Vrijheid is niet te koop. Hagepreek bij de viering en herdenking van de Eerste Vrije Statenvergadering 19 juli 1572

Hagepreek gehouden op 19 juli 2018 in het Hof  van Nederland te Dordrecht, ter gelegenheid van de herdenking en viering van de Eerste Vrije Statenvergadering van 1572.[i]

Schriftlezing: Galaten 5:1 en 13-16. De liturgie staat onderaan de preek.

Vrijheid blijft een groot goed.
In het centrum van Leerdam staat een fraai pand. Het is gebouwd in de jaren 1560-1575.[ii] Prinses Maria van Oranje heeft er als bestuurder gewoond. Op de gevel staan deze woorden:

wie Cod wil
Vriheyt en is om gheen ghelt te coop
(zoals God het wil
Vrijheid is voor geen geld te koop)

20180705_195054

Dit pand in Leerdam is gebouwd in de tijd van de Eerste Vrije Statenvergadering. Wat betekent vrijheid vandaag?

Helemaal bovenaan de gevel staat een afbeelding van God die door de wolken naar voren buigt en de wereldbol draagt.

Deze gevel in Leerdam werpt op een interessante manier licht op onze bijeenkomst. Het pand stamt uit de tijd van de Eerste Vrije Statenvergadering in Dordrecht in 1572. Vrijheid beschouwde men toen vanzelfsprekend als van God gegeven (‘Wie Cod wil’). Al is er een lange vrijheidsstrijd nodig; God houdt de wereld(bol) vast. Dat religieuze perspectief is vandaag anders. Een meerderheid in Nederland gelooft niet in God. Gelijk is dat vrijheid tot op de dag van vandaag een groot goed is in en van onze samenleving. Mooi om vanavond op deze bijzondere plek samen te zijn om vrijheid te vieren en te gedenken.

Als mensen uit 1572 vandaag zouden kunnen herleven, zouden ze merken dat vrijheid nog steeds strijd oplevert. We hebben het veel over de betekenis van vrijheid. Dat gesprek is nauw verweven met de vraag naar onze identiteit. Er verandert veel in onze cultuur. Vrijheden staan onder druk of men is daar in ieder geval bang voor. De debattoon is niet zelden stevig. Denk aan ‘De paradox van de vrijheid’: de H.J. Schoo-lezing 2016 van oud-minister Edith Schippers.[iii] De lezing is een pleidooi om pal te staan voor de Westerse waarden. Schippers bespreekt de vraag of er grenzen in vrijheden te trekken zijn. ‘Over my dead body’ zegt een strijdbare Schippers over de vraag of we onze vrijheden zouden kunnen inruilen voor de sharia, mocht er daarvoor een tweederde meerheid bestaan.[iv] Het jaar daarop constateerde CDA-partijleider Sybrand Buma in diezelfde Schoo-lezing dat toegenomen vrijheid voor velen hand in hand gaat met gevoelens van verlies en vervreemding.[v] Buma zegt: ‘Onze traditie, onze cultuur en onze waarden zijn zo mooi, die geven we niet op, die mogen we niet laten verwateren.’[vi] Buma is van mening dat nieuwkomers zich moeten aanpassen aan onze cultuur. Schrijver Bas Heijne zegt in zijn essay Onbehagen dat het wereldbeeld van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap waarmee hij opgroeide fundamenteel veranderd is.[vii]

I           Gekregen vrijheid. Gericht op de Ander/ander.
In die setting komen we vanavond samen. Wat is vrijheid? Wie zijn we? We lazen net een stukje uit de Bijbel. Daarin staat:

Christus heeft ons bevrijd. Daardoor kunnen we als vrije mensen leven. Houd dus vol en laat niemand je weer slaaf maken.
(Galaten 5:1)

En verderop:
Vrienden, God wil dat jullie als vrije mensen leven. Gebruik die vrijheid niet om toe te geven aan slechte verlangens. Gebruik die vrijheid om met liefde voor elkaar te zorgen.
(Galaten 5:13)

Voor velen zal zo’n tekst een (inspirerend) stukje tekst uit het verleden zijn. Als gelovig christen is dat voor mij anders. Ik lees de Bijbel met het oog op Jezus Christus (Johannes 5:39). Het leren kennen van hem is het waardevolste dat er is (Filippenzen 3).

Het is verleidelijk om vanuit deze tekst gelijk dwarsverbanden te leggen met ons hedendaagse gesprek over vrijheid en identiteit. Maar het is zaak eerst goed te zien waar het in Galaten 5 om gaat. Vrijheid is daar een gekregen vrijheid. Niet iets dat wij door strijd of een bepaald (verlicht) idee hebben bereikt. Het is een goddelijk geschenk. Christus heeft ons bevrijd (Galaten 5:1). Verder heeft de gekregen vrijheid een helder doel: goede, liefdevolle omgang met de ander. Expliciet zegt de heilige apostel Paulus erbij vrijheid niet op een egoïstische manier te gebruiken (Galaten 5:13).[viii] Paulus voegt er zelfs aan toe dat in de liefde tot de ander heel Gods wet vervuld wordt (Galaten 5:14, cf. 1 Johannes 4:20 en 21).[ix] Jezus is het stralende middelpunt van de christelijke way of life.

Galaten 5 en Paulus’ leven.
Dat Paulus zo radicaal over vrijheid spreekt is vanuit zijn levensloop te begrijpen. In zijn vroegere leven was hij een figuur die je kunt vergelijken met gewelddadige jihadisten die wij, helaas, maar al te goed kennen. Toen Paulus nog Saulus heette was hij vol ijver voor God.[x] Hij vervolgde daarom mensen die in Jezus geloofden en die bekend stonden als de sekte ‘de weg’ (Handelingen). Onbestaanbaar voor Saulus dat lieden Jezus vereren. Want God is de Enige (Deuteronomium 6). Geweld schuwde Saulus niet. Totdat Jezus zelf aan hem verschijnt (Handelingen 9). ‘Wie bent U, Heer?’ is Saulus’ veelzeggende vraag.[xi] Saulus’ ommekeer is totaal. Dat blijkt uit zijn apostolische brieven. Paulus noemt zichzelf slaaf van Jezus Christus (Romeinen 1:1[xii]). Dat klinkt tegengesteld aan Galaten 5. Want daar spoort Paulus christenen juist aan om niet weer slaven te worden. Alleen vanuit Paulus’ eigen levensloop snap je waarom hij zich gerust slaaf van Jezus noemt. De verkregen vrijheid bij Jezus is zo groot dat het slaaf zijn van die Heer daarbij in het niet valt.

Het woord slaaf in Galaten 5 is beeldspraak. Het gaat erom dat christenen niet terugvallen in een manier van leven buiten Jezus. Want dan raken ze alles kwijt. Dat weet Paulus uit eigen ervaring.[xiii]

II         Christelijke vrijheid en de zondag.
Het radicale vrijheidsperspectief van Galaten 5 wil ik vanavond toepassen op de hedendaagse, politiek-maatschappelijke discussie over de zondag en de invulling daarvan.[xiv] Op dat punt knelt het nog wel eens. Wat is dan vrijheid?

Het afschaffen van de Zondagswet betekent, logischerwijs, niet het einde van de polarisatie over de invulling van die dag. Recent hebben zowel seculiere media (NRC Handelsblad) als ook christelijke media (Nederlands Dagblad, Reformatorisch Dagblad) op uitgebreide schaal aandacht besteed aan politieke conflicten op dit punt.[xv] Een heel enkele keer valt er hierover zelfs een college. Vooral blijkt er blijvende onvrede. Met Galaten 5 zie je daarin iets terug van het onderlinge gevecht waarvoor Paulus waarschuwt (Galaten 5:15).[xvi]

Christenen realiseren zich in toenemende mate dat zij in een post-christelijke samenleving leven. Wat voor jezelf een bijzondere dag is, is dat voor de meeste anderen (Galaten 5:13) in ons land niet. Sommige christenpolitici, niet zelden van de ChristenUnie, kiezen daarom voor een gelovig-realistische lijn waarbij ze rekening houden met de ander.[xvii] Andere christenpolitici, zoals die van de SGP, kiezen meestal voor een gelovig-principiële lijn.[xviii] God moet immers meer gehoorzaamd worden dan mensen. Net als het debat over onze vrijheden (zie boven) is de toon in dit debat soms stevig. Een christenpoliticus zei laatst in de zondagsdiscussie dat een christen voor principes het schavot op gaat.[xix]

II.1      Probleemanalyse: Dordt 1618/9 bepaalt nog steeds het kader.
Het is tijd om op dit punt verder te komen. En dat begint bij een probleemanalyse. Heel de zondagsdiscussie zit vast in een kader van een gebeurtenis die even na de Eerste Vrije Statenvergadering ook in Dordrecht plaatsvond; de Dordtse Synode van 1618/9. Die Synode is bekend geworden om de Dordtse Leerregels en de Statenvertaling. Maar de Synode legde ook de viering en invulling van de zondag vast.[xx] Kerk en Staat waren toen nauw verweven. Nederland zag zich als een (protestant-)christelijke natie en wilde daarom Gods geboden, waaronder het vierde gebod van de rustdag, zo goed mogelijk (na)leven.

De samenleving is sinds die tijd enorm veranderd. Toch zit het interpretatiekader van Dordt 1618/9 tot vandaag diep in onze genen. Dat blijkt uit het feit dat deze discussie een politieke discussie is. Maar Dordt 1618/9 zit ook in onze seculiere genen. Dat is, denk ik, een stuk lastiger te zien. Jutta Chorus maakte dat laatst duidelijk in haar column in NRC Handelsblad. Ze had het over de  vraag waarom winkels met alle geweld open moesten zijn op zondag. Want lang niet iedereen zit daarop te wachten. Chorus zegt treffend: ‘de knellende banden van de kerk zijn vervangen door die van het kapitaal.’[xxi] Dat is de link met vroegere kerkelijke bepalingen. Het knelt blijkbaar nog steeds. De winkel moet open. We durven niet hardop met Chorus te zeggen dat de koopzondag niet meer van deze tijd is. Want wie dat zegt komt voor z’n gevoel al snel in ‘het gelovige kamp’ terecht. Dat doe je liever niet.

Ondertussen zitten mensen vast tussen twee ‘knellende banden’ (Chorus). Jezus zei al dat niemand twee heren kan dienen; God en het kapitaal (Matteüs 6:24).[xxii] Vrijheid staat onder druk. De jas uit 1618/9 knelt aan alle kanten.

Twee dingen zijn nodig om verder te komen:

II.2      Laat de kerk zeggen wat Gods vrijheid en rust is.
Allereerst: het gesprek over de goddelijke rust moet niet langer politiek maar kerkelijk gevoerd worden. Vanuit ons verleden is te begrijpen dat de discussie over de zondag vandaag een politieke kwestie is. Kerk en Staat waren bij de Dordtse Synode 1618/9 nauw verweven. Maar vandaag komt het vreemd over dat (christelijke) politici zich druk maken over een (zon)dag. Ook voor christenpolitici zou dit onderwerp een non-issue moeten zijn. Want God geeft de vrijheid van Galaten 5 en de rust die Hij belooft aan wie gelooft in Jezus. De kerk kan het gesprek over de goddelijke rust vandaag ook beter voeren dan in 1618/9. Want vandaag is de kerk zonder macht. Zij verliest telkens meer aan betekenis.[xxiii] Sommigen treuren hierom. Maar misschien is het beter te zien als een zuiveringsproces. [xxiv] Wat relevant is, is dat de kerk mooi is voor haar Heer. De kerk is Jezus’ bruid – zegt de Bijbel (Efeze 5, Openbaring 21). Geroepen om in vrijheid de Ander/ander lief te hebben (Galaten 5).

Heel het leven.
Laat de kerk het gesprek over de gegeven vrijheid aangaan. Een prachtig en veelomvattend gesprek. Hoe kunnen christenen zich dienend opstellen in de maatschappij (Galaten 5)? Wat is Gods rust in een 24-uurseconomie en in een burn-out maatschappij? Hoe voorkomen we dat we Gods aarde uitputten en het milieu blijvend overbelasten? Zo’n gesprek kan leiden tot een herderlijke schrijven dat ruimte geeft aan alle christenen om de plek in te nemen die God hen in de maatschappij geeft.

Met alle heiligen.
Net als in 1618/9 is Dordrecht in beeld voor een kerkelijk gesprek over goddelijke rust. Want in 2010 begon er een tastbare beweging op gang te komen om te groeien in kerkelijke eenheid. Het betreft het initiatief van de Nationale Synode.[xxv] De eerste bijeenkomst werd gehouden in een steenkoude Grote Kerk te Dordrecht. Toch vond ik die bijeenkomst hartverwarmend. Want christenen hebben één Heer. Ze kunnen elkaar daarom niet negeren. Zeker niet in de huidige context waarin veel Nederlanders niet eens weten wat het geloof inhoudt.[xxvi] De Nationale Synode laat iets zien van de huidige pluriformiteit van (kerkelijk) Nederland. Lang gevestigde kerken doen mee maar ook migrantenkerken. Zo de Heer wil komt het in het jubileumjaar van de Dordtse Synode 1618/9 tot een Verbond van Kerken. Laten deze kerken het gesprek aangaan over de goddelijke rust in relatie tot het goddelijke gebod om de Ander/ander lief te hebben.

II.3      De dag van Jezus.
Het tweede om verder te komen is wezenlijker dan het eerste. Dat betreft het herijken van het christelijke denken over de rustdag. Omdat het in onze tijd steeds over identiteit gaat (zie boven) hebben christenen zich beter af te vragen wie ze in Jezus zijn. Ook inzake de rustdag. Net als Paulus (Galaten 5) worden christenen door Jezus in de kraag gegrepen. Naar Jezus; vrijheid in hem alleen.

Jezus, zo vertelt de Bijbel, werkt veel op de rustdag. Dat doet hij omdat zijn Vader, met wie Jezus één is, aan een stuk doorwerkt (Johannes 5:16-18). Jezus geneest bijvoorbeeld vaak zieken op de heilige dag. Jezus verkondigt dan het evangelie in synagogen. De rustdag is spitsuur voor hem.

Niet een dag maar Jezus is de christelijke identiteit.
Jezus maakt niet de door ons vaak gebruikte tegenstelling tussen de letter en de geest van de rustdag.[xxvii] Jezus doet iets dat veel verder gaat. Hij stelt zich, ook voor de rustdag, op als de koning van Gods volk en als zijn rechthebbend eigenaar. Voor hedendaagse, westerse mensen is het niet goed voor te stellen hoe Jezus’ optreden moet zijn overgekomen. De Joodse geleerde Jacob Neusner vertelt het ons. Neusner schreef een boek waarin hij het (fictieve) gesprek met Jezus aangaat. Neusner zegt: de sabbat maakt ons tot wie wij zijn; Gods volk.[xxviii] Het is je identiteit. Ieder die (orthodoxe) Joden kent, snapt wat Neusner zegt. Uitgerekend bij een religieuze discussie over de rustdag zegt Jezus: ‘kom naar mij met al je lasten; ik geef rust’ (Matteüs 11:28). Álles in Neusner verzet zich tegen Jezus optreden en zijn claim. Neusners reactie zou je kunnen vergelijken met die van oud-minister Schippers. Als ze in de Schoo-lezing 2016 onze westerse identiteit verdedigt en bedenkt dat daarvoor iets anders in de plaats zou kunnen komen, zegt ze: over my dead body! Neusner laat goed voelen hoe Jezus alles in zijn licht zet. Rust is niet verbonden is aan een (heilige) dag. Het gaat om Jezus. Het geloof in hem.

Het is op de goddelijke rustdag dat Jezus, gestorven om onze zonden en wonden, in het graf ligt (alle evangeliën). We zijn helemaal bevrijd. Bevrijd om ten dienste van de Ander/ander te leven. Dat is de radicale vrijheid waarover Paulus spreekt (Galaten 5).

Christenen lezen met nieuwe ogen de oudtestamentische voorschriften over de rustdag. De rustdag gaat daar al niet over uitrusten in de zin van relaxen. Op die dag realiseer je je dat God schepper (Exodus 20:8-11) en verlosser (Deuteronomium 5:12-15) is. Sabbatslied Psalm 92 bezingt Gods hoogverheven recht. Profeten zoals Jesaja leggen steeds een link tussen de rustdag en een eerlijke economie en een duurzaam, groen klimaat door Gods schepping niet uit te putten. Op de rust’dag’ bij uitstek, het jubeljaar (Leviticus 25), vervallen alle claims en rechten. Iedereen terug naar af. Ofwel: je leeft van de geef. Geen wonder dat Gods volk dat jubeljaarfeest nooit gevierd heeft. Wij houden liever vast aan wat we hebben.

Maar God is anders. Hij geeft zichzelf. In Jezus. Christenen komen samen op de eerste dag van de week. Ze geloven dat zelfs het graf Jezus niet kon (vast)houden. Gods werk (Johannes 5:15-18) is ‘volbracht’ (Johannes 19:30). De christelijke samenkomst krijgt het karakter van hoop. Het is te zien als een oefening voor dé dag; de dag van Jezus’ komst (Hebreeën 10:25).[xxix] Een christen gelooft zelfs dat die dag al begonnen is op Goede Vrijdag en Pasen. Alle dingen nieuw; dat is God aan het maken (Openbaring 21:5).

Het vierde gebod over de rustdag komt daarom ook niet meer voor in het Nieuwe Testament. Paulus waarschuwt zelfs voor het wettisch vasthouden aan bepaalde dagen (Kolossenzen 2:16). Het is vrijheid wat de klok slaat. De zondag is het natuurlijke moment voor de christelijke samenkomst. Want dat is de opstandingsdag. Een christen dankt voor de ruimte om in vrijheid te geloven en samen te komen. Maar een christen is niet perse aan die dag gebonden. Jezus is immers een all-time en all-places Heer. Hij bevrijdt om de Ander/ander lief te hebben (Galaten 5).[xxx]

III.       Uitleiding.
Ik rond de preek af. ‘Vrijheid is niet te koop’ zegt het 16de-eeuwse huis in Leerdam. Een christen denkt hierbij aan wat Petrus zegt: we zijn niet gekocht met goud of zilver maar met het kostbare leven van de Heer (1 Petrus 1:18 en 19). Ongeacht de levensovertuiging die een mens heeft, blijven de woorden van het huis uit Leerdam inspireren. Vandaag vieren en gedenken we de vrijheid die lang geleden is vastgelegd. Vrijheid is niet te koop. Zo is het. Ik wens ons allen veel onbetaalbare vrijheid toe.

Liturgie

Lezing:          Galaten 5:1 en 13-16 (Nieuwe Bijbelvertaling)
Zingen:          Wij blijven geloven (E&R bundel)
Preek:           Vrijheid is niet te koop
Muziek:         Hageensemble
Gebed:          Dankgebed en voorbede, (gemeenschappelijk) Onze Vader

Zegen:
De HEER zegene u en behoede u
De HEER doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig
De HEER verheffe zijn aangezicht over u en geven u vrede
(Numeri 6).

Zie Geroepen tot Christus’ vrijheid. Introductie prekenserie Galaten (2023).

Voetnoten
[i] Zie de site Het Hof van Nederland voor meer achtergrond van 19 juli 1572 en het program van 19 juli 2018 in het Hof.
[ii] Een ANWB-bordje naast het pand vertelt dat prinses Maria van Oranje, die het graafschap voor haar broer Philips Willem bestuurde, er heeft gewoond. Verder informatie over dat pand is hier, op pagina 52/3,  te vinden. Ik bedank mijn collega Peter Hommes, predikant te Leerdam van 2009-2017 en nu te Leusden, die me op deze site attendeerde. (Foto met toestemming van de gemeente Leerdam geplaatst).
[iii]De paradox van de vrijheid. Elsevier/H.J. Schoo-lezing 2016 door (toenmalig) minister Edith Schippers. Elsevier Boeken, Amsterdam 2016. Schippers vraagt zich in het licht van de opkomende politieke islam af waar de grenzen van vrijheid liggen. Volgens haar zijn we verleerd om onze ideeën met zelfvertrouwen uit te dragen. ‘Wij waren net als een groot bedrijf dat al heel lang zo goed verkoopt, dat het z’n afdeling pr en sales de deur uit heeft gedaan’ (pagina 35).
[iv] A.w. pagina 32.
[v]’Verwarde tijden’ die om richting vragen. H.J. Schoo-lezing 2017. Sybrand Buma, Elsevier Weekblad 2017 Diemen. ‘Hoewel de individuele vrijheid en gelijkheid in de loop der jaren enorm zijn toegenomen, constateert Buma dat de gewone Nederlanders onderweg iets heel wezenlijks zijn kwijt geraakt’ (site van het CDA bij de Schoo-lezing 2017). Buma zegt in de lezing: ‘Het is alsof, tweehonderd jaar na dato, de op de Franse revolutie gebaseerde ordening aan haar eind komt. Het individu, zijn vrijheid en gelijkheid, zijn verabsoluteerd’ (Schoo-lezing, pagina 29).
Buma kreeg behalve instemming ook behoorlijk wat kritiek op zijn lezing. Onder andere van theoloog Paul van Geest en oud-minister Hirsch Ballin (in het CDA-blad Christen Democratische Verkenningen). Zij zijn van mening dat Buma tegenstellingen aanzet terwijl het CDA die juist zou moeten overbruggen.
[vi] A.w. pagina 41.
[vii]Onbehagen. Nieuw licht op de beschaafde mens. Bas Heijne, Ambo/Anthos, Amsterdam 2016. Later heeft Heijne dit essay bij de VPRO, onder dezelfde titel, in een vierdelige serie uitgewerkt.
[viii] De geoefende Bijbellezer herkent hierin (de introductie op) de tien verbondwoorden (Exodus 20, Deuteronomium 5). God spreekt zijn volk toe als Bevrijder. De geboden zijn bedoeld om in liefde tot God en de ander te leven. Paulus ziet hoe dat alles in Jezus samenkomt.
[ix] Paulus kan het zo zeggen omdat God zelf in Jezus mens is geworden. Zie een preek over Jezus’ samenvatting van de geboden: de liefde tot God en de ander. Jezus zelf is de (eerste) ander.
[x] Een goede introductie op Paulus’ leven, leefwereld en denken: Paul and the faithfulness of God. N.T. Wright, Society for Promoting Christian Knowledge, London 2013. In de context van 19 juli 1572 is het interessant dat Wright deze lijvige boeken begint met een verhaal over een goede, christelijke omgang met een slaaf (Philemon, een nieuw-testamentische brief). Of: Paulus. Pionier voor de Messias van Israel. Jakob van Bruggen. Kok, Kampen, 2001.
[xi] Om deze vraag draait het. Zie Marcus 4:41 en 11:28. De vraag en het hoge (ant)woord komt eruit in Marcus 14:61 en 62, zie een preek daarover. Uitgerekend een heiden belijdt het voor het eerst met zoveel woorden; als Jezus sterft! Zie daarvoor een preek over Goede Vrijdag. De spannende vraag – zeker bij Marcus – is dan ook of je op en na Pasen gelooft; zie een paaspreek over de spannende slot van Marcus. Voor het geheel van de prekenserie van Marcus: een introductie op een recente prekenserie over Marcus.
[xii] Blijkbaar zien vertalers het niet zitten om het Griekse doulos met slaaf te vertalen. Botst dat op onze westerse vrijheidsidealen? Ze vertalen voorzichtig: dienstknecht (Statenvertaling), dienaar (Nieuwe Bijbelvertaling en Bijbel in Gewone Taal).
[xiii] In Galaten 5 doet Paulus niet iets heel anders dan wat er steeds in het Oude Testament gebeurt: alleen de goddelijke Bevrijder geeft het goede leven. Voor gelovigen bestaat het risico dat bevrijde leven te ervaren als (culturele) vanzelfsprekendheid of bedoeld voor henzelf.
[xiv] Ik werk vanavond kort uit wat ik eerder, op verschillende manieren, aan de orde heb gesteld:

  1. De werkelijke betekenis van de schepping
    (recente preek over de zondag).
  2. Alternatief voor Europese leegte (NRC Handelsblad en NRC Next van 11 juni
    2016).
  3. hier voor mijn reactie in NRC Handelsblad op het afschaffen van de Zondagswet.
  4. Niet de zondag maar focus op eredienst (Nederlands Dagblad
    23 augustus 2013).
  5. Gelukkig werkten de herders wél op de allereerste
    Kerstdag
    (blogpost december 2013).

Duidelijk mag zijn dat me niet gaat om een alleenstaand onderwerp. Onderliggend is dat christenen God en het dienen van Hem niet afhankelijk moeten maken van een bepaalde tijd of cultuur. Zie:

[xv] Te denken is aan deze artikelen:

[xvi] Hoe diep de polarisatie zit heb ik zelf een keer ervaren. Ik kreeg van iemand van het Humanistisch Verbond eens een reactie op een brief in NRC Handelsblad. De persoon die mij mailde vroeg zich af waarom ik de ChristenUnie van Zwolle berispte vanwege het feit dat deze partij, ondanks dat zij de grootste partij in Zwolle was, had ingestemd met een kleine verruiming van de winkeltijden op zondag. Maar ik had het tegenovergestelde geschreven. Ik had gezegd dat de houding van de Zwolse ChristenUnie mij de juiste leek. Blijkbaar kan een christen, laat staan een predikant-theoloog, die mening niet hebben.
[xvii] De CU kiest deze lijn regelmatig. Zie de verwijzingen in Het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad bij noot xv. Lokale SGP-ers kiezen ook wel eens voor deze lijn. Maar hierover is blijvende discussie. Zie de column van SGP-senator Van Dijk in noot xv. Ik zeg niet dat de CU niet principieel (zie onderstaande noot) is. Net zoals ik niet zeg dat de SGP (zie onderstaande noot) niet realistisch is. In beide gevallen gaat het om een geloofsstandpunt. In de bewoording realistisch en principieel gaat het over het verschil in de gelovige opvatting.
[xviii] Gelovig-principieel zou je deze lijn kunnen noemen (zie de noot hierboven). De SGP kiest deze lijn regelmatig. Zie noot de column van SGP-senator Van Dijk bij noot xv.
[xix] Zie Wij staan dagelijks te waggelen; een column van SGP-senator Van Dijk. Er lijkt op dit punt een verschil te zijn tussen wat meer pragmatische regionale politiek de landelijke, Haagse politiek. Terecht legt Gerard Beverdam er in zijn politieke analyse ‘De SGP, de zondag en het Goddelijke gebod’ (Nederlands Dagblad juli 2018) de vinger bij dat de fractie van de Tweede Kamer van de SGP zelf indertijd gedoogsteun gaf aan het omstreden kabinet Rutte I terwijl diezelfde fractie nu de pragmatische instelling van lokale politiek inzake de zondag cbekritiseert.
[xx] Artikel 67 van Commentaar op de Kerkorde door K. de Gier. Hier te vinden op de site kerkrecht.nl.
[xxi] Zie De koopzondag is niet meer van deze tijd (NRC, 15 oktober 2017). Later las ik in Trouw Steeds meer mensen hebben behoefte aan een dagje niks (20 november 2018).
[xxii] Zie Jezus zoekt echte durfinvesteerders. Een artikel over God en economie (OnderWeg 2016).
[xxiii] Zie De kerk is tegenwoordig een nutsbedrijf (NRC Handelsblad 2014). En Heeft de kerk nog toekomst? Preek over de kerk.
[xxiv] Zie Wie gelooft nog in de kerk (Nederlands Dagblad, 2012) en Kerk in een ik-gerichte tijd (Nederlands Dagblad, 2016).
[xxv] Zie de website van de Nationale Synode. Ik deel de kritiek dat je niet van Nationale Synode kunt spreken buiten de Rooms-katolieke Kerk om. Toch is het zoeken naar concrete eenheid belangrijk. Geve de Geest wat verder nodig is voor de eenheid van Jezus’ kerk. Zie ook de noot hierboven en hieronder.
[xxvi] Zie Een nieuw begin voor Christus’ kerk (Nederlands Dagblad, 2013)
[xxvii] De sabbat is er voor de mens en niet de mens voor de sabbat (Marcus 2:27) wordt vaak aangegrepen om onderscheid tussen letter en geest van de wet te maken. Zo simpel ligt het niet. Gods geboden geven léven. Zie een preek over Jezus en de rust(dag).
[xxviii] Jacob Neusner. A rabbi talks with Jesus. McGill-Queen’s University Press, 2000 (verbeterde uitgave van het gelijknamige boek uit 1993).
[xxix] In Hebreeën 10:25 staat hier een opmerkelijk woord. De context is er verder een van vervolging/verdrukking; heel anders dan onze situatie van vrijheid van godsdienst. Zie Blijf naar de kerk komen, een preek over Hebreeën 10:25
[xxx] Zonder een van onze belijdenisgeschriften, de Heidelbergse Catechismus – net iets ouder dan de Eerste Vrije Statenvergadering te Dordrecht – , te willen overvragen valt het op dat die het vierde gebod zo uitlegt:

  1. de dienst van het Woord in stand houden, naar de kerk komen om het evangelie te horen, de sacramenten te gebruiken, publiek (!) God aan te roepen en de
    armen christelijke barmhartigheid te bewijzen en
  2. in heel je leven het slechte na te laten zodat Gods Geest de eeuwige rustdag nu al in je begint uit te werken.

Een heerlijke, Bijbels-radicale spiritualiteit. Verder in die lijn. We zijn van de Heer en leven in en naar zijn dag.

In deze lijn is hieraan te denken: dat God christenen de stut en steun van de zondag ontneemt zodat zij nog meer op Hemzelf gericht zijn. Zie mijn artikel Niet de zondag maar de focus op eredienst. Dat God zo werkt gebeurt vaker. Denk aan de Psalmen die juist door de crisis heen nieuw elan vertonen, zie een inleiding op de Psalmen.

3 gedachten over “Vrijheid is niet te koop. Hagepreek bij de viering en herdenking van de Eerste Vrije Statenvergadering 19 juli 1572

  1. Pingback: Herdenking Eerste Vrije Statenvergadering – Drechtstedenvandaag

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.