Deze week kwam het boek Oer uit. Het boek gaat over schepping en evolutie, geloof en wetenschap. Volgens mij zet Oer een belangrijke stap. Het helpt het christelijke debat verder. Hieronder een blog naar aanleiding van het boek; het mooie en goede ervan, een duiding van het boek en ook aandachtspunten en kritiek. De cijfers in deze blog verwijzen naar de paginanummers van Oer.
De kracht van het boek Oer is dat het precies doet wat er op de achterflap staat: ‘Oer is een meeslepende vertelling die op een nieuwe manier een verbinding legt tussen Gods grote verhaal in de Bijbel en hedendaagse inzichten vanuit de wetenschap.’ Oer is geschreven door Corien Oranje (auteur en theoloog), Cees Dekker (nanobioloog, TU Delft) en Gijsbert van den Brink (theoloog, VU Amsterdam).
Een geheel
Oer hoort thuis in de rij van publicaties over schepping en evolutie, geloof en wetenschap. Denk aan recente boeken als Gevormd uit sterrenstof (Fransen), Topnerd Tycho (Oranje en Dekker) en En de aarde bracht voort (Van den Brink). In die boeken merk je hoe ingewikkeld de discussie is. Wat betekent de belijdenis dat God Schepper is? (Hoe) verhouden schepping en evolutie zich tot elkaar? Hoe lees je Genesis 1 en 2? Hoe zit het met de zondeval en Jezus’ sterven voor onze zonden? Dit is een belangrijk gesprek. Toch heeft dit gesprek ook een nadeel. Het gaat steeds over bepaalde gedeeltes van de Bijbel en het geloof. Genesis 1 en 2, zondeval en verlossing, Genesis 3 en Romeinen 5. Vooral zijn het steeds verschillende perspectieven. Het gaat over wetenschap en geloof. Over schepping en evolutie. Dat is altijd een hele kluif. Alsof je steeds links én rechts tegelijk moet kijken.
Oer doet het anders. Oer zet een nieuwe stap. Oer vertelt Gods grote verhaal en geeft een overzicht van wetenschappelijke inzichten vanuit één perspectief. De ‘hoofdpersoon’ van Oer is Pro. Pro is een minuscuul deeltje dat vlak na de oerknal ontstaat. Pro vertelt wat zich in de loop van miljarden jaren allemaal heeft ontwikkeld (hoofdstuk 1 tot 7). Vanaf het begin vertelt Pro over het bestaan van God. God is de Schepper die een doel voor ogen heeft en daaraan vast houdt. In Oer gaat de hele Bijbel op hoofdlijnen open. Om een voorbeeld te noemen: Pro die miljarden jaren rondreist zit ook op de stok waarmee Jezus wordt geslagen (112).
Oer prikkelt je voorstellingsvermogen. Je leest niet over ingewikkelde modellen of discussies. Oer nodigt op een aantrekkelijke manier uit: kijk er eens zo naar, misschien is het zo gegaan. Oer is ook nog eens heel toegankelijk geschreven. Om deze redenen denk ik dat Oer een belangrijk boek is.
Evenwicht.
Eerder heb ik wel eens geschreven over het christelijke debat over schepping en evolutie. Mijn kritiek was toen dat het christelijke verhaal in de knel kwam omdat wetenschappelijke inzichten domineerden.[i] In Oer is dit anders. Er is een mooi evenwicht gevonden. Denk alleen al aan de titel. Oer is zowel oerknal als de plaats waar God aan zijn reddingsoperatie begint. God roept Abram immers uit Ur/Oer (79). Ik ben blij met en dankbaar om dit boek.
Prachtig
Als de Bijbel spreekt over Gods schepping(sdaden) dan is het op hoge jubeltoon, met ontzag en in grote verwondering. Oer zit steeds op dit niveau. Daarbij is Oer prachtig geschreven. Vier voorbeelden daarvan wil ik noemen.
Bijbel.
Vanaf de allereerste bladzijde komt het respect en de liefde voor God je tegemoet. Daarmee doet het boek waartoe de Bijbel steeds oproept. Ik vind Oer oorspronkelijk; het woord ‘zonde’ komt bijvoorbeeld niet voor maar wordt helder beschreven (zie hieronder). De Heilige Geest heet ‘Adem’. In Oer vind je geen verwijzing naar een Bijbelboek of Bijbeltekst. Maar wie de Bijbel goed kent, leest talloze citaten uit de Bijbel. Oer is ervan doordrenkt.
Zonde.
De manier waarop de zondeval (ook dit woord komt in Oer niet voor) wordt beschreven is indrukwekkend (64-71). Allereerst worden de gevolgen beschreven; mensen mopperen op elkaar en op de Schepper. Doodslag vindt plaats. Je kunt niet bevatten wat er gebeurt omdat alles zo mooi was sinds de Schepper zich bekend had gemaakt. De verklaring volgt later. Zo laat Oer je voelen hoe onbevattelijk en catastrofaal zonde is. De mens heeft iets gedaan wat de Schepper heeft verboden. Terecht heet dit hoofdstuk ‘Opstand’. Uiterst knap wordt de sluwe, slangachtige (Genesis 3) en gruwelijke werking van de opstand tegen God uitgedrukt. Alleen wie overtuigd is van Gods grote genade kan en durft zo over zonde (te) schrijven (cf. Psalm 36).
Verkiezing.
Oer beschrijft Gods plan en zijn keuze heel knap. Aan het begin wordt duidelijk dat God een plan heeft om met bepaalde wezens op een bijzondere manier te communiceren. Pro denkt bij sommige levensvormen: ‘dit moet hem zijn’ (44)! Maar dan is het nog maar helemaal het begin van de evolutie. Zo’n zin (‘dit moet hem zijn’) laat mooi zien dat God anders kijkt dan wij. Denk aan de keuze voor koning David. God gaat steeds degene voorbij gaat van wie Samuël denkt ‘dit moet hem zijn’ (1 Samuël 16). Maar denk vooral aan Gods (in onze ogen) onmogelijk keuze voor Abram en Sara; oude en onvruchtbare mensen. ‘Zij kunnen het onmogelijk zijn’ moet iedereen hebben gedacht. En zo gaat het naar Golgota en Pasen als God op ongedachte wijze bevrijdt.
Kern.
Pro heeft al heel wat licht en duisternis en (schijnbare) zinloosheid meegemaakt in zijn lange leven. De zinloosheid, leegt en duisternis die Pro ervaart als Jezus sterft (118) zegt daarom goed wat de kern van het evangelie is. Hetzelfde geldt voor de uitzinnige blijdschap als blijkt dat Jezus uit de dood opstaat. Oer slaat de spijker op z’n kop.
Hoop
Oer past bij de manier waarop christenen zich vandaag steeds meer gaan opstellen. In een post-christelijke samenleving waarin de meeste mensen niet (meer) in God geloven kruip je niet in je schulp. Christenen getuigen van de hoop die God geeft (1 Petrus 3:15). Precies dit doet Oer. Leven, ons leven is er niet toevallig. Er is een plan. De Schepper wil ons bestaan. ‘Ik heb te weinig geloof om een atheïst te zijn’ zegt Oer bijna aan het einde (140. Deze zin is de titel van een bekend boek). Dat het beste nog moeten komen wordt zowel aan het begin (7) als het einde (150) van het boek uitgesproken. Het is geen vage maar Bijbelse hoop, gegrond op wie God is en wat Hij gedaan heeft.
Oer doet – op geheel eigen wijze en niveau – wat andere publicaties van gelovigen eerder deden. In het boek God bewijzen draaien Stefan Paas en Rik Peels de bewijslast om; waarom zou je niet geloven? Ze leveren argumenten voor het bestaan van God. Op de achterkant van dat boek spreekt de bekende atheïst Herman Philipse zijn bewondering voor het boek God bewijzen uit. Daaraan moest ik denken toen ik op de flap van Oer de aanbeveling las van de niet-gelovige Robbert Dijkgraaf (hoogleraar natuurkunde, Princeton).
Een enkel argument voor het bestaan van God komt in Oer terug. Denk aan de natuurkrachten die zo haarfijn op elkaar zijn afgestemd dat er leven mogelijk is (11 en 12). Dit is het zogenaamde fine-tuning argument dat Emanuel Rutten en Jeroen de Ridder bespreken in hun boek En dus bestaat God.
Meest geweldige verhaal
Oer is belangrijk. We kunnen eindeloos discussiëren over schepping en evolutie, geloof en wetenschap. Maar onze tijd is op zoek naar verhalen. Nieuwe verhalen. En welke verhalen zijn dat dan? De Israëlische historicus Harari raakt blijkbaar een snaar met zijn boeken over het verleden, het heden en de toekomst van de mensheid. In Homo Deus beschrijft hij hoe de toekomst van de mens, Homo sapiens, zal veranderen. Er is dan volgens Harari geen ruimte meer voor geloof in God. (Vroegere) religieuze verhalen kunnen in de toekomst niet eens meer begrepen worden. En Rutger Bregman enthousiasmeert met zijn boek De meeste mensen deugen. We moeten af van het sombere verhaal.
Wat is in deze context het christelijke verhaal? Christenen moeten hierover nadenken. Oer blijft dicht bij de Bijbel. Het is eerlijk over het tekort van mensen. Een tekort dat blijft – ook als ‘Adem’ (de Heilige Geest) er is (hoofdstuk 22 en 23).[ii] En bij een idee van een zich alsmaar ontwikkelende mensheid spreekt Oer van Gods volhardende liefde voor zijn schepping en zijn mensen.
Ik zie in Oer allerlei aanzetten om het christelijke verhaal vandaag goed en aantrekkelijk neer te zetten. Het evangelie is immers het meest geweldige verhaal ooit.
Discussie?
In het Nederlands Dagblad zegt Dick Schinkelshoek dat de hoofdstukken 8-10 de meeste discussie zullen gaan oproepen. Deze hoofdstukken gaan over de Schepper die zich bekend maakt, over Eden en de opstand tegen de Schepper.
Gezien eerdere discussies over schepping en evolutie (zie hierboven) ligt het inderdaad voor de hand dat deze hoofdstukken onder een vergrootglas liggen. Maar ik vraag me het af of het tot zo’n discussie komt. En vooral wat daarvan het nut is. Oer is een verhaal. Weldegelijk wil Oer het verhaal van het evangelie van de Bijbel vertellen. En dat doet het boek ook. Toch kun je het niet overvragen. De Bijbels-theologische achtergrond van deze hoofdstukken lees je in En de aarde bracht voort (vooral hoofdstuk 7). Binnen de mogelijkheden van het verhaal dat Oer wil vertellen heb ik de genoemde hoofdstukken met interesse gelezen. Womuntu en Maisha zijn blijkbaar de Bijbelse Adam en Eva (Genesis 2 en 3, Romeinen 5). Tegelijk staat hun verhaal staat in een setting die voor westerse mensen te volgen is; alleen zij krijgen de Schepper te zien – wat best individualistisch is.
God en mens
Ik zou het jammer vinden als de discussie over Oer blijft steken in de bekende patronen. Ik denk dat het belangrijk is meer te bekijken. Hoe spreken christenen vandaag over God en mens? Wat me trof is dat er, in een kort tijdsbestek, zoveel Bijbelse inhoud voorbij komt. Gods geboden worden gezien als regels van Gods liefde met het oog op een samenleving die zwakkeren beschermt (88 en 89). Dit is evangelie ten opzichte van de regel van Darwin dat wie zich het beste kan aanpassen, overleeft (89). Mooi om dit te lezen. Zeker als je je realiseert dat christenen wel eens schamper doen over het Oude Testament of de Tien Verbondswoorden niet (meer) lezen in de kerk.
Niet vrijblijvend.
Ik vind Oer soms te hedendaags. Het is prachtig en noodzakelijk om Gods liefde centraal te zetten. Indrukwekkend loopt dit thema door heel het boek heen. Als er staat dat God erg aan de mensen gehecht is geraakt (75) en zo veel respect heeft voor mensen (132) begrijp ik die opmerkingen.[iii] Maar sterker vind ik het als er wordt gezegd dat een doorstart maakt met zijn project (83). Gods liefde gaat hand in hand met Gods trouw; Hij laat het werk van zijn handen niet los (begin van de eredienst). Daarom worden mensen gered.
Gods liefdesrecht breng oordeel met zich mee. Het einde van het boek is prachtig als het gaat over hoop. De Bijbelse hoop spreekt van een nieuwe hemel en aarde doorheen de crisis van Gods oordeel. Iedereen komt voor Jezus te staan. Het evangelie gaat erover dat die crisis begonnen is met en in Jezus; in de kerk, in de wereld en in de kosmos.
Er zitten aanknopingspunten genoeg in Oer om dit soort thema’s aan de orde te stellen (hoofdstuk 10, 19 en bladzijde 125 midden). Daarbij denk ik ook aan de goede en zorgvuldige aandacht die Oer besteedt aan het kwaad (hierin herken je hoofdstuk acht van de Dogmatiek van Van den Brink en Van der Kooi). De duistere macht, Gods tegenstander (74) duikt overal op om Gods plannen te dwarsbomen. Vooral als Jezus op aarde is. De duistere kracht lijkt het zelfs te winnen als Jezus sterft (115). En na Hemelvaart komt er een ‘wanhoopsoffensief’ van de donkere kracht. Dit is allemaal uiterst knap be- en geschreven. Laat het evangelie hierbij dan ook volop klinken. Ja; God heeft respect voor mensen in de zin dat Hij hen niet overruled. Tegelijk klinkt in heel de Bijbel en sinds Pasen en Hemelvaart met extra kracht dat een mens zich moet bekeren en door Gods kracht moet vechten en blijven tegen het kwaad, vooral tegen eigen zonde.
Niet toevallig zijn dit onderwerpen waar hedendaagse westerse christenen mee worstelen. Oer sluit in die zin aan bij het hedendaagse denk- en leefklimaat. Het is belangrijk meer te zeggen dan dit. Het evangelie is niet vrijblijvend.
[Dit punt raakt aan andere punten zoals de hedendaagse discussie over de hel.[iv] Zie ook mijn inleiding op een serie preken over restauratie-profeet Ezechiël[v] en Discussie over eerste doopvraag is een teken van secularisatie.[vi] Zie ook mijn pleidooi om op het punt van oordeel over wie niet gelooft tot kerkelijk spreken te komen, zie voetnoot xiv van de preek over Gods uitverkiezing[vii]]
God
Dit brengt me bij het belangrijkste punt; de Godsleer. Met enige schroom begin ik hierover. Ik realiseer me dat Oer ook op dit punt niet overvraagd kan worden. Ik noem de Godsleer toch omdat dat het belangrijkste is van het geloof en omdat het in de (westerse) kerk op dit punt rommelt.[viii]
Jezus is Heer.
Ik ben heel blij met de zorgvuldige en eerbiedige manier waarop over God, veelal ‘de Schepper’, wordt gesproken. Hij is goed. Hij is liefde. Hij is te vertrouwen. Hij is sterker dan het kwaad. De Schepper is de Almachtige (125). Hij komt – op voor ons ongedachte wijze – bij zijn doel. Alleen als de Schepper zelf ingrijpt komt het goed (93).
Zo wordt gesproken over de zoon van God (hoofdstuk 16). Hij is één met de Schepper van hemel en aarde (100). In hem komt de Schepper zelf naar de aarde. Niet binnengestapt maar ‘naar binnen geperst, krijsend en spartelend, niet in staat om zichzelf warm te houden… voor zichzelf te zorgen. Hij was volstrekt hulpeloos’ (98). Dank voor deze schitterende passage! Dit geeft woorden aan het grote mysterie van het geloof (1 Timoteüs 3:16a en b). Oer neemt de tijd om te spreken over de kruisdood van Jezus en over de verbijstering die dat met zich meebrengt. Het onvoorstelbare nieuws van Jezus’ opstanding klinkt. Oer beschrijft in een ontroerende passage de geloofsbelijdenis van Tomas waarin hij Jezus ‘mijn Heer… mijn God’ noemt (123). Jezus is Heer (127, 135). (En passant wordt bij Jezus’ Hemelvaart uitgelegd dat de hemel een andere dimensie is (128)).
Oer spreekt in dit alles in lijn met het Bijbelse getuigenis (Filippenzen 2:5-11). Jezus is één van wezen met de Vader (Nicea, zie met name het evangelie van Johannes). De prachtige passage van bladzijde 98 over Jezus’ geboorte roept in herinnering hoe de vroege kerk beeldend en plastisch spreken kon over de menswording van Gods zoon. De kunst van het oorspronkelijk schrijven komt hier goed van pas. Het is alsof je erbij staat en er getuige van bent. Wat geweldig, dit alles.
Kritiek en aandacht.
Een misser vind ik dat Pro zich afvraagt of ‘Adem’ (de Heilige Geest) een hooggeplaatste engel is (128) – en dat deze vraag blijft staan. Verderop wordt wel duidelijk dat ‘Adem’ Jezus dichtbij brengt en dat de beweging van Jezus niks is zonder ‘Adem’ (hoofdstuk 22). Als je zegt dat Jezus Heer is, zeg dan ook dat dan ook van de Geest (2 Korintiërs 3:17, Nicea). Ik zou zeggen: wees op dit punt helder. Laat geen ruimte voor misverstand en/of kom op een op zichzelf begrijpelijke suggestie terug.[ix]
Waar ik vooral benieuwd naar was, is hoe in dit (aangekondigde) boek aan bod zou komen dat alles ‘in Christus’ geschapen is (Johannes 1, Kolossenzen 1:15 vv). Dit komt terug in het hoofdstuk 16 (Keerpunt). De Schepper zelf komt naar de aarde wordt mens. Maar waarom komt Gods zoon niet eerder ter sprake? Ik begrijp dat een dogmatische verhandeling in Oer niet op z’n plaats is. Maar zo’n verhandeling is ook niet nodig (‘Laat wij mensen maken’, Genesis 1:26). En met de schrijfstijl van Oer had dit zeker moeten lukken.
Bovenstaande twee punten komen hierin samen: Oer spreekt voornamelijk over God als ‘Schepper’. ‘Ze zijn lid geworden van de familie van de Schepper’ – zo staat het over mensen die zich hebben laten dopen (131). Maar evengoed zijn gedoopte mensen burgers geworden van het koninkrijk waarvan Jezus koning is. En ze zijn tempel van de Geest. Nu verwacht je in boek over schepping en evolutie, geloof en wetenschap dat de Schepper vaak genoemd wordt. Maar God is Een. Dit is de essentie van het geloof (Deuteronomium 6:4, 1 Korintiërs 8:6). ‘Wij geloven in één God’ – zo begint de geloofsbelijdenis van Nicea.
Helder verhaal.
Dankbaar voor het helder beleden geloof in Oer wil ik bovenstaande punten van kritiek en aandacht ook noemen. Niet alleen met het oog op de discussie over Oer. Maar ook met het oog op het hedendaagse christelijke belijden en spreken. Christenen vertellen vandaag Gods verhaal. Hoe spreek je over God zelf? Laat dat zo helder een compleet mogelijk gebeuren. Ook (misschien juist) bij een ingewikkelde discussie. Helemaal als je op een nieuwe manier dat ene, aloude verhaal wilt vertellen.
Jezus’ dood
Christus is voor onze zonde gestorven, zoals in de Schriften staat (1 Korintiërs 15:4, Nicea). In haar indrukwekkende boek The Crucifixion besteedt Fleming Rutledge een heel hoofdstuk lang aandacht aan de ernst van zonde. ‘Je kunt de Bijbel onmogelijk serieus nemen zonder na te denken over zijn vooronderstellingen inzake zonde’ (Rutledge). Hoe doe je dit in een boek als Oer waarin het woord zonde niet voorkomt? Hierboven heb ik al gezegd hoe indrukwekkend Oer spreekt in het hoofdstuk ‘Opstand’. Ik overvraag Oer mogelijk als ik hier verder op inga. Wel deze twee dingen.
Zonde.
Allereerst; vandaag vinden christenen het moeilijk om over zonde te spreken.[x] Speelt dat mee in de keuze om het woord ‘zonde’ te vermijden? Toch zullen christenen eraan moeten geloven. Oer stelt christenen voor de vraag hoe je dat goed doet. Bij mij komt de vraag op of je zonder het woord ‘zonde’ kunt als je ‘Gods grote verhaal’ wilt vertellen. Christenen gaan niet mee met het verhaal dat De meeste mensen deugen (Bregman). Iemand als Francis Spufford komt met grof geschut. Hij spreekt in zijn boek Dit is geen verdediging van de zogenaamde ‘verklootpotentie’ (HPTFTU). Omdat Spufford die potentie in zichzelf zag, ging hij in God geloven. Woorden moeten zorgvuldig gekozen worden. De context doet ertoe. Zo lees ik Oer. Vertel wat zonde is, zo lijkt Oer te zeggen.
En toch. Er groeit een nieuwe generatie op. Mensen die geen weet hebben van of afkeer hebben ten opzichte van bijbelse of ‘kerkelijke’ noties zoals zonde. En kerken en christenen stellen zich niet (meer) op met een opgeheven vinger alsof zonde iets is van/voor ‘anderen’ (buitenkerkelijken). Is de tijd niet rijp om dat woord gewoon te gebruiken? Nog even en buitenstaanders gaan christenen erop wijzen dat zij zo’n mooi, ‘eigen’ woord hebben om te zeggen wat er mis is en gaat.
Golgota.
Als Jezus is gestorven om onze zonden en het woord ‘zonde’ niet gebruikt wordt; hoe wordt er dan over Jezus’ dood gesproken? Gelukkig is Oer niet eenzijdig. In Oer zie ik verschillende modellen terugkomen. Recapitulatie: in de verzoeking door Satan is Jezus, in tegenstelling tot Adam en Eva, wel gehoorzaam (104-106 over Jezus’ leven). Substitutie en offer: de dood van Jezus rekent mensen hun verkeerde dingen niet aan; God kijkt naar mensen alsof ze Jezus zelf zijn (125). Christus Victor: als Jezus sterft is hij een overwinnaar; Jezus kijkt ‘met een blik die hij in zijn ogen had gehad toen hij een storm tot bedaren bracht, toen hij boze geesten wegjoeg’ (115). Jezus overwint de kwade machten.
Oer had aan diepgang gewonnen als het ook over God als Rechter was gegaan. In Oer is het vooral God die liefde is en er alles aan doet om zijn schepselen, zijn mensen, bij zich terug te krijgen. De Bijbel zegt dat God ook degene is die de zonde en de zondaar opbrengt en oordeelt (Psalm 90).[xi] De kerk belijdt dat Jezus terugkomt om te oordelen de levenden en de doden (Nicea). God is de Rechter die in Jezus zelf aan het recht ten onder gaat. Zo worden we bevrijd van het komende oordeel (1 Tessalonicenzen 1:10). Oer had dit punt goed kunnen maken aan de hand van het evangelie van Johannes. Daarin gaat het, net als in Oer, vaak over licht en donker. Johannes 3 spreekt over Gods liefde en Gods oordeel; ‘wie niet in hem (de Mensenzoon) gelooft, is al veroordeeld…. Het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht.’[xii]
Helder en compleet.
Dit kritiekpunt sluit aan bij wat ik hierboven (‘God en mens’) heb gezegd over het hedendaagse karakter van Oer. Daarnaast sluit dit punt aan bij wat ik hierboven heb gezegd over het spreken over ‘zonde’. Wie over zonde begint, komt vanzelf uit bij Gods oordeel. Jezus is ‘het lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt’ (Johannes 1:29). Dit punt is een denk- en actiepunt voor hedendaagse christenen. Net als bij ‘Godsleer’ zou ik hier willen zeggen: wees zo helder en compleet mogelijk.
Licht
Ik rond af. Naar mijn mening brengt Oer een belangrijk gesprek een stap verder. Het is een knap en prachtig boek. Ik hoop op een goede doorwerking ervan.
Vragen, kritiek en aandachtspunten zijn er ook. Ik breng die punten onder de aandacht. Dat doe ik in verbondenheid met de sfeer die Oer bij mij oproept. In het hoofdstuk ‘Opstand’ las ik iets dat die typerend vind voor Oer. Er staat dat Womuntu (Adam) zijn dorpsgenoten weerspreekt op het moment dat een van hen de Schepper verkeerd heeft begrepen of verkeerd citeert. Womuntu en Maisha (Adam en Eva) corrigeren. Ze zeggen: ‘Wij hebben jullie doorgegeven wat we zelf van de Schepper hebben gehoord’. Mooi om dit nieuwtestamentische citaat bij Adam en Eva te noemen; het christelijke geloof is een doorgevende traditie (2 Timoteüs 2:2). Daarvan getuigt Oer.
Ik sluit af met wat ik de meest treffende zin van het boek vond. Pro kan het mooi zeggen:
‘Overal waar hij (de Schepper) licht laat schijnen, komen kansen om zijn plan te laten slagen’ (29).
Dordrecht, 16 mei 2020
Verder lezen over schepping, evolutie, wetenschap en geloof
Voorkom een intern debat over schepping en evolutie OnderWeg (2016) en Eigen verhaal over het ontstaan Nederlands Dagblad (2014).
Eer de Schepper om wie Hij is; om zijn trouw en om zijn werk. Preek Zondag 9 Catechismus en Kolossenzen 1:15vv
Hoe lezen we Genesis 1? Themadienst Delfshaven (2011).
Verder kijken dan André Kuipers. Nederlands Dagblad (2012).
Geloof in God want Hij beloont wie Hem zoekt. Preek Hebreeën 11:1-6 (door het geloof weten we dat het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare).
Apologetiek. De verdediging van het geloof.
Verdedig je geloof. Apologetiek anno nu. OnderWeg (2020).
Over de (on)zin van Godsbewijzen. Hand-out gesprek apologetiek te Rotterdam.
Spreken over zonde en genade
God is de goede rechter (preek over boete-Psalm 51).
Een mens is voor een tijd een plaats van God (preek Psalm 90, over gevolgen van zonden).
Zo slecht hebben we het niet met onszelf getroffen. Reformatorisch Dagblad (2019).
Volharding der heiligen. Over het spreken over zonde in het leven van Gods kinderen (n.a.v. Dordtse Leerregels).
KNOWN. Inleiding op serie preken Ezechiël.
Geschonden bestaan. Over zonde, kwaad en de duivel in de dogmatiek van Van den Brink en Van der Kooi. De Reformatie (2014). (Een aardig detail: in dit artikel vraag ik er aandacht voor om op een meer persoonlijke manier te spreken over de duivel. In Oer gaat het over machten en de tegenstander.)
Godsleer – en de verandering daarvan in (westerse) kerk.
Welke God is terug? Nederlands Dagblad (2014).
Jezus is selfie uit selfie geworden. Blogpost 2015.
Scheepje (z)onder Jezus’ hoede. Reformatorisch Dagblad (2018).
God, de enige God, is in Jezus onze naaste geworden. Preek Marcus 12:28-37.
PS Max Pam reageerde in De Volkskrant op Oer. Onder andere betrof dat de vraag naar God en lijden. Zie hier een draadje van me op Twitter inzake deze kwestie.
Voetnoten
[i] Uit sommige reacties bleek dat lezers de indruk kregen dat ik me (in dit artikel) tegen het model keerde waarin schepping en evolutie samengaan. Maar die reacties gaan juist uit van de (bestaande) kloof voor- óf tegenstander van bepaalde modellen. Het gaat mij erom dat het gesprek beter gevoerd wordt. (Dat geldt niet alleen inzake schepping en evolutie. Maar ook in andere onderwerpen zoals de vrouwelijke ambtsdrager. Zie Voer een beter gesprek over de vrouwelijke ambtsdrager (Reformatorisch Dagblad).
[ii] Zie Volharding der heiligen. Spreken over Gods roeping ten aanzien van zondige mensen.
[iii] Even los van dit punt; vandaag is er, vanwege klimaatproblematiek, veel aandacht voor het feit dat het in de Bijbel niet gaat om de mens maar om heel de schepping. Oer richt zich op heel die schepping (zorg ervoor) maar spreekt, zeker in het begin, wel heel nadrukkelijk over het plan rondom God en mens.
[iv] De hel van veraf en dichtbij. OnderWeg 2015.
[v] Zie KNOWN. Inleiding over preken over Ezechiël.
[vi] Discussie eerste doopvraag is een teken van secularisatie. Blogpost 2019.
[vii] Zie Gods bevrijdende keuze. Preek Dordtse Leerregels.
[viii] Zie Scheepje onder Jezus’ hoede. Artikel Reformatorisch Dagblad naar aanleiding van een preek over Gods Drie-eenheid. Zie ook de voetnoten van het genoemde artikel.
[ix] Met begrijpelijk bedoel ik: toen Jezus het tegen zijn discipelen over ‘de Trooster/Helper’ had, was er bij hen onbegrip. Inmiddels zijn we wel een eind verder gekomen.
[x] We hebben onze christelijke cultuur van zonde en schuld immers achter ons gelaten? Zie mijn artikel over het offer van Abraham (in gesprek met de islam). Lees vooral het boek van Rutledge. Zie verder bij voetnoot iv tm vi hierboven.
[xi] Zie Een mens is voor een tijd een plaats van God. Preek Psalm 90.
[xii] Zie Op een nieuwe manier mens worden. Preek over het gesprek tussen Jezus en Nicodemus.
‘Maisha’ betekent in de Swahili-taal: ‘Leven’.
Maar het is ook de naam van een WordPress sjabloon. Dit tweede is iets minder poëtisch.
Dank. Dan maar gaan voor de betekenis ‘Leven’.
ja, dat was de bedoeling, Swahili.
Womuntu betekent ‘mens’ als het goed is.
Ja, positivisme is hot…, maar brengt niet het hele verhaal. Voor kinderen laten we we wel eens wat weg, daar kunnen redenen voor zijn. Daarom wel blij met jouw ‘volwassen’ reactie, Matthijs! (die toch ook positief getoonzet is)
Dank, Joop, voor je reactie. Ik hoop niet dat m’n blog alleen de indruk geeft dat Oer positivistisch is. Spreken over zonde (zonder dat woord te noemen) vind ik indrukwekkend en knap.
Nee hoor, zeker niet. Laten we het er op houden dat ik dat (atoom-) deeltje eruit licht.. 😄