
LB 423 Nu wij uiteengaan, alle verzen (https://www.kerkliedwiki.nl/index.php/Nu_wij_uiteengaan)
Zegen
Amen (gemeente hardop)