Theoloog en columnist Ad de Bruijne is geen voorstander van nieuw kerkelijk belijden (Nederlands Dagblad, 10 december). Nieuwe belijdenissen ontstaan immers uit geestelijke vernieuwing en daaraan ontbreekt het in onze tijd. Ik wil twee elementen aan dit gesprek toevoegen. Allereerst gaat dat over de aard van belijdenisgeschriften. Zijn we het erover eens dat belijdenisgeschriften allereerst over God en het geloof in Hem gaan? Deze vraag lijkt een open deur maar is dat helaas niet. Ik bedoel het volgende. Wie goed luistert naar belangrijke discussies vraagt zich af wat gelovigen bezig houdt.
NashvilleVerklaring
Twee voorbeelden daarvan. Ongeveer drie jaar geleden kwam de NashvilleVerklaring uit. Heel ons land was in rep en roer. Zo ga je toch niet met LHBT+’ers om? Bijbels-theologisch gezien komt er met de NashvilleVerklaring een wezenlijk punt mee.[i] De Verklaring is namelijk afkomstig van the Counsil of Biblical Manhood and Womanhood, een denktank over Bijbelse waarden inzake huwelijk en seksualiteit. Deze denktank kent een on-Bijbels godsbeeld.[ii] Een ketterij. Men meent dat God de Zoon eeuwig onderworpen is aan God de Vader en werkt dat godsbeeld uit voor de plek die mannen en vrouwen hebben – en in het verlengde daarvan gaat het ook over homoseksualiteit. Gek genoeg ging de christelijke discussie indertijd helemaal niet over deze ketterij. Het gesprek ging uitsluitend over de behandeling van ménsen (LHBT+’ers).
Met jezelf bezig
Aan de andere kant van het spectrum speelt iets soortgelijks. Ik denk dan aan de discussie over de vrouwelijke ambtsdrager. In het kader van deze discussie wordt de ‘goddelijke dans’ wel eens genoemd. Met die ‘dans’ wil men verwijzen naar de gelijkwaardigheid van God de Vader, Zoon en Geest. Over deze ‘dans’ hoor je niemand. Dat is niet toevallig want de uitkomsten ervan passen bij het huidige klimaat van gelijkwaardigheid. Maar gaat het bij die ‘dans’ om wie God is? Of wil je het hebben over de positie van vrouwen en betrek je God daarbij? Dat maakt nogal wat uit.
Wat ik met deze voorbeelden bedoel is het volgende. De oecumenische belijdenisgeschriften – de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Geloofsbelijdenis van Nicea en die van Athanasius – zetten God centraal. In onze (veranderende) tijd gaat het veel over onszelf en over posities. Volgens mij moet het helemaal niet gaan over nieuwe belijdenisgeschriften. We moeten eerst opnieuw leren vragen naar God.
Heft in eigen handen
Het tweede element dat ik wil toevoegen betreft de vraag waarover een hedendaags belijdenisgeschrift zou moeten gaan. We krijgen te maken met toenemende digitalisering en robotisering. In de klimaatdiscussie klinkt de roep om, levend in het Antropoceen, als mensheid onze toekomst zeker te stellen.
Deze onderwerpen raken aan het christelijke belijden omdat God hierbij uit beeld is en het evangelie vervangen wordt. Er ontstaan vandaag tal van reddingsplannen, (klimaat)geboden en visioenen over een betere wereld.[iii] De mensheid wil nu definitief het heft in eigen handen nemen. Dit is adembenemend. Wat zegt de kerk? Zij belijdt over Jezus: ‘door Hem zijn alle dingen geworden…. En zijn rijk kent geen einde’ (Nicea). Is dat vandaag voldoende? Ja. Heeft dat meer woorden nodig? Misschien. Maar die woorden moeten dan wel gegeven worden. Ze kunnen alleen ontstaan vanuit het opnieuw leren vragen naar God. Anders wordt de kerk een zoveelste actiecomité in het bonte geheel van wereldredders en hemelbestormers.
Wie God in Jezus is
De kern van de zaak is niet of we een nieuw belijdenisgeschrift nodig hebben. De vraag is wie of wat de kerk centraal zet. Op dit punt inspireert de Amerikaanse priester Fleming Rutledge. In haar boek The Crucifixion zegt zij dat het in de kerk moet gaan over wie God in en uit zichzelf is (aseity of God). Het gaat erom dat je in contact met je tijd steeds weer iedere letter van de Schrift spelt om te ontdekken wie God in Jezus is.[iv] Zoals men dat in de Vroege Kerk deed, zo doet Rutledge dat vandaag. De volle focus op God zal de kerk alles geven wat nodig is.
Nederlands Dagblad, 16/17 december 2021.
Voetnoten.
[i] Zie Vanwaar zoveel commotie over de NashvilleVerklaring? Blogpost 6 januari 2019. In die blog gaat het ook over Tom Wrights waarschuwing voor een nieuwe gnostiek in onze cultuur. Wat ik maar zeggen wil: een belijdenis zal op dit niveau moeten starten. Voor het on-Bijbelse Godsbeeld van the Counsil of Biblical Manhood and Womanhood, zie de blogpost van mijn collega Henk Folkers https://manvrouwkerk.files.wordpress.com/2019/01/nashville-een-vrucht-uit-onzuivere-bron-h.-folkers.pdf (genoemd in voetnoot iii van mijn hierboven genoemde blogpost van januari 2019). Inzake een godsbeeld dat al langer aan het veranderen is in onze tijd, zie Welke God is terug? (2014, Nederlands Dagblad) en Scheepje (z)onder Jezus’ hoede (2018, Reformatorisch Dagblad) – ook beschreven in ‘Bijbelse’ vrouwelijke ambtsdragers. Blogpost 2016.
[ii] Zie de vorige voetnoot en zie De bittere bron van de NashvilleVerklaring (brief aan Reformatorisch Dagblad) en zie Jezus doorbreekt de cultuurstrijd. Artikel in OnderWeg, artikel van Nienke en Maarten Verkerk en mij.
[iii] Zie onder punt 2 van de preek Het gunstige vestigingsklimaat voor het afgodenbedrijf. Preek Ezechiël 8. En zie Er is geen Plan(et) B. Preek Ezechiël 18, jeugddienst over klimaatverandering en geloof. Zie ook de idee dat technologische ontwikkelingen het onmogelijk maken om nog langer te geloven, zie onder ‘Meest geweldige verhaal’ in mijn recensie van het boek OER (Van den Brink, Dekker en Oranje).
[iv] Zie Misschien is het wel Gods bedoeling dat we Hem missen in de erediensten (Nederlands Dagblad, 2019). En zie Hoe maak je een preek in Corona-tijd? Blogpost (maart 2020) en Hoe kies je een tekst om over te preken? Blog 2019. Ik heb altijd gepreekt in series. De laatste jaren zie ik daar meer het belang van in en ben ik dat systematischer en uitgebreider gaan doen. Zie bij about op mijn blog voor meer hierover.