Preek naar aanleiding van Zondag 20 van de Catechismus. Twee zinnen slechts besteedt het leerboek van de kerk over de Geest. Vanwaar de karigheid? Voorbeeldliturgie onderaan de preektekst.
Gemeente van de Heer
1 Misschien wel mooi, maar een beetje karig?
Merk(t) u/jij wel eens wat van de Heilige Geest? Over DV drie weken is het Pinksteren. We gedenken dan dat de Geest van de verhoogde Jezus werd uitgestort (Handelingen 2). Mooi dat er DV dan ook openbare geloofsbelijdenis plaatsvindt.
Om ons voor te bereiden op dat feest, wil ik de komende weken in de verkondiging stilstaan bij de vraag wie de Geest is en wat Hij doet. Ik doe dat aan de hand van een van onze belijdenisgeschriften; de Catechismus. Te beginnen bij Zondag 20. Daar staat dit over de Geest:
Wat geloof je van de Heilige Geest?
Ten eerste dat Hij samen met de Vader en de Zoon echt en eeuwig God is.
Ten tweede dat Hij ook aan mij gegeven is, om mij door echt geloof eenheid/verbondenheid met Christus en zijn gaven te geven, mij te troosten en eeuwig bij me te blijven.
Wat vind je van die zinnen? Mooi? Of; op zich mooi maar (veel te) karig? Kijk maar eens mee. Zondag 11 gaat over Jezus. Zondag 12 ook. 13, 14 enzovoort. Tot en met Zondag 19 over Jezus. En dan twee regels over de Geest. En dan gaan we het snel over de kerk hebben (zondag 21).
Als je gelooft dat de Geest echt God is (Zondag 20); doe je de Geest dan niet tekort maar twee regels? Is het een wonder dat er wel eens gezegd wordt de Geest het ondergeschoven kindje is in de gereformeerde kerken? Hebben we het niet over onszelf afgeroepen: het verlangen naar opwekkingsbijeenkomsten, aandacht voor Geestesgaven, zingen van opwekking (in plaats van Psalmen) of dat mensen zeggen dat het ontbreekt aan enthousiasme of elan?
Twee minuten om deze stelling met elkaar te bespreken:
(misschien wel mooi maar) wel een beetje karig die twee zinnen van Catechismus Zondag 20 over de Geest
Het liefst een gesprek in verschillende generaties. Dus zit er iemand voor of achter je die 20 of 40 jaar ouder of jonger is dan jij; dát is je gesprekspartner.
…(gesprek)…
We checken de uitkomst. Wie is het met de stelling eens? Wie niet? Bewaar je antwoord, vooral je motivatie daarin, voor het vervolg en misschien ook voor het gesprek na afloop van de dienst.
2. Zet de stap naar de zoon. Én laat je leiden door de Geest.
Om de vraag of Zondag 20 karig is of juist niet, is het nodig in ieder geval twee stappen te zetten.
De oceaan en het meertje.
Allereerst de vraag naar (de aard en functie van) de Catechismus. Laatst vroeg iemand me: jullie lezen in de kerk wel eens uit iets dat ‘Catechismus’ heet; wat is dat eigenlijk? Een mooie vraag. Laten we er rekening mee houden, gemeente, dat er tijdens de kerkdiensten altijd mensen aanwezig zijn die niet – zoals de meesten van ons – gepokt en gemazeld zijn in de christelijke leer. Die zich afvragen: wat staat er in de Bijbel? Wat is de Catechismus? Wat is een ‘Psalm’? Mooi dat die vragen gesteld worden. Dat houdt ons scherp. Het foute antwoord is in ieder geval: vraag dat maar aan de dominee 😇. Zondag 12 zegt dat Jezus jou een profetes/profeet maakt.
Ik heb het volgende gezegd op de vraag naar de Catechismus.
God is onmetelijk groot. Niemand kan zich van zijn wezen, zijn grootheid en kracht ook maar een voorstelling maken (1 Timoteüs 6:16, Jesaja 40, Romeinen 11:33-36 e.a.).
De Bijbel kun je vergelijken met een oceaan; een oceaan die iets duidelijk maakt over de vraag wie God is en wie wij voor Hem zijn. Een oceaan is groots, wijds, uitgestrekt, ruig, aantrekkelijk, veel dieptes maar ook rustige gedeeltes – noem maar op.
De Catechismus kun je vergelijken met een meertje dat de kerk eens, in de 16de eeuw, heeft aangelegd. Een meertje heeft ook water [anders gezegd: leert je ook – net als de Bijbel – God en het leven met Hem kennen] maar is veel overzichtelijker is dan een oceaan. In dat meertje kun je gerust pootjebaden en baantjes trekken zonder dat je gelijk verdrinkt of in eindeloze uitgestrektheid van de oceaan verdwaalt. Op die manier kun je wennen aan het water van de oceaan (Bijbel) en op een wat eenvoudige manier kennis maken met God.[i]
Zeker; iedere vergelijking gaat mank. Misschien zou u/jij het anders zeggen. Mijn punt is: als we willen zien of Zondag 20 karig is of niet, moeten we ‘pootje baden’ (Catechismus). Zo maken we kennis met het water van de ‘oceaan’ (Bijbel) en komen we onder de indruk van wie God, die oneindige grote God, is.
Evenveel respect voor de Enige, de zoon en de heilige Geest.
Een mooie plek om te ontdekken wie de Geest is, is Marcus 12. We hebben maandenlang naar Marcus geluisterd.[ii] En zo dat deel van de ‘oceaan’ verkend.
Een belangrijk gedeelte uit Marcus is hoofdstuk 12. Jezus spreekt over de liefde tot God, de Enige. De kern van de geboden. En Jezus zet zichzelf naast die Enige. Jezus zegt dat hij de naaste is die net zo geliefd wil worden als die Enige, God.[iii] Jezus’ tegenstander probeert Jezus’ woorden nog een andere draai te geven. Hij wil – uit eerbied voor God – de afstand tussen God, de Enige, en Jezus bewaren. Maar Jezus laat die ruimte niet. Jezus zegt: je moet nu die ene stap zetten. De stap om in mij te geloven. Maar niemand durft. Iedereen houdt z’n mond (12:34b).
Maar Jezus zwijgt niet. Hij spreekt verder. En let dan goed op. Wij zouden ons in zo’n situatie beklagen dat we ons niet serieus genomen voelen. Jezus doet iets anders. Jezus zegt: hoe – als jullie niet naar mij luisteren – luisteren jullie dan naar de heilige Geest (12:36)? De Geest spreekt toch door Davids mond over de messias als zijn Heer (12:36)? Nadrukkelijk zegt Jezus: de heilige Geest zegt. Híj is spreker, via de mond van David. Hoe kan de Geest de messias Davids Heer noemen als – zoals iedereen in Jezus’ dagen dacht – de messias Davids zoon is (12:37)?
Dat lijkt een aparte vraag. Een vraag die uit de lucht komt vallen. Dat wordt anders wanneer deze vraag bij het vorige stukje hoort; het stukje waarin Jezus zegt net zo geliefd wil worden als de Enige, God. Het punt dat Jezus hier maakt is dit: als jullie steeds met mij, mijn gezag, mijn wonderen, woorden en daden geconfronteerd worden en toch de (geloof)stap naar mij niet zetten; wát doe je dan? Dat is de vraag die Jezus, de zoon (12:6[iv]), aan de orde stelt.
Jezus zegt: dan heb niet een probleem met mij (ja, dat ook). Maar je hebt een probleem met de heilige Geest. De Geest getuigt, zo zegt Jezus, al eeuwen van Davids zoon en Heer (Marcus 12:36 & 37). En hier staat die zoon en Heer voor je. Maar je wilt hem niet net zo liefhebben als die Enige, God (Marcus 12:31).
Op een verborgen manier, als een diep verborgen schat, wordt hier duidelijk wie de Heilige Geest is. Hij is niet zonder meer ‘een bezielende kracht’. Dat ook. Hij leert je om Heer tegen Jezus te zeggen (cf. 1 Korintiërs 12:3). Dat leerde de Geest al aan David – al begreep die dat ongetwijfeld niet (Marcus 12:35, Psalm 110, cf. 1 Petrus 1:10). Door alle tijden heen bevrijdt de Geest. En Jezus wordt door Hem aangewezen als Gods zoon (Marcus 1:10 & 11).
Jezus’ tegenstanders verzetten zich tegen dit onderwijs. Het is geestelijk verzet. Op dit punt geeft Jezus de meest scherpe waarschuwing. Verzet tegen Jezus kan vergeven worden. Maar verzet tegen de Geest niet (cf. Matteüs 12:31). Zijn discipelen leren, door hemelse kracht, Jezus te belijden. Zij ontvangen straks dan ook de Geest in volheid en met vuur (Handelingen 2[v]). Het geheim van God, de Enige God; Vader, Zoon en Geest begint hier in het evangelie op te lichten.
Even later in het evangelie van Marcus gaat het net zo als in hoofdstuk 12. Ik bedoel die belangrijke toespraak over het einde van de tempel en het einde van de tijden (Marcus 13).[vi] Het gaat daar over een uur dat alleen God de Vader weet (13:32). Tegelijk gaat het over Jezus’ komst in majesteit (13:26). En Jezus spreekt over de heilige Geest die de gelovigen alles zal geven wat nodig is (13:11).
Wie is God, die Enige God? Hij die door niemand doorgrond kan worden? Marcus begint een tipje van de sluier op te lichten. Er is een God. Ja. En heb Jezus net zo lief als Hem. Want zo spreekt, zegt en wil de Geest het.
Kijk; (sommige) buitenstaanders zeggen wel eens: geloven jullie in drie goden? Maar dat doen christenen niet. Dat zou voor gelovige Joden als Petrus en Paulus een gruwel zijn geweest. Maar zij die geloofden in de Enige (Deuteronomium 6) konden niet om Jezus heen – toen hij na Pasen uit het graf opstond. Hij is Heer. Ze moesten dat wel belijden. En ze konden niet om de Geest heen. De Geest die altijd heeft getuigd van de messias als Heer; die Geest kreeg gelijk op Pasen. De Geest van God die boven de schepping zweefde en alles tot leven bracht (Genesis 1:2) neemt op Pinksteren allen die in Jezus geloven in bezit en vernieuwt hen (Handelingen 2).
Zet de stap: laat je leiden door de Geest (Romeinen 8).
Gemeente, het is belangrijk dat we op dit punt luisteren naar Romeinen 8. Daar staat dat wie in Jezus zijn, niet meer veroordeeld worden (8:1). De wet van de Geest bevrijdt (8:2). Ons leven staat in het teken van de Geest (8:4).
Maar daar stopt het niet. Heb je gehoord wat er ook staat? Er wordt gesproken over een strijd; je laten leiden door jezelf en door de Geest. Er klinkt in dit stukje – en daarom heb ik het uitgekozen – iets dat doet terugdenken aan Marcus 12. Dit vers: wie zich niet laat leiden door de Geest, zegt Paulus, hoort niet bij Jezus (Romeinen 8:9). Hoor je dat?
Ga nog even terug naar het tempelplein . Denk nog even aan die gelovige man die tegen Jezus zei: ik geloof al; in de Enige (Marcus 12:32). Wat is het probleem, Jezus? Maar Jezus zegt tegen die man: zet nu de stap; geloof in mij.
Zo is het ook met de Geest (Romeinen 8:9). Precies zo. Het evangelie zegt: laat je leiden door de Geest. Misschien zeg(t) u/jij: ik geloof toch al in Jezus? Ik kom toch in de kerk? Ik belijd mijn geloof. Wat is het probleem? Het evangelie zegt: Christus moet in je leven (Romeinen 8:10). Anders is je geloof (in Jezus) dood (cf. Jacobus). Leven moet Jezus in je. Dat kan alleen de Geest doen. Zet die stap, zegt het evangelie. En zet die stap steeds weer (Zondag 45). Dat wil zeggen: laat je steeds leiden door de Geest.
Zo horen wij het evangelie, gemeente. De oceaan die wijst naar en spreekt over God. Heb God lief. Ja. En hou net zoveel van Jezus. Inderdaad. En spits evengoed je oren voor de dagelijkse aanwijzingen van de Geest. Zo is en geeft God ons leven.
3 Eer aan de Geest.
Zo. Nu hebben we een korte detour gehad. Door de ‘oceaan’ (Bijbel). Terug naar het ‘meertje’ (Catechismus). Is die karig? Als de Catechismus allereerst zegt dat ‘de Geest echt een eeuwig God is’; dan legt de Catechismus het hart van het evangelie direct op tafel. Beter kan niet. ‘Meer’ kan niet. Want ‘meer’ dan God bestaat niet. Als we gaan pootjebaden in het meertje van de Catechismus, stuiten we direct op die onmetelijk grote God die, toch ook, in ons wonen en werken wil; die ons troost en Jezus in mij laat leven (Zondag 20).
De spiritualiteit van de Catechismus.
Is dat dan alles? Nee. Om de spiritualiteit van de Catechismus te begrijpen moet je goed luisteren. Ik wijs op drie dingen:
- Als het gaat over Jezus, gaat het in de Catechismus altijd ook over de Geest. Denk aan Zondag 12: zoals Jezus profeet, koning en priester is; zo leert Jezus door zijn Geest mij hem in al die dingen te volgen. Als het gaat over Jezus’ hemelvaart dan gaat het over de Geest die ons leert te leven als oprechte christenen (Zondag 18 en 19).
- Bij het concrete werk van Jezus (kerk en sacramenten, Zondag 21-30) gaat het voortdurend over wie de Geest is en wat Hij doet.
- Het bevrijde, christelijke leven is het leven door de Geest (Zondag 32; Christus vernieuwt door de Geest naar Gods beeld). Daar hoort ook bij het vechten tegen je verkeerde gewoonte, zondekennis en genadekennis (zondag 44[vii]) en het gebed (zondag 45[viii]-52).
Kortom; het is nogal moeilijk om de Heilige Geest níet tegen te komen als je pootjebaad in het meertje; het leerboek van de kerk, de Catechismus. En zo hoort het. Want probeer de bijbel maar eens open te doen en de Geest niet tegen te komen. Het is zijn woord (2 Timoteüs 3:16). Zijn woord dat wijst naar Jezus (Marcus 12:36. Johannes 5:39).
Zegt de Catechismus dan alles? Ach; laten we alsjeblieft de Catechismus niet verheerlijken. Dat is niet nodig. Het is goed om het christelijk gesprek over de gaven van de Geest te voeren. Want Hij is God – vrij om te geven, versieren en uit delen wat Hij wil en aan wie Hij wil.[ix] En laten we regelmatig Nicea belijden. Ook als het gaat om de Geest zijn we dan verbonden met de wereldwijde kerk. In Nicea heeft de kerk antwoord gegeven, luisterend naar de Bijbel:
Wij geloven in de Heilige Geest
die Heer is (Zondag 20)
en levend maakt
die van de Vader en de Zoon uitgaat
die samen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt
die gesproken heeft door de profeten (cf. Marcus 12:36).
(en dan de belijdenis over de kerk en vergeving van zonden en eeuwig leven)
Met de Geest valt niet te spotten.
Tot slot nog twee dingen. Eerst een waarschuwing. Als wij avondmaal vieren hebben we nog wel eens voorbereiding daarop (klassiek gereformeerd). Dan is dat bij Pinksteren al helemaal nodig. Want God zelf komt.
Voor ons gevoel is de Geest nog wel eens het meest vaag. Jezus; ja: hij is mens als jij en ik. En de Schepper zien we in de schepping. Maar de Geest? Tja. Klinkt vaag. De Bijbel draait het, als het gaat om de juiste aandacht, om. Jezus kon bespot worden. Dat is gebeurd op Golgota. Mensen die dat hebben gedaan, konden vergeven worden (Handelingen 2). En wie de Schepper negeert, zal dat zeker merken – maar er is een weg terug (Handelingen 17). Altijd.
Maar bij de Geest is dat anders. Hij maakt Gods werk definitief. Wie zich dan (stiekem of publiek) willens en wetens verzet, leeft op een doodlopende weg. Ananias en Saffira hebben dat gemerkt toen zij dachten een dealtje te kunnen sluiten in de eerste christelijke gemeente (Handelingen 5).
Paulus waarschuwt de Korintiërs als zij ruzie maken, partijen vormen, seksuele zonden kennen. Kom dan niet aan met ‘ik geloof in Jezus’ of andere vrome praatjes. Paulus wijst hen erop dat ze tempel van de Geest zijn. En dat ze zich niet realiseren wie God is.
Ten opzichte van de gemeente aan de Galaten schrijft Paulus net zo. Wie niet de strijd aangaat tegen de zonde in zichzelf, in liefde met de ander leeft en de vrucht van de Geest laat zien; die heeft geen deel aan het koninkrijk van God (Galaten 5:21). Daar helpt geen kerklidmaatschap, avondmaalsviering, ambtelijke dienst, vroom gebed of (missionaire) inzet tegen. Je staat erbuiten. Want je negeert de Geest – die God is (Zondag 20).
Kortom, gemeente: het wordt Pinksteren. Kijk niet naar een ander. Ieder beproeve zichzelf (1 Korintiërs 11). Bekeer je waar nodig. Zet die stap. Geloof niet alleen in Jezus. Maar laat je ook leiden door de Geest (Romeinen 8). Heb die ene God lief; Vader, Zoon en Heilige Geest.
Gids voor altijd.
Tot slot een bemoediging. Waar aan de ene kant arrogante christenen een waarschuwing krijgen om Jezus of het geloof niet voor hun kar te spannen, krijgen andere, wat zwaarmoedige christenen, juist een bemoediging. Sommige gelovigen hebben het geleerd om vooral bang te zijn voor de Geest. Bang dat ze zich bezondigen aan ‘de zonde tegen de Geest’. Voor die mensen klinkt vandaag een bemoediging. Het heilige vuur is een kado. Zondag 20 noemt de Geest zo. En dat is volop Bijbels (Handelingen 2, Efeze 1:13 en 14[x]). Ik zou je willen vragen om te pootjebaden in de Catechismus. Elke keer als het gaat over Jezus, gaat het ook over de Geest. Doe niet, als je in Jezus gelooft, alsof de Geest daar los van staat. Je begint te geloven. Dat wil niks anders zeggen dan: de Geest is al in je aan het leven en werken. Hij gidst je al. Zoals Hij David gidste (Marcus 12:36). Zoals Hij Petrus liet zeggen: u bent de messias (Marcus 8:29). Zo brengt Hij jouw tot de erkenning dat Jezus Heer is (1 Korintiërs 12:3).
Ik denk dat je het zo mag zien: je bent al aan het zwemmen in die grote oceaan van Gods liefde. En ja; dat is best eng. Zoals een kind dat leert fietsen er, ineens, achter komt dat z’n moeder/vader hem al heeft losgelaten en dat ‘ie alleen, helemaal zelf fietst. Een bang en blij gevoel tegelijk. En dan ga je misschien nog wel eens onderuit. Dat zal. Maar de Geest is God, zegt de Catechismus, zegt de Bijbel. Hij laat het werk van zijn handen niet los maar blijft daar trouw aan – tot in eeuwigheid.
——
Deze preek hoort bij een korte serie over de Geest, de kerk en de verhoogde Jezus (Hemelvaart). Voorbeeldliturgie: zie onder.
[i] De Catechismus is voor velen vandaag niet meer in beeld. Maar gooi dat boek niet weg. Zie mijn Catechismus 4.0. Pleidooi voor hergebruik (De Reformatie 2013). Tegelijk is het ook echt een boek uit de 16de eeuw; zie De afgoden van onze tijd (o.a. over de blijvende waarde van de Catechismus en over het veranderende toneel van die tijd en onze tijd).
[ii] Zie hier voor een korte introductie op en overzicht van 17 preken over Marcus (najaar 2017 – voorjaar 2018).
[iii] Zie God, de enige God, is in Jezus onze naaste geworden. Preek Marcus 12:28-37.
[iv] Zie Niemand is zo gek als God. Preek over de gelijkenis van de wijngaard uit Marcus 12:1-12.
[v] Zie Herbron! Pinksterpreek over Handelingen 2 (2015).
[vi] Zie Alleen Jezus is de Christus. De rest is fake. Preek Marcus 13.
[vii] Zie Nieuw leven is begonnen. Over de verhouding tussen het nu-gekomen-rijk en de voltooiing daarvan, in onze op het hier-en-nu gerichte tijd.
[viii] Zie Laat je leiden door de Geest als je bidt (Efeze 6:18).
[ix] Zie Hoe alles verandert en hetzelfde blijft. Preek over Marcus 16:9-20.
[x] Zie Gestempeld door de Geest. Preek Efeze 1:13 & 14.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum
Groet
Psalm 100, nieuwe berijming http://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-100
Leven in Jezus (Galaten 5:1 en 13-26)
LB 670:1a,3v,4m,5a,6v en 7a
gebed
Kinderen naar voren
Genesis 6:5-22 (Gods opdracht aan Noach)
Op toonhoogte 453
Kinderen naar kring
Lezen Marcus 12:28-37 en Romeinen 8:1-11
Verkondiging Bijna Pinksteren. Wie is de Geest?
1. Misschien wel mooi, maar wel een beetje karig?
2. Zet de stap naar de zoon. Én laat je leiden door de Geest.
• De oceaan (Bijbel) en het meertje (Catechismus)
• Evenveel respect voor de Enige, de zoon en de heilige Geest
• Zet de stap. Laat je leiden door de Geest (Romeinen 8).
3. Eer aan de Geest
• Met de Geest valt niet te spotten.
• Eeuwige Gids.
LB 675: 1 en 2 (Geest van hierboven)
Dankgebed en voorbede
Collecte
LB 146c: 1, 2 en 7.
Zegen