Preek over Marcus 16:9-20, het magistrale slot van het Marcusevangelie. Jezus stuit aan alle kanten op ongeloof. Maar hij zit bepaald niet bij de pakken neer. Heel Gods schepping moet het goede nieuws horen. Voorbeeldliturgie onderaan de preektekst.
1 Dat ene, kleine groepje moet heel de wereld veranderen?
Vorige week zondagmiddag vierden we, net als in de ochtenddienst, het heilig avondmaal. Een handjevol gemeenteleden zat aan de tafel. Bij ons roept dat, ook omdat de kerk nou niet echt vol zat in die middagdienst, gelijk het gevoel op: gaan we wat doen aan de middagdienst? Dat punt laat ik hier liggen.
Dat kleine clubje aan de avondmaalstafel van die zondagmiddag van de Paasdag was juist wel bijzonder. Het brengt ons terug. Terug naar Marcus 16. Zo ongeveer moet het er hebben uitgezien zo’n tweeduizend jaar geleden; een klein groepje gelovigen. Die nog veel meer in de put zaten dan sommigen die vandaag de dag somberen over het kerkbezoek in de middagdiensten. Want hun heer en meester was gevangen genomen, gekleineerd, mishandeld om uiteindelijk de gruwelijke kruisdood te sterven. Einde van hun droom.
Plots verschijnt Jezus aan hen. Uit het graf opgestaan. Levend. Hij stelt zijn discipelen opnieuw aan. Ze worden apostelen. Ze moeten heel de schepping (16:15) het goede nieuws bekend maken. Direct volgt Jezus’ hemelvaart (16:19). En daar zitten ze dan. Die kleine groep volgelingen. Van een nieuwe beweging, ‘de weg’.
Houd het klein – zou ons advies zijn. Overschreeuw jezelf niet. Deze tip zouden wij geven: misschien kun je beginnen met wat familieleden of in een buurthuis ofzo. Wij zouden vragen om een actieplan. Verzin eerst even: hoe ga je je positioneren ten opzichte van die respectabele, oude godsdienst van het Jodendom? Dacht je echt dat je de strijd aan kon gaan met zoveel gevestigde religies? Wat stelt het koninkrijk van Jezus voor in vergelijk met het georganiseerde koninkrijk van de Romeinen?
Maar Jezus zegt: je gaat. En ik zal je helpen. En hij vertrekt. Het fenomenale slot van Marcus[i] doet dan ook twee dingen tegelijk:
- Het slot trekt het hele boek van Marcus binnenstebuiten-op-de-kop. Steeds was Jezus de verborgen schat. Wat moet je goed zoeken om hem te vinden. Steeds vroeg Jezus die ene stap te zetten en hem, in zijn nederigheid, te aanvaarden. Hier straalt Jezus. Breekt door ongeloof heen. Geef strijdorders. Onderwerpt alle tegenstand (gif, slangenbeet, ziekte 16:18). Neemt de meest machtige positie in (de rechterhand van God 16:19, zie Daniel 7:14). En het gebeurt. De apostelen gaan en het evangelie wint (16:20). Hulde aan de koning! Jezus is Heer.
- Het evangelie vraagt om vertrouwen, geloof (16:16). Daarin loopt dit stukje helemaal parallel met heel het evangelie van Marcus. In een flits wordt Jezus’ majesteit hier helder. Zeker. Voor de apostelen. Maar niet voor de rest van de wereld. En/want Jezus zelf is gelijk weer weg (16:19). De navolging begint nu echt voor de apostelen! Ze moeten gaan doen en werken zoals Jezus steeds deed en werkte: stad voor stad, land voor land, mens voor mens, hart voor hart. Ze moeten, net als Jezus zelf, dwars door alle mogelijke tegenstand heen (slangen, gif, vervolging etc.). Zo gaat het evangelie van de levende Gekruisigde over heel de wereld. De leerlingen zullen hierin niet boven hun heer en meester staan (Marcus 10:39 en 45); integendeel.[ii] Het evangelie, hoezeer hier in een moment van majesteit gezien, blijft een verborgen schat in de wereld. Jezus vraagt vandaag toegang tot jouw hart en leven. Geloof hem.
Alles staat of valt met het geloof in Jezus’ naam (16:16). Geloof jij Jezus? Voor de laatste keer stuiten we in Marcus op het grote mysterie van het geloof:
Hij (Christus Jezus) werd gelijk gesteld door de Geest…
(is) verkondigd onder de volken
vond geloof in de wereld
is opgenomen in majesteit.
(1 Timoteüs 3:16).
De bijbel leert ons niet allereerst te kijken naar aantallen, on- of kleingeloof van anderen of onszelf. Focus op die ene schat; bewaar en leef, gemeente, het grote mysterie van het geloof.
2 Aan Jezus alle eer.
Veel komt aan de orde in dit laatste stukje van Marcus. Dit stukje leidt onder christenen ook zomaar tot allerlei discussie. Bijvoorbeeld over de doop (16:16); of die nou alleen aan volwassen mag worden bediend of ook aan gelovigen en hun kleine kinderen.[iii] En over de gaven van de Geest (16:17 en 18). De discussie wordt nog wel eens versmald tot de vraag of die gaven voor toen bedoeld waren of net zo goed voor ons, christenen vandaag, bestemd zijn.[iv]
In deze preek kan ik op al deze dingen niet ingaan (zie verwijzingen onderaan de preek); ik focus op de volgende drie dingen.
Jezus kiest en roept.
Opzienbarend is het ongeloof onder de volgelingen. Jezus verschijnt aan zovelen:
- Eerst een ‘verschijning in afwezigheid’ aan de drie vrouwen (16-1-8);
- Blinde paniek is het ‘antwoord’ van deze vrouwen. [v]
- Dan aan Maria van Magdala (16:9, zie de trailer van een film over haar);
- maar men gelooft haar niet (16:11).
- Dan verschijnt Jezus aan twee discipelen (16:12);
- maar ook zij vinden geen gehoor (16:13).
- Dan verschijnt Jezus in het midden van zijn discipelen; hij verwijt hun hun hardheid van hun hart en hun ongeloof (16:14).
Wat een opmerkelijke rij. Opvallend is vervolgens dat iedere verdere reactie, van de kant van de discipelen, ontbreekt. Blijkbaar gaat het er niet in de eerste plaats om dat zij nu wel geloven (al is dat gelukkig wel het geval).
Als we dit punt zien in het licht van het evangelie van Marcus, ontdekken we dat de discipelen van Jezus niet ‘beter’, ‘geloviger’ zijn dan anderen. Ja; zij gingen Jezus volgen (10:28). En zij worden aangesteld als de nieuwe geestelijke leiders omdat de toenmalige leiders faalden.[vi] Maar de aandacht gaat uit naar Jezus. Hij roept. Denk aan het expliciete woord dat elders staat: niet jullie hebben mij maar ik heb jullie uitgekozen (Johannes 15:16). Zelfs geloof is een gave (Efeze 2:8). Zo neemt Jezus hier steeds het initiatief. In zijn verschijningen. In zijn opdrachten aan hen.
Laten we, gemeente, dit woord in onze (geloofs)oren knopen. Zeker anno nu. Wie vandaag gelooft, wordt al snel als volgt geframed (Metronieuws 3 april 2018):
Geloof je ‘nog’?[vii] Alsof het achterhaald is. Mopper niet op mensen die zo denken of spreken – al kan het geen kwaad daar, bij gelegenheid, eens wat van te zeggen. We gaan terug. Terug naar Marcus. Toen níemand geloofde. Dat evangelie leeft vandaag. Verbaas je er vooral over dat het evangelie van tweeduizend jaar oud springlevend is. Dat jij – al is het met twijfel, vallen en opstaan – gelooft in Jezus. Neem je positie in. Wees trouw op de plek waar Jezus jou roept. Jezus kiest jou. Waarom? Tja. Waarom koos hij díe discipelen? Marcus 16 zegt het ons aan als een kado, een geheim. En zo is het vandaag nog.
Jongeren, ik wil dat graag tegen jullie in het bijzonder zeggen. Wees niet te verbaasd als je voelt dat het ‘niet klopt’; dat geloof in Jezus. ‘Het klopt’ ook niet; in onze wereld, in ons verstand, in je leven van een gewone dag. Het klopte toen niet; in de harten en hoofden van de discipelen. Ze zaten op slot. Zelfs als ze van hun vrienden horen dat Jezus leeft, geloven ze niet.
En dan zegt Jezus: en zet nu die stap. Zet die ene stap. Vertrouw mij. Het valt (alleen) op z’n plaats als je Jezus begint te volgen.
De Schepper bewijst zijn trouw in Jezus.
Wat verder opvalt is de grootsheid van de verlossing die (het geloof in) Jezus geeft. Jezus zegt niet: ga zieltjes voor me winnen. Of: zorg dat de mensen in de hemel komen. De Heer zegt: heel de schepping moet het goede nieuws leren kennen (16:15).[viii] Heel de schepping moet buigen voor de Heer; ziekte, aanvallen (slangen), natuurkrachten (gif), taalgrenzen (spreken in onbekende talen): niets of niemand kan hem verhinderen Heer te zijn (16:17 en 18).
Hier staat, zo voel je wel, de Herschepper. Hier spreekt hij die net zoals geliefd en gediend wil worden als de Ene die zich als Schepper bekend had gemaakt.[ix] De discipelen luisteren en worden apostelen. De schepping doet mee en maakt de buiging, zo zegt 16:20: de Heer hielp hen en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen. Zoals de Schepper door niets of niemand tegengehouden werd toen Hij zei dat er licht, leven(svormen) en alle dingen moesten bestaan (Genesis 1), zo komt hier de Heer Jezus tot zijn doel. Daarom begonnen we de dienst ook met Psalm 24: heel de aarde is van God; het dak moet eraf want de Heer komt!
De wonderen die Jezus hier noemt, worden bijna allemaal beschreven in het Bijbelboek Handelingen. Deze wonderen moesten er zijn om dat kleine groepje de kracht te geven die nodig was. Om het evangelie vaart te geven. Zijn al deze wonderen vandaag niet meer van toepassing op de kerk van Jezus? Pas op, gelovige, als je zo denkt! Het zijn gaven van de Geest. Hij is de Geest van God, de Geest van de verhoogde Jezus. De Geest die, op zijn beurt, net zo geliefd wil worden (Marcus 12:31) als de Vader en de Zoon (cf. Romeinen 8:9). Vrij om te doen wat Hij wil en te geven wat Hij nodig vindt, aan wie en wanneer Hij maar geven wil. In de kerk bidden wij voor zieken. Leggen we de handen op. Niet eerst zeggen: maar God doet wat Hij wil… (soort reserve inbouwen). Bid. Vertrouw. Reken op de Heer.
Moeten alle gelovigen deze gaven hebben of kunnen uitoefenen? Denk nog eens na, gelovige, als je het zo zegt. Al helemaal als je daaraan de gedachte verbindt dat daaraan zichtbaar wordt of iemand een ‘echte’ gelovige is. Wie dat denkt, ontgaat precies wat Marcus 16:9-20 zegt. Het gaat om het geloof in Jezus. Jézus is echt. Verleg de focus niet naar jezelf of de ander. Houd je blik op Jezus gericht.
Het is blijkbaar de kunst om te laten staan wat Jezus hier zegt. Spreken in onbekende talen (16:17) gebeurt. Handelingen 2 vertelt het. Christenen spreken in ‘engelentaal’. Onze gemeenteleden …. die vertaalwerk doen in Afrika verrichten dat werk net zo goed. Zodat het evangelie daar gehoord en gelezen kan worden. Wonderen van genezing vinden plaats. Door alle tijden heen. En even goed bidden we de Heer om kracht bij lijden, ziekte of zelfs de (naderende) dood. Ook hierin staan wij, volgelingen, niet boven onze Heer die doden opwekte en, tegelijk, zelf de smadelijk dood heeft geproefd.
Het gaat om de lofprijzing op Gods naam. Dat Jezus de eer krijgt die hem toekomt. Dan kun je denken aan het zingen van een Psalm of een (opwekkings)lied. Maar let op dat je het niet versmald tot ‘de kerk’ (zondag) ofzo. Jezus is de Heer van de kerk en de wereld. Héél de schepping. Eer hem door naar de kerk te komen. Net zo goed gaat het erom dat je denkt aan het mileu; dat je je auto eens laat staan en/of minder vlees eet. Dat je consumindert. Dat je (politieke) plannen maakt voor verduurzaming van de leefomgeving. En laten wij een groene kerk zijn. Er schijnt er maar een ‘echte’ van te staan in Dordt. Daar kan nog meer bij.
Het gaat om vergeving van zonden door Jezus’ lijden. Maar net zo goed om het gevecht tegen je verkeerde gedrag of zelfs karaktereigenschappen (Kolossenzen 3, Galaten 5). Het gaat om het sterven van je oude mens, je on- en kleingeloof. Maar net zo goed om het groeien in een goede omgang met elkaar, in het volharden om gemeente te zijn in Jezus’ naam. Het gaat om trouw zijn in je kring/wijk. En net zo goed om missionair zijn op Staart.
Alles wordt nieuw. Wat een schitterende finale, dit slot van Marcus! Alles begint te zingen, te lofprijzen, te buigen en te juichen. De Schepper is trouw. In Jezus komt het goed. Volg je Heer, gemeente.
Doe mee!
De preek is nu bijna uit. Het evangelie van Marcus is bijna uit. In de meeste handschriften eindigt dit evangelie zoals alle evangeliën eindigen: Amen (zie de Statenvertaling).
Dat woord is cruciaal. Marcus is niet een boek dat je leest zoals je boeken leest voor je literatuurlijst. Ja; zo lees je Marcus ook. Want wat een schitterende verhalen. Wat een gelijkenissen van Jezus. Wat een woordenwisselingen. Hoe wordt trouw en ontrouw tot in detail uit de doeken gedaan. Het zijn een voor een verhalen die onze cultuur tot op vandaag diep hebben beïnvloed.
Maar dan. Een punt? Of zeggen: tjonge, wat interessant?
Nee – zegt Marcus. Het laatste woord, amen, past helemaal bij Marcus.
Zet de stap! Die ene stap.
Zoek de schat! Die prachtige diamant.
Jij. U. Heel de gemeente.
Alle inwoners van Papendrecht, ’s-Gravendeel en Dordrecht.
Alle Nederlanders.
Heel de wereld.
Doe het en leef.
Tot eer van de Heer.
Deze preek hoort bij een serie preken over Marcus (2017/2018). Hier vind je een korte inleiding op die serie en een overzicht daarvan.
‘Heel de schepping’: hoe klinkt dat vandaag bij de klimaatcrisis? Zie Er is geen planeet B (preek Ezechiël 18).
[i] Ik aanvaard Marcus 16:9-20 als evangelie; evangelie zoals Marcus dat steeds beschrijft in zijn boek. Is Marcus 16:8 het slot van Marcus of eindigt dit evangelie met 16:9-20? Zie voor die vragen de Paaspreek De schrik van je leven, onderaan de preek bij noot i.
[ii] Zie de preek Hoe dichtbij mag het evangelie komen? Preek Marcus 10:45.
[iii] Denk aan de tekst: ‘Wie gelooft en zich laat dopen, wordt gered’ (Marcus 16:16). Het is een tekst die wel eens wordt gebruikt in de discussie over de vraag of alleen volwassenen mogen worden gedoopt; kinderen kunnen immers niet geloven. Wie zo redeneert, ziet voorbij aan het bijzondere van dit gedeelte. Het evangelie gaat de wereld over; beslissend is het geloof in Jezus (met als kenmerk: de doop). Omdat ik op dit punt in deze preek niet verder inga, wijs ik op een drietal themadiensten hierover:
- Het Nieuwe Testament ‘zwijgt’ over de vraag of (kleine) kinderen van gelovigen gedoopt mogen worden (preek 2);
- Het geheel van het Bijbelse getuigenis wijst een kant op (preek 3);
- Van belang hierbij is ook de onderliggende vraag: wat is een sacrament; waarnaar wijst dat (preek 1)?
Het zijn alle drie diensten uit 2009; voor mijn gedachten daarover en waardering daarvan, zie de opmerking bovenaan de 1ste preek.
[iv] De kerken van de GKv maken ook op dit punt een behoorlijke verandering door. Niet ten onrechte zijn die kerken wel eens evangelisch-gereformeerde kerken genoemd. Dat is vooral goed te zien als je enige afstand neemt. Bij de vorige charismatische golfbeweging klonk er uit die kerken tegengeluid. Denk aan De Kandelaarverklaring; een waarschuwing voor de wereldwijde opmars van charismatisering en on-Bijbelse elementen daarin. Zie mijn bespreking van de Kandelaarverklaring in De Reformatie (uit mijn Groninger tijd). Denk ook aan boeken als Meer dan genoeg (2004) en het vervolg daarop; Geestrijk leven (2006). Dat soort geluiden hoor je vandaag (bijna) niet meer, al klinken blijvend waarschuwingen voor excessen. Hoewel geen gemeengoed, is (gematigd) charismatisch denken en geloven te beschouwen als een onderdeel van het geheel van de kerken van de GKv (net zoals je een in andere kerkgenootschappen charismatische werkverbanden hebt). Ik vond een recent ingezonden in het Nederlands Dagblad van een GKv-er uit Zwolle over o.a. Marcus 16 veelzeggend. Zelf lid van de Zwolse kerken (vanaf 1996) bedacht ik dat dit toen niet zo gezegd werd:
Dit alles betekent niet dat de discussie op dit punt verdwenen is. Zie een puik artikel van mijn collega Wim van der Schee (OnderWeg, 16 mei 2015) en een emailwisseling tussen Wim van der Schee en Ronald Westerbeek (in OnderWeg).
[v] Zie De schrik van je leven (zie noot i). Preek Marcus 16:1-8.
[vi] Zie Niemand is zo gek als God. Preek Marcus 12:1-12.
[vii] Zie over dat woord ‘nog’ en de bijkomende frame Eigen geloofspapieren (NRC, september 2016) en, uitgebreider, Jezus volgen in een seculier klimaat (de Reformatie 2013).
[viii] Heeft de kerk die opdracht versmald tot ‘de ziel’ van de mens? En heeft de (christelijke) politiek de rest opgepakt? Zie mijn artikel Kerk en politiek; hoe stellen christenen zich op (Nederlands Dagblad, najaar 2013)? Ik heb de indruk dat er een omslagpunt heeft plaatsgevonden en dat heel wat christenen en kerken zich nu nadrukkelijk/vooral richten op (sociale) gerechtigheid. Dat is uiteraard goed, als het maar niet zo is dat dat te maken heeft met de gedachte dat je zo ‘nog’ (zie noot vii) relevant bent of dat je opgaat in het leven-anno-nu. Laten kerken de schat van het evangelie hooghouden, en laten hun daden daarop volgend (Marcus 16) zijn. Zie een kort opiniestukje daarover in OnderWeg (2015).
[ix] Zie God, de enige God, is in Jezus onze naaste geworden. Preek Marcus 12:27-38.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Groet
Psalm 24: 1 en 4 http://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-24
10 woorden
GK 157 (schuldbelijdenis)
Gebed
Kinderen naar voren Genesis 2:4b-25 (De mens in Gods schepping)
Zie de zon, zie de maan (Op Toonhoogte (nieuw) 564)
Kinderen naar de kring
Marcus 16:1-20 (tekst 9-20)
Verkondiging Hoe alles anders wordt en hetzelfde blijft
1. Dat ene, kleine groepje moet heel de wereld veranderen?
2. Aan Jezus alle eer.
Jezus kiest en roept
De Schepper bewijst zijn trouw
Amen; stem in en doe mee!
Juich want Jezus is Heer, http://www.songteksten.nl/songteksten/61343/opwekking/juicht-want-jezus-is-heer.htm
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 634: 1 en 2 (U zij de glorie)
Zegen