Jezus vertelt in de gelijkenis van de zaaier, de akker en het onkruid een alledaags verhaal. Toch is er onbegrip. Dat blijkt uit de vraag die Jezus’ discipelen stellen (vers 36). Juist deze vraag laat goed zien dat de gelijkenis een bijzonder doel heeft. Na bijna twee seizoenen preken uit het evangelie van Matteüs is te zeggen dat de gelijkenis het hele evangelie in een notendop is. Enkele bijzonderheden werk ik uit in voetnoten (vooral v, xxviii en xxx). Je kunt de preek beluisteren via mijn podcast. Een voorbeeldliturgie staat onderaan de preektekst.
Gemeente van de Heer
1 Veelzeggende gelijkenis uit Matteüs 13.
Toen ik op de middelbare school zat deed ik ’s zomers vakantiewerk. Een keer was het onze taak om onkruid en gewas dat niet goed was eruit te halen. Na een uur hadden we al heel wat verzameld. Toen kwam de opzichter. Hij kwam checken wat wij van het land hadden gehaald. Inderdaad: onkruid en gewas dat niet goed was. Maar het bleek dat we per ongeluk ook goed gewas mee hadden genomen. De opzichter was daar minder enthousiast over.
Gelijkenis.
Jezus vertelt een gelijkenis van een zaaier die goed zaad zaait. Maar er is er iemand die de zaak bederft door allerlei[i] onkruid op het land te zaaien, onkruid dat bij het opgroeien nauwelijks te onderscheiden is van graan. De knechten stellen voor om het onkruid van het land af te halen. Maar de heer zegt dat ze moeten wachten op de oogst. Want zomaar zouden de knechten ook goed graan van het land af kunnen halen. Dat zou zonde zijn.
Gemeente, nu we bijna twee seizoenen naar evangelist Matteüs hebben geluisterd wil ik nog een keer luisteren naar Matteüs 13. Toen we de vorige keer luisterden naar dat hoofdstuk[ii] hebben we gezien waarom Jezus in gelijkenissen spreekt. Jezus brengt daarmee onderscheid aan tussen de mensen. En zo brengt hij oordeel en verlossing. Jezus is immers gekomen om te redden wat verloren is (Matteüs 18:11).[iii]
Wijsheid.
Vandaag nog een keer dit hoofdstuk. Want hoe langer we naar Matteüs luisteren des te meer begin ik te denken dat de gelijkenissen van Matteüs 13 en Jezus’ uitleg daarvan bijzonder licht werpen op heel het evangelie van Matteüs.
Matteüs zegt dat Jezus in gelijkenissen bekend maakt wat sinds de grondlegging van de wereld verborgen was (Matteüs 13:35, Psalm 78). Jezus is de vervulling van de (oudtestamentische) wijsheid.[iv] Jezus hecht er belang aan dat zijn eigen discipelen (wel) begrijpen wat de gelijkenissen betekenen (Matteüs 13:51). Jezus zegt dat zijn leerlingen huismeesters zijn die nieuwe en oude dingen tevoorschijn halen (Matteüs 13:52). Dat wil zeggen dat zij geloven dat in Jezus Gods aloude beloften in vervulling gaan.
2 Waar gaat de gelijkenis over?
Wat maakt de gelijkenis van de zaaier en de akker zo bijzonder? Hoe helpt dat om het evangelie van Matteüs te verstaan?
Onkruid is een bijkomstigheid.
Dat hoor je om te beginnen aan de vraag die Jezus’ discipelen stellen naar aanleiding van de gelijkenis. Zij vragen of Jezus de gelijkenis van het onkruid op de akker wil uitleggen (Matteüs 13:36). De gelijkenis van het onkruid? Ging de gelijkenis daarover? Tja. Het ging in de gelijkenis ook over onkruid. Dat is waar. Maar dat is niet de hoofdlijn.[v] Jezus vertelt van een mens die een akker heeft. Van een zaaier die goed zaad zaait. Die weet dat er op een dag een geweldige oogst komt. Deze mens weet wat hij doet. Als een ander roet in het eten gooit (onkruid) raakt hij niet van de wijs. Hij zet zijn plan door. De heer in de gelijkenis is goed en heeft zijn zaken op orde. En deze heer is (al)machtig. Hij zal ervoor zorgen dat het onkruid verdwijnt en dat de oogst komt.
De gelijkenis gaat over de zaaier (mens/heer), de akker en het goede zaad waarbij ook onkruid komt. Maar blijkbaar is het onkruid de discipelen vooral bijgebleven. Konden ze dat niet plaatsen en hebben ze (daarom) het verhaal vanuit dat perspectief onthouden? Ik kom er zo op terug.
Jezus zegt wie hij is en wat hij doet.
Gelukkig houdt Jezus bij de uitleg van de gelijkenis voet bij stuk. Jezus vertelt dat de gelijkenis over hem gaat. De akker, de wereld (Matteüs 13:38), is Jezus’ wereld. ‘De mens’ van wie de akker is (Matteüs 13:24), is ‘de mensenzoon’; Jezus (vers 37, Daniël 7:13).[vi] Alles is immers in en tot Gods zoon geschapen (Johannes 1, Kolossenzen 1).[vii] Jezus is de zaaier van de gelijkenis die het goede zaad, het hemelse koninkrijk, zaait.[viii] En Jezus kent de zijnen én hij kent degenen die bij de tegenstander, de duivel, horen. Op een dag zal Jezus recht doen. Dat betekent oogst (voltooiing van de wereld) en oordeel (Matteüs 13:38b-42). Het kwaad wordt vernietigd.[ix] Wie vasthoudt aan het kwaad heeft geen toekomst. Maar de rechtvaardigen zullen stralen als de zon in het koninkrijk van hun Vader (vers 43, cf. Daniël 12:3)!
3 Jezus is Heer over alles en allen.
Deze gelijkenis is meer dan een ‘bijzonder verhaal’.[x] Je hoort daarin veel van het evangelie van Matteüs. Kijk maar mee. Matteüs 1 zegt dat Jezus de zoon van David is die zijn volk redt van zonde (Matteüs 1).[xi] Jezus, de ‘mens’ van wie de akker is (Matteüs 13:24), is koning en heer. Zo stelt Jezus zich steeds op in het evangelie. Jezus is Heer en meester van de sabbat (Matteüs 12:8).[xii] Jezus stilt de storm op het meer (Matteüs 14).[xiii]Jezus vergeeft zonde en is de dood de baas (Matteüs 9:1-34).[xiv] De wereld is zijn wereld.
Tegenstand.
Toch krijgt Jezus steeds te maken met tegenstand (vijand, onkruid). Kijk ook zo naar het evangelie. Aan het begin van zijn leven wordt hij bijna door Herodes vermoord (Matteüs 2).[xv] Aan het begin van zijn loopbaan wordt Jezus door de duivel beproefd (Matteüs 4:1-11).[xvi] Gaandeweg neemt die tegenstand toe in kracht. Jezus wordt verweten blasfemisch te zijn (Matteüs 9:3).[xvii] Jezus wordt zelfs verweten in naam van de vorst van de demonen te werken (Matteüs 9:34 en 12:22-37).[xviii] En dan komen de gelijkenissen van Matteüs 13 waarin Jezus vertelt van de goede, (al)machtige heer en de tegenstander en het onkruid.
Kijk in alles naar Jezus.
Zie je? In de gelijkenis laat Jezus zien wat er gebeurt. Jezus laat je als het ware door de situatie heen kijken. Jezus kent de tegenkracht, het verzet tegen hem. Be-heer-st die. Zoals hij alles beheerst. De gelijkenis is daarom allereerst een bemoediging. Jezus weet wat hij doet.
In de gelijkenis waarschuwt Jezus ons ook. Jezus waarschuwt voor die anti-kracht. Die kracht maakt indruk. Maar die heeft niets van zichzelf. Het een lookalike (13:25).[xix] Dat maakt het lastig en listig. Zie maar eens te ontdekken of iets uit God is of niet. Satan doet zich voor als een engel van het licht (2 Korintiërs 11:14, Matteüs 4:1-11[xx]). Kijk zo naar de Bergrede. Jezus waarschuwt daar voor wolven die zich voordoen als schapen (Matteüs 7:15).[xxi] In de Bergrede spreekt Jezus ook over het verborgen karakter van het leven met God (Matteüs 6:1-18).[xxii] Soms is het ‘onkruid’ zo sterk aanwezig dat het het goede graan overwoekert. Wat zie je dan nog van God en zijn werk? Wat merk je nog van de kracht en blijdschap van het geloof? Maar God, je Vader – zegt Jezus – kent je hart, als je in het verborgene bidt en goed doet (Matteüs 6).
De gelijkenis laat je overal doorheen kijken. Je ziet Gods werk in Jezus. De verbazing van de discipelen zit erin dat ‘de mens’ niet gelijk met dat onkruid afrekent. Daarom beginnen ze over dat onkruid (Matteüs 13:36). De discipelen merken namelijk dat Jezus Heer en meester over alles is. Ze beginnen te geloven dat Jezus de messias is. Waarom laat Jezus tegenstand toe? Waarom rekent hij niet af met de duivel en zijn werk? Dat was onbegrijpelijk voor de discipelen. Dat paste niet in hun beeld van wie de messias zou zijn.
Jezus gaat het kwade te lijf.
In de gelijkenis vertelt Jezus dat hij weet wat hij doet. Van onkruid, tegenstand, raakt hij niet van de wijs. Jezus zegt er iets bij. De discipelen moeten niet denken dat zij zelf het probleem van de tegenstand(er) kunnen oplossen. Want dan zouden ze naast het onkruid ook het goede graan meenemen (Matteüs 13:29). Het probleem van de duivelse anti-kracht, gaat ons, mensen, te boven. Jezus zelf zal afrekenen met het kwaad (Matteüs 13:41 en 42). Impliciet vertelt Jezus hier van zijn dood aan het kruis. Dat moment waarop het ‘onkruid’ het goede ‘graan’ overwoekerd lijkt te hebben. Maar juist zo redt Jezus. Op Golgota en bij Pasen blijkt dat Jezus zelf het ‘zaad’ is dat over de akker van de wereld wordt gestrooid (Matteüs 13:24). Het ‘zaad’ is Jezus’ lichaam en bloed waarvan Jezus wil dat we dat eten en drinken aan het avondmaal (Matteüs 26:26vv).[xxiii] Zo maakt Jezus alles gereed voor de voltooiing van zijn wereld (Matteüs 13:39).
4 Leven in het koninkrijk.
Jezus vraagt of de discipelen de gelijkenissen begrijpen en de discipelen bevestigen dat (Matteüs 13:51). Later zal Jezus hun nog meer deelgenoot maken van de geheimen van het koninkrijk. Wie Jezus volgt gaat steeds meer van hem en de geheimen van het koninkrijk zien. Denk aan het moment waarop de discipelen zien hoe Jezus begint te stralen als de zon, op de berg van de verheerlijking (Matteüs 17).[xxiv] In Matteüs 13 zegt Jezus dat dat de toekomst is voor ieder die bij hem hoort (Matteüs 13:43, Opwekking 520).
Jezus roept om hem te volgen.
Er valt nog wat op in het evangelie van Matteüs. Denk aan het belangrijke hoofdstuk Matteüs 18. [xxv] Jezus spreekt over tekorten, hindernissen, omgaan met jezelf en anderen, over schuld en vergeving. Jezus komt in dat hoofdstuk terug op de gelijkenis van de akker en het zaad. Jezus waarschuwt voor het ‘onkruid’. Jezus zegt: ‘wee de wereld met haar valstrikken’ (Matteüs 18:7, zie 13:41).[xxvi] En Jezus waarschuwt voor het verstikkende karakter van het ‘onkruid’. Daarmee bedoelt Jezus de onwil om elkaars zonden te vergeven (Matteüs 18:28).[xxvii]
Matteüs 18 is opvallend. Want in de gelijkenis van Matteüs 13 komen wij, mensen, er niet aan te pas.[xxviii] De knechten mogen het onkruid er niet uithalen (Matteüs 13:28). Zij kunnen dat niet. Jezus en zijn engelen zullen dat doen (Matteüs 13:40-42). In Matteüs 18 is de blikrichting anders. Jezus zegt dat een gelovige er rekening mee moet houden ‘onkruid’ tegen te komen. Denk aan verzet, tegenwerking en allerlei zonde. En Jezus roept op heel dicht bij hem te blijven. In zijn kracht te leven. Hem te volgen in wat aanvoelt als een smalle weg (Matteüs 7:14[xxix]). Alleen zo leef je veilig en heilig met hem die het kwaad overwint (Opwekking 520). Zo leer je samen met heel Gods kerk uit te zien naar de dag van Jezus waarop alle kwaad vernietigd wordt (Matteüs 24 en 25).[xxx]
5 Aandacht voor de Heer.
Ik rond de preek af. Dat doe ik met een uitdrukking die je misschien kent: ‘wat je aandacht geeft groeit’. Geef je aandacht aan het negatieve dan zal dat groeien. Geef je aandacht aan het goede dan zal dat sterker worden. Wat Jezus doet in Matteüs 13 lijkt hierop. De discipelen hebben de aandacht op de tegenstand (onkruid). Ze begrijpen niet waarom Jezus daar geen einde aan maakt. Zo kan het jou en mij ook vergaan. Waarom laat God deze moeite of dat lijden toe? Waarom gaan dingen in de kerk of in de wereld zoals ze gaan? Waarom overkomt mij deze ellende? Het is soms echt onbegrijpelijk. Jezus zet je vizier op scherp. Hij nodigt je uit om in alles naar hem te kijken. Hij is goed. Hij weet wat hij doet. Hij be-heer-st alles en allen. Stap voor stap werkt hij aan redding en geluk. Zijn dag komt. Leef je leven met deze Heer.
======================
Zie Trouw, wijsheid en macht van de Drie-ene God. Inleiding prekenserie Matteüs (2019-2021).
Voetnoten
[i] Van de Beek (preek 16 in God lééft. Over moeilijke teksten in de Bijbel. Utrecht, 2020) wijst erop dat het gaat om onkruiden (meervoud). Dat gaat over de talloze manieren waarop de duivel probeert om Gods werk in Jezus te verstieren. Voor de manieren waarop de duivel werkt, zie een korte inleiding op een serie preken over Jezus’ beproeving in de woestijn (Matteüs 4).
[ii] Begin 2020 hield ik deze preek: Over het geduld van de komende rechter. Preek Matteüs 13:1-30.
[iii] Zie preek Matteüs 18:6-14 (niet alle vertalingen hebben vers 11, zie de preek). Over het verband tussen Matteüs 13 en 18 zie het vervolg van deze preek.
[iv] Zie ook Matteüs 11:19 en 25 en 15:10, zie resp. preek over Matteüs 11:7-19, 11:20-30 en 15:1-20.
[v] Van de Beek (zie voetnoot i) spreekt over ‘bijkomstig’ (‘goddelozen zijn er pas later bijgekomen…. De gelijkenis gaat niet uit van een fundamenteel dualisme tussen goed en kwaad’). Van Bruggen (CNT) zegt dat Jezus het perspectief van de discipelen ogenblikkelijk herstelt (door niet te beginnen bij de dolik, het onkruid, maar over de mens die zaait).
[vi] De uitdrukking “Mensenzoon” is belangrijk in Matteüs (komt 32x maal voor). Zie uitleg in de preek in de tekst waar deze uitdrukking voor het eerst voorkomt, preek Matteüs 8:18-22.
[vii] Zie preek Catechismus zondag 9 (themadienst schepping en evolutie) en zie mijn recensie van OER.
[viii] Zie Bekeer je want het koninkrijk der hemelen is nabij. Preek Matteüs 4:17.
[ix] Zie ook God vernietigt het kwaad. Preek Ezechiël 38 en 39.
[x] Zie preek Matteüs 13:1-30 over het hoe en waarom van gelijkenissen.
[xi] Zie preek Matteüs 1:21. En zie Kerstpreek over de lijst van geslachten uit Matteüs 1.
[xii] Zie Hoe Jezus Heer en meester is. Preek Matteüs 12:8.
[xiii] Zie preek En als de golven overslaan.
[xiv] Zie Ook de dood wordt een halt toegeroepen. Preek Matteüs 9:9-34.
[xv] Matteüs 2. Zie De ster van Bethlehem.
[xvi] Zie preken over Jezus’ beproeving in de woestijn.
[xvii] Zie preek over Jezus’ vergeving van zonde. Matteüs 9:1-8.
[xviii] Zie preek over het slot van Matteüs 9 (vorige voetnoot) en zie Jezus blijkt de allersterkste te zijn (preek Matteüs 12:22vv).
[xix] Dat de duivel niets van zichzelf heeft, zie de preken over verzoeking in de woestijn. En zie preek over Hemelvaart en de macht van de boze.
[xx] Punt is dat de duivel in de proef steeds ‘goede’ (redelijke, nodige) en zelfs Bijbelse dingen zegt. Zie preken over de verzoeking in de woestijn (vorige voetnoot).
[xxi] Zie preek over het slot van de Bergrede.
[xxii] Zie preek Matteüs 6:1-18.
[xxiii] Zie preek over de instelling van de eucharistie/het avondmaal tijdens de Pesachviering (Matteüs 26).
[xxiv] Zie preek Hoe Jezus erbij is. Preek begin Matteüs 17.
[xxv] Zie De woedende heer en het kwetsbare kind. Korte inleiding op preken Matteüs 18.
[xxvi] Zie preek Matteüs 18:7-14.
[xxvii] Zie preek over de gelijkenis van de schuldenaren uit Matteüs 18:21-35.
[xxviii] Dit benadrukt Van de Beek (zie voetnoot i). En dat past ook bij zijn theologie. Terecht waarschuwt Van de Beek in de genoemde preek voor een te simpele visie op de tucht en het zuiver willen houden van de kerk (alsof de kerk de akker zou zijn; de akker is de wereld). Mijn punt is dat in Matteüs 18 in verschillende opzichten terugkomt op Matteüs 13, in ‘ergernissen’ en ‘verstikken’, zie het vervolg van deze preek en de daarbij horende voetnoten die verwijzen naar preken uit Matteüs 18. Onderliggend speelt mee de vraag naar de verhouding tussen God en mens, de mate van participatie in het koninkrijk, zie de preek over de gelijkenis van de talenten uit Matteüs 25 waarin die vraag aan de orde komt.
[xxix] Zie preek over het slot van de Begrede.
[xxx] De gelijkenissen van Matteüs 25 zijn naar aanleiding van de eschatologische rede van Jezus uit Matteüs 24. Zie bijvoorbeeld de preek over de talenten uit Matteüs 25. Het slapen (de tegenstander zaait onkruid terwijl men slaapt, Matteüs 13:25) komt terug in de slothoofdstukken van Matteüs. Jezus roept op tot waakzaamheid (zie hiervoor genoemde preek over de talenten). En in Getsemane blijkt hoe moeilijk het is om ‘wakker’ te blijven. Zie preek over Getsemane en artikel daarover (binnenkort in OnderWeg).
Voorbeeldliturgie
Welkom (ouderling van dienst)
Votum (gezongen)
Zegen
Amen (gezongen)
GK 132 Dank U voor deze nieuwe morgen: 1a, 2v, 3m, 4v, 5m en 6a
Gods geboden
Psalm 19:3 DNP https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-19
Gebed
Kindermoment
OTH 466 Een wijs man bouwde zijn huis op een rots
Lezen Matteüs 13:24-43 en 51-52
Verkondiging Wat je aandacht geeft groeit.
Wees mijn verlangen opwekking 520 (https://www.songteksten.nl/songteksten/357073/opwekking/wees-mijn-verlangen-opwekking-520.htm
Geloofsbelijdenis (deel uit Filippenzen 2)
Presentatie Pre Marriage Course
Dankgebed en voorbede
Collecte
Psalm 111: 1 en 4 (Gods wijsheid) https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-111
Zegen
Amen