Jezus zegt dat je gelukkig bent wanneer je je niet aan hem irriteert (Matteüs 11:6). Het lijkt erop alsof Jezus de lat daarmee nogal laag legt; uit ‘je niet irriteren’ klinkt geen hoge verwachting. Toch is het tegenovergestelde waar. Wat betekent dit woord voor ons? Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.
Gemeente van de Heer
1 Geloof en twijfel.
Vorige week ging het over het zwaard dat Jezus brengt (Matteüs 10:34).[i] Met dat ‘zwaard’ bedoelt Jezus de allesbeslissende keuze voor hem. Matteüs 11 borduurt daar op voort.[ii] Het ‘zwaard’ zit in de belangrijkste profeet tot nu toe (Matteüs 11:11a); de wegbereider van Jezus, Johannes de Doper. In de gevangenis begint hij te twijfelen. En niet zo’n beetje ook. Hij had zich het allemaal heel anders voorgesteld. Jezus, de messias, zou koning worden. Eindeloos geluk zou komen. En tegenstand zou verbroken worden op zijn oordeelsdag (Matteüs 3). Hadden de profeten niet gesproken over die dag?[iii] Johannes in ieder geval wel.
Maar wat gebeurt er? Jezus spreekt over geluk voor wie treurt. Het gaat over een oprechte manier van leven met God.[iv] Ja; grote wonderen gebeuren. En er komen volgelingen. Maar… er is steeds gedoe rondom Jezus. Hij wordt bekritiseerd. Gelasterd (Matteüs 9:34). Ondertussen zit Johannes nog steeds in de bak. Herodes is koning! Waar blijft het koningschap van Jezus? Johannes wil het weten. Jezus is de messias. Dat staat voor Johannes als een paal boven water. En toch klopt er voor zijn gevoel iets niet. Misschien komt er nog een Jezus II; een die het karwei echt afmaakt. Johannes gaat die vraag aan Jezus voorleggen.
Twijfel.
Gemeente, even een pas op de plaats. De vraag van Johannes is best heftig als je je realiseert dat hij de neef en wegvoorbereider van Jezus is. Tegelijk is relativering op z’n plaats. Door heel de Bijbel heen merk je dat gelovigen – juist omdat ze gelovigen zijn – hun vragen, twijfels en onzekerheden hebben. Dat is vandaag niet anders. Ik zag van de week dit filmpje over twijfel. Laten we er even naar kijken.
Het filmpje gaat specifiek over jongeren. (Jong)volwassenen en ouderen hebben zo hun (eigen) vragen. Twee jaar geleden hebben we in een jeugddienst stilgestaan bij twijfel in soorten en maten: twijfel van het gevoel, het verstand en de wil.[v] Bezig zijn met die twijfel gaan we vandaag niet overdoen. We gaan terug naar Johannes. Kijk eens naar Johannes. Wat hij met zijn vraag doet, is heel goed. Hij komt er niet uit. Hij heeft geloof/hoop én (een) vraag/twijfel. Die beide legt hij aan Jezus voor. Daarmee gaat hij als het ware zelf, met heel zijn hebben en houden, voor Jezus staan. Wat mooi dat Johannes dat doet. En hoe hij dat doet. Krachtig en kwetsbaar tegelijk.
Je hebt elkaar.
Nu hebben wij een probleem. Ik bedoel: Jezus is hier niet. Dat wil zeggen: niet zoals hij er toen was voor Johannes. Maar Jezus belooft ons wel zijn Geest. En die inspireert, gidst en helpt ons op veel manieren. Denk aan het filmpje van net. We hebben elkaar; je vrienden, vereniging/catechisatie, de kring – noem maar op. Het mooie van onze gemeente is dat we veelsoortig zijn. Het loopt van twijfelende leden tot aan diepgelovige, rotsvast overtuigde gemeenteleden – en alles daartussen. Als we ons realiseren dat zelfs ons geloof een kado is (Efeze 2:8), zal niemand zich minder of meer (hoeven te) voelen ten opzichte van de ander. De opdracht is: wees er voor elkaar. Welke leeftijd en welke mate van geloof je ook hebt. Wees eerlijk. Help elkaar. Bid voor elkaar.
2 Verder kijken dan je neus lang is.
Ik denk dat het goed is dat ik er iets bij zeg. Vandaag kun je het gevoel of de overtuiging hebben dat geloven in God niet past, niet nodig is of niet hoort. Een meerderheid in ons land gelooft immers niet. Waarom zou jij ‘nog’ geloven?[vi]
Wat ik vanmorgen wil zeggen is dit: laten wij niet doen alsof onze situatie vandaag zo bijzonder is. Ik bedoel: christenen hebben wel voor hetere vuren gestaan dan wij vandaag in post-christelijk Nederland. Denk aan de christenen die eeuwen geleden leefden in een voor hen vijandige omgeving. Al heel vroeg in de kerkgeschiedenis moesten en wilden christenen zich verantwoorden en verdedigen. Dat weten we uit geschriften uit die tijd.[vii]
Christenen uit die tijd deden twee dingen:
- Zij verdedigen hun geloof. Wie in Jezus gelooft is geen religieuze nieuwlichter (sekte) zoals toen wel beweerd werd; christenen vereren de ene God die zich sinds het begin van de tijd bekend heeft gemaakt.
- Zij verdedigen zichzelf. Christenen zeiden: we weten dat er over ons geroddeld wordt maar wij zijn helemaal geen slechte, onbetrouwbare burgers. Integendeel. We willen het goede doen. Er zijn ten goede voor de maatschappij. En dat maakten christenen ook waar door hun goede daden.
Onze tijd.
Terug naar onze tijd. Onze tijd lijkt wel wat op de tijd van de eerste christenen. De ruimte om te geloven is krapper.[viii] Je geloof wordt bevraagd. Twijfel tot aan ongeloof knagen soms aan je eigen hart.
Maar juist vandaag zie je hetzelfde gebeuren als in de tijd van de vroege kerk.[ix] Christenen verdedigen het geloof. Soms is dat zelfs iemand die (plotseling) tot geloof komt. Er zijn vandaag zoveel (levens)verhalen, boeken en andere dingen die ervan getuigen dat God bestaat. Dat het verstandig/rationeel is om te geloven.[x] Dat geloven goed is voor jezelf en voor de samenleving.[xi]
Kijk; als je vandaag zegt of voelt dat het niet vanzelfsprekend is om te geloven, heb je helemaal gelijk. Het vanzelfsprekende mag en moet er inderdaad af. Te beginnen in de kerk. Maar juist vandaag roept Jezus je.[xii] Daar kun je bijna niet overheen zien. Al kan het, net als voor Johannes, wel eens moeilijk zijn om Jezus te begrijpen en te volgen. Maar kijk verder dan je neus lang is.
Kijk naar Jezus.
Terug naar Matteüs 11. In de lijn van Matteüs 10 en 11 is te zeggen dat het evangelie nooit vanzelf gehoor vindt. Vandaag niet. Bij de vroege kerk niet. Maar ook in Jezus’ tijd niet. En Jezus neemt tegenstand serieus. Ook de tegenstand in Johannes’, jouw en mijn hart. De tegenstand van onze cultuur. Hij walst er niet overheen. En toch is Jezus, gelukkig, sterker. En hij zet door. Want hij is goed en trouw en zijn liefde voor ons is echt.
Johannes krijgt een schitterend antwoord. Niet alleen een antwoord dat ‘de boel op een rijtje zet’. Alsof het geloof een rekensom is. Jezus doet hetzelfde als wat zijn neef doet. Jezus legt zijn (eigen) leven in zijn antwoord aan Johannes. Zoals Johannes met zijn hoop én vraag voor Jezus staat, zo gaat Jezus recht voor Johannes staan door te zeggen wie hij, Jezus, is.
Al met al is Matteüs 11:1 vv een indringende en prachtige gebeurtenis. We horen niet eens hoe Johannes erop reageert. Apart, zou je denken. Maar blijkbaar is dat niet het belangrijkste. Het gaat om méér. Jezus wil dat jij ontdekt wie hij is. Daarover straks meer. Eerst zingen we een lied.
GK 174:1 en 3 Zo vriendelijk en veilig (ik bestorm hem met mijn vragen…)
3 Aantrekkelijk.
Wat zal er door Jezus zijn heengegaan bij de vraag van Johannes? Het staat er niet. Jezus zegt dit: denk jij, Johannes, dat er een Jezus II moet komen die het karwei afmaakt? Kijk naar wat IK DOE. Matteüs – zo hebben we gehoord – wijst erop dat Jezus de vervulling is van Gods wet en de profeten.[xiii] In al die daden van Jezus (Matteüs 11:5) is God zijn beloften aan het waarmaken. Het is begonnen, Johannes! Kijk naar Jezus. Er is geen ander. Christenen verwachten na Jezus geen andere profeet of wonderdoener (Hebreeën 1:1-3, Nicea).
Aanstoot.
En toch. Toch zegt Jezus er iets bij. Jezus komt ineens met een nieuwe zaligspreking (cf. Matteüs 5:1-12): gelukkig ben je als je je aan mij niet irriteert (Matteüs 11:6). Wat een opvallend woord.
Even goed luisteren, gemeente. Jezus zegt dat je gelukkig bent als je
- aan hem ‘geen aanstoot neemt’ (NBV/KBS),
- je niet aan hem ‘ergert’ (SV) of
- niet ‘over (hem) struikelt’ (NB).
Jezus gebruikt een sterk woord. Wij kennen dat woord in het Nederlands in het woord ‘schandalig’ (σκάνδαλον, cf. 1 Korintiërs 1:23). Denk aan de reactie van de geestelijken die over de rooie waren toen Jezus nota bene met allerlei zondaren aan tafel zat (Matteüs 9).[xiv] Hoe haalt ‘ie het in z’n hoofd!? Schandalig! Dat gevoel. Een gevoel dat jij en ik ook wel eens hebben: dat kun je toch niet maken!? Een sterke emotie. Hoezo zegt Jezus dat over zichzelf?
Geen andere naam.
Jezus zegt dit woord niet tegen een tegenstander. Maar tegen zijn eigen wegbereider. Zie je wat Jezus doet? De wegbereider moet leren een discipel te zijn en te blijven (cf. Matteüs 16:23). Achter Jezus aan, Johannes. Ook als je vanwege je geloof in de gevangenis zit (zoals Johannes). Of jij, mijn zus in het geloof, als je ziek bent. En jij, mijn broer in het geloof, als je gaat twijfelen. Achter Jezus aan. Of als het leven pijn doet. Als er die stralende dag is. Als alles je voor de wind gaat. Als je op school zit of vakantie hebt. Achter Jezus aan.
Jezus wijst op zichzelf. Jezus is Jezus I. Ja. Hij is ook Jezus II, Jezus III en Jezus eindeloos. Alleen Jezus. Bijbels gezegd: Jezus is Heer. Geen andere naam (Handelingen 4:12). Uit Jezus’ antwoord blijkt dat Jezus wil dat zijn leerlingen hem beter leren kennen. Hij ís de messias. Zijn optreden legitimeert dat (Matteüs 11:5). Tot zover had Johannes gelijk. Maar het woord ‘aanstoot’ is onthullend. Het kijkt vooruit. Het verwijst naar een geheim dat niemand had voorzien. Het geheim van Jezus’ leven. Jezus geneest niet alleen zieken (Matteüs 11:5). Hij gaat veel verder. Hij neemt ziekte als zodanig op zich. Hij geeft armen niet alleen het evangelie (Matteüs 11:5). Hij wordt zelf arm, naakt en zonder hoop; dát is het evangelie. Dat gebeurt aan het voor de gelovige Joden zo schandalige kruis op Golgota (want een gekruisigde is door God vervloekt (Galaten 3:13, 1 Korintiërs 1:23)).
Een koning aan het kruis? Echt? Helpt dat? Irritant als je dan beweert redder te zijn. Jezus zegt nu alvast: loop ook dan niet bij mij weg. Juist dan niet. Want zo verlost hij ons van alle zonden en wonden. Zo zijn we gered. Wat moet dat moeilijk zijn geweest om te geloven. Johannes kon het haast niet volhouden. Jij en ik – we hebben vragen, twijfels, zonde en kleingeloof. Maar Jezus spreekt ons aan. En hij geeft perspectief. Doe wat hij zegt. Irriteer je niet aan hem – ook niet als het leven of het geloofsleven je tegenvalt. Duw Jezus niet weg uit je leven. Marginaliseer hem niet. Steek je kop niet in het zand voor hem. Geloof en vertrouw hem. Dan ontdek je dat dat irritante kruis op Golgota het mooiste is dat er ooit op deze wereld gebeurde. Jezus geeft ons geluk. Hij is ons geluk.
Op weg.
De preek is bijna nu uit. Ik denk, gemeente, dat als we deze tekst toepassen op onszelf dat dat vooral ter bemoediging is. Jezus zei toen: het is begonnen. En dat is vandaag niet anders. We roeien tegen de stroom in van onze tijd. We geloven in Jezus. We zijn gemeente in zijn naam. En niet omdat dat moet of nu eenmaal zo hoort. Maar omdat we van Jezus houden. En in zijn naam willen we het goede doen. En we doen dat door Gods genade ook. Voor elkaar. Voor de mensen om ons heen, wie/waar ook maar. En, ach ja, we struikelen of zien het (soms even) niet meer zitten. Net als Johannes. Er is wat dat betreft weinig nieuws onder de zon. Maar dat geldt, gelukkig, ook voor Gods trouw. Die is elke dag nieuw. Zo leven we naar Jezus’ dag.
Zie Trouw, wijsheid en macht van de Drie-ene God. Inleiding prekenserie Matteüs (2019-2021).
Zie Verdedig je geloof. Over de plek van apologetiek (OnderWeg, 2020). Een preek over twijfel vind je hier (studentendienst Delfshaven) of hier (jeugddienst Dordrecht).
[i] Zie Gods vrijheidsstrijd. Preek Matteüs 10:34.
[ii] Lucas beschrijft de vraag van Johannes de Doper ook en schrijft pas daarná over de uitzending van de discipelen. Blijkbaar ordent Matteüs thematisch; de balans wordt opgemaakt en de al gevoelde spanning neemt toe (zie Van Bruggen in het CNT).
[iii] Jezus vervult wat Jesaja zegt. Die profeet spreekt van het jubeljaar en van ‘een dag van wraak’ (Jesaja 61). Zie de preek Gelukkig wie treurt (Matteüs 5:4).
[iv] Zie Alleen met oprecht geloof komt je verder. Preek 1ste deel Matteüs 6.
[v] Zie de preek Doubt. Is Jezus (het) echt?
[vi] Zie de preek Hoe alles verandert en hetzelfde blijft. Preek over het (tweede) slot van Marcus.
[vii] Concreet is bijvoorbeeld te denken aan de geschriften van Justinus Martyr († 165 pn als martelaar) en, een van de belangrijkste: Tegen Celsus (± 248 pn van Origines). Als het gaat om de vraag wie God is, stemt een christen vandaag met hen in. Dat geldt ook voor de toewijding aan Jezus die blijkt uit deze geschriften. De manier van polemiseren (nog los van het filosofische taalkleed van de toen, een taalkleed dat wij niet (direct) snappen), bijvoorbeeld tegen de Joodse gelovigen, stuit ons vandaag tegen de borst. Dat doen we vandaag anders (en willen dat anders doen). Zie bijvoorbeeld een preek over Ezechiël 20 waarin dit aspect ook aan de orde komt als het in een opzienbarende tekst gaat over ‘slechte wetten’ die God aan zijn volk Israël gaf.
[viii] Zie Gods eentext-tweet. Preek 1 Samuel 15 (uit Rotterdam – Delfshaven).
[ix] Zie onderaan de preek van noot v voor wie verder wil gaan met het onderwerp twijfel.
In het verband van deze preek: beluister de mooie podcast waarin Emanuel Rutten vertelt over zijn bekering tot Jezus en zijn denken over het bestaan van God. Of lees zijn boek En dus bestaat God (2015, samen met Jeroen de Ridder) of Overdenkingen (2017). Verder is te denken aan: Unapologetic/Dit is geen verdediging (2012, Spufford) en God bewijzen (2013, Paas/Peels). Denk ook aan het levensverhaal van Stephan Sanders (zie bijvoorbeeld in dit artikel over de Dordtse Leerregels). Sanders schrijft in dagblad Trouw over de 12 artikelen van het geloof.
[x] Zie ook de preek Is het raar om in God te geloven? Preek Efeze 1:18.
[xi] Denk aan de terugblik op decennia opiniëren door J.L. Heldring. Zie mijn bijdrage Alternatief voor Europese leegte (NRC 2016).
[xii] Zie Over de positie en de roeping die Jezus ons geeft. Preek 1 Petrus 2.
[xiii] Zie de preek Gods vrijheidsstrijd (zie noot i) en de preek Gelukkig wie verdriet heeft (zie noot iii).
[xiv] Zie preek over Matteüs 9:9.
Voorbeeldliturgie (ppt beschikbaar)
Welkom
Votum
Groet
Psalm 98: 1 en 2 nieuwe berijming https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-98
10 verbondswoorden
GK 155:1a,2v, 3m 4 en 5a God, enkel licht
Gebed
kinderen naar voren (Ark terug naar Israël (1 Samuël 6))
Kinderlied
Kinderen naar kring
Lezen Matteüs 11:1-6
Verkondiging Zo gek is het nog niet om in Jezus te geloven
GK 174: 1 en 3 Zo vriendelijk en veilig als het licht (na 2de punt)
Na tweede deel van de preek:
Opw. 461 Mijn Jezus, mijn Redder
Dankgebed en voorbede afgesloten met
GK 37:3 en 7 (Onze Vader)
Kinderen komen terug en
Collecte
LB 416:1a, 2v, 3m en 4a Ga met God en hij zal met je zijn
Zegen
Verdere ontmoeting