Magiërs die Jezus aanbidden. Je verwacht het niet. Magie staat – ik zeg het zachtjes – niet hoog aangeschreven in de Bijbel. Wat betekent Matteüs 2? Ik realiseer me tegen de kerkelijke agenda te zondigen door nu over Matteüs 2 te preken. Het is niet anders; we lezen door na Matteüs 1. Ik reken op genade. Voorbeeldliturgie staat onderaan de preek.
Gemeente van de Heer
1 De koning wordt geboren.
Na het paspoort, de spannende geboortelijst van Jezus (Matteüs 1)[i], volgt weer een opmerkelijk hoofdstuk. Buitenlandse magiërs komen Jezus hulde bewijzen. Schitterend heeft Rubens dit geportretteerd (inclusief het vervallen koningshuis van David). Over een paar bijzonderheden in dit hoofdstuk straks meer.
Allereerst het verband met het vorige hoofdstuk. Het ‘paspoort’ van Jezus (Matteüs 1) begint met David. Dat wil zeggen dat Jezus koning is. Daarom zingen we vandaag koningspsalm 72: vorsten van verre landen aanbidden de koning. Dat Jezus niet alleen Davids zoon maar ook Gods zoon is (Matteüs 1:23, 3:17) dat is het geheim van het evangelie (Romeinen 1:1-7).
Matteüs 2 gaat in het spoor van het vorige hoofdstuk verder. Het hoofdstuk bevestigt Jezus’ identiteit. Magiërs weten dat er een Joodse koning is geboren (Matteüs 2:2). Daarom kloppen ze aan bij het paleis in Jeruzalem. Als ze Jezus uiteindelijk vinden, in het onaanzienlijke Bethlehem, aanbidden ze hem. Ze brengen hulde. Dat doe je bij een koning. Zo leren we het evangelie te begrijpen. Want maak maar eens een grote sprong:
‘Jezus, koning van de Joden’
(Matteüs 27:37)
staat op het bordje boven het kruis. Daarover wordt gespot. Tot op vandaag.[ii] En het past ook niet in ons verstand. Maar dit is nu net het evangelie (1 Korintiërs 2:9). Matteüs 1 opent ermee. Jezus is koning. En hoofdstuk 2 zet er een dikke streep onder. De wieg van deze koning staat niet in een paleis. En zijn troon is het vloekhout op Golgota. Deze koning gaat de dood tegemoet om die van binnenuit te vernietigen.
Sluit Jezus niet op.
Gemeente, vanaf het begin van het evangelie leert Matteüs ons groot te denken van Jezus. Vergis je niet in de nederige gestalte waarin hij naar aarde kwam. Want zo komt hij naar ons om ons te helpen; hij komt tot op ons niveau (Matteüs 11:28-30).[iii] Zo helpt Gód ons. En ‘niet klein’ denken van Jezus betekent dan ook dat we hem nergens in opsluiten. Je kunt niet zeggen dat God over de zondag/kerk gaat en dat de rest van je leven daar niet of minder mee te maken heeft. Of dat Jezus gaat over de vergeving van je zonden alsof Jezus niet net zo goed een nieuw mens van je maakt. Je kunt je geloof niet achter je voordeur houden zoals onze cultuur dat vandaag wenst te doen – al vraagt het natuurlijk wel om wijsheid om te bedenken hoe je het evangelie vandaag bekend maakt.[iv]
Jezus is Heer. Dat zit er vanaf het allereerste zinnetje van het evangelie (van Matteüs) al in. Knielen wij met de magiërs en alle gelovigen neer en bewijzen wij hem hulde.
We zingen LB 477:4
2 Iedere cultuur buigt voor Jezus.
Met dat ik het zo zeg, klinkt het wel vreemd natuurlijk; ‘wij knielen samen met de magiërs voor Jezus.’ Zouden we deze broeders niet eerst eens flink moeten vermanen? Hoe durven ze, bij ‘onze’ Jezus nog wel!? Magie is nu niet echt onomstreden in de Bijbel en in de kerk. En dan zeg ik het zachtjes.[v]
Blijf weg van magie.
Mozes verbood in Gods naam magie en vertrouwen in de kennis van sterren (Deuteronomium 4). Ezechiël moet Gods oordeel aanzeggen vanwege bijgeloof in allerlei magische krachten.[vi] En vandaag kunnen we op dit punt onze kop ook niet in het zand steken. [vii] Op commerciële TV-zenders willen helderzienden je toekomst voorspellen. Of je even zoveel euro per minuut wil betalen. Soms word je aangesproken door iemand die voor jou contact wil leggen met overleden geliefden. Doen of niet? Het klinkt aantrekkelijk.
Omdat het christelijke geloof als dominante factor is verdwenen, ontstaat er een leegte in onze cultuur. Een leegte die zich vult.[viii] Ook met dit soort troep. Tot aan heksenverering en satansaanbidding toe. Het evangelie in Oude en Nieuwe Testament (Handelingen 8:9 vv) waarschuwt hiervoor. En die waarschuwing is actueel voor onze tijd. Beter kun je je tijd en geld aan goede dingen besteden. Want misschien heb je even een momentje van geluk als je je inlaat met dit soort dingen van magie, waarzeggerij of geestenwereld. Je krijgt het idee alles onder controle te hebben. Maar daarna blijf je met een kater zitten.
Het grote verschil tussen nep-geloof (magie) en Jezus is dit: nep-geloof zal altijd meer van jou vragen (geld, tijd). Het maakt je, haast ongemerkt, tot slaaf. Onzeker tot het volgende (betaal)bericht of zoek-sessie. Jezus is anders. Heel anders. Hij belooft jou iets. Hij geeft zichzelf. Hij is een Heer die kwam om te dienen. Leven met deze Heer is de moeite waard.
Veranderd leven.
Terug naar de magiërs die Jezus aanbidden. We weten amper iets over hen. Kortweg is te zeggen dat de Bijbel hen niet berispt. Waarom zouden wij dat dan wel doen? Zij hebben zo vertrouwd op de (kennis in de) sterren dat zij bereid waren daarvoor een stap naar onbekend terrein te zetten. Dat durft lang niet iedereen. Ze zijn moedig. Ze aanbidden niet hun wijsheid, hun inzicht of de sterren als zodanig. En dat is precies het punt waar het in de Bijbel om gaat; wie/wat vertrouw je? De magiërs laten zich leiden en knielen voor Jezus. En dat is goed.
Hoe zouden zij naar huis zijn gegaan na deze indrukwekkende en voor hen onverwachte gebeurtenissen? Toch zeker met een veranderd leven (cf. 2 Koningen 5). Stel je hun nieuwe boek voor toen ze in het Oosten terugkwamen: Magie anno nu. Hoofdstuk 1: Een Joods wonderkind. Tegen de tijd dat de 3de druk van dat boek uitkwam zou het evangelie van Jezus zich inmiddels aan hun poorten hebben gemeld in plaats van andersom (mogelijk in de apostel Thomas). Zo wordt Gods naam geprezen.
Onverwacht.
Nee, gemeente; in plaats van bedenkingen ten aanzien van deze magiërs is er iets anders aan de orde. Iets wonderlijks. De eersten die Jezus aanbidden zijn… heidenen (niet-Joden) uit het Oosten. De geleerden die de Bijbel van buiten kennen, dreunen hun (catechisatie)kennis op (Matteüs 2:5&6) maar ze buígen niet. Hoe zou dat zijn binnengekomen voor Joden voor wie Matteüs schreef? Het is zoiets als de geschiedenis van de Europacup 1 (nu Champions League) vertellen in Amsterdam. De eerste Nederlandse beker met de grote oren ging naar… de aartsrivaal (1970).
Kijk naar God(s werk).
De magiërs zijn geen detail. Hun verhaal is veelzeggend. Hun verhaal sluit aan bij wat alle evangelisten vertellen. Weet je nog toen we Marcus lazen? De eerste (gezonde), ja de énige mens die erkende dat Jezus (wél) Gods zoon is, was… een heiden (Marcus 15:39, cf. Matteüs 27:54).[ix] Nota bene toen Jezus stierf kwam die erkenning! En de eerste in het evangelie van Johannes die erkent dat Jezus Gods zoon is en de koning (!) van Israël, is een scepticus (Johannes 1:49). Net zoals in Johannes de eerste die belijdt dat Jezus God is een twijfelaar is (Johannes 20:28).
God leert ons te zien op wat Hij doet. Hij heeft de Bijbel (Oude Testament) helemaal niet nodig; Hij werkt in die Magiërs en hun ‘ongelovige’ onderzoek (zie Numeri 24:17 uit de mond van magiër Bileam) Vandaag komen, voor ons soms totaal onverwacht, mensen tot geloof, worden gedoopt en vertellen het evangelie.[x] Wonderlijk. Mensen die in de kerk wel eens als randleden worden gezien, hebben soms indrukwekkende getuigenissen. Of mensen buiten de kerk… (voorbeeld). Het evangelie groeit als kool in die landen waar de overheid er paal en perk aan wil stellen (China e.a.).
Denk groot van onze God, gemeente. Zijn evangelie kan soms (akelig) klein lijken. Die indruk krijg je ook als je Matteüs 1 en 2 leest. Het zijn niet de paleizen. Het zijn niet de vooraanstaanden. Machteloos soms in onze ervaring/ogen. Maar het evangelie is een reddende krácht (Romeinen 1:16).
Jezus, Heer van de volken.
Als we zo naar de magiërs kijken, gemeente, valt het ook op z’n plaats. Jezus is Heer van de volken. Dat blijkt al in het Oude Testament.[xi] Magiërs buigen. Even later vlucht het gezin van Maria en Jozef naar Egypte om, vervolgens, daar vandaan terug te keren (Matteus 2:13 vv). Matteüs hint op een tweede Exodus. En die beter en vooral duurzamer is dan in de tijd van Mozes. Een nieuwe Exodus zoals de profeten die al beloofden.[xii] God is bezig alle beloften waar te maken. Matteüs eindigt er dan ook mee dat de opgestane Jezus beveelt dat zijn evangelie bekend moet worden gemaakt ‘aan alle volken’ (Matteüs 28:19).
Zie je wat Matteüs doet? Het is geen terugblik alleen. Het evangelie kijkt evengoed vooruit. Ook onze westerse cultuur zal buigen voor koning Jezus. Wij weten en kunnen zoveel. Onze cultuur heeft God helemaal niet nodig.
Bedenk: al onze schatten van kennis, (wetenschappelijk) inzicht en onze meest fantastische tech-ontwikkelingen zullen we – net als de magiërs (Matteüs 2:11) – voor koning Jezus neerleggen. Alle eer aan Jezus. Fantastisch als je, een beetje, zo begint te leven. Als je in je leven, je studie, de inzet van je gaven leeft tot eer van Jezus en je medemens niet vergeet.
3 De ster van Bethlehem.
Matteüs 2 blijft in een aantal opzichten een raadselachtig hoofdstuk. Hoe het precies zit met die ster, daarover is al zoveel gezegd. Een bijzondere stand van de sterren of een komeet? Maar het rond krijgen – dat lukt niet.[xiii]
Verzet.
Sommigen zeggen: het zal wel niet gebeurd zijn met die ster. Tja. Dat klinkt als een mooie oplossing. Dan ben je gelijk ook van het grootste probleem van Matteüs 2 af. Dat probleem is niet die ster of die magiërs. Dat is het verzet tegen Jezus. Tot aan de gruwelijke kindermoord aan toe (Matteüs 2:12 vv). Helaas kunnen we dit verzet niet wegpoetsen. Het zat in Herdodes. En juist rond Kerst (en Pasen[xiv]) vinden er satanische aanslagen plaats, wereldwijd – op gelovigen, kerken e.a. Verzet tegen het evangelie gaat over lijken. Alsof vrede nooit het laatste woord mag hebben. In onze cultuur gaat het anders, beschaafder. Dan is het spot of iets dergelijks.
Verderop in het evangelie spreekt Jezus over het zwaard dat hij komt brengen (Matteüs 10:34).[xv] Dat gaat over de allesbeslissende keuze voor hem. Wat kan het in je eigen hart tekeer gaan. Wat kan het makkelijk zijn om mee te gaan in de stroom van onze cultuur en het geloof op te geven. Soms moet je zelf iets opgeven om in vrede met de ander en met elkaar te leven. Moeilijk.
Morgenster.
Zo lezen we Matteüs 2. Dé ster van Bethlehem is niet een komeet of een planeet. Herodes is het al helemaal niet. Zelfs de magiërs niet. Jezus is de ster van Bethlehem (Numeri 24:17). Een heel bijzondere. Een morgenster (Openbaring 22:16).[xvi] Een die een nieuwe dag aankondigt. Een nieuwe orde. Eindeloze vrede. Het begint klein. Het is aangevochten. Maar Gods nieuwe dag is begonnen. Geprezen zij de naam van Jezus.
Zie Trouw, wijsheid en macht van de Drie-ene God. Inleiding prekenserie Matteüs (2019-2021).
[i] Zie Eindeloze trouw in de mensgeworden koning. Preek Matteüs 1.
[ii] Zie Hij is verrezen dood ten spot. De Reformatie 2012. En zie een themadienst over apologetiek en Pasen (2016).
[iii] Zie De rust die Jezus geeft. Preek Matteüs 11:28-30.
[iv] Zie De bijzondere positie en roeping die God ons geeft. Preek 1 Petrus 2.
[v] Zie Het raadsel van de ster van Bethlehem, een mooi artikel van theoloog Dick Schinkelshoek in het Nederlands Dagblad over Matteüs 2 (magiërs en de ster van Bethlehem).
[vi] Zie Het gunstige vestigingsklimaat voor het afgodenbedrijf. Preek Ezechiël 8. Dat Israël deze toverkunsten van buitenlandse mogendheden afkeken blijkt uit Ezechiël 21:21. Toch werkt God ook in dit kwaad en kan het zelfs gebruiken. Zie Hoe God trouw is in vloek en zegen. Preek Ezechiël 20:25 en 26.
[vii] Zie De afgoden van onze tijd. Themadienst najaar 2016. En zie De paradox van Hemelvaart. Preek 1 Petrus 3 en 5. Zie ook de preek bij de vorige voetnoot over Ezechiel 8 (o.a. aandacht voor klimaat kan geloofstrekjes met zich meebrengen).
[viii] Zie Alternatief voor Europese leegte. NRC Handelsblad zomer 2016.
[ix] Zie Goede Vrijdag. Preek Marcus 15.
[x] Zie De relevantie van de Dordtse Leerregels. Artikel in OnderWeg (2019). En zie voetnoot ix van de preek Zo gek is het niet om in Jezus te geloven. Preek Matteüs 11:6.
[xi] Zie Jezus, Heer van de volken. Preek over (delen uit) Ezechiël 25-32.
[xii] Wright verwijst naar Jeremia 31 (nieuw verbond). Bij Ezechiel keert het thema van een nieuwe Exodus terug in Gods hervertelling van de geschiedenis van Gods volk. Zie o.a. Hoe God een spiegel voorhoudt. Preek Ezechiël 20. Zie vooral punt 3 van die preek: Een nieuwe exodus in Jezus.
[xiii] Zie het genoemde artikel bij voetnoot v.
[xiv] Zie Hier is het elke dag Pasen. Preek Efeze 1, mede naar aanleiding van de vreselijke aanslag in Sri Lanka op Pasen 2019.
[xv] Zie Het zwaard dat Jezus brengt. Preek Matteus 10:34. Zie ook Zo gek is het niet om in Jezus te geloven. Preek Matteus 11:6; het ‘zwaard’ zat ook in Johannes de Doper (en in Petrus, Matteüs 16).
[xvi] Zie Ik ben de stralende morgenster. Preek Openbaring 22:16.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum en groet van Sela
Psalm 72: 1 en 3 https://www.denieuwepsalmberijming.nl/berijmingen/psalm-72
Zaligsprekingen (Matteus 5 door voorganger)
Psalm 89:7 GK Hoe zalig is het volk
Gebed
Kinderen naar voren: Simeon en Anna
Kinderlied en kinderen naar kring
Lezen Matteüs 2
LB 475: 1 en 3 Ik mag hier aan uw kribbe staan
Verkondiging: De ster van Bethlehem
Na het eerste punt:
LB 477: 4 O, kind ons geboren
Na de preek:
LvdK 26: 1 en 4 daar is uit ’s werelds duistre wolken (aanbidden door alle volken en Vredevorst die ons vrede geeft)
Dankgebed en voorbede, afgesloten door
LB 912: 4 en 6 Neem mijn zilver en mijn goud
Collecte
GK 111 Jezus leeft in eeuwigheid
Zegen
Verdere ontmoeting
Dank voor de preek = voorbereiding kinderkring en verbondenheid met thuis gemeente.
Groeten uit Portugal!
Pieter en Diana
Fijn te horen. Goede tijd daar gewenst.