In deze eredienst staat de vraag centraal of we heilige en veilige kerk zijn. Hoe ervaren LHBTQI-ers dat? In de afgelopen weken kwam veel naar boven. Pijn, verdriet, moeite. Maar ook indrukwekkende getuigenissen. De eredienst is er een met veel zang, met blended worship (2x). Muziek heelt en geneest. Een voorbeeldliturgie staat onderaan. De lezing is uit Marcus 12:18-27. Een explosief stuk over het opstandingsleven dat heel anders is dat het leven zoals wij dat kennen. Hoe klinkt daarin evangelie voor vandaag?
Vorige week riep ik in de gemeente op om te reageren met het oog op deze dienst. Wij zijn immers gemeente van de Heer. Veel reacties kwamen. Wat fijn. Vooral ook om te horen dat er gebeden wordt dat we hierin Gods stem verstaan en elkaar liefhebben.
Heilige en veilige kerk (preekthema)
Gemeente van de Heer
1 Een storm steekt op.
Als Jezus wordt gevraagd naar de opstanding uit de doden staat hij voor een dilemma; een (zoveelste) strikvraag (Marcus 12:18-27). Kiest Jezus voor de vele mensen die geloven dat er opstanding is? Maar hoe moet hij dan de Bijbel uitleggen, nota bene ten opzichte van kenners van de Bijbel die hem willen vangen? Een duivels dilemma.[i] Jezus staat in de strikvraag in het oog van de orkaan.
Twee weken geleden begon er in Nederland een storm op te steken. En het zal nog lang duren voordat die gaat liggen. Met de storm bedoel ik de NashvilleVerklaring en de reacties daarop. Ondertekenaars van die Verklaring werden voor haatimams uitgemaakt. Er werd aangifte gedaan bij het OM. Veel mensen die ik de afgelopen week sprak, binnen en buiten de kerk, voelen zich gekwetst. Anderen geven aan niet te begrijpen wat de NashvilleVerklaarders beweegt.
Net als Jezus staan wij in de storm. Wat is wijs? Hoe lezen we de Bijbel en leggen die uit, in en met het oog op onze maatschappij waarin telkens minder mensen geloven? Een regenboogvlag uithangen als teken van welkom? Of zeggen dat God bepaalde dingen verbiedt?
Iemand zei: de NashvilleVerklaring kent alleen verliezers. Daar zit wat in. Maar wij kennen God. God kan wat wij niet kunnen: met alles, echt met álles, iets goeds bereiken.[ii] Kan dat nu ook?
Gemeente van Jezus.
Laten we bij onszelf beginnen. Wij zijn immers gemeente van Jezus. We staan voor God en op die manier voor elkaar. Zijn wij een heilige en veilige gemeente? Met heilig bedoel ik: zien wij elkaar allereerst in Jezus? Met veilig bedoel ik dat je vervolgens, omdat je elkaar in Jezus kent, uit de kast durft te komen. Is de kust hier veilig? Kun en durf je jezelf te zijn?
Iemand zei: gezien de grootte van onze gemeente zou je verwachten dat onze gemeente zo’n 25 LHBTQI-ers kent. Toen we het er tijdens catechisatie over hadden, zeiden een paar jongeren: ik ken er geen een in onze gemeente. En nogal wat verhalen hoorde ik van strijd en verwijdering tussen mensen en rondom dit thema.
Diverse reacties: wat zegt dat?
Wat me van de week opviel is de diversiteit in reacties vanuit de gemeente. Een jongere zei: ik denk dat iemand die homo is, eerst uit de kerk gaat voordat die uit de kast komt. Die zin heeft nog wel even door mij heen gespookt. Wat stralen wij uit!? Een ander gemeentelid zei: bij ons mag iedereen gelukkig zichzelf zijn, hetero’s, homo’s en lesbiennes.
Waar komt dat verschil in reacties door? Heeft het er (alleen) mee te maken hoe goed je de gemeente kent? Of spelen er andere dingen mee? Vinden we het moeilijk om persoonlijk, kwetsbaar te zijn? Hebben we last van het oordeel van elkaar?[iii] Maken we (on-Bijbelse) scheiding tussen wie je als gelovige bent en wie je als (seksueel) mens bent?
En dan is er ons christelijke standpunt. Als dat (onuitgesproken) standpunt is ‘je mag het wel zijn maar niet doen’ o.i.d. dan is het lastig uit de kast komen op het moment dat je daar zelf niet uit bent. Want dan is er gelijk een voorwaarde. Terwijl het al lastig genoeg is om te ontdekken wie je bent, wat je seksuele oriëntatie is, of als je onzeker bent over je man- of vrouwzijn – en wat God daarmee wil.
We hebben het vaak over elkaar en over LHBTQI-ers. Dan gaat het gelijk al scheef. Fijn dat er daarom vanmorgen iemand iets wil vertellen. Ik wil je graag de gelegenheid geven.
Ik ben 13 jaar. En ik begin te puberen zoals elk kind rond deze leeftijd. Er verandert veel in mijn leven. Verandering van school. Nieuwe mensen leren kennen. Verliefdheden om mij heen.Op seksueel gebied ontwikkelingen en ontdekkingen. “Hij is op haar, zij is op hem”, klinkt het regelmatig in mijn omgeving. Ik zie de eerste kalverliefdes ontstaan. Ik doe niet mee. Want ik ontdek langzaam aan dat ik “anders” ben. Ik wil graag verliefd worden op een meisje maar er gebeurt niks. Wel merk ik dat jongens aantrekkingskracht op me hebben. Maar dat is wat ik niet wil. Ik wil zijn zoals de anderen. “Normaal”…
Wat ik ook doe, het verandert niet. Zelfs bidden helpt niet. Het besef dringt tot me door dat ik homo ben. Allerlei gedachten spoken door mijn hoofd. “Dit kan ik nooit aan iemand vertellen”. “Het moet geheim blijven”. “Wat een verdriet voor pa en ma”. “Ik zal nooit trouwen en kinderen krijgen”. “Wat zal de Heer hier wel niet van vinden”? “Ik doe geen zonden, ik ben zonde”.
Al worstelend met deze gedachten verstrijken de jaren. Ik heb besloten dat ik dit geheim meeneem in het graf. Niemand komt het ooit te weten….
Maar waar ik ook ga of sta, zeker in contact met andere mensen, ergens in mijn achterhoofd spookt het rond: “ ik ben homo, als jullie toch eens wisten. Zouden ze het aan me kunnen zien?” Zo leid ik mijn leven met hoogte- en dieptepunten. Dat gaat me redelijk af ook al voel ik me regelmatig eenzaam. Vooral als aan me gevraagd wordt of het nog es geen tijd is voor verkering of om over trouwen na te denken voel ik me gespannen. Gelukkig weet ik me er altijd uit te praten…
Ik ben 35 jaar. Ik word door Molukse vrienden uitgenodigd om met hen mee te gaan naar Ambon en een aantal andere eilanden. Ik ben opgetogen en we vertrekken in januari 1996 naar de Molukken. Ik geniet met volle teugen. Ik ken de oosterse cultuur een beetje. Ik weet dat familiebanden en relaties er belangrijk en hecht zijn. Dit heeft voor mij een gevolg waar ik geen rekening mee heb gehouden. Er wordt me namelijk met grote regelmaat gevraagd of ik een vrouw en kinderen heb. Hoe het komt dat dit niet zo is… Ik doe dapper heteroseksueel en weet al deze lastige vragen te pareren.
Tegen het einde van de reis ben ik vermoeid. We verblijven op Bali. Daar word ik verliefd op een Indonesische man. Dat is verrekte lastig want mijn reisgenoten mogen hier niet achter komen. Dat lukt. Maar op een ochtend voelt het alsof er een bom in mijn hoofd ontploft. Ik denk dat ik een hartinfarct heb, ben daardoor in paniek, word naar het ziekenhuis gebracht. Daar blijkt lichamelijk niets aan de hand te zijn. Maar mijn hoofd is helemaal van slag. Gedachten tuimelen over elkaar heen. Mijn geheim probeert zich een uitweg te banen. Ik kan er niet meer onderuit: ik moet er met iemand over praten.
Zo kom ik terug in Nederland. Gestrest en met stomheid geslagen. Langzamerhand begin ik hier en daar te vertellen dat ik homo ben. Naarmate ik dat aan meer mensen vertel wordt dat steeds iets makkelijker. In de loop van de volgende jaren leer ik er meer ontspannen mee om te gaan.
In alle jaren is er ontzettend veel geschreven en gediscussieerd OVER homoseksualiteit. En iedere keer dat er weer een discussie oplaait over lhbt-ers word ik er beroerder van. Omdat er bijna altijd over ons wordt gepraat en niet met ons. Begin dit jaar is er weer een pamflet OVER lhbt-ers gepubliceerd. Ik was goed van plan daar verre van te blijven. Maar daar heeft Matthijs een stokje voor gestoken. Ik vind het een naar stukje met waarheden, halve waarheden en leugens. Waarschijnlijk opgesteld door keurige heteroseksuele mannenbroeders. OVER lhbt-ers. Het bevordert geen klimaat van openheid en veiligheid in christelijk Nederland. Hierdoor kunnen broers en zussen in grote nood komen. Helaas komt het nog steeds voor dat mensen zelfmoord plegen omdat ze “anders” zijn. Bovendien wordt het stuk gretig door de wereld omarmd om ons christenen ermee in een kwaad daglicht te stellen. Zij(de wereld) gaat er prat op tolerant te zijn. Maar is dat allerminst. Niet (meer) naar christenen en evenmin naar lhbt-ers.
In mijn beleving word bij homoseksualiteit veel te veel nadruk gelegd op SEKSualiteit. Maar volgens mij is seks een beperkt onderdeel binnen een relatie. Ik ben in de 1-rste plaats een kind van God. Dat is het voornaamste in mijn leven. Ik ben er van overtuigd dat wellust op seksueel gebied zondig is. Niet alleen buiten het huwelijk maar ook in het huwelijk. Het gaat in tegen Gods wil. Hij wil dat we Hem en elkaar liefhebben. Binnen een relatie. In onze gemeente als broers en zussen.
Wat betreft het hebben van een relatie tussen 2 broers of zussen vind ik het nog steeds lastig. Langzamerhand begin ik te denken dat het mag. Een relatie in liefde voor elkaar. En bovenal in liefde voor God.
Een paar opmerkingen:
Ik wil er voor pleiten dat we opener durven zijn over seksualiteit. Zeker binnen onze gezinnen. Liefdevol en met begrip. Zodat er een klimaat ontstaat waarin kinderen durven vertellen over hun gevoelens. Juist als het gaat om lhbt-gevoelens. Het is een intiem en gevoelig onderwerp waar we niet makkelijk over spreken. Ook ik vind dat niet eenvoudig.
Ambtsdragers wil ik vragen om met liefde en begrip om te gaan met gemeenteleden. Toen ik mijn verhaal vertelde tijdens een huisbezoek werd na afloop gezegd dat we een interessant gesprek hadden gehad. Waarna ik ze nooit meer terugzag…
Ik ben nu 58 jaar. Nog steeds homo. Ik heb de Heer vaak gevraagd om mij te veranderen. Het is niet gebeurd. Daarom heb ik geaccepteerd dat ik ben wie ik ben. Ik strijd tegen seksuele verlangens. Soms ook niet. Dan zondig ik tegen het 7de gebod. Voel ik me schuldig tegenover God. Vraag ik Hem om mij te vergeven. Ik weet dat Hij dat wil doen. Om Jezus’ wil. Daar dank ik Hem voor tot in eeuwigheid.
Bedankt voor je moed; dat je hier staat en dit met ons deelt. We nemen een moment van (stil) gebed.
Gemeente, laten we naar elkaar luisteren en met elkaar spreken. En over bovenstaande vragen eerlijk het gesprek aangaan. Dat kan best wat vragen. Inlevingsvermogen. Tact. Durf. Onderaan de preek staat een verwijzing naar een artikel. Het artikel wil helpen om een goed gesprek te voeren over tere onderwerpen. Laten we ook hierin ‘als Christus voor elkaar’ zijn (Opwekking 378).[iv]
2 Kijk naar Jezus.
Terecht wordt gezegd dat veel mensen de NashvilleVerklaring niet eens hebben gelezen maar ondertussen wel hun mening klaar hebben. Nederlanders zijn roeptoeters.[v] Ja; christenen net zo goed. Ik citeer een stukje uit de Verklaring:
ons zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk moet bepaald worden door Gods heilige bedoelingen in schepping en verlossing… Wij ontkennen dat het in overeenstemming met deze heilige bedoelingen is wanneer mensen zichzelf bewust willen zien en positioneren als personen met een homoseksuele of transgenderidentiteit[vi]
Als je vorige week goed hebt opgelet 😇, herken je de stijl van een belijdenisdocument.[vii] We belijden en we ontkennen. Zo doen de Dordtse Leerregels.
De NashvilleVerklaring zegt in de eerste bovenstaande zin dat we ons leven, ons man- en vrouwzijn, in Gods licht van schepping en bevrijding moeten zetten. Daar zal iedere christen het mee eens zijn. Er wordt zelfs op gewezen dat de NashvilleVerklaring – als je probeert heen te kijken langs de manier waarop – alleen maar zegt wat de kerk altijd heeft gezegd. En christenen kunnen zich zorgen maken over bepaalde ontwikkelingen. We leven in een ingewikkelde tijd.
Jezus is God.
Er gaat veel mis in de NashvilleVerklaring. … zei dat net al even. Een preek is verder niet de plek om dat aan de orde te stellen. (Wie wil weten wat ik daarvan vind kan bij deze voetnoot terecht.[viii]) Er is een uitzondering. Dat betreft de bron van de NashvilleVerklaring. Welke Godsleer komt daar voor? Vorig jaar ging het in de serie Marcuspreken over het grote geheim van het geloof (1 Timoteüs 3:16). Dat geheim is dat God, de Enige (Deuteronomium 6:4), in Jezus onze naaste is geworden. [ix] Die tekst staat pal na het stukje dat we vanmorgen lazen (Marcus 12:28-37). We stonden er vorig jaar bij stil dat er veranderingen optreden in de Godsleer. Helaas is de bron waaruit de NashvilleVerklaring komt een bron die in dit opzicht niet zuiver is. Die bron kent de leer dat God de Zoon eeuwig onderworpen is aan God de Vader (ESS).[x] Maar Jezus is ‘God uit God’ (Nicea) en verdient dezelfde eer als God de Vader (geloofsbelijdenis Athanasius). Dit punt zou iedere christen te denken moeten geven.
Jezus centraal.
We gaan terug naar onze Heer Jezus (Marcus 12). Hij stond, net als wij nu, in de storm van vragen. Wat doet hij? Jezus laat de Bijbel niet los. Hoe zou hij kunnen (Johannes 5:39b)? Jezus hanteert de Geesteskracht (Hebreeën 4:12) van de Bijbel zoals niemand dat kan. Hij wijst op God en zijn onmetelijke kracht: God wekt doden op; voor God leven ze (Marcus 12:27)![xi] En Jezus geeft kritiek die de geestelijken van toen tot in hun ziel moet hebben gekwetst: jullie dwalen vreselijk.[xii]
Vandaag staan wij in de storm. Ingewikkelde vragen komen op ons af. Laten wij, gemeente, daarin Jezus volgen. We willen net als hij luisteren naar de Bijbel. In de vele reacties die ik deze week kreeg op mijn oproep van vorige week deed iedereen dat. Wat mooi.
En we lezen de Bijbel met het oog op Jezus.

Greetje van den Akker (www.greetjevdakker.exto.nl. Foto met toestemming geplaatst): ‘Het Woord’. Dit kunstwerk is gemaakt van de bladzijden van alle evangeliën. Doorheen de evangeliën zie je Jezus. Laten wij vandaag doen wat Jezus doet: ieder liefhebben en wijzen op Gods goede leefregels. En kijken we niet alleen door papier heen maar ook doorheen onze ingewikkelde tijd om Jezus’ komst te zien (Marcus 12:24 en 25). Heb lief en hou vol!
Een gemeentelid plaatste vorige week een plaatje op Facebook waarinJezus opriep van de ander te houden als van jezelf. Geldt dat ook voor vluchtelingen? En homo’s? Transgenders? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Opstanding.
Jezus zet een stap extra. Een opvallende stap. Hij zegt dat de geestelijken God en zijn werkelijkheid in hun kader willen begrijpen. Maar de opstanding valt niet in onze kaders. Het is niet simpelweg een voortzetting van dit leven.[xiii] Bij de opstanding trouw je niet. Geen huisje, boompje, beestje. Je bent niet als hier maar als de engelen (Marcus 12:25). Hoe je dat moet zien? Jezus spreekt in ontkennende zin. Tot tweemaal toe. Alsof hij zegt: de transformerende kracht van God is zó groot; denk maar niet dat je kunt begrijpen.
Gemeente: dit roept vragen op. Wat is die opstanding voor een werkelijkheid? Doet het er dan niet toe dat je man of vrouw bent; een geslachtelijk wezen!? Dat is toch zowat het belangrijkste? Er komt nog iets bij. Christenen zijn beïnvloed door het romantische huwelijksideaal: trouwen (en fijne seks) is het mooiste dat je kunt krijgen. Jezus zet een streep door al die dingen. Hij relativeert het huwelijk (Marcus 10:1-10).[xiv] Paulus doet dat later ook (1 Korintiërs 7:38). Men dacht dat Jezus heel snel zou terugkomen. Die bruiloft is het belangrijkste.
Hoe explosief is het wat Jezus hier zegt. Jezus straalt. Dit doorbreekt alles. Dankzij Jezus’ (eigen) opstanding uit de doden waarvan Jezus hier profeteert.[xv] In het licht van Marcus 12:25 zijn de opvallende nieuwtestamentische woorden te begrijpen dat er in Jezus geen man of vrouw is (Galaten 3:28). Er is ook geen verschil meer tussen Joden en Grieken (Kolossenzen 3:11).[xvi] In Jezus vernieuwt God alle dingen (Openbaring 21:5).
Onvoorstelbaar. Oorverdovende woorden klinken in Marcus 12. Werkelijkheidopenbrekend perspectief. Eeuwenoude, onoverkomelijke, door God zelf geschapen en ingestelde scheidsmuren vallen weg. Er is geen houden meer aan. Het gaat richting de totale herschepping in de opstanding! Hoe wonderlijk is Marcus 12:24 en 25. Jezus is Heer over alles en allen.
Soon and very soon…
Gemeente; als we met Jezus meekijken naar onze tijd en onze discussies: wat zien we dan?
Tja. Want zien we dan? We zien voor onze ogen gebeuren – een beetje, en op een andere manier, maar toch – wat Jezus hier zegt. Man- of vrouwzijn is niet het belangrijkste anno nu. Beste reizigers. Ha wereldburger. We vragen ons af wat het is om mens te zijn. Wat onze seksuele identiteit is. Verschillen tussen hetero- of homozijn achten we niet van belang. Ieder heeft dezelfde rechten en vrijheden. Alsof je al een beetje ervaart wat Jezus in Marcus 12 zegt.
Gemeente; een pas op de plaats. In de gesprekken in afgelopen weken naar aanleiding van de NashvilleVerklaring viel me op hoeveel (Bijbelse/persoonlijke) meningen er zijn als het over gender, man/vrouw en homoseksualiteit gaat. En vooral hoeveel pijn er is. En al die dingen zijn er.
Vanmorgen willen we dat alles in het licht van het evangelie zetten. Dan doen we door onze tijd in Jezus’ licht te duiden. Met Marcus 12:24 en 25 doen we dat eschatologisch. Het heeft altíjd uitgemaakt en het maakt altijd uit wie je bent; man, vrouw, hetero, homo. Het maakt altijd uit behalve… wanneer je voor Jezus staat. Is het al zover!? Voor onze ogen zien we een flauwe afspiegeling van wat Jezus zegt in Marcus 12 over de opstanding, zijn nieuwe werkelijkheid. Verwarrend. Ingewikkeld. Wat gebeurt er? Maar we raken niet in paniek. We vatten moed. We kijken op. We doen net als de Psalmen. Die zien de koning nog niet maar hebben wel iets in de gaten en beginnen daarom alvast te juichen.[xvii]
Het hoge woord moet eruit, gemeente. Jezus komt eraan. Soon and very soon we are going to see the king. De gebeden van de kerk, ingegeven door de Geest, worden verhoord (Openbaring 22:17 en 20). De Bijbel spreekt over de nieuwe wereld als over een geboorte; een tijd van verwarring en pijn (Romeinen 8, Marcus 13[xviii]). Het hoofd is er al. De romp al. De knieën zijn er door. Ja; wie weet krijgen we nog een tech- en AI-tijd. En vordert dat nog eeuwen. Toch zeggen we vandaag: Jezus komt. Zo is onze tijd te begrijpen. Beter gezegd: alleen zo is er nog een touw aan vast te knopen. In Jezus’ licht.
Geen cultuurstrijd maar geloof.
Let op gemeente. Niet gezegd is dat onze cultuur zo geweldig is. Of juist heel slecht. Onder (niet-)christenen woedt er een cultuurstrijd.[xix] De een is kritisch/negatief. Die zegt dat we God de schepper loslaten en daarom verworden, het zicht op ons man- of vrouwzijn kwijtraken en in de war raken over ons menszijn en seksualiteit. Deze christen waarschuwt. De ander is positief/enthousiast. Die wijst erop dat ons hedendaagse zelfverstaan alleen geduid kan worden vanuit de positieve waarden van het christendom dat onze cultuur eeuwenlang heeft beïnvloed. Deze christen hangt de (regenboog)vlag uit. Dit is een belangrijk gesprek. Ieder(e christen) brengt belangrijke (Bijbel)teksten in. Maar het is ook een heel moeilijk gesprek. De vraag is of er één antwoord is of komt. Laten christenen elkaar ondertussen niet verketteren. De Bijbel kent tal van voorbeelden waarin apostelen bij hot items zeiden dat je elkaar moet aanvaarden (Romeinen 14).[xx] Het is een truc van de tegenstander om de (al gemarginaliseerde) kerken en christenen tegen elkaar uit te spelen. Bedenk daarbij ook dat de kerk voor hetere vuren heeft gestaan.
Maar als gemeente van Jezus voeren we niet allereerst cultuurgesprekken. We kennen Jezus en volgen hem. Als het zo spannend is als vandaag kijken we op. We volgen Jezus niet alleen in onze liefdevolle houding ten opzichte van anderen (zie boven). We volgen Jezus ook in de grote stap die hij zet, de sprong; als hij – midden in de storm – verder kijkt en wijst op de onvoorstelbare transformerende kracht van God (Marcus 12). Jezus zelf is die kracht. We kijken als het ware doorheen onze werkelijkheid en zien iets van Jezus’ komst.
Marcus 12 bevat schokkend nieuws.[xxi] Vandaag worstelen we met en discussiëren over zaken die onze identiteit diep raken. We kijken op. En zien en wijzen allereerst op hem die komt; onze grote God en redder Jezus Christus (Titus 2:13). Niet alleen vanuit het geschapene (Genesis 1:26 e.a.) maar ook vanuit zijn komst zien wij onszelf (Galaten 3:28 e.a.) en kijken we om ons heen. Man en vrouw schiep Hij hen. Ja. Dank God, voor zijn blijvende trouw aan mannen en vrouwen. En we zeggen ook: in Jezus geen man of vrouw. In Jezus geen transgender. In Jezus geen homo, hetero, biseksueel en queer. We gaan Jezus tegemoet, op naar de opstanding waarin we zullen zijn als de engelen.[xxii]
Vandaag klinkt in de discussie over gender en (homo)seksualiteit uit veel monden van christenen dat we elkaar niet mogen oordelen. Op zich is dat waar (als we maar niet het tolerante van de hedendaagse tijdgeest bedoelen). Jezus komt immers om te oordelen (Matteüs 25).[xxiii] Maar als we met Jezus meekijken en bedenken dat we in de eindtijd leven, telt er een ander punt. Jezus zei eens: als de mensenzoon (Jezus) komt, zal hij dan geloof vinden op aarde (Lucas 18:8)?[xxiv] Jezus vraagt niet of hij ons als hetero, homo, transgender, gescheiden, getrouwd of single zal aantreffen. Jezus zoekt jou. Je hart. Je vertrouwen in hem.
3 Hoop.
Gemeente; vandaag worden we ervoor gezet. Voor Gods troon. En daar zijn we allen gelijk. Weet je het nog, vorige week, de dienst over de Dordtse Leerregels?[xxv] Die beginnen zo: alle mensen hebben in Adam gezondigd (DL 1.1). Punt. Nee; goddank geen punt. Maar gelijk erachteraan: zo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn zoon gaf (DL 1.2 Johannes 3:16)! We zijn gered. In Christus uitgekozen heiligen (Efeze 1).
Heilig en veilig.
Is de kerk een veilige plek? Dit is een heel belangrijke vraag. Wat lopen er, nog steeds, veel LHBTQI-zussen en broers weg uit de kerk. Omdat ze in de kerk niet uit de kast durven komen. Of merken dat er zoveel oordeel leeft of onwetendheid is. Wat is dit erg. Dit roept veel vragen op richting de kerk. Ik zou dat zo willen zeggen: als de kerk geen veilige kerk is, is de kerk geen heilige kerk. Dan heerst onze (onuitgesproken) norm. Je weet wel: hetero, (hetero)getrouwd, ‘gelukkig getrouwd’, happy family – enzovoort.
Ik hoorde dat er tegen iemand in de kerk werd gezegd: is je dochter lesbisch; o… wat erg, hè! En dat was het. Even vergeten waar het in de kerk ook al weer om gaat. Wat kan onze norm toch verstikkend zijn en werken. Misschien zeg je: maar ik zeg/doe zoiets niet expres. Ik bedoel het goed. Dat is fijn. Laten we dan met elkaar groeien in een christelijk bewustzijn, in fijngevoeligheid en het zien waar het op aankomt (Filippenzen 1:9 en 10). We groeien in veiligheid als we steeds kijken naar Jezus, naar zijn trouw en vernieuwde kracht (zie boven). Laten we elkaar in hem zien.
Hoop.
Ik eindig met hoop. We zijn immers door Jezus’ opstanding (Marcus 12) opnieuw geboren tot hoop (1 Petrus 3[xxvi]). We leven in een ingewikkelde tijd. De pijn is zoëven verwoord door ….. Als ik vele reacties van de afgelopen week op me laat inwerken, denk ik: we zijn op weg, maar reizen we ook samen op? Iemand zei – op de vraag of we een veilige gemeente zijn; ik denk dat we nog niet zover zijn maar dat we er wel naar onderweg zijn. Laten we die kant opgaan, gemeente. We kunnen dat door Gods genade zeker. Dat merk ik aan zoveel goede reacties. Ouderen bij het Nieuwjaarsdiner die met hun levenservaring spreken over Gods weg in deze levensvragen. Broers en zussen die ervan getuigen van liefde en trouw als ze van dichtbij een coming-out meemaakten. Bij pijn en moeite troost vinden bij de Heer en bij anderen.
Ik denk met name aan jullie, jongeren. Deze week hebben we op catechisatie over dit onderwerp gesproken. Ik bewonder jullie voor je openheid en geloof. Jullie laten merken precies te weten waar het op aankomt. En wat er goed en minder goed gaat in de gemeente. Jullie zeiden zulke rake dingen. Een van jullie zei bijvoorbeeld: het belangrijkste is toch dat je kind van God bent. Een ander zei: God wil zeker helpen als je het moeilijk hebt. Weer een ander laat merken hoe ingewikkeld het soms is maar dat je in ieder geval de liefde voorop wilt zetten. Gaaf. Jullie zijn echt geweldig.
We zijn op weg. En we zijn er bijna, gemeente. Heb de Heer lief met alles wat in je is. En wees als Christus voor elkaar.
———————————-
In het blad OnderWeg (NGK/GKv) staat een mooi model dat je kunt gebruiken om met elkaar het gesprek aan te gaan over kwetsbare onderwerpen.
Zie hier voor een kort overzicht van m’n reacties tot nu toe inzake (commotie rondom) de NashvilleVerklaring.
[i] Hoe lastig het dilemma was, zie de uitleg in de preek over deze tekst No more tears in heaven (jeugddienst).
[ii] Zie Het loopt God niet uit de hand. De belijdenis van Gods voorzienigheid n.a.v. het leven van Jozef (Zondag 10).
[iii] Zie ook een preek over lijden en pijn: durf je naar voren te komen en daar iets over te zeggen?
[iv] Zie de overdenking Ik wil als Christus voor je zijn (Efeze 5:20).
[v] Zie Thumbs up for Christus. Over opinievorming anno nu. De Reformatie 2013)
[vi] Naar aanleiding van de felle reacties hebben ondertekenaars later e.e.a. veranderd/bijgesteld (om bijvoorbeeld maar te zeggen dat het niet de bedoeling is dat je niet uit de kast zou mogen komen). Ik citeer uit het oorspronkelijke document.
[vii] Zie Gods bevrijdende keuze. Preek Dordtse Leerregels.
[viii] Dit betekent niet dat ik er voor wegloop om de kritiek op de NV te uiten. Zie mijn blog voor – op dit moment – een viertal publicaties (waaronder een radiogesprek bij Studio de Witt). Ik noem hier kort 4 dingen:
1/ politiek en bijbels(theologisch/dogmatisch) lopen dwars door elkaar heen terwijl het een teer onderwerp is dat aan de orde wordt gesteld. Sommigen zeggen dat het een theologisch document is. Los van het feit dat de NV juist theologisch niet in orde is (zie hieronder en verderop in de preek) past het document ook bij politiek verzet tegen maatschappelijke ontwikkelingen die door christenen met argwaan worden bekeken. Bepaalde zorg kan terecht zijn vanuit christelijke perspectief. Niet alleen vanuit christelijk perspectief klinkt kritiek. Zie een artikel in de Volkskrant Bespaar ons uw genderideologie.
Eerder stelde ik dit onderwerp aan de orde. Zie bijvoorbeeld de preek Jezus zegent de kinderen (Marcus 10), o.a. over de plek van het klassieke gezin (onder punt 2 van de preek). En zie de preek Zwijgende vrouwen en biddende mannen (1 Timoteüs 2, een zogenaamde zwijgtekst), zie het laatste punt van die preek.
2/ Theologisch gezien is er juist veel af te dingen op de NV. Altijd is te zien hoe bepaalde Bijbelteksten functioneren in de context van toen en wat de betekenis voor nu is. Dit vindt in het geheel niet plaats in de NV. Als je dan toch claimt met het altijd geldende gezag van God te spreken gaat er veel mis. Zie mijn korte brief naar NRC: NashvilleVerklaring is secularisering.
3/ Maatschappelijk gezien gaat het mis. We leven in een bijna post-kerkelijke maatschappij. De vraag is hoe je je daarin wijs en verstandig opstelt. Zeker bij de Verwerpingen lijkt het erop alsof de kerk nog een soort monopolie heeft op het uitspreken van de waarheid. Dit lijkt op Calimerogedrag. (Over dit gedrag verschijnt binnenkort een artikel van me in OnderWeg). Omdat de samenleving snel verandert in acceptatie van gelijkheid en vrijheid (ook t.a.v. homoseksuelen) pikt men de NV (terecht) niet langer. Dit wil ook weer niet zeggen dat alle tegenreactie op de NV normaal is. Die reacties hebben, op hun beurt, wat weg van het ‘exite, exite’ waarmee de Remonstranten 400 jaar geleden uit de kerk werden gezet. Zie bijvoorbeeld dit artikel in Trouw (geloof en dwang gaan niet samen) dat hier goed de vinger bij legt (cf. mijn brief in NRC Handelsblad uit 2016 waarin christenen klagen over het dedain waarmee ze soms behandeld worden).
4/ De Godsleer deugt niet als je kijkt naar de bron waar de NV uit komt. Zie het vervolg van de preek. En zie mijn brief naar het Reformatorisch Dagblad.
[ix] Zie God, de enige God, is in Jezus onze naaste geworden.
[x] Zie mijn brief aan het Reformatorisch Dagblad. Ik zag op 15 januari dat mijn collega Folkers op zijn eerdere artikel over het on-Bijbelse en ongereformeerde karakter van de Godsleer van het ESS (zie daarvoor de preek bij noot ix) heeft toegespitst op de NashvilleVerklaring. Zie hier voor die update.
[xi] Wat het betekent dat ze voor God leven (twee mogelijkheden)? Zie de uitleg van deze tekst bij noot 1.
[xii] Zie de preek bij noot i op dit punt om te zien hoe deze kritiek moet zijn binnengekomen.
[xiii] Zie een themadienst daarover, o.a. over de vraag of we elkaar ‘daar’ zullen herkennen.
[xiv] Zie Terug naar de Heer die ons helemaal een maakt; een preek over die tekst (maar dan uit het evangelie van Matteüs).
[xv] Zie Hoe alles verandert en hetzelfde blijft. Preek over de opstanding en de opdracht om het goede nieuws aan heel de schepping bekend te maken (Marcus 16).
[xvi] Zie Er is geen sprake van Marokkanen of Nederlanders. Preek naar aanleiding van de commotie over Wilders’ ‘minder, minder’.
[xvii] Zie een preek over Psalm 96.
[xviii] Zie over het eschatologische Marcus 13: Alleen Jezus is Christus; de rest is fake.
[xix] De NasvilleVerklaring opent met de zin dat we ‘in een historische overgangsfase’ zitten. Eens! De vraag is hoe je die fase duidt. Hierachter gaat een discussie schuil.
Er christenen die erop wijzen dat ‘de laatste (post-christelijke) mens’ een teken van verzet is tegen God(s genade), erger dan de mens voor de kerstening. Dat geluid klinkt wel rondom de Nashville-discussie, in sommige toelichtingen. Dit punt acht ik niet geheel onbelangrijk. Dat wil zeggen: ik ben geen cultuuroptimist. Zie mijn artikel Europa heeft een nieuw en geloofwaardig verhaal nodig (Nederlands Dagblad), pal na Brexit. Ik heb het daar over de laatst mens (Fukuyama) – een mens die niet kan vertrouwen (christenen wijzen in de discussie over Nashville op de laatste mens waar C.S. Lewis het over had). Zie ook mijn artikel Christus en cultuur (OnderWeg, 2015) over de vraag hoe christenen zich tot de (heersende) cultuur verhouden waarin ik juist op het punt van cultuuroptimisme afstand neem van godsdienstsocioloog Dekker. Zie ook mijn blog (900 wrd.) over de NasvilleVerklaring waarin ik erop wijs dat N.T. Wright waarschuwt voor een nieuwe gnostiek.
Toch is het zaak hoopvol te blijven. De wereld is immers Gods wereld en is in Jezus gered. Niet uit onszelf maar vanuit het perspectief van het komende Godsrijk mogen christenen duiden wat er gebeurt en zo op Jezus wijzen. Opvallend is dat iemand als Yvonne Zonderop (Ongelooflijk. Over de comeback van religie, 2018) de blijvende waarde van religie duidt als een erfenis van onze christelijke cultuur. Zie daarvoor hier mijn artikel over de positie van vrouwen in de kerk (en zie voor een positieve duiding van de invloed van het christendom op onze cultuur ook mijn hierboven genoemde artikel Christus en cultuur). Het is veelzeggend dat in onze cultuur juist vrijheid en gelijkheid domineren en je jezelf kunt zijn. Alleen de westerse cultuur die doordrenkt is van het evangelie (ieder gelijk en vrijheid centraal) kent deze manier van zelfverstaan. Vooral is te zeggen dat alleen vanuit het evangelie perspectief wordt geboden bij onze hedendaagse discussie.
[xx] Zie een preek daarover.
[xxi] Hoe schokkend Jezus’ optreden was blijkt een hoofdstuk later in het apocalyptische hoofdstuk 13 over het verdwijnen van de tempel en het ontstaan van een nieuwe, kosmische wereldorde. Zie een preek daarover.
[xxii] Scheppingsorde (een notie die meespeelt in het gender- en homodebat) wordt wel eens zo uitgelegd: de schepper komt ons achterna in de gebroken schepping (zie mijn longread/boek over het congres over homoseksualiteit in november 2018 – helemaal onderaan onder het kopje ‘vastgelopen‘). Dit is een fraaie uitleg omdat duidelijk wordt dat het niet om een (geharnaste) orde zonder meer gaat maar om God zelf die ons redt (denk aan Genesis 3 waarin God Adam en Eva achterna komt en, naast oordeel, redding belooft). Bijbels-theologisch kan het daar echter niet bij blijven. De schepper wordt in Jezus mens. In Jezus wordt God gekruisigd en begraven (zie een preek over Ezechiël en zie een inleiding voor studenten van de VGSD). Pasen betekent dan ook een heel nieuw begin: in Jezus gaat de schepper ons voor naar een nieuwe wereldorde (zie preek over het eschatologische Marcus 13 en een paaspreek over Marcus 16). Zelfs is, nog stamelender, te zeggen dat onze grote God en redder (Titus 2:13) ons vanuit die nieuwe wereldorde tegemoet komt (1 Tessalonicenzen 4) en dat wij, door Gods Geest geleid, mogen meewerken aan het spoedig laten aanbreken van die dag (2 Petrus 3, zie een preek over die tekst) en Jezus in die zin tegemoet komen (1 Tessalonicenzen 4). Anders gezegd: de duiding van onze cultuur (zie de noot hierboven) heeft het nodig om goed over God te spreken. Christenen grijpen vaak terug op het begin (schepping man en vrouw). Dat is uiterste belangrijk. De schepper laat het werk van zijn handen niet los maar blijft daar trouw aan tot in eeuwigheid (votum). Maar in Jezus is God die ‘is, die was en die komen zal’ (Openbaring 1:8, cf. Exodus 3:14 IK BEN). Zo kom je weer uit bij Marcus 12; na het stukje over de opstanding gaat het over Jezus in wie God, de Enige, gekend wordt (zie preek bij noot ix). Dit geheel nog weer anders gezegd: zoals je Jezus niet kunt opsluiten in de Bijbel (zie kunstwerk) zo kun je Christus niet opsluiten in de schepping(sorde) en de kosmos. Hij is onze grote God en redder (Titus). Zie m’n preek over Zondag 9/Kolossenzen 1 waarin het gaat over Christus in wie en tot wie alles is geschapen. En zie de al eerder genoemde preek over het apocalyptische Marcus 13.
[xxiii] Zie Onwetende goeddoeners. Preek over de parabel schapen en bokken.
[xxiv] Waarom noemt Jezus zichzelf ‘mensenzoon’; zie een preek daarover uit Marcus 15.
[xxv] Zie Gods bevrijdende keuze. Preek Dordtse Leerregels.
[xxvi] Zie Jezus volgen; hoop voor de wereld. Preek 1 Petrus 1.
Voorbeeldliturgie
Welkom
Votum groet van Sela (Onze hulp en onze verwachting) https://www.sela.nl/liederen/1/votum-en-groet.html
De rivier – Gods water dat leven geeft (blended Worship)
Inleiding: lofprijzing op Gods liefde Psalm 36: 2 (uw goed Heer is hemelhoog, uw trouw reikt tot de regenboog)
Schepping – Gods bedoeling (Genesis 2: 10 (BGT))
Voorlezer:
Er stroomde in Eden een rivier die voor water in de tuin zorgde.
na de zondeval Gods belofte van redding – Ezechiël 47 – visioen van Ezechiël
Voorlezer:
Ik zag dat er onder de deur van de tempel water tevoorschijn kwam. (…) verder(op) was het water een rivier geworden. Het was zo diep, dat ik er niet meer doorheen kon lopen (…)
‘Dit water stroomt naar (…) de Dode Zee. Als de rivier daar de zee in stroomt, wordt het water van de zee zoet. Overal waar het water van deze rivier komt, brengt het nieuw leven. Het water zal daar vol zijn met dieren en vol met vis.’
Gebed om troost en bemoediging
Opwekking 642: 1,2 (De Rivier)
Vervulling van Gods belofte – Joh. 7: 37-39a
Voorlezer
Op de laatste, belangrijkste dag van het (loofhutten)feest was Jezus in de tempel. Hij riep tegen de mensen: ‘Als je dorst hebt, kom dan bij mij om te drinken! Want dit zeggen de heilige boeken over mensen die in mij geloven: «Ze zullen altijd vol levend water zijn.»’
Met dat levende water bedoelde Jezus de heilige Geest.
Oproep van Jezus:
Opwekking 642: 3
Belofte Openbaring 22:1,2 – visioen
Voorlezer
De engel liet me ook een rivier zien met water dat eeuwig leven geeft. Het water was zo helder als kristal. Het stroomde uit de troon van God en van het lam, dwars door de stad.
Beroep op Gods belofte:
Opwekking 642 -Refrein-
Gebed
Kinderen naar voren
Kinderlied
Schriftlezing Marcus 12:18-27
Verkondiging Heilige en veilige kerk
Heilige en veilige kerk (thema)
1. Een storm steekt op
Gemeente van Jezus
Diverse reacties. Wat zegt dat?
2. Kijk naar Jezus
Jezus is God
Jezus centraal
Opstanding
Soon and very soon
Geen cultuurstrijd maar geloof
3. Hoop.
Heilig en veilig
Hoop
Kom tot de Vader (Opwekking 599)
Wet (1 Petrus 4:7-13 over leven in de eindtijd)
GK 94:6 (Ja, de Heer is opgestaan, de eerste dingen zijn vergaan)
Dankgebed en voorbede
Kinderen komen terug
Collecte
Opw. 585 Er is een dag, blended worship met Gods vernieuwingsbelofte uit Openbaring 21:1-5
Zegen
Amen